De ups en downs van een schrijver, tolk, therapeut, echtgenoot What we think we become
13-04-2012
Ik word niet rap kwaad. Een open blogske aan de regisseur die mijn kloten kan kussen.
Ik word niet rap kwaad. Ik vind dat serieus spijtig.
Als kind wilde ik een opvliegend ventje worden.
Als ik kwaad word is het altijd met veel vertraging.
Mijn ex-schoonouders vonden mij een schaap. (ik vond hen gieren, en
zo hadden we een bont beestenbos, maar soit, da's een ander verhaal)
Een beetje gelijk de zee die lang moet opbouwen voor
het met een Tsunami een paar kusten naar het voorpaginanieuws
schuimt, zo ben ik.
En nu ben ik kwaad.
Op Geert Callebaut.
Noemt zichzelf regisseur.
Er moet iets van aan zijn.
Hij woont naast een theater en zuipt witte wijn en
heeft nog zijn eigen website.
Die mijnheer klampt mij aan, bij een voorstelling
waarin 'mijn' andere regisseur de hoofdrol speelt.
'U moet ik hebben', zegt hem. Ik ruik de witte wijn
van den Aldi nog. In de theaterwereld is alcohollucht de voorhoede van
een opdracht.
Ik krijg een behoorlijk complexe opdracht. Een stuk
voor open lucht, acht acteurs, ze spreken allemaal hun eigen taal,
het publiek verstaat er niks van, maar alles moet duidelijk zijn in
de handelingen. Het moet wild zijn, vol actie, zo gewelddadig dat het
grappig wordt.
En wat nog allemaal niet.
Hij wil de première in een park in Gent. Het moet
een internationale tournee maken. Ik moet ZEKER betaald worden.
Ik ben een stommerik, en nog erger: een schrijfgeile
stommerik. Dus ik schrijf dat. ZONDER CONTRACT (lieve mensen, als uw
kinderen ooit schrijver willen worden, schop ze dan als ze nog maar naar
een pen durven wijzen, doe ze hun bibliotheeklidkaart opvreten, toon hen
foto's van bekende schrijvers gedrochten allemaal- en als dat
niet helpt en ze volharden: schop ze tot ze d'office het woord CONTRACT BRULLEN als
ze zich voorstellen.
In een recordtempo schrijf ik dat spel, al zeg k het
godverdomme zelf. Zonder contract, godverdoms peperkoeken kalfsvlees
dat ik ben.
Geert is enthousiast. Laaiend enthousiast zelfs. Ook
over een ander toneelstuk van mij. Ook 1 dat ik in opdracht schreef
voor een regisseur die dan later epilepsie-aanvallen kreeg van de
drank en in de kliniek eindigde. Maar kijk, DAT vind ik een lekker
rock and roll excuus om een toneelstuk af te lassen, daar heb ik
verder eigenlijk geen probleem mee. Dat bekt schoon: mijn toneelstuk
komt er niet direct, de regisseur heeft zich dood gedronken. Met zo'n
excuus kunt ge rustig thuis komen.
Ik wil vooruit met de show. Ik heb ADD (ambitious
demon drive) Ik zeg Geert dat het maar de eerste versie is. Dat ik
feedback wil om er verder aan te werken. We maken enkele afspraken.
Geert gaat op reis. Verzet afspraken. Is onbereikbaar. Ik bel enkele
keren, stuur berichten. Ik hoor niks meer.
Nu moet ge weten, Geert, ge hebt nu misbruik gemaakt
van het enthousiasme en het talent van een jonge schrijver, maar ge
moet nooit of nooit nog aankloppen, want soort gelijk gij, die zijn
er als de eerste bij om te profiteren van een ander zijn succes.
Het zieligste van uwe kant, vind ik dat je niet
gewoon kunt zeggen: 'Sorry, William, het gaat nu toch niet door, en
ik armoezaaier, kan u zelfs geen klein bedragske voor de moeite
uitkeren.' Dat zou mij echt niet gestoord hebben.
Echt mee inzitten, doe ik niet. Olie komt altijd
boven drijven en met amateurs waar niks in zit, heb ik liever direct
ruzie, dan dat ik er eerst een paar maand tijd mee verlies.
Nog een geluk dat ge mij ooit twee gratis tickets
bezorgd hebt voor een komedie'ke. Dat was ne schonen avond met een
Oekraïense schoonheid aan mijn zij. De schoonheid van de avond zat
hem dus wel niet echt in 't toneelstuk.
Ik ben altijd makkelijker in de omgang dan ik zelf
peins, dus ik pik dat als mijn kleine compensatie.
Een jonge schrijver moet overal de voordelen in zien,
want anders ligt ge rap tussen de met kwik vergiftigde vissen van de
Dender.
Er zijn gelukkig ook echt serieuze mensen om mee
samen te werken, mannen en vrouwen van hun woord.
Ik wil eigenlijk maar voor één reden schatrijk
worden, dat is om al die mensen die mijn ziekelijke schrijfambities
altijd zwaar gesteund hebben allemaal een huis te kopen. Die mensen zijn veel meer waard dan ik
zelf. 't zijn ambetanteriken die schrijven.
Maar toch, zij die met scepsis bleven kijken naar
mijn schrijvelarij, ik weet niet, die vliegen toch op de zwarte
lijst.
Een jonge schrijver moet zijn eigen toch een klein
beetje serieus pakken, anders kan hij beter wat anders gaan doen.
Vergevingsgezindheid levert ten andere minder stof voor boeken dan
wat etterige rancune.
Geert, ik kan alleen mensen haten waar ik wat op lijk, in u zit niks, dus hierna ga ik u vergeten, ge moogt zelfs mijn
kloten niet kussen.
« whatever you do, sex always comes up », Kurt
Cobain.
Aan t station van Aalst. De laatste plek die politieke
vluchtelingen van Aalst zien als ze asiel aanvragen in Gent.
Ik heb net vergaderd met een actrice van Artistiek Nest
over étage fermé, het stuk dat we brengen op de Gentse feesten.
We willen nog naar een café om na te praten, maar ze
durft geen enkel café binnengaan. Na lang wikken en wegen kiezen we toch voor
het café op de hoek. Waar de uitbater zon aardbeineus heeft dat ik altijd een
aardbeienmilkshake bestel. Die daar niet op de kaart staat. Een gemiste kans,
met zon sappige uithangbord.
Mijn actrice bestelt koffie. Schuchter met haar hand
stevig rond haar portemonnee geklemd. Ze is van Rusland en wel wat gewend qua
drankzucht, maar dit beneveld hol is ook een ervaring voor haar.
We zitten nog maar 20 seconden of er vliegt een Marokkaan
op mij af (nee, niet met een knipmes, bevooroordeelde lezer)
Hij vraagt of ik een Belg ben. Ik krijg die vraag vaak.
Tenminste als ik in België ben. Ik zeg ja en hij vraagt het nog twee keer.
Daarna zegt hij : Man, van liefde he, daar krijg je
koppijn van.'
Daarna waggelt hij naar toilet.
De actrice die ik om redenen van hoe dit stuk verder
gaat, anoniem laat, vindt het gelukkig grappig.
De Marokkaan komt terug en maakt duidelijk dat het niet
om een liefde voor bier gaat die hem koppijn bezorgt.
« ik ga nooit nog verliefd worden VOOR ik iemand
door en door ken »
Dat zoiets ingaat tegen de principes van verliefdheid,
zeg ik maar niet. Verliefdheid is een biologisch principe dat voor versnelde
kennismaking zorgt. Als ge elkaar al door en door kent, heeft het dus geen zin
meer.
Hij vraagt nog eens of ik Belg ben. Ik bevestig. Maar hij
lijkt mij niet te geloven. Ik ben misschien te nuchter om van Aalst te zijn.
Mijn actrice meldt dat ze frigide is. Een zatte omgeving
noopt tot ontboezemingen.
Mijn vagina heeft een deurtje. Komt er een man aan, dan
sluit het deurtje
Astarozne, dveri zakrivajoetse, zeg ik.
Ze lacht. Dat is het standaard zinnetje in Russische
metros (opgepast, de deuren sluiten)
We graven een klein beetje in haar verleden. Als
amateurpsycholoog doe ik dat graven vaker met mijn lul dan met een schop, de
DSM of enigerlei andere deontologisch correcte methode.
Ze zegt dat ze nog niet klaar is voor seks. Ze is 22.
Haar deurtje werd voor het eerst opengebroken toen ze 13 was.
