De ups en downs van een schrijver, tolk, therapeut, echtgenoot What we think we become
12-11-2012
'jullie zijn allemaal de slachtoffers van een marketing holocaust'
Detachment
Ik heb altijd al een zwak gehad voor
onderwijsfilms. Dead Poets Society op kop, met nog een guilty
pleasure in de vorm van een resem B-films.
Als voorbereiding bij het schrijven
van een lang scenario voor www.verkrijt.net,
de film Detachment bekeken en Entre les murs.
Detachment (iets als apathie,
verwijdering, afstandelijkheid, scheiding, onthechting) is bruut.
Bruut, want realistisch.
De leegheid van de leerlingen, de
opgekropte agressie, de onwil, de demotivatie, de trotse wanhoop, het
geloof in de belofte van celebrity nieuws als een voorafspiegeling van wat toch zo mogelijk is in de wereld, het overemotionele zoeken
naar aanknoping. En daar tegenover: de leerkracht die zichzelf heeft
afgesneden van elk voelen, die uiteindelijk, slaaf van zijn sensitieve
natuur, waar nog een klein genstertje van over is, een geknakte
straatmadelief in huis neemt. De achterdocht onder collega's, de
mistroostigheid in de lerarenkamer. De autoriteiten die enkel het gegoochel met de cijfertjes kan schelen.
Entre les murs is net zo, maar
Detachment is nog zoveel bruter.
Het gaat niet eens om dweilen met de
kraan open. De waterleidingen zijn gesprongen, de leerlingen willen
je verzuipen en de roestige waterbuizen in je reet rammen.
'you are all the victims of a
marketing holocaust', schreeuwt de leraar in de hoofdrol.
Ik had het op elk van mijn
leerlingen in die ene concentratieschool willen zetten met een brandmerk, 'slachtoffer van een
marketing holocaust'. 'Als het Edgar Allen Poe is en niet Edgar Apple
Poe interesseert hij mijn geen bal'. 'Kom tegemoet aan hun
leefwereld'. Mooi ogend schip met patrijspoorten die niet dicht
kunnen. 'Kom tegemoet aan hun leefwereld'. En dan haal je die
aflevering van The Simpons boven. Die Halloween special gebaseerd op
Poe. En dan hoop je dat ze 't origineel van Poe ook willen verteren.
Maar natuurlijk niet, ze willen gewoon nog een andere aflevering van
The Simpons zien. En dan slaat de twijfel nog toe ook. Misschien
hebben ze gelijk en is Poe, in 't origineel, dood. En is de Poe van
The Simpons de enige die er nog toe doet.
Detachment: de zelftwijfel van de
leerkracht, gevangen tussen meer dan 1 schuldgevoel, met een
20-koppige muur van leerresistente leerlingen voor je neus.
O, ik ben duizend keer liever journalist.
Het is een beetje als les geven, maar de modder gooien de leerlingen
enkel over internet. En je kan weg klikken. In een klas kan je nooit
een agressieve leerlingen zomaar weg klikken. Om dat te kunnen moet je
eerst detachment leren. En dat is altijd een stuk van je menszijn
vermoorden.
Detachment, vanaf nu graag als
openingsles in alle lerarenopleidingen. Met Entre les murs in het
deel na de pauze, voor wie tegen dan nog niet wijselijk schreeuwend is
weggelopen om zijn inschrijvingsgeld terug te vragen.
Schrijverkens, smijt er op tijd het bijltje bij neer
Philip Roth tikt tegen de 80 aan.
Heeft iets van een 30 romans op zijn naam staan. Heb er enkele van
gelezen. The Dying Animal, verfilmd als Elegy (met Ben
Kingsley en Penelope Cruz) heb ik zelfs meerdere keren gelezen. Als
ik in Slowakije ben, zoek ik altijd de Slowaakse vertaling. Kwestie
van mijn Slowaaks op zeer genietende wijze te verbeteren. Ik heb hem
graag, die Roth. Blijft zeer bescheiden bij al dat geschrijf en zo
hoort het ook. Hij lult ook hard uit zijn nek in interviews en zet ze
op 't verkeerde been. Deed Kurt Cobain ook. John Steinbeck die hield
niet van interviews en hield zich bewust uit de schijnwerpers. Tenzij
met waar het om ging: zijn boeken. Nu, Roth die kapt er mee. Ja, hij
zegt dat een boek meer of minder niks toevoegt aan zijn werk. En
gelijk heeft hij.
Ik hoop van harte dat H.B. uit Gent
er een voorbeeld aan neemt. H.B. uit Gent is jonger dan Roth, maar
heeft al veel meer 'boeken' op zijn naam. Schuwt ook de media niet,
want anders zou hij niet verkopen.
Dat de Vlaming geen boeken koopt, is
onzin. Vlamingen halen literatuur in huis, toch van zodra ze een
jobke hebben dat als intellectueel jobke kan verkocht worden op
recepties en zo. Een Vlaming die een literair boek koopt, koopt geen
boek, maar een droom. Een droom van zichzelf als boekenlezer. Dat
boek verdwijnt meer dan 9 van de 10 keer ongelezen de kast in of
eindigt in de tweedehandswinkels, maar whatever. De Vlaming koopt
geen boeken, maar dromen van zichzelf. De droom dat hij/zij nu eens
echt gaat experimenteren in die keuken, de droom dat hij/zij een
dikke literaire turf leest en daar dan kan over mee praten met een
andere Vlaming die leest. Het zijn mooie dromen. Vaak met harde kaft.
En eigenlijk niet zo prijzig. Je zelfbeeld opkrikken met 20 euro. Je
wenkbrauwen laten epileren kost tegenwoordig al bijna net zoveel.
Roth, die kapt er mee. Die houdt de
eer aan zichzelf. Hij wel. H.B. bijvoorbeeld niet. Die heeft niks
anders. En nu heeft zijn vrouw hem nog laten zitten ook. Vrouwen
vallen op mannen die de realiteit durven onder ogen zien.
Ik stop er ook ooit mee. Zelfs nog
voor ik het helemaal beu ben. E.M. Forster stopte er al mee op z'n
veertigste. Voor mij begint het pas dan, helaas. Och, als het vroeger
was begonnen, was ik niet eens veertig geworden.
In schoonheid eindigen, helemaal
top, Roth. Die straffe mannen en madammen die Fawlty Towers
maakten, hebben het ook gedaan. Een seizoen onsterfelijk en dan
stoppen. En Kurt Cobain die kapte er ook mee, dat is bekend. En Louis
Paul Boon, die was het ook zat. En John Steinbeck stak op den duur
ook meer tijd in het verfraaiien van zijn werkplek dan dat hij nog
schreef.
