De ups en downs van een schrijver, tolk, therapeut, echtgenoot What we think we become
12-11-2012
'jullie zijn allemaal de slachtoffers van een marketing holocaust'
Detachment
Ik heb altijd al een zwak gehad voor
onderwijsfilms. Dead Poets Society op kop, met nog een guilty
pleasure in de vorm van een resem B-films.
Als voorbereiding bij het schrijven
van een lang scenario voor www.verkrijt.net,
de film Detachment bekeken en Entre les murs.
Detachment (iets als apathie,
verwijdering, afstandelijkheid, scheiding, onthechting) is bruut.
Bruut, want realistisch.
De leegheid van de leerlingen, de
opgekropte agressie, de onwil, de demotivatie, de trotse wanhoop, het
geloof in de belofte van celebrity nieuws als een voorafspiegeling van wat toch zo mogelijk is in de wereld, het overemotionele zoeken
naar aanknoping. En daar tegenover: de leerkracht die zichzelf heeft
afgesneden van elk voelen, die uiteindelijk, slaaf van zijn sensitieve
natuur, waar nog een klein genstertje van over is, een geknakte
straatmadelief in huis neemt. De achterdocht onder collega's, de
mistroostigheid in de lerarenkamer. De autoriteiten die enkel het gegoochel met de cijfertjes kan schelen.
Entre les murs is net zo, maar
Detachment is nog zoveel bruter.
Het gaat niet eens om dweilen met de
kraan open. De waterleidingen zijn gesprongen, de leerlingen willen
je verzuipen en de roestige waterbuizen in je reet rammen.
'you are all the victims of a
marketing holocaust', schreeuwt de leraar in de hoofdrol.
Ik had het op elk van mijn
leerlingen in die ene concentratieschool willen zetten met een brandmerk, 'slachtoffer van een
marketing holocaust'. 'Als het Edgar Allen Poe is en niet Edgar Apple
Poe interesseert hij mijn geen bal'. 'Kom tegemoet aan hun
leefwereld'. Mooi ogend schip met patrijspoorten die niet dicht
kunnen. 'Kom tegemoet aan hun leefwereld'. En dan haal je die
aflevering van The Simpons boven. Die Halloween special gebaseerd op
Poe. En dan hoop je dat ze 't origineel van Poe ook willen verteren.
Maar natuurlijk niet, ze willen gewoon nog een andere aflevering van
The Simpons zien. En dan slaat de twijfel nog toe ook. Misschien
hebben ze gelijk en is Poe, in 't origineel, dood. En is de Poe van
The Simpons de enige die er nog toe doet.
Detachment: de zelftwijfel van de
leerkracht, gevangen tussen meer dan 1 schuldgevoel, met een
20-koppige muur van leerresistente leerlingen voor je neus.
O, ik ben duizend keer liever journalist.
Het is een beetje als les geven, maar de modder gooien de leerlingen
enkel over internet. En je kan weg klikken. In een klas kan je nooit
een agressieve leerlingen zomaar weg klikken. Om dat te kunnen moet je
eerst detachment leren. En dat is altijd een stuk van je menszijn
vermoorden.
Detachment, vanaf nu graag als
openingsles in alle lerarenopleidingen. Met Entre les murs in het
deel na de pauze, voor wie tegen dan nog niet wijselijk schreeuwend is
weggelopen om zijn inschrijvingsgeld terug te vragen.
Schrijverkens, smijt er op tijd het bijltje bij neer
Philip Roth tikt tegen de 80 aan.
Heeft iets van een 30 romans op zijn naam staan. Heb er enkele van
gelezen. The Dying Animal, verfilmd als Elegy (met Ben
Kingsley en Penelope Cruz) heb ik zelfs meerdere keren gelezen. Als
ik in Slowakije ben, zoek ik altijd de Slowaakse vertaling. Kwestie
van mijn Slowaaks op zeer genietende wijze te verbeteren. Ik heb hem
graag, die Roth. Blijft zeer bescheiden bij al dat geschrijf en zo
hoort het ook. Hij lult ook hard uit zijn nek in interviews en zet ze
op 't verkeerde been. Deed Kurt Cobain ook. John Steinbeck die hield
niet van interviews en hield zich bewust uit de schijnwerpers. Tenzij
met waar het om ging: zijn boeken. Nu, Roth die kapt er mee. Ja, hij
zegt dat een boek meer of minder niks toevoegt aan zijn werk. En
gelijk heeft hij.
Ik hoop van harte dat H.B. uit Gent
er een voorbeeld aan neemt. H.B. uit Gent is jonger dan Roth, maar
heeft al veel meer 'boeken' op zijn naam. Schuwt ook de media niet,
want anders zou hij niet verkopen.
Dat de Vlaming geen boeken koopt, is
onzin. Vlamingen halen literatuur in huis, toch van zodra ze een
jobke hebben dat als intellectueel jobke kan verkocht worden op
recepties en zo. Een Vlaming die een literair boek koopt, koopt geen
boek, maar een droom. Een droom van zichzelf als boekenlezer. Dat
boek verdwijnt meer dan 9 van de 10 keer ongelezen de kast in of
eindigt in de tweedehandswinkels, maar whatever. De Vlaming koopt
geen boeken, maar dromen van zichzelf. De droom dat hij/zij nu eens
echt gaat experimenteren in die keuken, de droom dat hij/zij een
dikke literaire turf leest en daar dan kan over mee praten met een
andere Vlaming die leest. Het zijn mooie dromen. Vaak met harde kaft.
En eigenlijk niet zo prijzig. Je zelfbeeld opkrikken met 20 euro. Je
wenkbrauwen laten epileren kost tegenwoordig al bijna net zoveel.
Roth, die kapt er mee. Die houdt de
eer aan zichzelf. Hij wel. H.B. bijvoorbeeld niet. Die heeft niks
anders. En nu heeft zijn vrouw hem nog laten zitten ook. Vrouwen
vallen op mannen die de realiteit durven onder ogen zien.
Ik stop er ook ooit mee. Zelfs nog
voor ik het helemaal beu ben. E.M. Forster stopte er al mee op z'n
veertigste. Voor mij begint het pas dan, helaas. Och, als het vroeger
was begonnen, was ik niet eens veertig geworden.
In schoonheid eindigen, helemaal
top, Roth. Die straffe mannen en madammen die Fawlty Towers
maakten, hebben het ook gedaan. Een seizoen onsterfelijk en dan
stoppen. En Kurt Cobain die kapte er ook mee, dat is bekend. En Louis
Paul Boon, die was het ook zat. En John Steinbeck stak op den duur
ook meer tijd in het verfraaiien van zijn werkplek dan dat hij nog
schreef.
Als je als schrijver een chique
werkplek hebt, is het eigenlijk een veeg teken aan de wand. Een
schrijvende schrijver heeft een plek aan het front, met schimmel in
de hoeken, Siberisch koud in de winter en subtropisch warm in de
zomer. En het ruikt er muf en naar jonge vrouwenkutten. Al is één,
een goeie dan, ook al goed. It's better to burn out than to fade
away. Hoe slechter de artiest, hoe slechter die wijsheid er in gaat.
Maar we proberen nog eens: H.B. uit Gent, it's better to burn out
than to fade away.
De zeven spirituele wetten van succes- Deepak Chopra
Bovenstaande titel pakt enkel bij
een Amerikaans publiek. Die maatschappij die voor die stortvloed aan
zelfhulpliteratuur zorgt, die hier via Amazon en de overbelaste arm
van mijn facteur in de brievenbus gefrommeld wordt.
Het belangrijkste dat ik onthouden
heb: focus niet op geld verdienen, focus op het onbekommerd
ontwikkelen van uw geheel eigen, volstrekt unieke talent en uw
'cadeau aan de wereld' en dan komt het geld vanzelf. Dat was ook de
raad aan zijn kinderen: volg je innerlijke roeping en het maakt niet
uit of ge geld verdient of niet, ik zal u wel onderhouden, als ge
maar uw roeping volgt. Gevolg, o verrassing, hij moest ze niet
onderhouden, want ze werden stuk voor stuk vrolijk fluitend
zelfbedruipend.
Ik heb niks tegen die boodschap, ik
sta er zelfs vierkant achter, maar sjonge, die Deepak ziet er toch
echt het Platoonse afkooksel van het unieke, lepe kwakzalverideaal
uit.
Ik heb direct zijn eersteling
gekocht op Amazon. Mundus vult decipi. Dat is de tweede belangrijkste
les natuurlijk. Voor 1 cent. Ja, voor 1 cent op amazon. Tweedehands,
zo verdient die kwakzalver er niks aan. Nu ja, kwakzalver. Als ik die
lepe emotiemassage lees, voel ik mij toch stukken beter en brandt
mijn maag kwellend prettig van blijde verwachting.