Tegenwoordig acteert ze vooral dat ze een plank is in
bed. Ze kan zo naar studio Herman Teirlinck. Daar houden ze van dat soort
oefeningen.
Ze faket orgasmes. Een walgelijke praktijk. Dat weet ze.
Ze had al eens een vriendje die haar plechtig liet zweren van dat nooit te
doen. Nu doet ze het wel. Voor de rust in hun huis. Tenminste de rust voor en
na de tweewekelijkse tien minuten seks die ze nog heeft.
Ik luister. Aandachtig. Ik doe niks. Ik maak geen move.
Frigide vrouwen hebben een verkillend effect. En ik weet dat er meer voor nodig
is dan drie keer zeggen Sezam open u voor t slot van de deur springt.
Bovendien wacht mijn vrouw thuis. Als ik rap ben, kunnen
we nog spreken voor ze slaapt. Een vrouw met antivries in haar bloed.
Ik bestel groene thee. De madame achter de toog weet
niet wat dat is. Ze toont mij een zakske lemon en ze vraagt of dat groene thee
wil zeggen. Ik zeg van ja. Om er vanaf te zijn. Ze heeft zo die wilde blik in haar ogen, die mijn Schizofrene tante ook had, voor ze medicatie nam.
Achter ons roept er ene : « ik ben al zo vaak
gekwetst geweest, ik kan het niet meer, ik kan mij niet meer gegeven. »
t is een man tegen een vrouw. De vrouw slaat hard op
tafel. Ze wil hebben dat zij al veel vaker is gekwetst geweest. Ze slaat nog
eens op tafel. Ze doet dat precies graag.
De Marokkaan duikt weer op. Geen idee waar die altijd naar
toe verdwijnt. Misschien verschijnt hij alleen als met empathie naar mijn
frigide gesprekspartner kijk.
ik heb twee kinderen, zegt hij, Ashley en de andere
naam ben ik vergeten.
Ik glimlach vriendelijk en knik.
Dat moet het juiste antwoord zijn, want hij is weer weg.
Ik stap met mijn Russische winterkoningin naar de trein.
Mijn trein is eerst. Ik stap in.
Astarozjne, dveri zakrivajoetse.
We zwaaien nog.
t is kil op de trein.
Ik ben geen kruisvaarder voor vrouwelijk seksgenot meer.
Tenminste, niet meer in praktijk.
Ik duik in de Metro. De krant.
En vraag mij af of het kapitalisme de oorzaak is van
frigiditeit.
Sinds ik bij Solidair werk, zoek ik de wortel van alle
kwaad in het systeem.
Misschien werd ze zo beïnvloed door reclame dat ze vond
dat ze seks moest hebben op haar 13.
Volgens de volgende eye-openende (het woord eye-opener
wordt tegenwoordig zo vaak gebruikt, dat je zou denken dat we altijd met onze
ogen toe lopen) documentaire kan dat :
Als ik wil vermijden dat mijn dochters hun vrouwelijkheid
en hun seksualiteit vlekkeloos (totaal verkeerd woord hier) verloopt, moet ik
ze van kindsbeen af voorzien met zeer scherpe commentaar op die griezelige
moderne sprookjes als die waarin een een arrogant wijf met een huid alsof van
goud, in de camera lipt:
waar ne mens zoal op peinst, op den trein terug van zijn werk
Ge zit op een schokkend stoptreintje van Brussel tot Erembodegem, met een halte of vijftien.
Het schokt gelijk een vrijpartij die altijd weer op gang komt, maar weer stil valt, omdat ge niet wilt klaarkomen, want dan is de fun gedaan, en ze is zo schoon, ze heeft zo'n subliem heet lijf, dat ge nog efkes in haar wilt zijn.
Als ge stomende sekspartijen begint te zien in de beweging van nen trein, dan zitten uw ballen tsjokvol geil en is 't hoogtijd dat ge uw vrouw weer efkes helemaal vrouw laat voelen.
Maar goed, ik ben nen overseksten, maar ik denk ook nog na over andere dingen, mijn gedachten doen over drie stroken aan blokrijden: seks, de maatschappij en de mensen rond mij en in 't derde rijvak: de eeuwige zelfreflectie en die fanatieke schrijfambities.
Maar laat ons nu bij dat beeld blijven: ge zit op den trein. Iedereen rond om u probeert krampachtig te doen alsof ze heel alleen op dezen trein zitten. Want vreemde mensen daar zijn we bang van. In België klapt ge alleen met mensen die aan u voorgesteld worden door mensen die ge al kent.
Dus in de trein, waar niemand ons aan elkaar voorstelt, hebben we gezeten achter onze marmeren smoelen, veel tijd om na te peinzen.
Ge denkt dan aan dingen als:
-dat verhaal dat Thomas Blommaert schreef over Boelwerf Temse, waar ze nu een rijkemensenkolonie gezet hebben, op de plek waar vroeger mensen samen boten bouwden. Hoe die rijke stinkaards, die denken dat zij de wereld zijn, leven op de kap van de mensen die werkelijk de wereld maken, met hun werkmanshanden en hun zweet.
En dat die Thomas Blommaert toch schoon kan schrijven. En dat die nochtans geen grote bekende literator wil zijn. En dat die waarschijnlijk veel edelere ambities heeft. Ik zou 't niet weten eigenlijk. In zijn verhaal ging het niet over hemzelf of toch heel weinig. Chapeau voor die gast.
Er zijn mensen, die hebben een beeld van zichzelf, van hoe ze zouden willen zijn, en dat is niet wie ze echt zijn, er ligt daar een gigantische kloof tussen. Ik ben er zo ene, bij mij is die kloof vre groot, maar miss minder groot dan vroeger. Bij Thomas Blommaert lijkt er geen sprake te zijn van zo'n kloof. Wie hij is, is ook wie hij wil zijn.
En ik met al mijn nijd, die mens heeft zo'n rust, ik kan er zelfs niet nijdig op zijn. Ik zit vreemd ineen, ik kan niet nijdig zijn op mensen die zelf geen aanleg hebben voor nijd. Hoe zou dat precies werken? Op iedereen nijdig lopen, behalve als ze zelf nooit nijdig zijn. Misschien is mijn nijd gewoon de neiging om mensen met een groot ego te willen koeioneren door ze in de schaduw te zetten van mijn ego.
INTERMEZZO:
ik stond dus vandaag in de gazet. En twas ne schone foto. En een goed artikel (ik had het bijna zelf geschreven) Ik lachte niet. Dat beviel mij. Met mijn ogen wat gelijk een Chineeske bijeen geknepen, is 't precies Kurt Cobain met bruin haar en een vetlaag.
TERUG NAAR DEN TREIN
Ge denkt aan Bert De Graeve. Over die zijn moddervette bonus, terwijl hij er meer dan 600 afdankt.
En ge vraagt u af: die mens kan toch werkelijk niet zo goed zijn in zijn job, dat hij dat geld echt VERDIENT?
Ge verdient geen miljoenen euros. Mensen verdienen hoogstens een paar duizend euro's. Van als ge van miljoenen spreekt, moet ge zeggen: een mens PIKT die miljoenen.
Bert de Graeve en consoorten, dat is georganiseerde criminaliteit. En niet alleen tasten ze in onze zakken, ze grabbelen ook in onze hersenen en verleggen daar wat verbindingen gelijk dat het in hun kraam past.
In de media bespuwen ze ons met de idee dat wij hier in een MERITOCRATIE wonen.
Dat is een woord dat express zo moeilijk is, dat niet iedereen het zou snappen.
MERITOCRATIE: als mensen loon naar werken krijgen. Ge zijt zo goed als uw pré.
DIKKE ZEVER is dat.
Dus als ge niet veel verdient, is 't uw eigen dikke fout, want dat zijt ge ne stommerik en een tamzak. Als ge van die walvisbonussen vangt, zou ge die dus verdienen. MERITOCRATIE.
Niet dus.
We leven niet in een meritocratie. De grootste verdienste gaat niet naar wie het hardst werkt. De grootste verdienste gaat naar wie de beste contacten heeft, het sluwst te werk gaat en met veel hoerensjans en geen geweten de grootste directeurszetel met zijn kont gaat slijten.
Peinzen ze nu echt dat we dat allemaal zo maar gaan blijven slikken, gelijk een pijpautomaat, alsof we allemaal op kniehoogte in een muur zijn gemetseld met alleen ons muil nog vrij, zodat de passerende grootverdieners hun kwakske in onze sliksmoel kunnen schieten, terwijl ze ondertussen nog met de gsm een grote bonus voor 1 van hun vriendjes regelen?