Als je als schrijver een chique
werkplek hebt, is het eigenlijk een veeg teken aan de wand. Een
schrijvende schrijver heeft een plek aan het front, met schimmel in
de hoeken, Siberisch koud in de winter en subtropisch warm in de
zomer. En het ruikt er muf en naar jonge vrouwenkutten. Al is één,
een goeie dan, ook al goed. It's better to burn out than to fade
away. Hoe slechter de artiest, hoe slechter die wijsheid er in gaat.
Maar we proberen nog eens: H.B. uit Gent, it's better to burn out
than to fade away.
De zeven spirituele wetten van succes- Deepak Chopra
Bovenstaande titel pakt enkel bij
een Amerikaans publiek. Die maatschappij die voor die stortvloed aan
zelfhulpliteratuur zorgt, die hier via Amazon en de overbelaste arm
van mijn facteur in de brievenbus gefrommeld wordt.
Het belangrijkste dat ik onthouden
heb: focus niet op geld verdienen, focus op het onbekommerd
ontwikkelen van uw geheel eigen, volstrekt unieke talent en uw
'cadeau aan de wereld' en dan komt het geld vanzelf. Dat was ook de
raad aan zijn kinderen: volg je innerlijke roeping en het maakt niet
uit of ge geld verdient of niet, ik zal u wel onderhouden, als ge
maar uw roeping volgt. Gevolg, o verrassing, hij moest ze niet
onderhouden, want ze werden stuk voor stuk vrolijk fluitend
zelfbedruipend.
Ik heb niks tegen die boodschap, ik
sta er zelfs vierkant achter, maar sjonge, die Deepak ziet er toch
echt het Platoonse afkooksel van het unieke, lepe kwakzalverideaal
uit.
Ik heb direct zijn eersteling
gekocht op Amazon. Mundus vult decipi. Dat is de tweede belangrijkste
les natuurlijk. Voor 1 cent. Ja, voor 1 cent op amazon. Tweedehands,
zo verdient die kwakzalver er niks aan. Nu ja, kwakzalver. Als ik die
lepe emotiemassage lees, voel ik mij toch stukken beter en brandt
mijn maag kwellend prettig van blijde verwachting.
We moeten dringend onze kwakzalvers
de eer toekennen die ze verdienen. Ik heb er beter resultaat mee dan
met alcohol en anxiolyticums of eenzijdige graafgesprekken met zwaar
onderscheiden gediplomeerde psychiaters die het vertikken om mij te
bedriegen en mij niet toelaten zoete suikerspinnen dromen te spinnen.
Daarom worden de meeste psychiaters
misschien wel best vermogend, maar nooit zo schatrijk als Deepak Chopra.
Groene thee. Metabolisme versnelt
met 7 procent. Pindakaas. Verhoogt testosteron. Verbrandt vet.
Frambozen (helaas niet te betalen) verbranden vet. Ginseng. Verhoogt
door meer zuurstof het metabolisme.
Tabata. In plaats van duursport, een
snellere manier om vet te verbranden. 20 seconden hoog intensief
sporten, 20 seconden kalmer aan, 20 seconden hoog intensief sporten,
enz. Een keer of acht in 't begin. Op vijf minuten zou je zo meer vet
kwijt zijn dan met een uur lopen. Als je met een uur lopen al vet
verbrandt. Zo snel gaat het helemaal niet.
De enige manier om echt goed te
vermageren, is elke dag 500 calorieën minder te eten dan je nodig hebt.
Eet je nog minder, dan vermager je een hele poos niet, zakt je
metabolisme en als je dan weer normaal gaat eten, verdik je. 500
calorieën minder dan wat je nodig hebt, is net genoeg om geen
noodtoestand af te kondigen en je lichaam vet te laten opsouperen.
Om te vermageren mag ik maar 1500
calorieën eten. Maar ik ben te lui om uit te tellen hoeveel boterhammen
choco dat zijn. En ik eet graag veel. Maar ik ben tegelijk ook zo
gebrainwasht door reclame van Calvin Klein en mannenparfums en alles
waar ze een sixpack kunnen bij sleuren, dat ik lean en mean wil zijn of complexen heb.
Dus ik ga voor groene thee, ginseng, tabata, frambozen, die keren dat
ik ze kan betalen, pindakaas (zonder suiker) en veel tabasco op mijn
spaghetti, want chilipepers zouden ook al je metabolisme versnellen.
Een gelukkige meevaller dat ik dat allemaal graag drink en eet.
Die tabata bevalt mij wel niet. Het duurt langer om mijn sportkleren
aan te trekken dan om tabata te doen. Verder doe ik ook nog een
abnormaal aantal pushups. Op twee handen, op één hand, met mijn
voeten op een stoel, in handenstand tegen een muur, op mijn neus.
Want meer spieren, vraagt meer calorieën.
En het is ook handig als gimmick,
als onderscheidend trekje. Er zal wel geen enkele gespierde Vlaamse
schrijver rondlopen. En in een veelschrijvend land, waar haast
niemand leest, moet je als schrijver toch met iets opvallen. Lang
haar doet het al lang niet meer. Dat heeft mijn Gentse collega H.B.
(geen gratis reclame voor jou, H.B.) al gelapt. Zonder lang haar was
het hem nooit gelukt. Maar ik moet dus iets anders vinden. Iets dat
sowieso nut heeft. Iets dat opvalt, vooral op recepties met andere
Vlaamse schrijvers, die er meestal toch uitzien als death metal
zombies die hun kop geschoren hebben en hun kleren ingewisseld hebben
bij H&M en een zwarte OCMW-bril dragen. Spieren. Kan nog compenseren voor mijn kleine gestalte.
Mijn schoonzus noemt mij nu al The Hobbit. Maar we hebben al een
Hobbit in de Vlaamse letteren. Dat weet zij niet. Een schrijvende
Schwarzenegger hebben we nog niet. Is wel weer een investering.
Kippenfilet, vette vis en een fitnessabonnement zijn duur. En dat
pompen alleen is natuurlijk niet genoeg. Een eerste kleine
investering geriskeerd, ja, ja via Amazon: 'you are your own gym', van een trainer van
mariniers die niet geloofd in fitnesstoestellen. Ik slinger hier nu
al aan de rand van het trapgat om mij toch te kunnen optrekken.
Benieuwd welke huis-tuin-en keukendingen ik nog meer kan omtoveren
tot fitness voor proletarische schrijvers.
Mijn moeder heeft haar eigen dieet.