We moeten dringend onze kwakzalvers
de eer toekennen die ze verdienen. Ik heb er beter resultaat mee dan
met alcohol en anxiolyticums of eenzijdige graafgesprekken met zwaar
onderscheiden gediplomeerde psychiaters die het vertikken om mij te
bedriegen en mij niet toelaten zoete suikerspinnen dromen te spinnen.
Daarom worden de meeste psychiaters
misschien wel best vermogend, maar nooit zo schatrijk als Deepak Chopra.
Groene thee. Metabolisme versnelt
met 7 procent. Pindakaas. Verhoogt testosteron. Verbrandt vet.
Frambozen (helaas niet te betalen) verbranden vet. Ginseng. Verhoogt
door meer zuurstof het metabolisme.
Tabata. In plaats van duursport, een
snellere manier om vet te verbranden. 20 seconden hoog intensief
sporten, 20 seconden kalmer aan, 20 seconden hoog intensief sporten,
enz. Een keer of acht in 't begin. Op vijf minuten zou je zo meer vet
kwijt zijn dan met een uur lopen. Als je met een uur lopen al vet
verbrandt. Zo snel gaat het helemaal niet.
De enige manier om echt goed te
vermageren, is elke dag 500 calorieën minder te eten dan je nodig hebt.
Eet je nog minder, dan vermager je een hele poos niet, zakt je
metabolisme en als je dan weer normaal gaat eten, verdik je. 500
calorieën minder dan wat je nodig hebt, is net genoeg om geen
noodtoestand af te kondigen en je lichaam vet te laten opsouperen.
Om te vermageren mag ik maar 1500
calorieën eten. Maar ik ben te lui om uit te tellen hoeveel boterhammen
choco dat zijn. En ik eet graag veel. Maar ik ben tegelijk ook zo
gebrainwasht door reclame van Calvin Klein en mannenparfums en alles
waar ze een sixpack kunnen bij sleuren, dat ik lean en mean wil zijn of complexen heb.
Dus ik ga voor groene thee, ginseng, tabata, frambozen, die keren dat
ik ze kan betalen, pindakaas (zonder suiker) en veel tabasco op mijn
spaghetti, want chilipepers zouden ook al je metabolisme versnellen.
Een gelukkige meevaller dat ik dat allemaal graag drink en eet.
Die tabata bevalt mij wel niet. Het duurt langer om mijn sportkleren
aan te trekken dan om tabata te doen. Verder doe ik ook nog een
abnormaal aantal pushups. Op twee handen, op één hand, met mijn
voeten op een stoel, in handenstand tegen een muur, op mijn neus.
Want meer spieren, vraagt meer calorieën.
En het is ook handig als gimmick,
als onderscheidend trekje. Er zal wel geen enkele gespierde Vlaamse
schrijver rondlopen. En in een veelschrijvend land, waar haast
niemand leest, moet je als schrijver toch met iets opvallen. Lang
haar doet het al lang niet meer. Dat heeft mijn Gentse collega H.B.
(geen gratis reclame voor jou, H.B.) al gelapt. Zonder lang haar was
het hem nooit gelukt. Maar ik moet dus iets anders vinden. Iets dat
sowieso nut heeft. Iets dat opvalt, vooral op recepties met andere
Vlaamse schrijvers, die er meestal toch uitzien als death metal
zombies die hun kop geschoren hebben en hun kleren ingewisseld hebben
bij H&M en een zwarte OCMW-bril dragen. Spieren. Kan nog compenseren voor mijn kleine gestalte.
Mijn schoonzus noemt mij nu al The Hobbit. Maar we hebben al een
Hobbit in de Vlaamse letteren. Dat weet zij niet. Een schrijvende
Schwarzenegger hebben we nog niet. Is wel weer een investering.
Kippenfilet, vette vis en een fitnessabonnement zijn duur. En dat
pompen alleen is natuurlijk niet genoeg. Een eerste kleine
investering geriskeerd, ja, ja via Amazon: 'you are your own gym', van een trainer van
mariniers die niet geloofd in fitnesstoestellen. Ik slinger hier nu
al aan de rand van het trapgat om mij toch te kunnen optrekken.
Benieuwd welke huis-tuin-en keukendingen ik nog meer kan omtoveren
tot fitness voor proletarische schrijvers.
Mijn moeder heeft haar eigen dieet.
Ze heeft gelezen dat spannende films kijken, vet verbrandt. 1
thriller= 1 zak chips. Toch maar mee oppassen. Ik vind het spannender
om mijn moeder en mijn tantes in één ruimte te zetten en één zak
chips in de groep te gooien. Probleem is dan dat ik de zak chips kwijt
ben en dan met honger naar het spannende schouwspel kijk.
Die jongens met hun sixpacks
bedriegen de boel wel. Je hoeft helemaal nooit buikspieroefeningen te doen. Je moet alleen vrij mager zijn en je compleet dehydrateren. Ze drinken dagenlang geen water, zodat hun
buikspieren komen, eh, bovendrijven. En dan drinken ze niet te lang
voor de shoot nog een fles wijn. Alcohol dehydradeert nog wat meer.
Met barstende hoofdpijn staan ze dan voor de camera. Een sixpack heb
je maar voor six helse minutes. Dat kan ik toch echt niet doen voor
literaire recepties of mijn eerste optreden in een programma als de
Laatste Show, dan is het direct echt de laatste show.
De enige koppijn die ik wil, is van
de kopstoot die ik H.B. zal geven, om eerder literaire carrière te
maken met lang haar dan ik. Dat was mijn plan!
Misschien toch maar gewoon calorieën
tellen. Bij de krant tel ik ook al de hele dag. Aanslagen.
Lettertekens. Aantal karakters. Hoeveel is dat een grote boterham met choco? 200
calorieën? Da's dan zeven boke's per dag. Kwestie van een marge te
hebben. Het lost zichzelf op. Als ik nog lang schrijf, kan ik toch
niet meer dan zeven boterhamme'kes per dag betalen.
Mijn adviseur gaat tien dagen, ehm, smurfen in Brazilië
Kunstenloket. Organisatietje dat
kunstenaars op weg helpt. Want de wettelijke regelingen om
kunstenaarsinkomsten wit te wassen, zijn stukken ingewikkelder dan de
maffiaregelingen om drugsgeld wit te wassen.
Die adviseur van mij, helpt mij goed
op weg. Hij legt mij uit hoe het officieel en wettelijk hoort. Hoe je
de inkomsten aangeeft en zo voort. En dan zeggen ze mij bij de
stadsdiensten dat daar niks van klopt en vinden ze het zelfs irritant
dat ik kunst 'officieel' wil doen. De belastinginspectie komt
waarschijnlijk alleen aankloppen als de kunstenaar al een villa
gekocht heeft. Met politici is dat ook zo. Ze graaien alles wat geen
roodgloeidende kachel is en de belastingen ruiken pas onraad als die
mannen een villa hebben in Toscane.
Tip aan mezelf: koop geen villa in
Toscane en blijf vooral de wettelijke bepalingen voor kunstenaars
negeren.
Wie trouwens een kuisvrouw wil
zonder haar in 't zwart te betalen, hoeft haar maar te beschouwen als
een kunstenares. Als je een Poolse kuisvrouw hebt, moet je maar maken
dat ze danst op liedjes van de Kreuners, dan kan je haar betalen als
artiest en zit je wettelijk veilig. En na de Kreuners wil ze nooit nog integreren en vindt ze ook geen andere job.
Wel oppassen met Sabam, laat haar misschien
uitsluitend dansen op klassieke muziek die niet auteursrechtelijk
beschermd is, want als die mannen geen auteursrechten
controleerden, maar zwart werk, was er vanaf eind volgende maand al
helemaal geen zwart werk meer in dit land en werd je ook al opgepakt
als je een oud vrouwtje de straat hielp oversteken, want dat is de
taak van bevoegd personeel, niet van vriendelijke voorbijgangers, en
dus zwart werk.
Nee, al en bij al kan de artiest
rustig blijven verder schooien, de Sabamiaanse controlehorde is
voorlopig nog niet losgelaten op zwartwerk van berooide kunstenaars.