Hier in Erembodegem stapt ne mens zuur van den trein.
succes is gelijk uw pensioen, het komt als ge te oud zijt om er nog echt van te genieten
vijf jaar geleden, was ik door 't stad geboemeld om de eerste de beste wulpse wespentaille op te vrijen
nu is succes vergaren een weddenschap met een dooie willen winnen, mijn pa die 't niet meer meemaakt er was thuis niemand om mij met een sarcastische grijns te bekijken: 'dat obsessief menneke lapt het nu toch'
dus nu ging ik braaf naar huis na 't foto'ke trekken met de gazet en sleutelde ik niet aan de clitoris-angel van een wulpse wespentaille, maar aan meer verkrijtscenarios.
misschien schreef Cobain daarom succes als suckses
verder gaan we niet te veel zagen, want het betekent allemaal heel weinig
niet omdat ik geen succes wil (ik heb die zieke neiging) maar omdat ik altijd bohémiens punk heb willen zijn en het nooit ben geweest.
Daarom staat 'just kids' van Patti Smith op de leeslijst, tussen de slavische romans en de Amerikaanse zelfhulpboeken. Amerikanen zijn goed in van die bombastische peptalk. Dat werkt bijna zo goed als een snuif natte kut. Luister bij deze zin eventueel naar volgend nummer: Moist Vagina
Maar over verder te gaan over succes. Kurt Cobain deed altijd of hij dat succes niet wou en alles hem per ongeluk, ongevraagd overkwam. Naar buiten toe kon het hem zogezegd allemaal niet schelen en was hij de nochalantie zelf. Intern was dat een control freak die kloeg dat MTV zijn videoclips niet genoeg speelde en Pearl Jam de grond in boorde, omdat die meer verkochten.
Ik zoek vaak naar authenticiteit. Dat is moeilijk, want ik bestudeer succes als een kunde, als iets dat te machineren valt. Als er succes aan komt, dan is het niet per ongeluk, maar door veel getouwtrek, geneuzel, bijna machiavellistische berekeningen, oorlogstactieken, chameleontechnieken, zelfverkrachting desnoods (al levert dat meestal niks op, vandaar de authenticiteit, want die doet beter) en dus is zelfs de zoektocht naar authenticiteit manipulatie en strategie. Luister in dit verband gerust naar Iggy Pop.
Toegeven dat ge succes wilt is in een underdogcultuur als die van Vlaanderen tactisch bijzonder debiel. Maar ontkennen heeft geen zin, ge ruikt het aan mij.
Mijn lieven komen altijd aanzetten met het feit dat ik naar boterkoeken of melk ruik/smaak.
Dat is omdat ik opgegroeid ben onder de dampen van een glucosefabriek. Amylum heeft van mij een zoetzuur koekske gebakken en het wast er niet meer af. Courtney Love zie van Cobain dat hij naar koekjes smaakt. Misschien smaakt artistieke ambitie gewoon naar koekjes. Ik zou een succesvolle Vlaamse schrijfster moeten likken om het zeker te weten. Maar er is geen enkele knappe succesvolle Vlaamse schrijfster.
Vandaag liet een ambitieuze Vlaamse kunstenares/tekenares mij weten dat ze dringend een stripper zocht. Ik heb niet gereageerd. Vijf jaar geleden had k dat wel gedaan. Vijf jaar geleden likte ik de dame in kwestie. Ik kan mij niet herinneren of ze nog naar melk of boterkoekjes smaakte. Ik weet wel dat ze klaagde, omdat ik te altruïstisch was om mij te laten pijpen. De eerste tien keer met iemand nieuw slooft men zich nog uit in altruïsme. En maakt het mij niet meer uit. I'm married, buried, happily married, cosily buried. In the sun, in the sun I feel as one. Als ik 7 jaar nog in een mail aan een goede vriend over mijn toenmalig lief schreef: 'ze is perfect, maar in een liefdevolle relatie zitten remt mijn groei', moet ik nu zeggen dat geen enkele relatie zo slecht was dat ik boven mijn 1m74 uitkwam.
Alleen op een blog kan men ongestraft doelloos meanderen. Mensen die wat berusting zoeken, beluister: all apologies
Of zoals Boon vroeg: 'wat heeft dat alles voor zin?'
Het enige dat ik graag had gehad, alleen maar om het direct weer te verliezen is: kinderlijke onschuld.
De plastic tetten van mijn jongste tante doen mij denken
Ze zijn nieuw. Ze kosten 10 000 euro. Maar de littekens wegwerken is op kosten van de ziekenkas.
Toen ik 15 was en mijn seksleven noodgedwongen in eigen hand moest houden, fantaseerde ik wel eens over haar.
Nu gaat dat niet meer, ze is te oud, mijn hand is mij beu en haar twee plastic cupmaten extra brengen daar al zeker geen verandering in.
Ze doet het voor haar zelfvertrouwen. Zelfvertrouwen aannaaien voor 10 000 euro, het kan.
Ze is er heel blij mee. Nu gaan ze nog vet uit haar billen zuigen om het gebied rond haar borstbeen op te spuiten. Anders valt het te veel op dat haar tetten van plastic zijn.
Vroeger had ze een B-cup. Ik lag nog naast haar op strand, als 12 jarige bom vreed gefrustreerd testosteron. Ze had toen zeer schone tetten. Zeer vrouwelijk. Zeer echt. Nu zijn ze van plastiek. Nu lijkt ze op een vrouw waar ze een stootkar hebben op gemonteerd, een bagagerek voor als we nog eens naar 't strand trekken.
Naturel is toch altijd schoner. Ook A-cups kunnen mij bekoren. Zelfs meer dan ballons. Ik vind fiere A's en B's zeer aantrekkelijk.
Maar goed, ik ben een benenman. Ik word honds als ik lange, ronde, strakke dijen zie. Elk zijn meug.
Dat is naar t schijnt omdat ik geen rokende extraverte macho ben. Rokende extraverte macho's schijnen wel op dikke loezen te vallen.
Blijkbaar toetsen die hun mannelijkheid aan de dikte van de tetten van de vrouwen die zij af en toe als ego-stootkussen vol lozen.
In mijn ervaring zijn vrouwen met A en B cups, zeer sterke vrouwen. Er hoeft geen causaal verband te zijn.
Maar toch, na de vaginavrienden, ook graag de vrienden van A en B cups.
Met een optreden van Bikini Kill in den AB, als kick-off.
A tot E, het maakt mij eigenlijk niet uit, twee cups of laudanum,
er schijnt meer gevogeld te worden door de crisis.
De mensen willen niet uitgeven en kruipen in bed.
't spaart op verwarming en een fitnessabonnement.
En ge vergeet efkes dat ge dood gaat.
Maar mijn tante hoeft niet vrezen, haar extra cupmaat van plastiek, overleeft haar veel eeuwen nadat ze niet meer kan poepen van reumatiek.
Bijna geen kat op politiek debat, waar Voka beet in de arbeider zijn gat
Net terug van een politiek debat. Ik ben één van die weirdo's die zijn kop daar laat zien. VTM faalt om mij binnen te houden. Ik had net een hersencel te veel, eentje maar, om bij den tv te blijven plakken. En net 1 te weinig om een manier te vinden om de avond poepend door te brengen
De sprekers in het debat:
Ne zekere Filip van Unizo, baas van een KMO'ke met acht MEDEWERKERS (en geen werknemers, nee medewerkers klinkt beter, dat is om hen het gevoel te geven dat ze even belangrijk zijn voor het bedrijf als de baas, behalve als het op geld aankomt)
Erwin Callebaut van ABVV (dat is een vakbond)
Jan Van Gyseghem (van VOKA, dat is het clubke van de mensen die ondernemen en die dat graag ongestoord willen doen, zonder gezaag van mensen die de zware arbeid moeten verrichten binnen dat glorieus ondernemen)
Paul Stockman (schepen economie, met de sch van schaapachtig glimlachen)
Romain Dierickx (de reïncarnatie van Marx @ Aalst)
Onderwerp van de avond, eigenlijk: economie.