Ze heeft gelezen dat spannende films kijken, vet verbrandt. 1
thriller= 1 zak chips. Toch maar mee oppassen. Ik vind het spannender
om mijn moeder en mijn tantes in één ruimte te zetten en één zak
chips in de groep te gooien. Probleem is dan dat ik de zak chips kwijt
ben en dan met honger naar het spannende schouwspel kijk.
Die jongens met hun sixpacks
bedriegen de boel wel. Je hoeft helemaal nooit buikspieroefeningen te doen. Je moet alleen vrij mager zijn en je compleet dehydrateren. Ze drinken dagenlang geen water, zodat hun
buikspieren komen, eh, bovendrijven. En dan drinken ze niet te lang
voor de shoot nog een fles wijn. Alcohol dehydradeert nog wat meer.
Met barstende hoofdpijn staan ze dan voor de camera. Een sixpack heb
je maar voor six helse minutes. Dat kan ik toch echt niet doen voor
literaire recepties of mijn eerste optreden in een programma als de
Laatste Show, dan is het direct echt de laatste show.
De enige koppijn die ik wil, is van
de kopstoot die ik H.B. zal geven, om eerder literaire carrière te
maken met lang haar dan ik. Dat was mijn plan!
Misschien toch maar gewoon calorieën
tellen. Bij de krant tel ik ook al de hele dag. Aanslagen.
Lettertekens. Aantal karakters. Hoeveel is dat een grote boterham met choco? 200
calorieën? Da's dan zeven boke's per dag. Kwestie van een marge te
hebben. Het lost zichzelf op. Als ik nog lang schrijf, kan ik toch
niet meer dan zeven boterhamme'kes per dag betalen.
Mijn adviseur gaat tien dagen, ehm, smurfen in Brazilië
Kunstenloket. Organisatietje dat
kunstenaars op weg helpt. Want de wettelijke regelingen om
kunstenaarsinkomsten wit te wassen, zijn stukken ingewikkelder dan de
maffiaregelingen om drugsgeld wit te wassen.
Die adviseur van mij, helpt mij goed
op weg. Hij legt mij uit hoe het officieel en wettelijk hoort. Hoe je
de inkomsten aangeeft en zo voort. En dan zeggen ze mij bij de
stadsdiensten dat daar niks van klopt en vinden ze het zelfs irritant
dat ik kunst 'officieel' wil doen. De belastinginspectie komt
waarschijnlijk alleen aankloppen als de kunstenaar al een villa
gekocht heeft. Met politici is dat ook zo. Ze graaien alles wat geen
roodgloeidende kachel is en de belastingen ruiken pas onraad als die
mannen een villa hebben in Toscane.
Tip aan mezelf: koop geen villa in
Toscane en blijf vooral de wettelijke bepalingen voor kunstenaars
negeren.
Wie trouwens een kuisvrouw wil
zonder haar in 't zwart te betalen, hoeft haar maar te beschouwen als
een kunstenares. Als je een Poolse kuisvrouw hebt, moet je maar maken
dat ze danst op liedjes van de Kreuners, dan kan je haar betalen als
artiest en zit je wettelijk veilig. En na de Kreuners wil ze nooit nog integreren en vindt ze ook geen andere job.
Wel oppassen met Sabam, laat haar misschien
uitsluitend dansen op klassieke muziek die niet auteursrechtelijk
beschermd is, want als die mannen geen auteursrechten
controleerden, maar zwart werk, was er vanaf eind volgende maand al
helemaal geen zwart werk meer in dit land en werd je ook al opgepakt
als je een oud vrouwtje de straat hielp oversteken, want dat is de
taak van bevoegd personeel, niet van vriendelijke voorbijgangers, en
dus zwart werk.
Nee, al en bij al kan de artiest
rustig blijven verder schooien, de Sabamiaanse controlehorde is
voorlopig nog niet losgelaten op zwartwerk van berooide kunstenaars.
Met N-VA, zweep in de hand, op de bok van de Vlaamse koets, kan daar
wel verandering in komen. Maar voorlopig: blijf die
prentbriefkaartjes kliederen en voor een appel en een ei verkopen. De
fiscus koffiepaust nog wel even verder. Met uitzondering van mijn
maat, Ben Merckx, die omwille van karakteriële redenen die hem zeker
sieren, dan toch als ambtenaar werkt, met nadruk op werkt. Dat er
geen youtubefilmpjes circuleren van hem, de enige werkende ambtenaar,
ligt uitsluitend aan zijn bescheidenheid. Ben, als je dit leest,
antwoord op mijn mail, ik heb je al meer dan een jaar niet gezien. Je
werkt te hard. En je ziet niet dat je jeugdvriend in 't zw*rt
bijklust als kunstenaar. Ja, jawel, dat is WEL een beroep.
Maar terug over die adviseur. Hij
raadde mij onder andere het boek 'Talent isn't born, it is grown'
aan. Ik heb dat besteld, via Amazon, met mijn zw*rtg*ld. Het is een
opbeurend boek. Als je maar lang genoeg aan de schrijf blijft en
boterhammen met choco verteert, dan komt dan toch dat moment dat je
doorbreekt. Of toch minstens breekt.
Vandaag raadde hij mij in een sessie
van een uur of zo een bordeel in Gent aan, boven de Thaïse massage.
Misschien bedoelde hij het als tip om een kortverhaal rond te
schrijven. Of voor een heet staaltje onderzoeksjournalistiek. Of
misschien vond hij dat ik er gestresseerd uitzag, zo als een van die
weinige kunstenaars die zichzelf niet platspuit met smack, en raadde
hij mij een massage aan.
Aaanywaaay, hij vond ook dat ik te
veel verschillende (schrijf)diensten aanbied. Hij vindt dat ik mij
meer moet specialiseren. Teksten aanleveren voor websites
bijvoorbeeld. Maar dat teksten aanleveren voor websites, moet ik niet
zo noemen. Ik moet er een flashy nieuwe naam voor uitvinden, want er
zijn al mensen die teksten voor websites aanleveren. Ik doe dat
namelijk zelf al. Ik noem het tot nu toe nog altijd 'teksten voor
websites aanleveren'. Nooit bij stil gestaan dat ik daar meer geld
kan voor vragen als ik daar een andere naam aan geef. Webberen of zo.
Webjuice spuiten. Digiproppen. Webdesign is sooo 2007. Net zoals je
ook niet meer fascisme en wereldvreemde Vlaming zegt, nee, vandaag
zeg je N-VA.