Met N-VA, zweep in de hand, op de bok van de Vlaamse koets, kan daar
wel verandering in komen. Maar voorlopig: blijf die
prentbriefkaartjes kliederen en voor een appel en een ei verkopen. De
fiscus koffiepaust nog wel even verder. Met uitzondering van mijn
maat, Ben Merckx, die omwille van karakteriële redenen die hem zeker
sieren, dan toch als ambtenaar werkt, met nadruk op werkt. Dat er
geen youtubefilmpjes circuleren van hem, de enige werkende ambtenaar,
ligt uitsluitend aan zijn bescheidenheid. Ben, als je dit leest,
antwoord op mijn mail, ik heb je al meer dan een jaar niet gezien. Je
werkt te hard. En je ziet niet dat je jeugdvriend in 't zw*rt
bijklust als kunstenaar. Ja, jawel, dat is WEL een beroep.
Maar terug over die adviseur. Hij
raadde mij onder andere het boek 'Talent isn't born, it is grown'
aan. Ik heb dat besteld, via Amazon, met mijn zw*rtg*ld. Het is een
opbeurend boek. Als je maar lang genoeg aan de schrijf blijft en
boterhammen met choco verteert, dan komt dan toch dat moment dat je
doorbreekt. Of toch minstens breekt.
Vandaag raadde hij mij in een sessie
van een uur of zo een bordeel in Gent aan, boven de Thaïse massage.
Misschien bedoelde hij het als tip om een kortverhaal rond te
schrijven. Of voor een heet staaltje onderzoeksjournalistiek. Of
misschien vond hij dat ik er gestresseerd uitzag, zo als een van die
weinige kunstenaars die zichzelf niet platspuit met smack, en raadde
hij mij een massage aan.
Aaanywaaay, hij vond ook dat ik te
veel verschillende (schrijf)diensten aanbied. Hij vindt dat ik mij
meer moet specialiseren. Teksten aanleveren voor websites
bijvoorbeeld. Maar dat teksten aanleveren voor websites, moet ik niet
zo noemen. Ik moet er een flashy nieuwe naam voor uitvinden, want er
zijn al mensen die teksten voor websites aanleveren. Ik doe dat
namelijk zelf al. Ik noem het tot nu toe nog altijd 'teksten voor
websites aanleveren'. Nooit bij stil gestaan dat ik daar meer geld
kan voor vragen als ik daar een andere naam aan geef. Webberen of zo.
Webjuice spuiten. Digiproppen. Webdesign is sooo 2007. Net zoals je
ook niet meer fascisme en wereldvreemde Vlaming zegt, nee, vandaag
zeg je N-VA.
Mijn adviseur -ik vergeet steeds zijn
naam- gaat dus tien dagen naar Brazilië. Hij heeft daar vijftien
jaar gewerkt. In de filmindustrie (ik ken twee Braziliaanse films,
Sangre en Citade de deus en iets zegt mij dat hij daar niet aan heeft
meegewerkt), in marketing en nog iets. Hij nam er nooit vakantie,
omdat de weekends al zo'n fiesta waren. Hij is teruggekomen toen zijn
zoon van 14 dealde. Hij heeft hem toen geconfronteerd met een
drugsdealer die in de bak had gezeten. Ik zei iets over mijn twee
neven en 50 procent van mijn jeugdvrienden, maar dat hoorde hij niet.
Advies is eenrichtingsverkeer. Die zoon dealt niet meer. Toch geen
drugs. Wel huizen. Als makelaar. Geen slechte move, Vlamingen zijn
verslaafd aan bakstenen.
Waar dat blijft dat advies
eigenlijk?
Af te leiden van zijn stomende pretoogjes was het
ongeschreven advies: ga voor een snoepreisje naar Brazilië. Toch een
land dat in de top tien van meest wulpse landen staat, samen met
Polen en Griekenland (als een land ten onder gaat, slaan de hormonen
op hol. In kapotgeschoten Berlijn anno winter 1945 werd wat afgepoept
in de schuilkelders). Van een maat die er geweest is, Sasja, weet ik
dat ze daar tuk zijn op alles wat man is en er een beetje Duits
uitziet. Dat de vrouwen zich aan je opdringen. Dat is nog eens een
schrijfklimaat. Godverdomme, het beste advies bleef onuitgesproken:
ik moet naar Brazilië! Voor een latino kont als schrijftafel. Met natuurlijke houder voor mijn pen.
Mijn tekenaar en ik komen buiten.
Geen idee, ik vind het fijn om 'mijn' tekenaar te zeggen, hij mag dan
'mijn' schrijver zeggen. Dat doen alleen BV's, politici, missen,
tv-koks, teruggevonden ontvoerde kinderen, Samson, ex-wielrenners,
leden van het koningshuis en Bijbelse figuren hem na, met hun ghost writers. Mijn
tekenaar zegt: 'Ja, het was wel duidelijk dat jij eigenlijk meer
verstand hebt van marketing dan hij. En dan heb je je nog
ingehouden'.
Bon, merci voor je
levensgeschiedenis in een Braziliaanse nutshell, mijn adviseur. Ook
weer 'mijn', ik eis mensen nogal op. Ik ga terug aan de serieuze
Arbeit, met het uitschrijven van een belangwekkend en intellectueel
hoogcalorierijk interview. Ik noem de naam van de geïnterviewde
niet, want alleen mijn familie leest mijn blog en die kennen toch
geen Vlaamse intellectuelen en zelf ben ik toch een Belgische
intellectueel, dus die telt niet.
'Rant' van Chuck Palahniuk zat
vandaag in de bus, via Amazon. (per keer dat ik Amazon vernoem krijg
ik één cent krediet) En dit blogpostjen is ook een rant. En de
postbode bezorg ik nog wel tendinitis. Met de neoliberale logica van
N-VA: hoe harder ik het leven van mijn postbode maak, hoe meer hij
zijn best zal doen om zich om te scholen! Morgen strooi ik glas op de
stoep, ik denk aan de toekomst van mijn facteur. Want dat is
N-VA-logica: alle voordelen geven aan de rijken, in het belang van de
armen. Hoe meer de werkende mensen afzien, hoe beter dat voor hen is.
Mijn adviseur stemt niet voor N-VA,
te veel voeling met de 'à l'aise filosofie', die duikt tien dagen zwoel Rio in. Bedankt voor het advies en de
ellenlange vragenlijst die je me eigenlijk had moeten sturen VOOR
onze afspraak, zodat we wat dieper konden ingaan op mijn
kunstenaarsactiviteiten. Volgende keer dan maar. Jij met een gebruind
kleurtje en een lege zak. Ik nog steeds met bruine mondhoeken. Van de
choco. En platzak.
Treingesprekken, treinlectuur en mijn eigenste Roma-zigeuner
We zitten in dezelfde branche. Sava
heet hij. Mischien genoemd naar die rivier op de Balkan. Hij verkoopt
in de voormiddag de krant voor de SDF-en. Ja, in Brussel krijgen
zelfs de daklozen een Franse naam opgespeld, Sans Domicile Fixe.
Technisch gezien kan mijn Roma-zigeuner een SDF'er zijn, zonder dakloos
te zijn, want hij woont ergens in Brussel. Heeft kinderen. Nog te
jong om naar school te gaan. Die krant van hem kost twee euro. Er
staat niet veel in. Ze is tweetalig, met veel spelfouten. Volgens
Sava is het één kerel die het krantje helemaal zelf vol schrijft.
En behoorlijk wat verdient aan de totale verkoop.
Sava zelf verkoopt niet veel, maar
toch genoeg om te overleven. Hij loopt met die kranten naar mensen
toe alsof hij een ober is met een dienblad vol schuimend bier. Ik
koop de krant nooit. Ik schrijf al voor de krant. En ik krijg op de
trein al de gratis Metro. Maar ik schrijf voor een krant die Solidair
heet. Dus ik geef. Altijd wat kleingeld. En dan zeg ik 'ça va,
Sava?' en hij klaagt over de verkoop en zegt dat het moeilijk is. En
dan zeg ik dat het bij niet zo heel erg veel beter is. In de praktijk
natuurlijk wel, maar niet in mijn kop.
Mijn schoonzus zegt: 'Als je
daklozen geld geeft, dan help je ze om langer op straat te leven'. In
het boek dat ik lees op de trein, 'the spiritual laws of success',
zegt Deepak Chopra -die er toch echt een beetje uitziet als een
fluwelen oplichter- 'geven en krijgen zijn hetzelfde'. Als je niet
geeft, dan krijg je ook niet. En het werkt nog beter als je geeft met
een gevoel van ware gulheid. Die ware gulheid, die lukt nog niet zo
goed. Als ik in mijn zakken tast, is het soms toch nog altijd een
beetje alsof ik mezelf in 't zak zet. Maar ik werk er aan, ik lees
Deepak Chopra op de trein.
