 |
|
 |
10-06-2018 |
De geur van rozen was hij kwijt. |
Nu de voorjaars- en lentebloeiers uitgebloeid zijn, de witte stippen in de bermen en boskanten vervangen zijn door roze, lila en felgele dotten, nu ruikt de lente heerlijker dan ooit. De struiken en bomen, enkel voor een attente kijker bloeiend en zo, zo intens geurend. Fietsend, wandelend, van geur naar geur. De rooswitte roosjes die papa me ooit gaf in de tuin. In bed met een boek van Toon Tellegen, deze ochtend geruild op een geefplein. Zomaar een pagina openslaand, verwachtingen scheppend.
Mijn pols nog ruikend naar rozenwater en zon, wind en water. Restanten van een feestje in de zeilclub aan het Galgenweel, waar mijn bompa, papa en zus beurtelings lid waren.
Uit Toon Tellegen : Daar zijn woorden voor, pag 80 :
Maar hij vergat haar te kussen en toen hij het kasteel verliet was het stil achter hem. De lucht was grijs, de rozenhagen hoog en stijf, er scharrelden wat mussen rond, maar hij had haast, wist niet waarom.
En toen iemand hem staande hield en vroeg of het al donker was wist hij ook dat niet en zei dat het waarschijnlijk nog licht was en dat hij het zelden mis had en reed toen door.
Thuisgekomen werd hij bestormd: En?Heb je haar gekust?
Ach, zei hij, dàt ben ik vergeten, sloeg zich voor zijn hoofd.
Maar toen hij terugkwam, spoorslags, was het kasteel verdwenen, of was er nooit geweest, en hij kwam niemand tegen, de geur van rozen was hij kwijt.
|
|
 |
Reacties op bericht (0)
|