Om het wredig simpel te stellen:
Flippo en Jan (de lichte, als in lichtgrijs kostuum) waren het er over eens: de motor van de samenleving zijn de werkGEVERS (voor hen synoniem voor barmhartige weldoener) Zij zijn het die werk creëren. Blijkbaar hebben zij daarvoor een knutseldoos op zolder, waar zij jobs boetseren die zij als honingzoete goedzakken dan uitdelen aan al die weinig creatieve, hongerige, makke, afhankelijke arbeidertjes die zonder de rijke, slimme, innovatie werkdonateurs helemaal verloren zouden zijn in deze wereld, de laatste voorraden van de brouwerijen (die zonder werkgevers niet lang meer zouden draaien) zouden opzuipen om dan elkaar het beetje hersenens in te slaan. Ja ja, LEVE DE WERKGEVERS. Die volgens Flippo, als de Goden van de Olympus zo goed willen zijn om af en toe van hun olijfgaarden neder te dalen en jobs onder het volk te strooien.
Voor Erwin draaide het allemaal om werkgelegenheid.
Romain die wilde uitleggen dat die werkgevers nul de botten zijn zonder werknemers. Dat de werknemers de winst maken die de werkgevers dan lekker afromen, omdat ze veel sluwer zijn. 't zijn zotten die werken. Beter van andere te laten werken en het zo te draaien dat hun producitiveit zich vertaalt in geld op uw bankrekening. Dat noemen ze dan denkarbeid. Andere mensen noemen dat pikken.
Flippo die stelde het cru: 'en als de werkgevers nu eens zouden staken?'
Dat is geen origineel idee. Dat wordt al geopperd en uitvoerig uitgewerkt in de roman 'Atlas in staking' waar alle werkgevers daadwerkelijk in staking gaan tot meerdere ramp van de domme werknemers die niks zijn zonder werkgevers. Wat zouden al die makke, talentloze schapen zijn zonder werkgevers met hun clevere ideeën om domme brute kracht om te zetten in winst?
De werkgever, de gladde winstpikker, hij voelde zich een God in 't diepst van zijn gedachten, en Gul met even grote G toen hij jobs kon uitstorten over de hulploze massa die het aan elk druppel zelfredzaamheid ontbreekt.
Kom, eigenlijk hielden de Flippo en de Jan een betoog voor een corporatieve samenleving, waar niemand het in zijn kop haalt om te staken, en waar werknemer en werkgever aan het zelfde zeel trekken en het Führerprincipe terug heilig verklaren en verder alleen nog samenspannen om de glorierijke captains of industry, de gulle werkgever in alle rust zijn winstgevend kopke te laten uitwerken ter meerdere glorie van hemzelf en zijn bankrekening. En de rest mag content zijn dat ze een jobke hebben en geen al te grote armoede lijden.
Flippo van Unizo, die zo naïef is om te geloven dat zijn acht medewerkers durven hun gedacht zeggen tegen hem over wat ze vinden van de staking, wist naar eigen zeggen verdomd goed hoe de werkmens tegenover de nationale staking stond op 30 januari. De werkmensen stonden er tegenover met zeer grote antwoorden en wilden niet mee het land nog verder de grond in boren. (een conclusie op basis van intieme gesprekken met zijn acht medewerkers, voorzeker representatief voor de mening van een heel land)
Nee, zeg, zij moesten bij hem komen vragen waarom er eigenlijk feitelijk gestaakt werd. Ge ziet het, die domme medewerkers kennen hun eigen belangen niet, gelukkig is er de werkgever die ze in hun plaats kent.
Anthony Robbins, mijn goeroe, zeg maar, noemt dat transformationeel taalgebruik. Iets als de mens schept zijn wereld door zijn woordkeuze.
Voor mij is liefde geen uppercut. Voor mij is dat een reis naar mijn completerende bestemming met als indrinkend mooie route mijn vrouw en als eindbestemming een vergroeid wezen, waarvan zij de betere, gezondere helft is. Ik kan niet linken. Ze heeft geen blog, haar blog is haar glimlach, haar daden, de wijsheid in haar ogen. Met zo'n ogen hoef je niet te schrijven om een verhaal te hebben.
Herman Verkrijt is volgens semi-fans niet agressief genoeg. Vannacht nog een agressief scenario gestuurd naar Dieter, de grafische vader van Verkrijt. Geen antwoord gekregen. Dieter houdt niet van agressieve scenario's en dat siert hem.
Tussen het Slowaaks leren door - it's a long way to polyglotism, maar toch korter dan bvb de way naar vonkende rock krijgen uit een gitaar-Boks van Didi gelezen. Zeer sympathiek, zeer sociaal geëngageerd. Tussen de lijnen en in de lijnen zelf ook nogal wat over het krabben van de kunstenaar naar publiek. Logisch, we hebben een overaanbod aan schrijflustigen en een bijzonder kleine vraag naar kunst. Dat valt de mensen niet te verwijten. In deze maatschappij moet ge na uw werkuren als een wolf op wacht liggen op internet om -leve het liberalisme- de beste formule voor elektriciteit, digitale tv, internet, gsm en wat nog al niet van het net te plukken en de nodige paperassen in te vullen. En als ge van die liberale strijd om het bestaan wilt bekomen, lukt dat beter met Thuis of Familie dan met een dichtbundel of een kloeft van een roman. Is er al eens onderzoek gedaan naar de financiële verschillen tussen lezers en niet-lezers? Lezen brengt tenslotte geen patatten op tafel.
Op de trein vergelijk ik de niet-lezers en de minderheid van lezers (ik snap niet hoe de krant Metro altijd volk vindt voor zijn rubriek 'betrapt met een boek', misschien fantaseren ze die of worden die geschreven door dezelfde computer als de astrologierubriek) Ja, de lezers op de trein, het zijn geen aantrekkelijke uithangborden voor de activiteit lezen. Precies of men begint met lezen om een boek te hebben tussen hemzelf en de reflectie in de treinruit. Wat vooral opvalt, is dat de treinlezertjes schuchter, met de verwondering van het kind lijken rond te trippelen, ik haal ze er al uit op het perron, nog voor het in stampen (tis druk in Brussel). Ik herken dat bij mezelf ook. Als ik mezelf door 't station zie lopen, denk ik ook, dat is een opgejaagd konijn dat in het lichaam van een verkoper van de daklozenkrant is gesprongen.
Maar, als de lezers een lees-ontradend effect hebben, dan hebben de niet-lezers een nog veel sterker leesbevorderend effect. Die leegheid in de blik, dat aftellen naar het weekend dat die mensen uitademen. Leven voor twee zevende van de tijd, dat moet triest zijn. Ik heb het ook ooit gedaan, een maand of vier. Ik ben toen meer jaren verjaard dan in de laatste vijf jaren samen. Als ik die uitgedoofdheid zie, dan lees ik liever. En dan hang ik wel vast aan de foute formule voor mijn gsm en enter ik dagelijks het internet van de buren (ik vermoed dat hier ergens in de buurt een oud vrouwtje internet heeft zonder het zelf te beseffen, want wie zet anders in deze tijd geen paswoord op zijn internet) en betaal ik te veel voor elektriciteit. Leve lezen, hoe onnuttig ook, als het alleen maar al de verwondering in stand hield.
ah ja, en Boks van Didi heb ik graag gelezen. Alles wat oproept tot een boycot van fastfoodketens, Israëlische producten en een immigratiestop eist voor Disneyland kan op mijn volle sympathie rekenen. En klein hongerig schrijverke zijnde dat gelijk een klein kruidenierke moet opBOKSen tegen de grote warenhuizen met confectieliteratuur was ik geroerd door de regels:
"Boksen is gezonder dan schrijven, elke mep een uitlaatklep, stukken minder
kans op letsel en meer aanhang"
Tags:masturberen, didi de paris, slowaaks, lezen, boeken, dichtbundel
27-03-2012
Gij moet mijn beste vriend zijn, want ik kan u wel wurgen
Wat steekt een jonge journalist met kreunende schrijfambities (er is geen pilleke tegen die ziekte) zo al uit op een dag? Volgens James Altucher, een veel betere blogger dan ik, moet een goede blog met authenticiteit leuren. We doen dan maar een poging om authenticiteit te serveren.
Zijn gedachtegoed is donkerblauw liberaal, maar hij heeft inspirerende ideeën en hij heeft zeer aanlokkelijke titels voor zijn blogstukken.
Zsjesus, een communist die reclame maakt voor een neo-liberaal.
Ik lees Boon dan wel niet, daarvoor ben ik te veel anarchist en viezen tist (zijn pornoliteratuur slaagt er niet in om mijn zaad te doen stuwen, dus ook dat lees ik niet van hem)
Wat ik wel lees van hem zijn citaten en daar zitten kopstoten tussen.