Als de Turkse vrouw die het ene
telefoontje na het andere pleegt, eerst naar de garage, dan naar een
immobiliënkantoor, haar badge van het werk vergeet , dan stuur ik
die op naar Securitas. Netjes zoals dat op de achterkant van de badge
staat. 'a post stamp will not be necessary'. Dat schreef ik op de
enveloppe waar de postzegel hoort, want je weet toch maar nooit dat
ze mij traceren en toch een postzegel eisen. Misschien wil bpost zich
wel wreken op mij voor al die stapels boeken van Amazon die ze hier
quasi dagelijks aanleveren. Mijn eigen post ligt hier trouwens stof
te verzamelen, maar zo'n gevonden badge stuur ik op. Wanneer volgt
mijn zaligverklaring, Deepak? Juist, ik moest geven in een staat van
geven, zonder iets terug te verwachten, dan pas werkt het echt, die
stroom van giving and receiving.
Heb ik niks gegeven: de vrouw die
mij uit mijn leesconcentratie haalde door de hele treinrit lang
non-stop met haar advocaat te bellen en de hele trein liet delen in
haar echtscheidingsperikelen. Bizar hoe mensen die telefoneren denken
dat ze plots een geluidsdichte, doorzichtige cocon genereren. Die
smartphonefunctie bestaat vast wel, maar ze is nog niet betaalbaar
voor mensen die 700 euro huur betalen en in een vechtscheiding
zitten. Haar ouders hadden vreemd genoeg de kant van haar ex gekozen,
maar daar had ze zich al bij neergelegd. De vrouw naast mij zat een
Bulgaars boek te lezen, want ik zag de zin: az sem toek wat wil
zeggen: ik ben hier. Vast een boodschap van mijn karma om mijn
situatie te aanvaarden en niet steeds naar andere opportuniteiten te
zoeken. De vrouw dan weer pal recht tegenover mij, versterkte dat
nog. Ze las 'the power of now', in het Nederlands, geschreven door
Eckhart Tolle. Nu ja, 'las', ze had het op schoot en tokkelde op haar
gsm. Ik hoopte stiekem dat ze dat boek zou vergeten. Waarschijnlijk
zou ik dat niet terugsturen, want ik wilde dat boek laatst nog kopen.
Zo'n gedachten zijn waarschijnlijk slecht voor mijn karma. Deepak,
wat denk je?
En het koppel schuin tegenover mij,
had het helemaal begrepen en las alleen elkaars ogen.
Gratis bij proclamatie van uw zoon of dochter: N-VA-propaganda
Als VOKA spreekt, spitst Bart De
Wever de oortjes. En dat mag geweten zijn. Voka is mijn echte
baas, als Voka niet tevreden is, ben ik niet tevreden, zegt hij op
10 augustus in volle onderhandeling met Di Rupo. Hoeveel mensen in de
volle zaal van het ICC (International Convention Centre) in Gent
wisten dat nog op vrijdag 28 oktober 2012? Een lichting Bachelors
studeert af en VOKA, het Vlaams Netwerk van Ondernemingen komt een
woordje 'placeren'. Solidair zat in de zaal en spitste ook de
oortjes.
Zo'n 300 mensen in de zaal. Kersverse
bachelors in chemie en agro -en biotechnologie met hun ouders. Geert
Moerman, gedelegeerd bestuurder van VOKA Oost-Vlaanderen klimpt op
het podium. Ik stel me voor dat als VOKA speecht, Bart De Wever, zich
in de stijl van Mr. Burns, de gewetenloze kapitalist uit The
Simpsons, in de pollen wrijft en denkt: excellent. Moerman steekt
van wel een opdeling van de maatschappij in drie groepen.
De budgetsector
De verdiensector
De ondernemers
De mensen die hier net afstuderen,
moeten nu de keuze maken. Waar horen ze bij? Als het echt niet anders
kan, moeten ze voor de budgetsector kiezen. Alle mensen die geen
winst genereren. 28,5 procent van de werkende mensen tussen 15 en 65
behoren daartoe. Dat rondt hij snel af tot 30 procent. Wat dan 1 op 3
wordt. En dat is niet goed. Want die zachte eieren kunnen hun ding
maar doen op kosten van groep twee: de verdiensector. Dat zijn die
mensen die toch een iets verstandigere keuze gemaakt hebben en 'in de
privé' werken. Maar het summum -zijn woord- is kiezen voor het
ondernemerschap. Ja, dat is de groep die innovatie brengt, die zorgt
voor winst waar die budgetsector op teert. Het zijn de ondernemers
die ervoor zorgen dat er in dit land zoveel ambtenaren, verplegend
personeel, onderwijzend personeel en meer van dat soort ballast dat
een loon trekt, rondloopt. Om nog te zwijgen van het grootste venijn
van allemaal: werklozen, 'mensen die niet willen werken', letterlijk
zijn definitie.
Er volgt ook nog een pleidooi om het
personeel van Ford Genk in geen geval op vijftig jaar met
brugpensioen te laten gaan. Geen idee waarom de kersverse bachelors
dit uitgerekend vandaag moeten horen, maar Moerman wordt emotioneel:
'Dat is een fout die men al veel te vaak gemaakt heeft in dit land.'
Geroezemoes in de zaal, maar het publiek houdt zich koest. Niemand
wil een rel tijdens de proclamatie van zoon- of dochterlief. VOKA
weet zijn momenten te kiezen. Moerman vindt het ook nog nodig om
vrouwen te kleineren. Hij zegt: 'moeders houden meestal de lippen
stijf op elkaar, het zijn meestal de vaders die hun zegje doen, maar
nu zondag moeten jullie moeder toch eens om haar mening vragen over
jullie drie zwakste punten, de belangrijkste sollicitatievraag die
jullie straks krijgen. Vrouwen zeggen niet vaak hun mening, maar als
je ze dwingt (!) hebben ze die wel, hoor'.
Mijn vriendin zegt nochtans zonder
dwang dat je gevaarlijke onzin uitkraamt. Van dat soort quatsch dat
je eind jaren '20 in bierkelders kon horen, niet zozeer bij
proclamaties. Je zei ook nog dat alle diploma's die niet direct op
een job uitgeven, 'lichtzinnige' diploma's zijn. Je pleitte voor het
optrekken van de pensioenleeftijd naar 67. Je hield een lofzang op
Duitsland, Heimat van het Duitse model, maar zonder één woord over
1-eurojobs. En je eindigde met een zeer rooskleurig 'gegeven'.
Binnenkort zouden er 500 000 werknemers te kort zijn op onze
arbeidsmarkt. Alle afgestudeerden zouden dus zeker aan de bak komen.
Maar het summum bleef toch het ondernemerschap. En mensen die daar
vandaag niet voor kozen, moesten ook niet jaloers zijn als ze later
zagen hoe een medestudent rijk was geworden. Rijk worden en
ondernemen is synoniem voor Moerman. Ja, natuurlijk, de loonkost
moest daarvoor wel omlaag. Het publiek ziet VOKA, maar hoort een
samenvatting van het N-VA programma. Applaus volgt. De ouders zien
hun kind al als rijke ondernemer. Dan moeten ze zelf wel tot 67
werken. Hopelijk niet als verpleegster, leerkracht, medewerker in een
stadsmuseum of zo'n andere budgetparasiet, God betert. Wat heeft een
ondernemer daar ooit aan? De bachelor in de biochemie naast mij trekt
aan mijn mouw en zegt: 'Maar wacht eens, die kerel verkoopt hier met
een gematigde toon eigenlijk heel extreme dingen!'
Inderdaad, een politiek discours dat
menszijn louter laat samenvallen met economische bedrijvigheid en een
enge definitie van 'winst' als enige waarde propageert, met
ondernemers als Goden op de Olympus, is gevaarlijk. Zeker als dat
politiek programma vrij podium krijgt op een feestelijke gelegenheid
als een diploma-uitreiking, bij monde van een gladgeschoren en
gekostumeerd en succesvol rolmodel. Ik voelde mij alleszins gerold.
De enige juiste spelling van Moermans summum van succes is suck-sess.
Gelukkig zijn er nog altijd ondernemers -Geert Moerman is niet eens
een ondernemer- die goed beseffen dat hun bedrijf niet kon bestaan in
een wereld zonder humane sector.