Mijn adviseur -ik vergeet steeds zijn
naam- gaat dus tien dagen naar Brazilië. Hij heeft daar vijftien
jaar gewerkt. In de filmindustrie (ik ken twee Braziliaanse films,
Sangre en Citade de deus en iets zegt mij dat hij daar niet aan heeft
meegewerkt), in marketing en nog iets. Hij nam er nooit vakantie,
omdat de weekends al zo'n fiesta waren. Hij is teruggekomen toen zijn
zoon van 14 dealde. Hij heeft hem toen geconfronteerd met een
drugsdealer die in de bak had gezeten. Ik zei iets over mijn twee
neven en 50 procent van mijn jeugdvrienden, maar dat hoorde hij niet.
Advies is eenrichtingsverkeer. Die zoon dealt niet meer. Toch geen
drugs. Wel huizen. Als makelaar. Geen slechte move, Vlamingen zijn
verslaafd aan bakstenen.
Waar dat blijft dat advies
eigenlijk?
Af te leiden van zijn stomende pretoogjes was het
ongeschreven advies: ga voor een snoepreisje naar Brazilië. Toch een
land dat in de top tien van meest wulpse landen staat, samen met
Polen en Griekenland (als een land ten onder gaat, slaan de hormonen
op hol. In kapotgeschoten Berlijn anno winter 1945 werd wat afgepoept
in de schuilkelders). Van een maat die er geweest is, Sasja, weet ik
dat ze daar tuk zijn op alles wat man is en er een beetje Duits
uitziet. Dat de vrouwen zich aan je opdringen. Dat is nog eens een
schrijfklimaat. Godverdomme, het beste advies bleef onuitgesproken:
ik moet naar Brazilië! Voor een latino kont als schrijftafel. Met natuurlijke houder voor mijn pen.
Mijn tekenaar en ik komen buiten.
Geen idee, ik vind het fijn om 'mijn' tekenaar te zeggen, hij mag dan
'mijn' schrijver zeggen. Dat doen alleen BV's, politici, missen,
tv-koks, teruggevonden ontvoerde kinderen, Samson, ex-wielrenners,
leden van het koningshuis en Bijbelse figuren hem na, met hun ghost writers. Mijn
tekenaar zegt: 'Ja, het was wel duidelijk dat jij eigenlijk meer
verstand hebt van marketing dan hij. En dan heb je je nog
ingehouden'.
Bon, merci voor je
levensgeschiedenis in een Braziliaanse nutshell, mijn adviseur. Ook
weer 'mijn', ik eis mensen nogal op. Ik ga terug aan de serieuze
Arbeit, met het uitschrijven van een belangwekkend en intellectueel
hoogcalorierijk interview. Ik noem de naam van de geïnterviewde
niet, want alleen mijn familie leest mijn blog en die kennen toch
geen Vlaamse intellectuelen en zelf ben ik toch een Belgische
intellectueel, dus die telt niet.
'Rant' van Chuck Palahniuk zat
vandaag in de bus, via Amazon. (per keer dat ik Amazon vernoem krijg
ik één cent krediet) En dit blogpostjen is ook een rant. En de
postbode bezorg ik nog wel tendinitis. Met de neoliberale logica van
N-VA: hoe harder ik het leven van mijn postbode maak, hoe meer hij
zijn best zal doen om zich om te scholen! Morgen strooi ik glas op de
stoep, ik denk aan de toekomst van mijn facteur. Want dat is
N-VA-logica: alle voordelen geven aan de rijken, in het belang van de
armen. Hoe meer de werkende mensen afzien, hoe beter dat voor hen is.
Mijn adviseur stemt niet voor N-VA,
te veel voeling met de 'à l'aise filosofie', die duikt tien dagen zwoel Rio in. Bedankt voor het advies en de
ellenlange vragenlijst die je me eigenlijk had moeten sturen VOOR
onze afspraak, zodat we wat dieper konden ingaan op mijn
kunstenaarsactiviteiten. Volgende keer dan maar. Jij met een gebruind
kleurtje en een lege zak. Ik nog steeds met bruine mondhoeken. Van de
choco. En platzak.
Treingesprekken, treinlectuur en mijn eigenste Roma-zigeuner
We zitten in dezelfde branche. Sava
heet hij. Mischien genoemd naar die rivier op de Balkan. Hij verkoopt
in de voormiddag de krant voor de SDF-en. Ja, in Brussel krijgen
zelfs de daklozen een Franse naam opgespeld, Sans Domicile Fixe.
Technisch gezien kan mijn Roma-zigeuner een SDF'er zijn, zonder dakloos
te zijn, want hij woont ergens in Brussel. Heeft kinderen. Nog te
jong om naar school te gaan. Die krant van hem kost twee euro. Er
staat niet veel in. Ze is tweetalig, met veel spelfouten. Volgens
Sava is het één kerel die het krantje helemaal zelf vol schrijft.
En behoorlijk wat verdient aan de totale verkoop.
Sava zelf verkoopt niet veel, maar
toch genoeg om te overleven. Hij loopt met die kranten naar mensen
toe alsof hij een ober is met een dienblad vol schuimend bier. Ik
koop de krant nooit. Ik schrijf al voor de krant. En ik krijg op de
trein al de gratis Metro. Maar ik schrijf voor een krant die Solidair
heet. Dus ik geef. Altijd wat kleingeld. En dan zeg ik 'ça va,
Sava?' en hij klaagt over de verkoop en zegt dat het moeilijk is. En
dan zeg ik dat het bij niet zo heel erg veel beter is. In de praktijk
natuurlijk wel, maar niet in mijn kop.
Mijn schoonzus zegt: 'Als je
daklozen geld geeft, dan help je ze om langer op straat te leven'. In
het boek dat ik lees op de trein, 'the spiritual laws of success',
zegt Deepak Chopra -die er toch echt een beetje uitziet als een
fluwelen oplichter- 'geven en krijgen zijn hetzelfde'. Als je niet
geeft, dan krijg je ook niet. En het werkt nog beter als je geeft met
een gevoel van ware gulheid. Die ware gulheid, die lukt nog niet zo
goed. Als ik in mijn zakken tast, is het soms toch nog altijd een
beetje alsof ik mezelf in 't zak zet. Maar ik werk er aan, ik lees
Deepak Chopra op de trein.
Als de Turkse vrouw die het ene
telefoontje na het andere pleegt, eerst naar de garage, dan naar een
immobiliënkantoor, haar badge van het werk vergeet , dan stuur ik
die op naar Securitas. Netjes zoals dat op de achterkant van de badge
staat. 'a post stamp will not be necessary'. Dat schreef ik op de
enveloppe waar de postzegel hoort, want je weet toch maar nooit dat
ze mij traceren en toch een postzegel eisen. Misschien wil bpost zich
wel wreken op mij voor al die stapels boeken van Amazon die ze hier
quasi dagelijks aanleveren. Mijn eigen post ligt hier trouwens stof
te verzamelen, maar zo'n gevonden badge stuur ik op. Wanneer volgt
mijn zaligverklaring, Deepak? Juist, ik moest geven in een staat van
geven, zonder iets terug te verwachten, dan pas werkt het echt, die
stroom van giving and receiving.
