
De doos van dit spel is tegelijk het speelbord, het toont een grasveld met 10 mollenhopen in. In deze mollenhopen worden 10 mollen geplaatst. Deze mollen zijn eigenlijk twee aan elkaar gemaakte mollen van verschillende kleuren (zie ook foto boven). Daarnaast zijn er 30 opdrachtkaarten met stijgende moeilijkheid (1 tot 4 schopjes). De bedoeling van het spel is om ter meeste van die schopjes verzamelen.
De opdrachtkaarten worden in volgorde gelegd van makkelijk naar moeilijk en iedere speler krijgt een kaart. De jongste speler begint het spel. Als je aan de beurt bent, moet je drie mollen op het spelbord omdraaien, zodat ze met een andere kleur naar boven komen te liggen. Na het omdraaien moeten de mollen die op je opdrachtkaart staan zichtbaar zijn. Maar pas op ... het moet exact kloppen. Als je opdrachtkaart bijvoorbeeld twee gele mollen toont mogen er geen drie gele op het bord staan. Is je opdracht geslaagd, dan win je het kaartje en krijg je een nieuwe opdracht voor de volgende ronde. Is het niet gelukt, dan is je beurt over.
Kan een speler geen kaartje meer trekken dan is het spel afgelopen, de spelers tellen nu het aantal schopjes op hun gewonnen opdrachtkaarten. Je kan het spel ook verkorten door bijvoorbeeld af te spreken om slechts vijf kaartjes te verzamelen. Wij spelen vaak de variant dat er een opdrachtkaart wordt omgedraaid en dat iedereen deze opdracht tracht te vervullen. Diegene die de kaart wint, blijft overigens aan de beurt tot hij een fout maakt. Wie het graag nog even verwarrend maakt, kan bijvoorbeeld de doos een kwartslag draaien bij elke gevonden opdrachtkaart.
Titel : up and down Auteur : Gunter Baars Uitgeverij : Ravensburger Aantal spelers : 2-6 Leeftijd : 5+ Speelduur : 20 min.
|