Ik schiet elke ochtend wakker met mijn
hart aan 140 per minuut. Ik droom onnozele dingen, die aanvoelen als
nachtmerries. Daarna blijft die angst de hele dag bij mij. Ik kan
niet zeggen dat het een verlammende angst is. Het is een angst die
opjaagt. Met angst bedoel ik: een groot gat van miserie dat mij
dreigt op te slokken. Echt concreet is die miserie niet. Geen angst
van in elkaar geklopt te worden, of een hersenbloeding te krijgen of
overreden te worden of zoiets. Nee, angst om niet genoeg te
presteren. Angst om arm te zijn. Angst om alleen te vallen. Angst om
een jaar of zestig te zijn en weduwenaar te zijn en seks op uw buik
kunnen schrijven en nog twintig jaar gewdongen celibatair uw dagen te
moeten slijten. Angst om een rotjob te moeten doen. Ik gebruik bewust
niet het woord kutjob, want daar kan ik mij nog iets plezants bij
voorstellen.
Kunt ge daar dan niks aan doen?,
vraagt een vriend. Als in: angstremmers slikken. Van die angstremmers
krijg je dorst als een kameel op de planeet mars, je krijgt er tieten
van en je doet niet veel meer. Ik heb ooit eens zes weken een
anxyioliticum genomen. Mijn 'crazy pills' zoals een bevriend
neuroloog die zijn vak graag relativeert ze noemde. Ik heb heel die
periode geen pagina geschreven. Nochtans had de voorschrijvende arts
mij verzekerd: 'Je zal zeker nog kunnen schrijven'.
Medicatie is geen optie. Koreaanse
gingseng slik ik wel. Schijnt mensen te stabiliseren (of er een
verschil is tussen Noord-Koreaanse of Zuid-Koreaanse ginseng is
politiek een destabiliserend gedachtenexperiment, ja, sorry, ge moogt
er al eens insiders in steken he). Volgens de apotheker kweek je met
ginseng gewoon meer rode bloedcellen. Meer zuurstof, meer uithouding,
meer concentratie, meer libido. Maar geen natuurlijke angstremmer. Ik
slik ook geconcentreerd sap van bloemknoppen. Ik herhaal: ik slik het
geconcentreerd sap van bloemknoppen. Om maar te zeggen: angst is een
slechte motivator.
Die angst van te weinig te doen,
resulteert in mijn ja zeggen op veel te veel projecten die mensen mij
voorstellen. Allerlei schrijfprojecten. Te veel om op te noemen. Wat
de angst van te weinig doen niet wegneemt, maar juist nog
vermeerdert. Ik steek het op mijn afkomst. De kleine uit een
arbeidersgezin die zich naar boven gewroet heeft, ondanks dialect in
zijn spraak, de gebocheldheid van de zelfvertrouwenloze, het hiaat
in mijn kennis van de etiquette van de nieuwe beau monde, om nog te
zwijgen van een soort wrange humor dat niet thuishoort in
intellectuele kringen of toch wat daar voor doet moet gaan.
Alleen als ik schrijf en in de hoofden
van personages zit, heb ik geen angst. Of als ik op een stresserend
event loop waar ik moet presteren. Vlak ervoor gaat mijn bloeddruk
wel een paar keer in orbit rond de zon, maar tijdens, als ik er moet
staan, schakel ik toch over op automatische piloot en steek ik dingen
uit, en peins ik: is dat die kleine uit dat vervallen huis op de
Leuvenstraat dat als achtjarige bij de directrice moest voor zijn
platte cafépraat? Nee, ze zei dat het nog veel erger was dan
cafépraat, wat ik uit mijn botten sloeg.
Wat ik als kind had aan zelfvertrouwen,
omdat een arbeiderskind meer grotemensenklap hoort, en meer weet van
de wereld dan zijn voor de werkelijkheid afschermde
leeftijdsgenootjes van bediendenouders -de rancune leeft nog-, ben ik
weer kwijt geraakt, toen in de wereld van de schone jobkes, een
vlekkeloze uitspraak van het Algemeen Nederlands veel belangrijker
was dan algemene kennis of culturele bagage. Zo blijft ge als kleine
van arbeiders toch altijd met één been in twee kampen staan. En ge
zoudt kunnen zeggen, ja, maar, volg dan logopedielessen en praat
schoon Vlaams, ambetanterik. Als 't niet zou voelen als spuwen in
't gezicht van mijn familie, zou 'k 't misschien doen. 't is al erg
genoeg dat ik schrijf in 't schoon Vlaams, ik ga er mijn tong niet
mee bevuilen. Voor ge 't weet, bef ik er slechter door.
Angst. 's Avonds heb ik er zo geen last
van, een beetje maar. Sebiet, als ik wakker schiet, dan weer wel. En
ik moet niet beweend worden, er valt mee te leven. Groene thee
schijnt te helpen. Ik drink er elke dag twee liter van in een
'supersize' tas, voor vier euro gevonden in den Blokker. En
inderdaad, het werkt. Als ik weer eens wreed dringend moet pissen, heb
ik toch twee minuten geen schrik.
My own private Sleepy Hollow: Halloween met mijn tante
Uiterlijke vertoningen en innerlijk
vallen toch echt grotendeels samen. Slepende voeten. Een zombieblik.
Bijna alle driften, tenzij de drang naar eten en nicotine, onderdrukt
door chemicaliën, die niet genezen, maar de symptomen van de ziekte
lam leggen. En haar ook neerhalen.
Een vreemd ritme van slapen gaan om 20u
en opstaan om 3u10 's nachts. Om half vier haalt ze mij slaande
deuren uit mijn nachtmerries, en schiet ik wakker met het
galopperende hart van een wielrenner die zonder doping het peleton
probeert bij te houden.
Om zes uur 's ochtends vertrekt ze naar
haar werk,nuttige bezigheidstherapie, waar ze de strijk doet van de
mensen in de omgeving. Het kan nog niet zo gigantisch slecht gaan, we
dragen tenminste toch nog een beetje zorg voor de zwakkeren in onze
samenleving. Laat ons zo'n verworvenheden met hand en tand
verdedigen. Want als die bezigheidstherapie niet bestond, weet ik
echt niet wat we met haar zouden moeten aanvangen. En zonder
medicatie staat ze binnen de kortste keren weer te praten met engelen
en andere fictieve wezens die haar vragen om zelfmoord te plegen. En
die engelen snappen ook hun werk niet, want ze heeft drie keer
geprobeerd.
Ze sleept dus met de voeten, pantoffels
die een schuivend, krassend geluid maken op de vloer. Elke veeg rijt
mijn brein uiteen. Een jonge mens heeft toch een lage
ergernisdrempel. Ze praat tegen de hond. Geen symptoom van haar
ziekte, want alle buurtbewoners vinden het nodig om ellenlange
monologen af te steken tegen dat beest, dat maar twee dingen wil:
eten en wandelen en op geen enkel ander woord reageert, ook zijn naam
niet, buiten eten en wandelen.
Ze loopt rond, mijn tante, niet de
hond, in een pyjama. Voorovergebogen zoals alleen schoolkinderen van
tien met een gevulde boekentas dat kunnen. Ze gaat van de sofa en
haar breiwerk ze breit aan een snoeihard tempo van één trui of
sjaal per week- naar de koer om te roken en van de koer terug naar de
sofa. En passant, graait ze iets mee uit de keuken. Meestal
zoetigheid. Die stopt ze weg in haar mouw. Dingen wegsteken is,
geloof ik, belangrijk voor het bewaren van een notie eigenheid, ze
voelt zich al genoeg gecontroleerd, dus snoept ze in 't geheim. Ze
liegt er ook op los. Onschuldige dingen. Meestal over dingen ze
beweert niet gegeten te hebben, maar natuurlijk wel gegeten heeft.
Ze is zeer defensief. Heeft nooit
ergens schuld aan en zal de grootste kleinigheden op een ander
steken. Op kritiek reageert ze verbaal erg agressief. Haar
woordenschat is vrij beperkt, maar als ze kon, zou ze mij op tijd en
stond zeer virtuoos uitmaken voor rotte vis.
Ook is ze er snel van overtuigd dat
anderen meer voordeel hebben dan zij. Een koekje meer, een portie
soep die groter is, meer dessert, een lekkerder drankje, een betere
stoel. Ze voelt zich vaak tekort gedaan. Ze is het middelste kind van
vijf opeenvolgende dochters. Misschien ligt dat gevoel van benadeling
dus eerder daar aan dan aan haar ziekte. Verder is ze heel lief, als
je haar maar laat breien, snoepen, slapen, roken. En haar in alle
rust uren tijd laat maken om haar te wassen, op persoonlijke hygiëne
is ze zeer gesteld.