Heb ik niks gegeven: de vrouw die
mij uit mijn leesconcentratie haalde door de hele treinrit lang
non-stop met haar advocaat te bellen en de hele trein liet delen in
haar echtscheidingsperikelen. Bizar hoe mensen die telefoneren denken
dat ze plots een geluidsdichte, doorzichtige cocon genereren. Die
smartphonefunctie bestaat vast wel, maar ze is nog niet betaalbaar
voor mensen die 700 euro huur betalen en in een vechtscheiding
zitten. Haar ouders hadden vreemd genoeg de kant van haar ex gekozen,
maar daar had ze zich al bij neergelegd. De vrouw naast mij zat een
Bulgaars boek te lezen, want ik zag de zin: az sem toek wat wil
zeggen: ik ben hier. Vast een boodschap van mijn karma om mijn
situatie te aanvaarden en niet steeds naar andere opportuniteiten te
zoeken. De vrouw dan weer pal recht tegenover mij, versterkte dat
nog. Ze las 'the power of now', in het Nederlands, geschreven door
Eckhart Tolle. Nu ja, 'las', ze had het op schoot en tokkelde op haar
gsm. Ik hoopte stiekem dat ze dat boek zou vergeten. Waarschijnlijk
zou ik dat niet terugsturen, want ik wilde dat boek laatst nog kopen.
Zo'n gedachten zijn waarschijnlijk slecht voor mijn karma. Deepak,
wat denk je?
En het koppel schuin tegenover mij,
had het helemaal begrepen en las alleen elkaars ogen.
Gratis bij proclamatie van uw zoon of dochter: N-VA-propaganda
Als VOKA spreekt, spitst Bart De
Wever de oortjes. En dat mag geweten zijn. Voka is mijn echte
baas, als Voka niet tevreden is, ben ik niet tevreden, zegt hij op
10 augustus in volle onderhandeling met Di Rupo. Hoeveel mensen in de
volle zaal van het ICC (International Convention Centre) in Gent
wisten dat nog op vrijdag 28 oktober 2012? Een lichting Bachelors
studeert af en VOKA, het Vlaams Netwerk van Ondernemingen komt een
woordje 'placeren'. Solidair zat in de zaal en spitste ook de
oortjes.
Zo'n 300 mensen in de zaal. Kersverse
bachelors in chemie en agro -en biotechnologie met hun ouders. Geert
Moerman, gedelegeerd bestuurder van VOKA Oost-Vlaanderen klimpt op
het podium. Ik stel me voor dat als VOKA speecht, Bart De Wever, zich
in de stijl van Mr. Burns, de gewetenloze kapitalist uit The
Simpsons, in de pollen wrijft en denkt: excellent. Moerman steekt
van wel een opdeling van de maatschappij in drie groepen.
De budgetsector
De verdiensector
De ondernemers
De mensen die hier net afstuderen,
moeten nu de keuze maken. Waar horen ze bij? Als het echt niet anders
kan, moeten ze voor de budgetsector kiezen. Alle mensen die geen
winst genereren. 28,5 procent van de werkende mensen tussen 15 en 65
behoren daartoe. Dat rondt hij snel af tot 30 procent. Wat dan 1 op 3
wordt. En dat is niet goed. Want die zachte eieren kunnen hun ding
maar doen op kosten van groep twee: de verdiensector. Dat zijn die
mensen die toch een iets verstandigere keuze gemaakt hebben en 'in de
privé' werken. Maar het summum -zijn woord- is kiezen voor het
ondernemerschap. Ja, dat is de groep die innovatie brengt, die zorgt
voor winst waar die budgetsector op teert. Het zijn de ondernemers
die ervoor zorgen dat er in dit land zoveel ambtenaren, verplegend
personeel, onderwijzend personeel en meer van dat soort ballast dat
een loon trekt, rondloopt. Om nog te zwijgen van het grootste venijn
van allemaal: werklozen, 'mensen die niet willen werken', letterlijk
zijn definitie.
Er volgt ook nog een pleidooi om het
personeel van Ford Genk in geen geval op vijftig jaar met
brugpensioen te laten gaan. Geen idee waarom de kersverse bachelors
dit uitgerekend vandaag moeten horen, maar Moerman wordt emotioneel:
'Dat is een fout die men al veel te vaak gemaakt heeft in dit land.'
Geroezemoes in de zaal, maar het publiek houdt zich koest. Niemand
wil een rel tijdens de proclamatie van zoon- of dochterlief. VOKA
weet zijn momenten te kiezen. Moerman vindt het ook nog nodig om
vrouwen te kleineren. Hij zegt: 'moeders houden meestal de lippen
stijf op elkaar, het zijn meestal de vaders die hun zegje doen, maar
nu zondag moeten jullie moeder toch eens om haar mening vragen over
jullie drie zwakste punten, de belangrijkste sollicitatievraag die
jullie straks krijgen. Vrouwen zeggen niet vaak hun mening, maar als
je ze dwingt (!) hebben ze die wel, hoor'.
Mijn vriendin zegt nochtans zonder
dwang dat je gevaarlijke onzin uitkraamt. Van dat soort quatsch dat
je eind jaren '20 in bierkelders kon horen, niet zozeer bij
proclamaties. Je zei ook nog dat alle diploma's die niet direct op
een job uitgeven, 'lichtzinnige' diploma's zijn. Je pleitte voor het
optrekken van de pensioenleeftijd naar 67. Je hield een lofzang op
Duitsland, Heimat van het Duitse model, maar zonder één woord over
1-eurojobs. En je eindigde met een zeer rooskleurig 'gegeven'.
Binnenkort zouden er 500 000 werknemers te kort zijn op onze
arbeidsmarkt. Alle afgestudeerden zouden dus zeker aan de bak komen.
Maar het summum bleef toch het ondernemerschap. En mensen die daar
vandaag niet voor kozen, moesten ook niet jaloers zijn als ze later
zagen hoe een medestudent rijk was geworden. Rijk worden en
ondernemen is synoniem voor Moerman. Ja, natuurlijk, de loonkost
moest daarvoor wel omlaag. Het publiek ziet VOKA, maar hoort een
samenvatting van het N-VA programma. Applaus volgt. De ouders zien
hun kind al als rijke ondernemer. Dan moeten ze zelf wel tot 67
werken. Hopelijk niet als verpleegster, leerkracht, medewerker in een
stadsmuseum of zo'n andere budgetparasiet, God betert. Wat heeft een
ondernemer daar ooit aan? De bachelor in de biochemie naast mij trekt
aan mijn mouw en zegt: 'Maar wacht eens, die kerel verkoopt hier met
een gematigde toon eigenlijk heel extreme dingen!'