"Als ge van 100 mensen 99 mensen een geweten schopt, dan wordt die ene die overblijft president en als ge daar nog tegen schopt, vliegt ge in de gevangenis."
Om een beetje aan te sluiten bij de titel:
Mijn beste vriend is ook mijn grootste nachtmerrie: een mens die beter presteert dan ikke. Dat is erg he, en dat is dan uw beste vriend. Eigenlijk is het niet schoon tegenover mijn andere vrienden, om mijn vriendschappen in een hiërarchie te gieten, en aan de top een beste vriend te zetten. Mijn andere vrienden kunnen echter gerust zijn: het is geen benijdenswaardige positie. Mijn beste vriend kan zich verwachten aan aanvallen van nijd, van jaloers gif, op alle momenten dat hij het beter doet op momenten dat ik hem niet kan bijbenen. Omgekeerd is dat ook zo, maar ik ben van Aalst, ik ben opgegroeid in de dampen van fabriek amylum, en in alle bescheidenheid, als het op giftigheid aankomt, ben ik een natuurtalent. Die beste vriend van mij is een clevere, die heeft mij wel door. Hij noemde mij eens een klootzak met een gouden randje, en dat was dan zeer vriendelijk en zeer gematigd van zijn kant. Mijn beste vriend heeft een zeer gematigd, stabiel karakter. Daar benijd ik hem om. De dynamiek is ingewikkelder dan dat. Als de ene te veel op kop ligt, draait hij zich om de achterblijver mee te trekken. De concurrentiestrijd tussen ons steekt pas op als we een nek-aan-nek-race hebben. Hoe nijdig ik soms ook op hem ben, moest hij zichtbaar achterblijven, zou ik de eerste zijn om hem bij te trekken. Maar dan moet ik daarna wel een tandje bij steken, want ik wil wel voor blijven. Een beetje maar. Een neuslengte.
Goed, ik heb besloten van hem voortaan niet meer te benijden en geen gifgasaanvallen in te zetten, telkens hij meer verdient dan ik, een taal beter spreekt dan ik of vlotter in de omgang is dan ik. Dat is misschien als een hyena die beslist van vegetariër te worden, maar een mens moet dromen of hij verliest alles. Dus bij deze beste vriend, ge moogt meer succes hebben dan ik en ik zal niet meer groen uitslaan en geringschattend doen over uw successen. Dat geringschattend doen over successen is trouwens niet puur nijd, ik bejubel gewoon niet rap succes, ik had als kind te veel idolen die ik nooit kon evenaren, dan werd alle succes plots heel klein in vergelijking.
"Mijn moeder stond in brand", zo kopt de blog die ik vanmorgen opstartte met Jonathan. Ook daar authenticiteit als basisingrediënt. Als Staaf Witloof, ook zo'n anarchistische Aalstenaar, het goed vindt, moet het toch wel goed zijn. Dus voor die blog met als filosofie alweder een citaat van Boon (wanneer bundelen ze die zijn citaten eens in een boek van hem, dan kan ik eindelijk zeggen dat ik er 1 uitgelezen heb):
"Zij die niet veel te vertellen hebben, schrijven. De mensen die veel te vertellen hebben, die kunnen niet schrijven".
Om het interview met Kamiel Sergeant te lezen, die op een zaterdag maar liefst 400 mensen eten geeft, klik hier.
Mensen die zoals ik rap nijdig zijn, hoeven niet te vrezen: Jon en ik verdienen niks aan uw klik.
Verder zat vandaag ook nog Boks, van Didi De Paris in mijn brievenbus. Een recensie-exemplaar van uitgeverij P. Als ik niet aan t kokerellen was met authenticiteit, zou ik koketteren met dat woord: recensie-exemplaar. Moet goed klinken op receptie: "O ja, ik herinner mij dat boek, men heeft mij nog een recensie-exemplaar gestuurd." Een narcistisch woordenboek, zou dat al bestaan?
In elk vrij moment Slowaaks geleerd. Talen leren is zo wat mijn veiligste manier om wat intellectueel prestige te vergaren.
Hoog tijd voor een gesprek met mijn vrouw. De mentaal gezonde helft in onze relatie, zonder rare verwachtingen van het leven, zonder nijd, zonder toegevoegde waarde aan woorden als 'recensie-exemplaar'. Medicijn op catwalkbenen. In haar zee van puurheid, is mijn egomanisch gif een drupke dat rap geneutraliseerd is.
Lekker ranzig over mezelf lullen in deze ego-cultuur.
Vanmorgen 8 km gelopen. Buikvet weglopen van jaren vreten in depressieve toestand. Het is vervelend zitten als hangbuikzwijn, die rollen hangen daar maar te hangen. Voor de helft van de kama sutra is het ook al niet handig. Melk en andere zuivel uit mijn dieet gesmeten. Ook al twee maand geen alcohol aangeraakt. Voorwaar geen kleine prestatie in een dorp dat de collectieve zelfmoordgolf nog even uitstelt, zo lang het bier en de wijn nog vloeien. Nee, dat is geen overdrijving. Men zuipt hier. Men is er niet eens trots op. Het is zelfs geen statement meer. Men zuipt zich hier dagelijks lam, net zoals andere mensen dagelijks ademen.
Na die acht km narcistische wellness therapie langs de Dender (alwaar ik meermaals werd uitgescholden door wielertoeristen, omdat ik in de weg liep) trok ik naar de fenomenale feminatheek van collega viezen tist Boon (die mens waar ik veel sympathie voor heb, maar nooit meer dan twee pagina's kan van lezen, zonder die geschriften op kant te gooien, sorry Louis).
Ik zag daar poezen met veel haar op en niet-gefotoshopte tetten. Dat beviel mij wel, want ik hou van naturel. Ik hoef geen geschoren kutten in mijn bed. Ik heb er liever wat haar op. Maar soit, ik had mij verwacht aan 22 000 prentjes. De hele collectie. Maar nee, het waren er hooguit 200. Dat zijn er minder dan de oude, Hollandse pornoboekjes die ik vroeger stiekem vanonder de matras van mijn ouders trok, toen ik een jaar of tien was.
Verder op een terras gezeten op de grote markt van Aalst, vlak naast de Zwarte Man (één van de eerste drukkers van Europa en dat in een stad die niet leest, jawadde, die man verdient inderdaad een standbeeld) Dit in Oekraïens gezelschap. Toch een derde van de tijd in het Russisch gesproken. Zij zuiver Russisch, ik Russisch met haar op, net als op die kutten.
Gisteren heb ik de hele dag Slowaaks gelezen (ik las voor de vijfde of de zesde keer Predcitac- Der Vorleser van Bernard Schlink, ook verfilmd als The Reader) en Peter et Luce van Romain Rolland in Slowaakse vertaling.
Daarna kreeg ik nog bezoek van mijn eigenste Romain. Voorzitter van PVDA Aalst. Die zeer terecht suggereerde dat ik een aandachtszieke vergiftigde kunstenaar ben, product van een geïndividualiseerde maatschappij, waarbij iedereen zoveel mogelijk aandacht voor zichzelf wil en zijn eigen persoonlijkheid wil profileren. Allemaal eilandjes zijn we, waarop we staan te schreeuwen om een beetje aandacht van de andere eilandjes.
Romain is altijd zeer scherp in zijn analyses en ik kan hem dan ook zeer makkelijk gelijk geven. Ik ben een aandachtszieke, over-geïndividualiseerde kunstenaar. Die onder andere actief is op: www.verkrijt.net
en liever harige kutten likt dan er foto's van ziet.
Tags:Louis Paul Boon, Feminatheek, Aalst, kutten, seks, beffen
11-03-2012
The female alphabet: Pia
You look like the Hawaïan beauty in some commercial for shampoo, who
jumps under a waterfall like a tanned nimble dolphin with her black
hair full of soap. Well, at least during a shower. You shower a lot.
You use up the daily ration of warm water all by yourself. Some
people seek the limit by going on a survival tour through the
Australian desert. You get your adrenaline kicks in more mundane
ways. You like ordering the most expensive dish on the menu, you like
booking rooms in boat hotels only three streets from our block. The
only thing you don't spend huge amounts on are clothes. You always
wear the same outfit. I never met a woman with such a minimalistic
wardrobe. When we travel your suitcase is smaller than mine. Why
are you hogging all those books?, you ask me. Leave some to the
other library geeks. They don't do you any good. They don't make you
any smarter. Smarter in your world means: making more money. And
no, you're right, if there was a link between reading books and
making money I'd be a millionaire by now.
