
Dit spel heb ik nog maar één keer gespeeld, en misschien heb ik er een verkeerd beeld over, maar ik vind dit spel het meest kunstmatige in de Queen games-stal. De spelers proberen handel te drijven in specerijen in het Verre Oosten. ze doen dit niet door mooie blokjes te verzamelen, in te kopen, te verkopen, ... maar door het afleggen van kaarten die je door middel van veiling kan bekomen.
Het speelbord bestaat uit drie grote delen : - 7 pakhuizen waar je in de loop van het spel je handelswaren kan verzamelen - een willekeurig uitgelegde slang van handelsposten (elk compagnie komt wel om de vijf tegels voor) - een schepenspoor waarop wordt bijgehouden hoeveel kaarten van elke compagnie zijn gespeeld en hoeveel kaarten er in totaal liggen
Op de speelkaarten staan gewoon de nationaliteiten van de vijf compagnieën, je krijgt er bij aanvang van het spel alvast 10 op handen. Daarnaast krijg je het speelmateriaal (koopman, goederenkisten en telsteen) in je kleur en 15 wissels (= geld). De oudste speler neemt de dobbelsteen en is de veilingmeester.
Het spel verloopt over meerdere ronden die zijn opgebouwd uit 2 fasen : 1) de veilingmeester gooit de dobbelsteen en draait een aantal kaarten open gelijk aan de waarde van de dobbelsteen. Deze kaarten worden als pakket geveild. De speler links van de veilingmeester begint, de andere spelers doen om beurten een bod. Dit gaat door tot er één speler overblijft. De speler betaalt het bod aan de tegenspelers, te beginnen bij z'n linker buurman deelt hij de wissels uit. Daarna ontvangt hij de startspelersteen en het setje kaarten.
2) acties van de spelers : om beurten spelen de spelers hun actie. Ook nu weer is er keuze tussen twee acties : - scheepskaarten trekken : trek 2 kaarten van de stapel en voeg toe aan je handkaarten - scheepskaarten spelen : de speler speelt één of meerdere kaarten van één of meerdere compagnieën uit. Belangrijk is wel dat de speler de meerderheid in kaarten van minstens één compagnie moet hebben (ofwel aan het begin van de beurt of na het uitspelen van de kaarten). Daarna worden de compagnieblokjes verzet op het scheepsspoor afh. van het aantal uitgespeelde kaarten. Ook het kanon (totaal aantal kaarten wordt voortgezet). Na het behalen van een meerderheid krijgt de speler de compagniesteen van de betreffende compagnie. De speler verplaatst nadien z'n koopman naar het eerste vrije handelshuis van de compagnie waarvan hij de compagniesteen heeft (heeft hij er meer, moet hij één kiezen). De speler plaatst een goederenkist op het overeenstemmende goed in het pakhuis van de compagnie waarin hij vooruit is geschoven. Komt een koopman op één van de laatste vijf openliggende tegels, worden de volgende vijf opengedraaid. De speler beslist nadien of hij de zojuist gewonnen tegel wil inruilen of bewaren. De afgelegde tegels worden uit het spel genomen. Een speler scoort 1 goudstuk voor 1 compagnie, 3 voor twee, 6 voor drie verschillende, 10 voor vier verschillende en 15 voor 5 verschillende compagnieën. De hoeveelheid goudstukken wordt bijgehouden op de scoretrack rond het speelbord.
Als er op een moment het kanon tot op het laatste veld (25) komt, wordt de sterkst vertegenwoordigde compagnie volledig afgelegd. Het kanon wordt nadien terug verzet naar het aantal kaarten dat dan nog op het speelveld ligt. Als alle spelers een actie hebben uitgevoerd, start een nieuwe veilingronde met de startspeler.
Komt een speler op de eindtegel bij het springen van je koopman naar een fiche, dan wordt de lopende ronde nog uitgespeeld en eindigt daarna het spel met de slottelling : - de speler met de meeste kisten in een pakhuis krijgen daarvoor goud (10-16 goudstukken voor de goederen) - de speler met het meeste wissels op het einde krijgt nog 5 goudstukken - de speler met de eindtegel krijgt 4 goudstukken - de spelers krijgen 2 goudstukken voor elke compagniesteen die ze bezitten
De speler met het meeste goudstukken wint het spel.
Titel : Batavia Auteur : Dan Glimne, Grzegorz Rejchtman Uitgeverij : Queen games Aantal spelers : 3-5 Leeftijd : 10+ Speelduur : 60 min.
|