
Spelmateriaal :
- 56 zwijntjeskaarten (genummerd van 1 tot 10)
- 16 speciale kaarten (5 boeren, 5 everzwijnen, 3 gelukszwijntjes, 3 mesthopen)
- spelregels
Spelidee :
De spelers moeten zo snel mogelijk hun zwijntjeskaarten zien kwijt te spelen. Wanneer Camille de boer of Stijn het everzwijn opdoeken, is het pas een echte varkensstal. Diegene met de minste strafpunten na vier rondes is de winnaar.
Spelvoorbereiding :
De kaarten worden geschud en verdeeld onder de spelers. Elke speler krijgt zeven kaarten, de resterende kaarten vormen de trekstapel, waarvan één kaart wordt opengelegd. Er wordt een startspeler gekozen. Er wordt om beurten gespeeld en je mag één van volgende acties uitvoeren :
1) Dezelfde kaart afleggen :
Leg een varken met dezelfde waarde als de kaart die al openligt op de aflegstapel
2) Twee kaarten afleggen door te rekenen :
Je mag twee kaarten tegelijk afleggen door met het getal van de aflegstapel en twee handkaarten een rekeningoefening te maken door op te tellen of af te trekken.
Bv. Je wil een 3 en 5 afleggen en op de aflegstapel ligt een 2 (2 + 3 = 5)
Je wil een 3 en 5 afleggen en op de aflegstapel ligt een 8 (8 5 = 3)
De speler zegt de oefening luidop als hij zn kaarten aflegt.
3) Een speciale kaart afleggen :
Als je geen zwijntjeskaart wil of kan afleggen, mag je een speciale kaart spelen.
Speciale kaarten worden op een afzonderlijke aflegstapel afgelegd.
4) Je kan of wil geen passende kaart afleggen. Neem een kaart van de trekstapel.
Einde van een spelronde :
Indien je nog maar één of twee kaarten in je hand hebt, moet je dit melden door luid te knorren. Eénmaal knorren als je nog één kaart hebt, tweemaal als je twee kaarten hebt. Vergeet je dit, moet je twee strafkaarten nemen. Een ronde eindigt wanneer een speler zn laatste kaart aflegt, of alleen nog mesthopen in handen heeft. Er wordt dan geëvalueerd. Evaluatie :
- zwijntjeskaarten tellen als minpunten voor hun waarde
- boer Camille, het gelukszwijntje en het everzwijn staan voor 10 minpunten
- een mesthoopkaart telt voor 15 minpunten
- een speler die 3 mesthoopkaarten in de hand heeft, krijgt 30 pluspunten
Einde van het spel :
Wie na vier rondes het minste minpunten heeft, wint het spel.
SPECIALE KAARTEN :
- Camille de boer : de volgende speler moet één zwijntje afleggen met dezelfde waarde als de kaart van de aflegstapel. Kan of wil hij dit niet, dan moet hij een kaart van de trekstapel nemen.
- Het gelukszwijntje : het gelukszwijntje is een joker die elke waarde van zwijn kan aannemen. (deze kaart wordt op de gewone aflegstapel gelegd)
- Stijn het everzwijn : de volgende speler moet een bepaald aantal kaarten van de trekstapel nemen, afhankelijk van welke zwijnkaart je speelt. Dus deze kaart speel je in combinatie met een zwijntjeskaart. Wil de volgende speler geen kaarten nemen, dan kan hij zelf ook een everzwijnkaart spelen, dan dient de volgende speler de kaarten te nemen.
- Mesthopen : betekenen veel minpunten bij de evaluatie (tenzij je er drie verzamelt). Je kan een mesthoop kwijtspelen als je een zwijntje kan uitspelen met een waarde exact hetzelfde als het aantal kaarten dat één van de medespelers in de hand heeft. Het zwijntje komt op de aflegstapel, de mesthoop gaat naar de tegenspeler wiens aantal je hebt afgelegd.
Titel : Zwijntjeskermis Auteur : Inon Kohn Uitgeverij : Drie magier spiele Aantal spelers : 2-6 Leeftijd : 6+ Speelduur : 25 min.

Na sterren op de dansvloer en so you think you can dance kon een dansspel niet uitblijven. In dit kaartspel ga je een tango dansen met een tarantula. Probleem is natuurlijk dat niemand met dit vieze, harige beest op de dansvloer wil springen.
Het spel omvat 115 dierenkaarten (hond, koe, ezel, geit, kat en papegaai), 5 tarantulakaarten en 1 tarantulaspelbordje. Het spelbordje wordt in het midden van de tafel gelegd, de kaarten geschud en eerlijk verdeeld onder de spelers. Bedoeling is om als eerste weer van je kaarten zien af te komen. (à la Kakkerlakkensalade)
 De jongste speler vangt het spel aan door de bovenste kaart van z'n gedekte stapel kaarten om te draaien en aan een zijde van het spelbordje te leggen. Daarna legt de volgende speler een kaart af. Er kunnen nu verschillende scenario's voorvallen : - op de kaart van je voorganger staat een dier met één tarantula : maak eerst het geluid van het afgebeelde dier en leg je eigen kaart aan de volgende zijde van het spelbord - op de kaart van je voorganger staat een dier met twee tarantulas : boots het geluid van het afgebeelde dier tweemaal na en leg je eigen kaart aan de volgende zijde van het spelbord - op de kaart van je voorganger staat een dier zonder tarantula : je legt je kaart vliegensvlug langs de volgende zijde van het spelbord en maakt geen geluid - op de kaart van je voorganger staan twee dieren zonder tarantula : je legt je eigen kaart niet langs de volgende zijde maar twee zijden verder, zonder geluid te maken - op de kaart van je voorganger staat een tarantula : alle spelers slaan met vlakke hand op de tafel, de laatste neemt alle afgespeelde kaarten als straf
Uiteraard gelden ook weer de gekende regels : * er moet vlot gespeeld worden, maximum 2 seconden bedenktrijd * een speler mag niet stotteren of een verkeerd geluid maken * een speler mag niet op een fout moment kloppen Indien hier inbreuken tegen worden begaan, neemt de betreffende speler alle afgelegde kaarten als straf bij in zijn stapel. Tip : wees streng voor iedereen (ook jezelf )
Diegene die als eerste al zijn kaarten wegspeelt, wint het spel.
U merkt dat dit weer een leutig, leuk tussendoortje betreft, dat volledig binnen het gamma past van Drei Magier Spiele. Op het eerste zicht is het spel wel ietsje makkelijker dan Kakkerlakkensalade, vandaar ook waarschijnlijk dat ze ook enkele regels voor gevorderden hebben toegevoegd . Deze zorgen dat de speelrichting kan draaien, dat je twee beurten na elkaar kan spelen, dat je een vorige speler moet imiteren of die je aanzet om je kaart op een andere plaats aan te leggen.
Titel : Tarantula tango Auteur : Jacques Zeimet Uitgeverij : Drei magier spiele Aantal spelers : 2-5 Leeftijd : 7+ Speelduur : 15 min.
|