Stop
reading books. You need to merge more. With life people, not dead
authors. Those books are only written to make the publishers rich and
to make the writers look smart. Don't think you're smart because you
read, because you're not.
It's
my curse that I fall for opinionated women, I say.
Oh,
don't do that, please don't do that. Your self-pity makes me gag.
I'm not sure why I'm with you. It can't be just your beauty. On the
train to work I see women at least as beautiful as you are.
Objectively speaking.
Some of my friends wonder why I get to have pretty girls like you.
But it's a fairly easy trick. It's easier to get you, than it would
be to get a less physically attractive girl. I recognize the type.
The woman alone on her throne. The nice guys don't impress you, and
the bad guys are too threathening. Which leaves a loop-hole for me.
The erractic mix. The passive-agressive kind. Your outward dominance
and your inward insecurity, my outward insecurity and meekish ways
and inward smugness and cruel lust. On the one hand I reassure you
and the other hand I scare you just enough to excite you. There's
attraction, sure, but there's no real connection, no harmony.
It ends when I get too arrogant outwardly and too insecure inwardly.
A law of communicating vessels, of course.
Or it ends, when I stop returning your calls, submerge and dissapear.
All in keeping with my passive-agressive nature.
What
happened to this latest one? Nina was it?
No,
Pia.
Well,
I knew she was named after one of Colombus' ships.
That
was the Pinta.
When
did you date a girl named Pinta?
I
didn't.
So,
anyway, what happened to this Pia?
She
was a tiny bit too generous with her harsh comments.
Why
do you always pick these cold-blooded chicks?
They're
not cold-blooded in bed.
Still,
you know what I mean.
I
don't know. Secretly I hope some of their firmness and emotional
stability rubs off on me.
Then
pick a nice, solid one, someone you can lean on.
A:
they're never hot. B: I'm not their type.
I like the storm too much. And the restlessness in between the
storms. And being out there, like a tree, naked in the field, and
feel the storm gathering around me, how it slowly intensifies, until
it's all upon me, and I'm there, flirting with disaster. It's hard to
fuck the demons out of a woman when she has none to begin with.
Russian girls come with a couple of
certainties. They will treat your money like they treat your sperm,
they drain it all, daily, with a smile. The only area they economize
in, is textile surface.
It's harder to keep a Russian girl away
from her two-weekly manicure and pedicure and near daily shopping
spree than it is to keep a rooster from cackling.
Oljga has green Scorpio eyes. When she
looks you in the eye you never know whether she wants to slit your
throat or hump you. When she drives her fluorescent pink nails in my
back, I never know if she didn't dip them in some poison that's gonna
make me vomit blood. Strange thought anyway, my she looks like this
giggly radiant angel. Still, I don't trust angels. And I don't trust
giggles.
Four days into this escalated flirt/
hormonal rollercoaster/ budding relationship (??) my hands smell like
this salty-fishy blend of semen and pussy juice. It's in the air, it
dips the bedroom, the hall and the bathroom in some ubiquitous
lecherous haze. It puts us in a state of constant arousal.
We never talk. We joke and we fuck, but
we never talk. She's either laughing or moaning. Or humming. She
likes to hum. Very zen, very hot, very zen. I don't know why we are
always laughing so hysterically. I can't recall a single joke. It
must be the exhiliration of an absurd situation. We met on a plane. I
don't know what started us talking. I think you wanted to trade your
chicken for my salad. I don't usually trade food, but it's hard to
refuse a girl in a tennis short with thies that meet olympic
standards.
We went straight to this house. It's
neither mine nor yours. It's the house of a friend of yours. A phd
student in engineering. Sasja. A guy with the biggest pair of glasses
I ever saw, judging from his pictures. There's no vodka in the fridge
and I say: 'He is not a real Russian.'
'He is', you say, 'a true Russian
doesn't store vodka, he drinks it. Besides, a real Russian drinks
cognac, especially in his class.'
There are two bottles of expenisve
looking cognac on the book shelf of his study. The taste of cognac
blends with the aroma on my and her hands, her belly and the inside
of her wet thies.
'Where is this going?', I ask on the
fourth day.
'With that question you piss in our
soup', Olga with a mjagkij znak says.
Olga with a soft sign: Ольга
as opposed to Олга
without a mjagki znak.
'If
you manage to pronounce my name correctly for this one time, I will
tell you where it's going'
This
mjagki znak makes the L sound like a French L, she tells me.
'You
know French?', I ask.
'Russian
aristocracy is traditionally well-versed in the French tongue', she
says sitting wide-legged on my chest.
'You're
an aristocrat?'
She
rubs herself off on my chest and says:
'With
a jewel like this, how can I be anything but royalty?'
This
isn't going to last. I feel it. Girls like these, they don't stick
around with guys like me.
On
the fifth day we have to leave. Big Glasses Sasja is about to return
from his engineering conference in Dublin.
We
promise to stay in touch. She kisses me on the cheek, not the mouth,
when we part. A doernij znak. A bad sign, as they in Russian. A
doernij znak from the girl with the mjagkij znak.
I
send her a friend request on Facebook. She doesn't respond. Russians
use a Russian variant of Facebook, an actual friend tells me. But I
don't find her there.
Two
weeks later I see her in the main shopping street of Gent. There this
small, fat, round, bald, pink worm-like entity glued to her arm. I
hear her giggles, before I see her. We pass. She looks me in the
eyes, but says nothing. Two guys in black suits follow them. Holding
5 or 6 shopping bags in each hand. They dive into yet an other
clothes-shop.
Gas
and oil money, I take it.
My
friend sees my face drop and says: 'Cheer up, dude, you had four days
with her. And it didn't cost you anything.'
'I
don't know if it's such a good thing', I say. 'I feel like a man who
was born blind, got his eye-sight for four days,only to have it taken
away again. Those four days were so short, it's like they never
happened.'
My
friend shoves me against a tree and walks on, saying: 'You know what
I can't stand about you? No matter what kind of delicious soup life
serves you, you always have to piss in it.'
I
protest. The soup was great, I just want more of it. A little bit too
much, is just enough for me. And 4 days is far, far too little.
My
friend is adamant: 'Cherish the memory. Quit yanking. Move on. What
else are you gonna do? Stalk her? Become a billionaire?'
I
read somewhere that lavender suppresses sexual desire. For weeks I
wash my hands in seas of lavender. I put lavender on my night-stand.
I hang lavender on my neck. Lavender like garlic to fight off the
lethal attraction to a modern day vampire, a giggling angel. Olga
with the mjagkij znak.
My
friend frowns: 'You're excessive about everything you do.'
I
don't answer. The lavender works. It's better to be always blind,
than to be always blind minus four days.
My friend disagrees: 'Four days, even four hours, of heaven, is enough to fill a life-time and it's more than most of us are allowed, you unappreciative drone. And get rid of this lavender, before I make you eat. You smell like my grandma's linnen closet.'
It
was once given to me by the aunt of a French speaking girlfriend.
I
picked it, thinking, which 'classic' can I finish in under two hours?
I
didn't keep track of time, so can't say if I managed to do exactly
that.
I
read it in French to rub off some of the guilt I feel for indulging
in such an unproductive act as reading. If it were legal my family
would have burned me at the stake on charges of heresy by now. Or
stoned me to death. One rock for every book I ever read. I think that
would do it.
As
you can see, I'm not really saying anything about the book itself.
That is because there is very little to be said about it.
It's
about silk. But not really. It's about eggs. But not really. It's
about getting the eggs. In Japan. And bringing them back to France.
But
it's also not quite about that.
Do
I even know what it is about?
Maybe,
just maybe, it's about the power of our imagination in constructing
experiences that never happen, but that are so enticting, they
bewitch us and even make us travel for three months, just to catch a
glimpse of the thing or person that could make the product of our
imagination real.
The
end made me slightly melancholic (even more than I normally am) and
made me feel extra guilty (could it be I have enough guilt to start my own religion?- a quote borrowed from Toris Amos) about every time I took being loved for
granted. The book isn't about that, it just made me feel that way.
Maybe most of all because I didn't get any sun today and was alone
most of the day.
It's
a nice story. That could have done without the first half and would
have made a nicer short story than a slender novel.
There's
a letter at the end that probably was the main reason for bombarding
this into such lists as '1001 books you should read before you die'
I
have the list that was custom-made for the environment of Aalst, town
marinated in alchohol and the historic haze of a textile industry,
long since moved to Asia.
So
being such a slender book, it had a much bigger chance to get on this
Aalst edition of '1001 books you should read before you die'. The
length of the selected volumes being stricly in keeping with the
local life expectancy.
