De voorbereiding
Op het spelbord staan bouwplaatsen afgebeeld, daar worden
willekeurige bouwwerken neergelegd. Er zijn enkele bouwwerken over, dit
om voor meer variatie te zorgen. Elke speler ontvangt een aantal
mannetjes, afhankelijk van het aantal spelers. Deze gaan door de stad
lopen en gebouwen afwerken. Er zijn twee soorten kaarten, handelskaarten
en actiekaarten. Deze laatste staan duidelijk uitgelegd in de
spelregels, je mag nooit meer dan drie actiekaarten hebben. Elke speler
krijgt bij de start al één actiekaart. De dobbelstenen en bouwblokjes
worden naast het bord bewaard.
Spelverloop
Elke speler is om de beurt aan zet. Je mannetjes worden aan het begin
op een vrij kruispunt op het bord gezet. Er mag nooit meer dan één
mannetje op een kruispunt staan. Je begint met het dobbelen van beide
dobbelstenen. Dan mag je kiezen welke van de twee dobbelstenen je inzet
als loopactie. De andere dobbelsteen wordt niet gebruikt. Je moet de
volledige waarde van de gekozen dobbelsteen lopen en mag daarbij niet
twee keer over dezelfde weg lopen en ook niet eindigen op je beginpunt.
Daarna moet je aan een bouwwerk bouwen. Dit kan alleen aan een van de
aangrenzende bouwwerken. Je neemt een bouwblokje uit de algemene
voorraad en legt dit op een vrij veld op een bouwwerk. Alle nog open
velden op dit bouwwerk zijn punten. Als je het laatste blokje bouwt aan
een bouwwerk, mag je de tegel omdraaien en krijg je de punten die op de
ander zijde staan. Alle spelers die ook een mannetje hebben staan op een
aangrenzend kruispunt krijgen een actiekaart. Wie zijn beurt eindigt op
een havenveld, mag een handelskaart nemen.
Er zijn twee bijzondere gevallen die kunnen voorkomen bij het
dobbelen:
- Twee keer het zelfde getal dobbelen: Doordat je minder keuze hebt,
mag je eindigen op een reeds bezet veld en het huidige mannetje mag je
dan naar een ander veld zetten. Je mag ook sluiproutes en waterroutes
gebruiken. Aan het einde van je beurt mag je ook nog ervoor kiezen een
volledige extra beurt te doen. Hiervoor neem je een corruptiefiche, wat
minpunten zijn.
- Zeven dobbelen: Je mag aan het einde van je beurt een handelskaart
nemen of een extra bouwsteen bouwen. Als je hiervoor kiest neem je ook
een corruptiefiche.
Het spel is gedaan als alle bouwwerken zijn voltooid of als een
speler al zijn mannetjes van het bord heeft moeten halen, dit gebeurt
als je geen actie kan doen. Bij de eindtelling, spelen naast de
verdiende punten tijdens het spel ook de handelskaarten (waar je combinaties moet zien te verzamelen) en
corruptiefiches (minpunten, meeste corruptie is nog eens 5 strafpunten) nog een rol. De speler met de meeste punten wint het
spel.
(met dank aan Pieter Syroit)
Titel : Burdigala Auteur : Bruno Cathala Uitgeverij : Id&al éditions Aantal spelers : 2-4 Leeftijd : 8+ Speelduur : 45 min.
|