Inderdaad, een politiek discours dat
menszijn louter laat samenvallen met economische bedrijvigheid en een
enge definitie van 'winst' als enige waarde propageert, met
ondernemers als Goden op de Olympus, is gevaarlijk. Zeker als dat
politiek programma vrij podium krijgt op een feestelijke gelegenheid
als een diploma-uitreiking, bij monde van een gladgeschoren en
gekostumeerd en succesvol rolmodel. Ik voelde mij alleszins gerold.
De enige juiste spelling van Moermans summum van succes is suck-sess.
Gelukkig zijn er nog altijd ondernemers -Geert Moerman is niet eens
een ondernemer- die goed beseffen dat hun bedrijf niet kon bestaan in
een wereld zonder humane sector.
Ik schiet elke ochtend wakker met mijn
hart aan 140 per minuut. Ik droom onnozele dingen, die aanvoelen als
nachtmerries. Daarna blijft die angst de hele dag bij mij. Ik kan
niet zeggen dat het een verlammende angst is. Het is een angst die
opjaagt. Met angst bedoel ik: een groot gat van miserie dat mij
dreigt op te slokken. Echt concreet is die miserie niet. Geen angst
van in elkaar geklopt te worden, of een hersenbloeding te krijgen of
overreden te worden of zoiets. Nee, angst om niet genoeg te
presteren. Angst om arm te zijn. Angst om alleen te vallen. Angst om
een jaar of zestig te zijn en weduwenaar te zijn en seks op uw buik
kunnen schrijven en nog twintig jaar gewdongen celibatair uw dagen te
moeten slijten. Angst om een rotjob te moeten doen. Ik gebruik bewust
niet het woord kutjob, want daar kan ik mij nog iets plezants bij
voorstellen.
Kunt ge daar dan niks aan doen?,
vraagt een vriend. Als in: angstremmers slikken. Van die angstremmers
krijg je dorst als een kameel op de planeet mars, je krijgt er tieten
van en je doet niet veel meer. Ik heb ooit eens zes weken een
anxyioliticum genomen. Mijn 'crazy pills' zoals een bevriend
neuroloog die zijn vak graag relativeert ze noemde. Ik heb heel die
periode geen pagina geschreven. Nochtans had de voorschrijvende arts
mij verzekerd: 'Je zal zeker nog kunnen schrijven'.
Medicatie is geen optie. Koreaanse
gingseng slik ik wel. Schijnt mensen te stabiliseren (of er een
verschil is tussen Noord-Koreaanse of Zuid-Koreaanse ginseng is
politiek een destabiliserend gedachtenexperiment, ja, sorry, ge moogt
er al eens insiders in steken he). Volgens de apotheker kweek je met
ginseng gewoon meer rode bloedcellen. Meer zuurstof, meer uithouding,
meer concentratie, meer libido. Maar geen natuurlijke angstremmer. Ik
slik ook geconcentreerd sap van bloemknoppen. Ik herhaal: ik slik het
geconcentreerd sap van bloemknoppen. Om maar te zeggen: angst is een
slechte motivator.
Die angst van te weinig te doen,
resulteert in mijn ja zeggen op veel te veel projecten die mensen mij
voorstellen. Allerlei schrijfprojecten. Te veel om op te noemen. Wat
de angst van te weinig doen niet wegneemt, maar juist nog
vermeerdert. Ik steek het op mijn afkomst. De kleine uit een
arbeidersgezin die zich naar boven gewroet heeft, ondanks dialect in
zijn spraak, de gebocheldheid van de zelfvertrouwenloze, het hiaat
in mijn kennis van de etiquette van de nieuwe beau monde, om nog te
zwijgen van een soort wrange humor dat niet thuishoort in
intellectuele kringen of toch wat daar voor doet moet gaan.
Alleen als ik schrijf en in de hoofden
van personages zit, heb ik geen angst. Of als ik op een stresserend
event loop waar ik moet presteren. Vlak ervoor gaat mijn bloeddruk
wel een paar keer in orbit rond de zon, maar tijdens, als ik er moet
staan, schakel ik toch over op automatische piloot en steek ik dingen
uit, en peins ik: is dat die kleine uit dat vervallen huis op de
Leuvenstraat dat als achtjarige bij de directrice moest voor zijn
platte cafépraat? Nee, ze zei dat het nog veel erger was dan
cafépraat, wat ik uit mijn botten sloeg.
Wat ik als kind had aan zelfvertrouwen,
omdat een arbeiderskind meer grotemensenklap hoort, en meer weet van
de wereld dan zijn voor de werkelijkheid afschermde
leeftijdsgenootjes van bediendenouders -de rancune leeft nog-, ben ik
weer kwijt geraakt, toen in de wereld van de schone jobkes, een
vlekkeloze uitspraak van het Algemeen Nederlands veel belangrijker
was dan algemene kennis of culturele bagage. Zo blijft ge als kleine
van arbeiders toch altijd met één been in twee kampen staan. En ge
zoudt kunnen zeggen, ja, maar, volg dan logopedielessen en praat
schoon Vlaams, ambetanterik. Als 't niet zou voelen als spuwen in
't gezicht van mijn familie, zou 'k 't misschien doen. 't is al erg
genoeg dat ik schrijf in 't schoon Vlaams, ik ga er mijn tong niet
mee bevuilen. Voor ge 't weet, bef ik er slechter door.
Angst. 's Avonds heb ik er zo geen last
van, een beetje maar. Sebiet, als ik wakker schiet, dan weer wel. En
ik moet niet beweend worden, er valt mee te leven. Groene thee
schijnt te helpen. Ik drink er elke dag twee liter van in een
'supersize' tas, voor vier euro gevonden in den Blokker. En
inderdaad, het werkt. Als ik weer eens wreed dringend moet pissen, heb
ik toch twee minuten geen schrik.
My own private Sleepy Hollow: Halloween met mijn tante
Uiterlijke vertoningen en innerlijk
vallen toch echt grotendeels samen. Slepende voeten. Een zombieblik.
Bijna alle driften, tenzij de drang naar eten en nicotine, onderdrukt
door chemicaliën, die niet genezen, maar de symptomen van de ziekte
lam leggen. En haar ook neerhalen.
Een vreemd ritme van slapen gaan om 20u
en opstaan om 3u10 's nachts. Om half vier haalt ze mij slaande
deuren uit mijn nachtmerries, en schiet ik wakker met het
galopperende hart van een wielrenner die zonder doping het peleton
probeert bij te houden.