I'm
not sure who gave whom the -lazy- idea, but this book smells like
Murakami's 'What I think about when I think about running' (see somewhere else on this blog)
Both
books are written by famous writers. And both rave about their
preferred sport and make some comparisons between that and their
writing. In Irving's case it's wrestling, in Murakami's case it's
long-distance running.
First of all, one of the more obvious remarks to make here:
If
either one had sent this in as his debut novel, both would have been
instantly rejected, without a thought.
I
don't recommend reading this. I only finished it, because it's
mercifully short, and well, most any autobiographic appeals to a
certain degree.
So
what do we learn? The same thing as in Murakami's book:
writing
isn't so much about talent, it's about self-discipline.
A
friend of mine happened to quote Murakami in a late night email
yesterday:
I
think certain types of processes dont allow for any variation. If
you have to be part of that process, all you can do is transform
or perhaps distortyourself through that persistent repetition, and
make that process a part of your own personality.
To keep on going, you have to
keep up the rhythm. This is the important thing for long-term
projects. Once you set the pace, the rest will follow. The problem is
getting the flywheel to spin at a set speedand to get to that
point takes as much concentration and effort as you can manage.
The friend adds: To sum
up: Motivation is what gets you
started, habit is what keeps you going
Or as Kerouac used to put it: 'If you want to
write, write and keep it up like a guy hooked on benny' (benny not
being a person, but the era's drug of choice)
Irving states: my life as a writer
consists of 1/8 talent and 7/8 discipline
The same was true about his wrestling career,
he says.
My life as a writer consists of ¾ talent and
¼ desperate fear of death caused by my genes vomitting up a dark
hole which suddenly inhales me (I'm not kidding)
How this could help anyone's writing? It
can't. The only interesting thing Irving says about writing througout
this book, is that writing can't be taught, and that you can only
point out his or her weaknesses and strenghts to a budding writer.
Which the budding writer would discover on his/her own, but then at
least you save him/her some time.
Any reason why anyone should read this? It's
more interesting to a wrestler, than to a writer. The genuine love of
wrestling the book comes with and Irving's apparent joie de vivre can
cheer you up. 1/8 of a Prozac pill pulverized into 148 pages.
I like the tone of Irving a lot better than
Murakami's. If I had to choose between having dinner with one of
them, I would most definitely go for Irving. He seems a lot more fun
to hang around with.
If you want to read a famous author's book
about writing, go for Stephen King's 'On writing', it's also
autobiographic, it doesn't come with a sport and it does help budding
writers save some time in developing their craft.
I liked this kloon of Bright Lights,
Big City, by the same author.
These two quotes were worth the read:
Beware the woman who doesn't
like other women; she's probably generalizing from her own
character.
So true.
If the concept of romantic love
has any use, it is to denote that vast residue of inexplicable
attraction which is not covered under the categories of blind lust
and well-informed self-interest.
Hit me like a glass hammer soaked in
truth. Though this could also be the feeling I get from drinking
three (??) liters of coffee a day. Which probably also explains my
current reading speed.
What's the book about? If you read
Bright Ligt, Big City, (I
strongly recommend it) you know what it's about.
Setting:
New York.
Guy
works for a magazine. Doesn't like the work. Lots of self-loathing.
Is in a relationship with a hot model. The hot model has more
ambition than love. She goes on a business (no, career) trip. Doesn't
come back. Is very stingy about shedding any light on her not coming
back. Guy loses it. Goes on a half-year (?) drinking binge.
There's
more cocaine in Bright Bright; Lights big city, which was more to my
taste. Alchohol doesn't quite do it for me. In Bright Lights, Big
City the main character wants to be a writer, and works as an editor.
Here the main character is a fashion journalist, who wants to do, I
don't know what exactly, something useful anyway, either that or be
screenwriter. In the end he's a screen writer. He also has a best
friend who IS a writer. The kind of writer that thinks he is the real
thing. And maybe he is, because he writes short stories. I am a fan
of brevity outside of the bedsheets and Nirvana songs not included.
I'm
drifting. What is the book REALLY about?
About
not cherishing what you have. About getting something just to make
other people envious. About only wanting a toy because someone else
shows interest in it. Other splashes on this literary canvas:
-how
to behave when you want to be taken serious as a writer. The correct
answer is: not to give a shit about how to behave to be taken
seriously. The writer in the book does care. He tries to avoid the
parties of the jetsetters and is afraid he will lose all credit with
the credits when he's photographed with a famous model.
-when
we lose something the value of the thing or person (in this book
mainly symbolized by a dog and top model-turned-actress) suddenly
rises sharply and then we sulk and get a little bit crazy in trying
to get it back
-'casualties
of privilege', most of the characters in the book underachieve
because the necessities of life came far too easy to them and they
got lazy. The one that lost pretty much everything as a child is the
only one who kicks ass in the real world.
-the
very fickle opinion of mainstream media towards famous people. They
get their ego pumped up to the stretch limit, just to get ripped, and
torn down, all for the bloodlusting crowd. Modern day gladiators.
With the blood mainly spent in warm bath ubs gushing out of opened
wrists. (no, no, I get carried away here: there are no suicides in
this book, thank you for that Jay, the last thing we need is an other
novel with a suicide in it)
Bright
Lights, Big City and Model Behaviour both give hope. If you just got
dumped read either one and skip your personal half-year drinking
binge.
If you
try to avoid angel dust, don't read Bright Lights, Big City, there's
something about that book that makes you want to rush into the
nearest toilet and do a line off the toilet seat.
If
you're thinking about studying literature, read Model Behaviour, and
opt for law school.
Tags:Jay McInernery, Bright Lights, Big City, suicide
05-01-2012
On Chesil Beach, Ian McEwan
I like writing about books, not the
minute I put them down, but months after I read them. Just to see if
there's any, ANY bloody use to reading AT ALL.
I remember enjoying this book. Which
doesn't happen very often. I read, mostly because I'm a masochist.
It's about a couple.
A young couple.
In the fifties.
The guy wants to have sex with her.
She wants to postpone this devilish
act for as long as possible.
He thinks the only way to get to the
carnal delights is to marry her.
They get married.
They don't fuck. (This is called a
spoiler)
She says he can fuck anything in a
skirt, and she won't say anything. They can live happily ever after,
together, all the marital bliss, but without sexually consuming the
marriage, which needn't be a problem to the woman, she tells the guy
he can go and get it anywhere.
The guy for whatever destructive
residue of too many bed-time fairy tales and culturally dictacted
decorum, doesn't think twice about it and rejects the offer.
She runs off. They get a divorce.
They don't fuck.
The guy comes to the understanding
later on, that it was an offer ahead of its time. A sixties offer of
free love, handed out in the fifties. He comes to see she really must
have loved him and never stops wondering about the
might have beens.
All in all, the book struck me as an
advocate for patience and tender care.
It's the quick decisions we make to
get instant gratification or because we fret because we didn't get
instant gratification.
It's short, the prose is fast-paced,
the mood has everything of the oppressive fifties and makes you
scream for air on every page, which makes you appreciate the agonies
of free choice open to us all today, so much more.
Oh, they DO NOT GET TO FUCK.
Which believe it or not, makes it a
damn good read.
Best read in the nearhood of a
loving spouse. There might be a sharp rise in the want of instant
gratification after turning the last page.
Do IT at least once, just to take
revenge on an oppressive decade.
Then opt for the blissful choice of
ignoring instant gratification, most of the time.
Because it's only any fun to do that,
when instant gratification is in such luxurious abundance, and the choice is yours, and dictated by oppressive morals.
What do they think, what do they want,
what are they capable of? Written by Greet De Keyser and Miel
Dekeyser
First of all, I'd like to say that- whatever the title implies- it must be higly unlikely that all US citizens think alike.
I picked this book mainly because Greet
De Keyser was the Belgian on-the-spot-correspondent in the US for
many years. She always came across as being passionate about her job.
Everything you always feared to be true
about America, is in fact:
disturbingly true (at least according to this book)
So, to make this summary very terse:
what do Americans want, according to this book:
*they want to drive their SUV's
everywhere (though mostly within the US) without paying attention to
how much gasoline their tanks-without-cannon soak up, no they don't care about the environment
*they seem to evaluate everything on its size. The bigger the better. A large farm is necessarily better than a small farm, in there eyes. They decide this without even considering that the small farm might actually be producing a bigger crop than the larger one.
