 |
|
 |
04-12-2010 |
Vijf meningen |
Bedelaars. Bedelaars zijn er aan bepaalde kruispunten in Gent. Even geleden waren ze daar soms. Nu steeds. Aan een kruispunt, een bekertje in de hand, vragend om geld zodra het rood is en je stil staat met de auto. En aangezien de laatste keer dat ik het kruispunt gebruikte alledrie onze kinderen in de auto zaten, maakte dat de bedelaar deze middag een onderwerp tijdens het eten werd. Want ook al was het groen en stond het al dan niet geven van geld niet ter discussie, Remi en Helena hadden de man gezien. Geen spiegel weegt op tegen de spiegel die onze allesvragende, en daarbij nietsontziende, kinderen zijn. Naast het feit dat ik mijn kinderen 'het goede voorbeeld' wil meegeven, vind ik dat het er niet toe doet of iemand aan armoede al dan niet schuld heeft.(De woorden 'schuld hebben' is sowieso iets waar ik het moeilijk mee heb. Heeft er iemand ooit schuld aan iets? Is alles niet een reactie, interactie?) En het doet er voor mij ook niet toe doet of ze uberhaupt wel arm zijn. Ik wil het niet op mijn geweten hebben dat iemand honger of koud heeft omdat ik betwijfel of het wel zo is. En al hebben er negenennegentig op de honderd bedelaars me bij mijn pietje te pakken, dan nog zal die ene in nood werkelijk geholpen zijn met mijn ene euro. En dat de andere dan maar veel plezier mogen hebben met die andere euro's. En even geleden dacht ik dat het essentieel was dat Piet en ik op één lijn stonden, dat dat iets was waar we moesten aan werken. Hard aan werken, kloppen, schuren, polijsten. Nu denk ik dat het mooi is zo. Twee meningen die niet gelijk zijn en toch beiden warm-en barmhartig zijn. En daarnaast deze van onze drie kinderen. Allemaal rond die ene tafel. En dat is zo mooi om zien. Je ziet ze als het ware nadenken, hun hersens krakend en linken leggend.
|
|
 |
Reacties op bericht (0)
|