Om zes uur 's ochtends vertrekt ze naar
haar werk,nuttige bezigheidstherapie, waar ze de strijk doet van de
mensen in de omgeving. Het kan nog niet zo gigantisch slecht gaan, we
dragen tenminste toch nog een beetje zorg voor de zwakkeren in onze
samenleving. Laat ons zo'n verworvenheden met hand en tand
verdedigen. Want als die bezigheidstherapie niet bestond, weet ik
echt niet wat we met haar zouden moeten aanvangen. En zonder
medicatie staat ze binnen de kortste keren weer te praten met engelen
en andere fictieve wezens die haar vragen om zelfmoord te plegen. En
die engelen snappen ook hun werk niet, want ze heeft drie keer
geprobeerd.
Ze sleept dus met de voeten, pantoffels
die een schuivend, krassend geluid maken op de vloer. Elke veeg rijt
mijn brein uiteen. Een jonge mens heeft toch een lage
ergernisdrempel. Ze praat tegen de hond. Geen symptoom van haar
ziekte, want alle buurtbewoners vinden het nodig om ellenlange
monologen af te steken tegen dat beest, dat maar twee dingen wil:
eten en wandelen en op geen enkel ander woord reageert, ook zijn naam
niet, buiten eten en wandelen.
Ze loopt rond, mijn tante, niet de
hond, in een pyjama. Voorovergebogen zoals alleen schoolkinderen van
tien met een gevulde boekentas dat kunnen. Ze gaat van de sofa en
haar breiwerk ze breit aan een snoeihard tempo van één trui of
sjaal per week- naar de koer om te roken en van de koer terug naar de
sofa. En passant, graait ze iets mee uit de keuken. Meestal
zoetigheid. Die stopt ze weg in haar mouw. Dingen wegsteken is,
geloof ik, belangrijk voor het bewaren van een notie eigenheid, ze
voelt zich al genoeg gecontroleerd, dus snoept ze in 't geheim. Ze
liegt er ook op los. Onschuldige dingen. Meestal over dingen ze
beweert niet gegeten te hebben, maar natuurlijk wel gegeten heeft.
Ze is zeer defensief. Heeft nooit
ergens schuld aan en zal de grootste kleinigheden op een ander
steken. Op kritiek reageert ze verbaal erg agressief. Haar
woordenschat is vrij beperkt, maar als ze kon, zou ze mij op tijd en
stond zeer virtuoos uitmaken voor rotte vis.
Ook is ze er snel van overtuigd dat
anderen meer voordeel hebben dan zij. Een koekje meer, een portie
soep die groter is, meer dessert, een lekkerder drankje, een betere
stoel. Ze voelt zich vaak tekort gedaan. Ze is het middelste kind van
vijf opeenvolgende dochters. Misschien ligt dat gevoel van benadeling
dus eerder daar aan dan aan haar ziekte. Verder is ze heel lief, als
je haar maar laat breien, snoepen, slapen, roken. En haar in alle
rust uren tijd laat maken om haar te wassen, op persoonlijke hygiëne
is ze zeer gesteld.
Ze kan er niks aan doen, maar er hangt
een kerkhofsfeer in huis. Alsof 'The fall of the house of Usher' van
Poe hier wordt gespeeld. Alleen hebben we haar nooit levend begraven,
dat doet ze zelf. Het is grijs buiten en kil en nog Allerheiligen
ook. Een woestijn van de geest. De lucht in Erembodegem verstikt de
ziel. De blik van de mensen vermoordt hoop. En in het kraantjeswater
zit geen anarchie zoals een lokaal politicus graag beweert, maar
laudanum. En de enige fontein der vergetelheid is een Schots café
-tenminste de eigenaar is een Schot- een echt schot in de roos, hier
in Erembodegem, die verlatenheid van de Schotse Highlands, die heb je
hier ook, maar dan zonder de troostende, hoopgevende vergezichten. En
zo speelt op een zondagavond in Erembodegem wel tien keer na elkaar,
het volgende liedje, dat toch de kernconclusie samenvat. 'We 've got
to get out of this place',
terwijl mijn andere tantes foto's van mannenkonten in de vorm van
pompoenen op Facebook gooien.
Een bescheiden succesverhaal dat begon met veel Guinness
Met drankverhalen uitpakken is het
kenmerk van de amateurschrijvelaar, maar het is waar, onze
stripfiguur, Herman Verkrijt, zou er helemaal anders uitzien als
Dieter Walckiers en ikzelve die ene keer niet hadden vergaderd in een
Irish Pub.
We bedachten er wat de Guinness formule
is gaan heten. Een receptenlijst voor wat een goeie grap moet hebben.
In geen enkele handleiding voor comedians of sketch writers iets
beter gevonden. Die boeken zoomden altijd maar in op 1 of 2 aspecten
van die formule.
Nu, we zijn heel trots op die formule,
en we toetsen er al onze gags aan. En als Verkrijt niet altijd
grappig is, ligt het niet aan de formule. Het blijft gewoon een grote
uitdaging om die formule echt goed toe te passen. Ook is Verkrijt
ook al op basis van de Guinness formule eigenlijk niet ideaal
voor gags. Al zeker niet voor een breed publiek. We schakelen dan ook
over op een vertelverhaal en stappen af van korte gags. Laaiend positieve
reacties op die gags kwamen soms tot mijn eigen grote verbazing. Zelf
vond ik vooral de afleveringen met heel veel dialoog goed. Maar daar
kregen we dan weer de kritiek dat er te veel tekst bij stond. Mijn
favoriet uit de 100 gags staat hier.
Waarom een bescheiden succes? Sja, bij
een grote uitgever moeten we er niet mee aankloppen. Alleen kleine
uitgeverijen zijn geïnteresseerd en dan zijn we slechter af dan
wanneer we alles zelf doen. Opvallend bij Verkrijt zijn al de
vertalingen. Verkrijt is ondertussen vertaald in het Engels, Pools,
Frans, Slowaaks en gisteren zijn de studenten van de Neerlandistiek
onder leiding van Bojana Budimir begonnen aan de Servische vertaling. Dat al
die talen nog niet van aflevering 1 tot 100 online te lezen zijn,
ligt uitsluitend aan ons en zeker niet aan onze vertalers. Hongaars
is ook in de maak.
Daarom danken wij graag de Poolse
Neerlandistiek en in het bijzonder Kasia Wiercińska, de Hongaarse
Neerlandistiek, en in het bijzonder Gert Loosen, en de Slowaakse
Neerlandistiek, in het bijzonder Zuzana Pitova
en Adam Boch, de Servische Neerlandistiek, en in het bijzonder Bojana Budimir, en last,
but not least, Olivier Noël voor de Franse vertaling!