*they want to pay the lowest possible
price for their gasoline, sending off boys and girls to get blown up
by an IED somewhere in the sand, is not concern to them in this respect
*they actually believe in the American
dream, they are blind to the American nightmare, being poor in
America is your own damn fault
*the state doesn't regulate social
security, so most Americans are very much into charity and will try
to contribute something to orphanages, shelters for the homeless,
soup kitchens and so on. This has to compensate for the lack of a well-functioning social security system
*it's really hard to be well-informed
in America. Much harder than in Europe, because American news
focusses on American events and devotes very little attention to
foreign news. Most Americans are really not aware about what's going
on in the world.
*a lot of volunteers for the US Army,
only volunteer because the army pays for their education. For many
it's their only chance to get a decent education. They don't know the
real risks involved.
*the military academy at West Points
doesn't necessarily put out great officers, it mainly makes
highly effective business executives, graduates are sought out by
private companies as these men and women have an unwavering
discipline and are very loyal, they value their subordinates more
than they do themselves. West Points teaches them to lead by example.The book's message is, among other things, the US is a higly militarized society. But apart from their officer corps, quality of the troops is low, due to low motivation and not being trained for the tasks they are burdened with
(e.g. policing the strees of Bagdad)
*it appears on the outside that the US
is a very free nation. But in fact, especially the middle classes,
are very unfree, shackled to a rigid social convention. They HAVE to
attend church, they have to get their children to softball, they have
to be involved in charity work, they have to work all they can, they
have to get ahead in life or suffer social penalties.
*they've kept the pioneer spirit alive
and want to have a gun near at hand
*they are very patriotic, are not prone
to criticize their government, not even when they are willing to
admit they have a weak president (something good might still come
out of it)
*they look down and look up to Europe
at the same time. Europe is a medieval backwoods in their minds,
whereas at the same time it's also the place of art, fashion and
'grand' style
*when they say they don't invade
countries to steal their oil and overflow them with American
products, but say they do it with the best intentions and to spread
democracy and higher values, they actually believe it (scariest part
in the book)
*they are very prude when it comes to
sex, lots of 'forbiddenness' which ironically leads to a sex-crazed
youth. Nipplegate is an emblematic affair of the American attitude
towards sex. Highly hypocritical.
*America does not have the ambition,
nor the willpower, nor even the capability of actually conquering the
world, their strategy when it comes to messing with countries is:
engagement
exhaustion
exit
*president Bush knew something like
9/11 was coming or at the very least CHOSE not to know
In short, interesing piece of journalism,
more nuanced than this brief summary, but still clear that America
might be the most powerful country in the world right now, but
certainly not the smartest.
The author did confuse the American revolution with the American civil war, in such an unforgiveable manner as to give rise to the fear they got other historic facts horriblly wrong.
Not a bad book, on the whole, but not a good one either. And as will always be the case with literature on a fast developping nation: 7 years after publication it's no longer up to date, so it's certainly not the best book to get some useful insight in the spirit of the US.
this one had been on my reading list for quite a while, but when my literary compadre and dedicated road runner, Dominique Biebau told me to read it, I finally did.
I wouldn't recommend this book to people who don't combine running and writing and are fairly obstinate in both undertakings, but, the book holds some interesting ideas, for instance:
-as a writer you don't only need talent, you also need focus and endurance, running long distances regularly sharpens both
-running has a very positive effect on Murakami (and more importantly, especially with the future of Dutch Literature in mind) on Dominique Biebau. Running prevents mood swings (my friend Pieter-Jan Honoré reminded me about this one yesterday), it helps of course to keep a lean, trim figure and it helps to get disciplined in other areas of life.
This doesn't mean however that running is the solution for every one and that every one should lace up their running shoes right now. Murakami runs because 'it suits' him. Especially long distance running. So find something that suits you. Which brings us to the following:
-the book is not so much about running, as it is about listening to who you are and doing exactly what it is you want to do with your life.
To sum up:
*only compete with yourself, get to your next personal level, don't care about what the others say or do
*there are infinitely more reasons to quit a healthy habit than there are reasons to keep it up. Hang on to those few good reasons, ignore the excuses. Excuses will always pop up, so do it anyway.
*prior to starting in a swimming race: don't wipe your swimming goggles with your hands dripping in vaseline and do check if your shoes are laced up tightly before running
*Murakami is not a fun person to hang out with (he goes to bed way too early)
*Murakami mops the myth that says 'the only good artist is an artist torn apart by his inner demons, hard-drinking, hard-whoring, unkempt and unhealthy' under the carpet. He claims that the best literature comes when the artist learns to control his demons. (and Murakami does it by running)
So, go out and read this book?
Nèh, go out and run and chastice the 21st century 'evil' voices in your head.
The only way to remember the name of a
physcially unattractive woman is to sleep with her.
It's not a waterproof approach, but the
prospects of remembering the woman's name are much brighter once
you've been inside her.
And Margot is a beautiful name to
remember.
The things you said about yourself were
painful to hear.
You would sigh and say: 'Life is fair
for no one, but it's the least fair for ugly women'
I hate the word 'ugly' and never use
it, never even think it.
It's my feeble attempt at not being
superficial.
Margot, you had an obession about your
abs. 'It's the one thing I have going for me', you said.
I couldn't agree. I don't care about
abs. Abs don't do 'it' for me.
I care about long hair, big eyes and
thies.
And, not as much as I should, but
still, I care a great deal about personality.
You had a lot of that going for you, if
you hadn't cut yourself down with every other sentence that sprang
from your pitifully pale and thin lips.
But you were fun. You were such fun to
hang out with. And you were a babe magnet. A real babe magnet.
We'd go places and you'd be chatting
with a ton of good-looking girls in an instant. Maybe you didn't pose
a threat to them, but no, that can't be it, you were simply that much
fun, let's leave at that.
And ok, at first I went out with you,
primarily for that magnet quality, but seriously, there were soon so
many times the best part out of a night out was when we were slumped
back in sacks used as chairs and talking about anything. You had a
sharp, quick-witted mind and you were amazingly well-read.
'Girls like me don't get asked out
between the age of 14 and 20. So I had plenty of time to do a hell of
a lot of reading.'
'What happened after 20?'
'I realized the stunning imbecility of
waiting around for guys to ask you out to start a social life. I only
had two dates in high school. One was with a guy who wanted to figure
out if he was gay. He thought he was after our date, but no. He
hooked up with the girl next door a week later.'
'And the second?'
'The second really was gay.'
I don't really know why I waited till
then, but I kissed you. Right smack on those near invisible lips,
which seemed to have developed attractiveness out of, well, thin air.
'Is this going to be a pity fuck?', you
asked.
Talk of kill the mood...
'No,' I said, 'I really think you're
hot.'
And you really were hot. Not in a
beauty magazine kind of way. But who in a right mind cares about
those?
I saw it. Right that instant I took in
your beauty. And the old rock and roll of attraction found its
devious rhythm.
And we could have been great together.
We really couldn't have been something.
If it hadn't been for streets.
There are a lot of streets in this
world.
And couples walk those streets and get
stared at.
And I saw your beauty. But the others
wouldn't.
Evil others.
Evil me.
I never deserved a slap more than the
one you gave me when you walked out on me.
And the truth is that I miss your
unique look. It's not that you were unattractive, it's just that you
were totally different.
A bit like a sinewy Viking woman with
droopy eyes and an albino complexion.
I think it's good a writer knows the official rules of writing, so he/she can totally ignore them. So every now and then I read one of those 'learn how to write guides' which people buy as the first and often only step to writing their bestseller.
Though I liked Storm's blunt style -hard not to be blunt with such a last name- I got very bored halfway through the book.
Only useful info I gleaned from it:
Storm suggests a writer should ask him/herself 4 questions after writing a story:
1) Is what you're trying to write not too direct and too purely personal? In short: make sure it doesn't escalate into a therapeutic treatment. (after years of making this stupid mistake I most certainly agree) 2) Is what you want to write your kind of story? Does it fascinate YOU? 3) Is your story going somewhere, is there an evolution in it or something intriguing that makes the reader turn the page? 4) Is there something at stake for your characters?
Still not convinced I should be reading a lot in order to write better. This one was a waste of time.
Storm isn't positive about 'the secret of the writer', an other such guide by the hand of Renate Dorrestein, I happen to have lying around.
This not bode well for Dorrestein, I am willing to give her a 5 page chance and if she bores me, back to the library with these superfluous guides to the back benches of literature.
The best writing rules still come from Kurt Vonnegut (see elsewhere on this blog)