Ze kan er niks aan doen, maar er hangt
een kerkhofsfeer in huis. Alsof 'The fall of the house of Usher' van
Poe hier wordt gespeeld. Alleen hebben we haar nooit levend begraven,
dat doet ze zelf. Het is grijs buiten en kil en nog Allerheiligen
ook. Een woestijn van de geest. De lucht in Erembodegem verstikt de
ziel. De blik van de mensen vermoordt hoop. En in het kraantjeswater
zit geen anarchie zoals een lokaal politicus graag beweert, maar
laudanum. En de enige fontein der vergetelheid is een Schots café
-tenminste de eigenaar is een Schot- een echt schot in de roos, hier
in Erembodegem, die verlatenheid van de Schotse Highlands, die heb je
hier ook, maar dan zonder de troostende, hoopgevende vergezichten. En
zo speelt op een zondagavond in Erembodegem wel tien keer na elkaar,
het volgende liedje, dat toch de kernconclusie samenvat. 'We 've got
to get out of this place',
terwijl mijn andere tantes foto's van mannenkonten in de vorm van
pompoenen op Facebook gooien.
Een bescheiden succesverhaal dat begon met veel Guinness
Met drankverhalen uitpakken is het
kenmerk van de amateurschrijvelaar, maar het is waar, onze
stripfiguur, Herman Verkrijt, zou er helemaal anders uitzien als
Dieter Walckiers en ikzelve die ene keer niet hadden vergaderd in een
Irish Pub.
We bedachten er wat de Guinness formule
is gaan heten. Een receptenlijst voor wat een goeie grap moet hebben.
In geen enkele handleiding voor comedians of sketch writers iets
beter gevonden. Die boeken zoomden altijd maar in op 1 of 2 aspecten
van die formule.
Nu, we zijn heel trots op die formule,
en we toetsen er al onze gags aan. En als Verkrijt niet altijd
grappig is, ligt het niet aan de formule. Het blijft gewoon een grote
uitdaging om die formule echt goed toe te passen. Ook is Verkrijt
ook al op basis van de Guinness formule eigenlijk niet ideaal
voor gags. Al zeker niet voor een breed publiek. We schakelen dan ook
over op een vertelverhaal en stappen af van korte gags. Laaiend positieve
reacties op die gags kwamen soms tot mijn eigen grote verbazing. Zelf
vond ik vooral de afleveringen met heel veel dialoog goed. Maar daar
kregen we dan weer de kritiek dat er te veel tekst bij stond. Mijn
favoriet uit de 100 gags staat hier.
Waarom een bescheiden succes? Sja, bij
een grote uitgever moeten we er niet mee aankloppen. Alleen kleine
uitgeverijen zijn geïnteresseerd en dan zijn we slechter af dan
wanneer we alles zelf doen. Opvallend bij Verkrijt zijn al de
vertalingen. Verkrijt is ondertussen vertaald in het Engels, Pools,
Frans, Slowaaks en gisteren zijn de studenten van de Neerlandistiek
onder leiding van Bojana Budimir begonnen aan de Servische vertaling. Dat al
die talen nog niet van aflevering 1 tot 100 online te lezen zijn,
ligt uitsluitend aan ons en zeker niet aan onze vertalers. Hongaars
is ook in de maak.
Daarom danken wij graag de Poolse
Neerlandistiek en in het bijzonder Kasia Wiercińska, de Hongaarse
Neerlandistiek, en in het bijzonder Gert Loosen, en de Slowaakse
Neerlandistiek, in het bijzonder Zuzana Pitova
en Adam Boch, de Servische Neerlandistiek, en in het bijzonder Bojana Budimir, en last,
but not least, Olivier Noël voor de Franse vertaling!
Toen we aan Verkrijt begonnen hadden we
nooit durven dromen dat de online avonturen van deze foute leerkracht
al na een jaar zoveel vertalingen zou krijgen.
Als we Verkrijt kunnen binnenloodsen
bij een grote uitgeverij, ware dat de kers op de taart, maar het is
sowieso een dol Verkrijtjaar geweest. In de bibliotheek van Gent zitten nog steeds bladwijzers van Verkrijt in een belachelijk groot aantal boeken, tot ergernis helaas, van het afkeurende, maar altijd beleefde personeel
De eerste aflevering van het lange,
doorlopende verhaal van Verkrijt verschijnt in de loop van de
volgende weken. 312 prentjes leesplezier zitten in de pijplijn.
En nooit vergeten: buiten de lijntjes kleuren, opent deuren.
Het schijnt allemaal naar de kloten te
gaan. In de VS dalen de belastingen voor rijken spectaculair, en dat
al jaren. Een maat stuurt mij een grafiekje door, revolterend.
In Het Laatste Nieuws: een hele pagina
voor een harde werker die elke job aanneemt, volgde VDAB-opleiding,
maar hij wordt te oud. Hij kan geen auto betalen, en bij
sollicitaties maakt hij dus geen kans meer. Alleenstaande vader. Twee
kinderen. Straks krimpt zijn uitkering nog wat verder.
Maar Unizo vindt dat het allemaal niet
ver genoeg gaat. Die uitkeringen moeten beperkt worden in de tijd.
Want vlak voor een werkloze parasiet zonder uitkering valt, DAN vindt
hij plots toch wel werk, hoor. Waar is al dat werk dan? Ik ken
vijftigplussers die nog elke dag de site van de VDAB afzoeken, maar
noppes. Bij de VDAB wil een medewerker wel eens heel eerlijk zeggen:
'sorry, maar het heeft geen zin, op uw leeftijd neemt niemand u nog
aan'.
Op de trein: kerel naast mij belt met
zijn vriendin (waarom de hele trein dat moest horen is weer iets
anders). Hij is voor het eerst werkloos gevallen. Hij komt net van de
hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen. Hij schaamt zich dood.
'En
onderaan het formulier stond: 'handtekening werkloze', zo
deprimerend! En het is verdomme de eerste keer dat ik werkloos ben!
En het gaat vier tot zes weken duren voor ik iets ontvang'.
Nu ja, Unizo zegt vast: 'die blijter
had nog wel geld om zijn vriendin te bellen!'
Een vriendin mailt mij: 'mijn dochter
die al van haar acht jaar kranten verslindt, maakt zich grote zorgen
of ze nog wel ooit werk vindt, ze weet totaal niet wat ze moet gaan
studeren'
Het antwoord daarop is natuurlijk:
EENDER WELK universitair of hogeschooldiploma is goed OP VOORWAARDE
dat je kunt netwerken en jezelf kunt verkopen. Je loon is toch
meestal een kleine rekensom. Zelfvertrouwen maal sociale achtergrond
maal EEN (of twee of drie) diploma. En aangezien dat zelfvertrouwen
nogal vaak samenhangt met de sociale achtergrond waar je op groeit,
zullen we maar zeggen: sociale achtergrond maal diploma. Niet dat er
geen rijkeluiskindjes met een diploma van de Sorbonne hondsdepressief
verslaafd zijn aan het betere merk hoestsiroop, maar toch.
Maar er is ook goed nieuws: ik heb een
wonderschone vrouw. En politiek interesseert haar niet. Naast haar in
bed, kan je toch nooit geloven dat er buiten een crisis de mensen ook
al uitkleedt, maar dan zonder gewillige toestemming.
Mijn schrijfpartner -nu ja, partner, we
hebben één boek samen geschreven in een verleden dat al zeer ver en
schimmig lijkt- heeft via crowd funding een uitgever versierd. 150
Hollanders hebben geïnvesteerd in zijn boekproject en zo is een
uitgever eindelijk gerust dat hij hier geen financiële kater aan
overhoudt. Felicitaties aan mijn collega en vriend (hoewel wij elkaar
minder dan twee keer per jaar zien gemiddeld), ik weet als geen ander
hoe godverdoms moeilijk het is om een boek uitgegeven te krijgen.
Zelfs al schrijft men zich te pletter en moet men al jaren horen:
'zeg, gij moet een boek schrijven' Voor wie niet schrijft, lijkt
uitgegeven raken poepsimpel. Niet verwonderlijk want elke bekende
snoet, of het nu een bekende wielrenner of een bekende
tienerzwangerschap is, allemaal mogen ze een boekje placeren bij een
uitgever. Sja, zelf waag ik mij nog niet aan crowdfunding, ik ben
jonger en altijd al naiëver geweest dan hem. Ik zet eerst liever nog
één klassiek inzendoffensief in met het helpende handje van een
literair agent. Wordt moeilijk op een oververzadigde boekenmarkt. Er
is niet alleen in de auto-industrie een overproductiecrisis en een
kermend probleem van overcapaciteit. Elke Vlaming die al een boek in
huis heeft, is niet snel geneigd om er nog een tweede aan te kopen,
waarom zou hij. Twee auto's, ok, maar twee boeken? Why the hell for?
Mijn artistieke partner, Dieter
Walkciers, de innovativiteit zelve, blijft niet bij de pakken zitten.