Toen we aan Verkrijt begonnen hadden we
nooit durven dromen dat de online avonturen van deze foute leerkracht
al na een jaar zoveel vertalingen zou krijgen.
Als we Verkrijt kunnen binnenloodsen
bij een grote uitgeverij, ware dat de kers op de taart, maar het is
sowieso een dol Verkrijtjaar geweest. In de bibliotheek van Gent zitten nog steeds bladwijzers van Verkrijt in een belachelijk groot aantal boeken, tot ergernis helaas, van het afkeurende, maar altijd beleefde personeel
De eerste aflevering van het lange,
doorlopende verhaal van Verkrijt verschijnt in de loop van de
volgende weken. 312 prentjes leesplezier zitten in de pijplijn.
En nooit vergeten: buiten de lijntjes kleuren, opent deuren.
Het schijnt allemaal naar de kloten te
gaan. In de VS dalen de belastingen voor rijken spectaculair, en dat
al jaren. Een maat stuurt mij een grafiekje door, revolterend.
In Het Laatste Nieuws: een hele pagina
voor een harde werker die elke job aanneemt, volgde VDAB-opleiding,
maar hij wordt te oud. Hij kan geen auto betalen, en bij
sollicitaties maakt hij dus geen kans meer. Alleenstaande vader. Twee
kinderen. Straks krimpt zijn uitkering nog wat verder.
Maar Unizo vindt dat het allemaal niet
ver genoeg gaat. Die uitkeringen moeten beperkt worden in de tijd.
Want vlak voor een werkloze parasiet zonder uitkering valt, DAN vindt
hij plots toch wel werk, hoor. Waar is al dat werk dan? Ik ken
vijftigplussers die nog elke dag de site van de VDAB afzoeken, maar
noppes. Bij de VDAB wil een medewerker wel eens heel eerlijk zeggen:
'sorry, maar het heeft geen zin, op uw leeftijd neemt niemand u nog
aan'.
Op de trein: kerel naast mij belt met
zijn vriendin (waarom de hele trein dat moest horen is weer iets
anders). Hij is voor het eerst werkloos gevallen. Hij komt net van de
hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen. Hij schaamt zich dood.
'En
onderaan het formulier stond: 'handtekening werkloze', zo
deprimerend! En het is verdomme de eerste keer dat ik werkloos ben!
En het gaat vier tot zes weken duren voor ik iets ontvang'.
Nu ja, Unizo zegt vast: 'die blijter
had nog wel geld om zijn vriendin te bellen!'
Een vriendin mailt mij: 'mijn dochter
die al van haar acht jaar kranten verslindt, maakt zich grote zorgen
of ze nog wel ooit werk vindt, ze weet totaal niet wat ze moet gaan
studeren'
Het antwoord daarop is natuurlijk:
EENDER WELK universitair of hogeschooldiploma is goed OP VOORWAARDE
dat je kunt netwerken en jezelf kunt verkopen. Je loon is toch
meestal een kleine rekensom. Zelfvertrouwen maal sociale achtergrond
maal EEN (of twee of drie) diploma. En aangezien dat zelfvertrouwen
nogal vaak samenhangt met de sociale achtergrond waar je op groeit,
zullen we maar zeggen: sociale achtergrond maal diploma. Niet dat er
geen rijkeluiskindjes met een diploma van de Sorbonne hondsdepressief
verslaafd zijn aan het betere merk hoestsiroop, maar toch.
Maar er is ook goed nieuws: ik heb een
wonderschone vrouw. En politiek interesseert haar niet. Naast haar in
bed, kan je toch nooit geloven dat er buiten een crisis de mensen ook
al uitkleedt, maar dan zonder gewillige toestemming.
Mijn schrijfpartner -nu ja, partner, we
hebben één boek samen geschreven in een verleden dat al zeer ver en
schimmig lijkt- heeft via crowd funding een uitgever versierd. 150
Hollanders hebben geïnvesteerd in zijn boekproject en zo is een
uitgever eindelijk gerust dat hij hier geen financiële kater aan
overhoudt. Felicitaties aan mijn collega en vriend (hoewel wij elkaar
minder dan twee keer per jaar zien gemiddeld), ik weet als geen ander
hoe godverdoms moeilijk het is om een boek uitgegeven te krijgen.
Zelfs al schrijft men zich te pletter en moet men al jaren horen:
'zeg, gij moet een boek schrijven' Voor wie niet schrijft, lijkt
uitgegeven raken poepsimpel. Niet verwonderlijk want elke bekende
snoet, of het nu een bekende wielrenner of een bekende
tienerzwangerschap is, allemaal mogen ze een boekje placeren bij een
uitgever. Sja, zelf waag ik mij nog niet aan crowdfunding, ik ben
jonger en altijd al naiëver geweest dan hem. Ik zet eerst liever nog
één klassiek inzendoffensief in met het helpende handje van een
literair agent. Wordt moeilijk op een oververzadigde boekenmarkt. Er
is niet alleen in de auto-industrie een overproductiecrisis en een
kermend probleem van overcapaciteit. Elke Vlaming die al een boek in
huis heeft, is niet snel geneigd om er nog een tweede aan te kopen,
waarom zou hij. Twee auto's, ok, maar twee boeken? Why the hell for?
Mijn artistieke partner, Dieter
Walkciers, de innovativiteit zelve, blijft niet bij de pakken zitten.
Samen geven wij onszelf uit. Verkrijt, tweede oplage, 120 stuks,
straks besteld via publish on demand, in bulk om de kosten te
drukken. En zo blijven wij leren. Net nog drie boeken uitgelezen:
-the war of art
-turning pro
-do the work
allemaal van dezelfde auteur, Steven
Pressfield, een gewezen US marine, die kunst scheppen aanvat met
militaire discipline en -letterlijk- doodsverachting. Veel aan gehad
aan deze drie slanke, lean and mean, boekjes. Het geeft troost, het
literaire bedrijf zien als een strijd op leven en dood, want dat is
het ook.
Are you willing to bleed for it?,
vraagt Pressfield in 'do the work'.
Bleed I must and bleed I shall, tot dan
eindelijk een boekwerk van mijntenwege in de boekhandels ligt via een
reguliere uitgever. Erg rationeel is het allemaal niet, daarom noemt
men het ook een droom en dan nog de meest potente van allemaal: een
jongensdroom.
Bon, ik ga nog wat bleeden. En nog eens
proficiat, Dominique Biebau, aka Macca.