Ik rij naar mijn lievelingswegje hier in de buurt. Vorige week kwam ik hier al naartoe. Reikhalzend uitkijkend vanaf Februari, Maart. Aftellend tot de eerste dagen van Mei. Op zoek naar wat ik één van de allermooiste dagen in een jaar vind, iets dat zo mooi is dat het mijn hart kan doen lachen; het Fluitekruid bloeiend in een berm. En ik denk aan papa en de twee papa's die voor elkaar wippen in mijn hoofd; de lachende sterke gezonde papa, de zieke en zo kwetsbare papa. Ik denk aan mijn vrienden en hoe ze stuk voor stuk hun eigen strijd voeren. Tegen de ander, tegen zichzelf, voor de Liefde en tegen de Liefde. Ik denk aan de vriend die nu naar huis komt en aan zijn thuis. Aan mijn kinderen en aan Piet en of wij later ook met zoveel weemoed zullen terugkijken naar de foto's die nu getrokken worden. En is het zo dat we allemaal veel te veel denken en veel te weinig voelen? Of wel voelen, maar dat gegeven aan de kant duwen wegens ondergeschikt aan onze kennis? Maar moeten we soms niet wat we voelen aan de kant zetten en het bekijken op wereldniveau zoals dat zo mooi in het Boedhisme gezegd wordt? Maar is met dat referentiekader niet alles totaal onwaardig om je er zorgen over te maken? En is het gevaar dan niet dat onverschilligheid en modder-maar-wat-aan en sla-maar-in-het-rond daar dan bij aansluit? Ik denk aan het vraagstuk dat voor me ligt en zie de emotie die er bij mij mee gepaard gaat versus het belang dat het heeft voor me. I'll play that game and pretend.
https://www.youtube.com/watch?v=U6K8wfyzAJQ
|