Samen geven wij onszelf uit. Verkrijt, tweede oplage, 120 stuks,
straks besteld via publish on demand, in bulk om de kosten te
drukken. En zo blijven wij leren. Net nog drie boeken uitgelezen:
-the war of art
-turning pro
-do the work
allemaal van dezelfde auteur, Steven
Pressfield, een gewezen US marine, die kunst scheppen aanvat met
militaire discipline en -letterlijk- doodsverachting. Veel aan gehad
aan deze drie slanke, lean and mean, boekjes. Het geeft troost, het
literaire bedrijf zien als een strijd op leven en dood, want dat is
het ook.
Are you willing to bleed for it?,
vraagt Pressfield in 'do the work'.
Bleed I must and bleed I shall, tot dan
eindelijk een boekwerk van mijntenwege in de boekhandels ligt via een
reguliere uitgever. Erg rationeel is het allemaal niet, daarom noemt
men het ook een droom en dan nog de meest potente van allemaal: een
jongensdroom.
Bon, ik ga nog wat bleeden. En nog eens
proficiat, Dominique Biebau, aka Macca.
De verjaardag van een ex en van Gael
Garcia Bernal, een idool van die ex. Geen geval van nostalgie. Wel
een minieme dosis nostalgie bij het herbekijken van het eerste
seizoen van North and South. De licht geromantiseerde serie over de
Amerikaanse Burgeroorlog. Het eerste seizoen gaat eigenlijk meer over
tegenstelling tussen Noord en Zuid en de oorlog met Mexico. Net nog
een artikel geschreven over de vele nepredenen van Amerika om oorlog
te voeren. De oorlog met Mexico was zo'n lepe aanvalsoorlog, zogezegd
om de agressie van Mexico in een grensincident te straffen.
Ook dichter bij huis en in het nu veel
lepe politiek. Ex-VB'er Karim van Overmeire gaat hier in mijn
eigenste ajuinenstad schepen van Vlaamse aangelegenheden worden.
Leeuwtjes kliederen op de straatnaamborden en grote kuis houden in de
anderstalige boeken van de bib. Een proletarisch schrijverken gelijk
ik moet de goeie kanten aan alles zien. Ik lees betrekkelijk weinig
in het Frans, en lees graag in het Duits. De sectie Frans zal
wellicht het Bart De Wever dieet volgen, om communicerende vaten te
vormen met de sectie Duits.
Ik hoop dat ze dan 'Der Fisch beginnt
am Kopf zu stinken' aankopen. Duits gezegde om te zeggen dat het rot
in 't systeem komt als de top rot is. Dan kunnen we in 't Duits lezen
waar die donkerbruine pest in de leiding van een land traditioneel
toe leidt.
Ik ga nog wat verder kijken naar North
and South. Meer dan 600 000 dooien in die Amerikaanse burgeroorlog.
Ook dankzij klootzakken die zo graag een strikt hiërarische
maatschappij in stand wilden houden.
Ik heb ook zeer luidruchtig Fransche
buren ier schiejf rechtoever, daar ben ik dan straks van verlost.
Kielhalen in Dender en dan den trein op terug naar Brussel. In vierde
klasse. Want met NVA aan de macht gaan we natuurlijk niet genoeg
hebben aan de deling eerste en tweede klasse in onze ijzeren paarden.
Zeepbellen, individualisme, UFO's, Judas Iskariot, rommelmarkten en mijn vader
Vannacht een nachtmerrie gehad.
Mijn vader en ik hadden een UFO gestolen. Hoe dat precies gekomen
was, herinner ik mij niet.
Mijn vader stuurde en ik zat beneden. De UFO was achteraf bekeken een
Duplex Studio, met een kleine bovenverdieping waar de stuurkamer was.
Claustrofobisch klein met een moeilijk trap die er naar toe leidde.
Ik voelde mij niet echt nuttig, terwijl mijn vader aan 't sturen was,
dus ruimde ik beneden wat op en bracht ik hem iets om te drinken.
Hij zei dat de politie achter ons zat, omdat we zogezegd een ongeval
hadden veroorzaakt. Wat niet het geval was.
In de lucht hingen zeepbellen met mensen in, die zeer gelaten en
vreemd vrolijk waren alsof ze high waren, niet alleen high in de sky,
maar ook gewoon high.
Als we ze om hulp vroegen, konden ze enkel over zichzelf of over hun
hobbies spreken. Eentje volgde lessen om te leren zwemmen.
Uiteindelijk bleek dat Judas (ja, de Bijbelse Judas) al die mensen in
die zeepbellen had gehangen, om in hun hersenen te kunnen lezen. Hun
hersenen had hij aangesloten op een computer. Hij wilde al die
gecombineerde hersenen gebruiken voor zijn eigen plannen.
Toen stopte de droom.
Ik ben niet voor Freudiaanse analyse van dromen, maar hier zit toch
wat in:
-Mijn vader stuurt en we zijn op de vlucht, ik kan niks doen: ik
herinner mij dat ik op mijn 5 jaar al zat te wenen achter de zetel
toen mijn vader met de nachtploeg naar zijn werk trok. Hij kwam thuis
en hij zei gebroken in lichaam en geest: Dat ne mens nu toch niks
anders kan doen. Dat met die Ufo is het gevoel van machteloosheid
waar ik mee ben opgegroeid. Het systeem dat ongestoord mijn vader kon
vermoorden. Vandaar ook dat het in die UFO zo claustrofobisch was en
dat mijn vader niet wist waarheen hij moest vliegen.
-mijn vader heeft vlak voor zijn dood een ongeval gehad. Zijn hart
was kort stil gevallen en hij is tegen een stilstaande auto gereden.
De politie beschuldigde hem van vluchtmisdrijf, totaal niet
beseffende dat ze iemand die net een hartaanval had gehad, verweten.
Again, het systeem vermoordt mijn vader
-die Judas is zowel een projectie van het systeem, het grootkapitaal
als van mijn eigen ik. Het grootkapitaal dat ons individualisme
uitspeelt (elk in onze zeepbel) om zichzelf te verrijken. Tegelijk
ben ik zelf die Judas, die zich in dat systeem bevindt en de reflex
heeft om het systeem zoveel mogelijk te misbruiken met de redenering:
als je het systeem niet misbruikt, misbruikt het systeem jou
-die zeepbellen zijn symbool voor de IK-maatschappij, waarbij
iedereen vast zit in zijn eigen grillen, wensen en ego, maar die
ego's zijn zeer broos, 't zijn zeepbellen. (voor wie mij niet
gelooft: lees De chaos van het neo-liberalisme van Paul Verhaeghe)
Ik ben deze keer niet jankend wakker geworden, dus zo'n vreselijke
nachtmerrie was het niet. Met mijn vader in een UFO zitten,
herinnerde mij aan al die keren dat we zonder goed de weg te weten
naar rommelmarkten reden. Hij om vinylplaten te zoeken en ik om
engelstalige romans vanonder stof te halen voor 25 cent.
...gaan
kakken en een collega direct na u naar 't wc zien gaan. Ge wilt hem
nog tegenhouden, maar dat zou ook maar raar zijn. Dus ge wast snel uw
handen en ge maakt u snel uit de voeten. De eerstvolgende keer dat je
iets tegen die collega moet zeggen, vraagt er een stem in uw hoofd:
Die gast is nu aan 't denken hoe hard uw kak stinkt.
Och,
ge moet maar denken, zolang ge nog schaamte kent, is er nog hoop voor
uw persoonlijkheid.
Leven
is ook...
beseffen
dat je wat de belangrijkste persoon in uw leven moet zijn: uw lief of
uw echtgenoot(e) veel minder uren op een dag ziet, dan die collega's.
Vandaar ook waarschijnlijk dat mijn lief nog nooit naar 't wc is
geweest vlak nadat ik gekakt heb. Misschien zijn we daarom nog samen.
Alleszins, 't is vreemd om beseffen: we spenderen meer tijd op het
werk dan bij ons vrouw.
Leven
is ook...
u
werkelijk dood ergeren aan een luide buurman op de trein
en
door het boek dat je aan het lezen zijt, beseffen dat je u ergert,
omdat
ge
uzelf herkent in dat
ram-ik-u-nu-door-de-ruit-of-wacht-ik-tot-den-trein-stopt ventje dat
niet kon zwijgen over het grote project dat hij zou organiseren en
hoe hij het ZOU aanpakken als hij voorzitter was van jeugdraad Aalst
en hoe hij zou ZOU ZOU ZOU
ZOUT
toch op man
maar
meer daar over, later, als 't boekske uit is, want de NMBS is wel
elke dag zo vriendelijk om mijn reistijd aanzienlijk te verlengen,
de
vertragingen zijn nog niet van dien aard, dat ik in een heen en
terugske Brussel een boek kan uitlezen.
Dat tussen haken, moest ik er weer
aanplakken. 34 is net 15 (titels moet je cursief zetten als je bij
een krant werkt, n.v.d.r.) is
een dicbtbundel.
Dat
komt hier even zelden binnen als vrolijke mensen.
Bij de
meeste dichtbundels (eigenlijk allemaal, behalve deze) voel ik nog
voor het openslaan al plaatsvervangende schaamte en meestal is het
altijd nog erger dan dat voorgevoel.
Niet
zo, bij deze bundel. Biebau die zegt gewoon waar het op staat.
't is
wreed om in leven te zijn.
Als
man herinnert ge u toch vooral dat je ooit door een smalle tunnel
moest spartelen in competitie met een miljoen anderen. En maar geven,
en maar staartenwerk doen, want ellenbogen had ge nog niet. En ge had
het kunnen weten stommerik, er waren 999.999 winnaars en maar ene
loser. Ge hebt u laten vangen en nu loopt ge hier rond, nu moet ge
wel.
Dominique
die maakt er het beste van. En om zichzelf terug te vinden, loop hij
nog altijd in tunnels, als ge bospaden zo moogt beschouwen.
En wat
passeert er zo al: kinderen die ge de wereld moet tonen, maar die
veel eerder u de wereld tonen, de vrouw die ge wilt gelukkig maken,
en die ge vriendelijk vraagt om uw kop te vullen met haar gedachten,
want voor uw eigen gedachten zijt ge te (levens)moe, 't is schoon om
met iemand te zijn die wel talent heeft voor geluk en 't is schoon om
daar aan bij te dragen, als ge dan toch nauwelijks uzelf kunt redden.
Bij
mij is levensmoeheid: ook dood willen als ge gelukkig zijt. Want als
ge de zin van het leven niet ziet, zou het onnozel zijn om te doen
alsof ge die wel ziet als ge dan eens geluk ervaart.
En
eigenlijk ervaar ik nog redelijk vaak geluk. Zo wat als fuck you voor
die rare kronkel van de natuur die mij een denkende geest gelapt
heeft, met irritante gedachten die nooit stoppen, ja, doe ik graag,
tegendraads zijn, als ik dan toch moet leven, dan liever averechts.
Averechts is hier in dees klimaat vooral links, hoe linkser hoe
averechtser eigenlijk. Het schone aan het leven is: het stopt ooit
vanzelf.
Dat is
punk voor mij: eigenwijs leven als fuck you, omdat het moet.
34 is net 15
is een punkbundel.
Een die ik zonder schaamte of schuldgevoelens kan aanraden.
Het volgende moest dus in 't Russisch in de volgende videoclip van een obscure band bij de naam Deus (ik ken alleen Roses en wens het daar bij te houden, een band die Mauro Pawlowski in huis heeft, maar hem niet laat zingen, heeft een CEO nodig die slasht in de loonkost door Tom Barman buiten te sjotten en dat zeg ik niet omdat Deus mij niet wilde betalen, het lag helemaal niet aan Deus, maar aan het productiehuis van de videoclip- hoe richt ge eigenlijk zo'n productiehuis op, want dat interesseert mij ook wel) anyway:
" Hello everybody. That was The John Birdsong Quartet....next up are a cool outfit from Cyprus called dEUS, they're not really jazz, well they're not jazz by any stretch of imagination, but er.., what the hell....here they are with a neet
little number called Quattre Mains. Please don't stir the ice in your
glasses too loud because it will kill concentration...
oh, and don't applaude for the solo's either...if they have any, that is...hahaha..well here they are!"
Ze hadden mij dus niet als vertaler nodig, maar als ghostwriter, want dees trekt toch echt op niks. Sjans dat alles in 't Russisch ofwel klinkt als een snoeiharde rondleiding door de Tuin der Lusten van Bosch (dan wel uitsluitend uitgevoerd met Slavische schoonheden) of als een aanval van 3000 tanks ondersteund door dubbel zoveel Katsjoesja raketten in de krakende sneeuw.
Dus, als ik nog eens een bandlid van Deus tegenkom, in Antwerpen, om 2u30 in de Petrol, en die vraagt, nadat hij mij vruchteloos drie keer vodka aanbiedt (ge moet maar stoppen met alkool drinken om constant getrakteerd te worden) wat vind gij de schoonste vrouwen ter wereld, dan zeg ik niet meer Slavische, dan zegt hij ook niet: 'Russisch? Ah ja, speciaal taalke. Heel speciaal taalke. Ja, jong, en die wijven zijn echt heet. Dat is misschien met dat het ginder altijd zo koud is he, die compenseren dat. Zo wil k er n paar in onze volgende videoclip'
Waarom ze dan niet van de eerste keer echte Russinnen gepakt hebben, is mij niet echt duidelijk. Waarschijnlijk zijn die niet zo stom en willen die niet gratis in een videoclip.
Een Russische vrouw is gelijk de duurste auto ter wereld, 't rijdt gelijk nen droom, maar ge moet er wel oliemagnaat voor zijn.
Dan liever een Slowaakse vrouw, een tempel van goddelijke vrouwelijkheid, maar ge komt er alleen in als ge nederig uw eigen nietigheid durft confronteren. Als ge de schoonheid van een simpele sleutelboom kunt appreciëren, slaagt ge heel misschien voor haar toelatingsexamen. In Slowakije tappen vrouwen wijsheid uit de berglucht, waar de ijle resten hangen van alle wijze dingen die ooit zijn uitgesproken. En mijn vrouw hopt van berg naar berg met benen van een fotomodel dat durft eten (zelfde vorm maar met spieren) Het klimmen naar de top zit tot in haar sterrenbeeld, steenbok. Een vrouw die zichzelf nooit Bohyna noemt, zoals Deus dat wel doet, maar 't ontegensprekelijk is.
In uw leven gebeurt niet meer of minder als het mijne, alleen ik ben zo stom om het op op een blog te zetten
Het
is niet meer van deze tijd. Een stream of conciousness. De mensen
hebben geen tijd meer om te lezen. De mensen hebben voor niks nog
tijd. Als ze niet de hele tijd zouden klagen dat ze geen tijd hadden
en lange opsommingen zouden geven van wat ze allemaal moeten doen,
zouden ze al direct veel meer tijd hebben. Mensen die voor niks tijd
hebben, zijn meestal mensen die een job hebben die ze niet graag
doen. Ik zuiver die meestal uit mijn leven. Ik hou niet van mensen
die hun job tegen hun goesting doen. Als ik zombies wil zien, ga ik
wel naar 't kerkhof rond Halloween, dat is spannender dan de de
piekuurtrein- veewagon voor vee dat niet te vreten, noch te pruimen
valt- van 17u27, maar wel veiliger.
Punk
is freedom en dat moet bloggen ook zijn. Het is sowieso tijdverlies,
want de mensen lezen dus niet, tenzij ik hier twee uur bezig ben het
inlassen van YouTube links, pakkende citaten, trucs met VET en
onderlijningen of Italic
gedoe.
En dan nog.
Maar
dat stoort mij niet. En het klopt eigenlijk ook niet. Misschien hoop
ik alleen dat niemand dat hier leest. Vandaag in mijn mailbox:
Waarom
een treincontroleur of andere ambetante nobody's dood slaan? net
gelezen en er veel plezier aan beleefd J
Je
schrijft beregoed en het leest lekker.
Ken
je Nacht van de boze dichters?
Reacties
op blogposts zijn als vrouwelijke orgasmes, ze komen als ge ze al
lang niet meer verwacht of mogelijk acht.
Ik
ken die Nacht van de boze dichters niet. Ik ken ook geen boze
dichters. Didi De Paris schijnt niet helemaal vrolijk te zijn. De
enige boze dichter die ik ken, is Dominique Biebau. Maar dat is er
ene, enkelvoud. Dominique Biebau is ook de enige echt authentieke
dichter die ik ken. Ik ken nog wel authentieke mensen die gedichten
schrijven, maar ja, die zijn dan helaas authentiek talentloos. Dat
gebeurt.
'Waar
blijven jullie het halen?', vroeg iemand mij op FB.
'Onze
inspiratie is zoetzuur. Het zoet vinden we tussen de benen van ons
lief en het zuur krijgen we als we naar de wereld kijken'.
Veel
meer moet ge er echt niet achter zoeken.
Om
geïnspireerd te zijn, moet ge de magie die rond inspiratie hangt
allereerst in de vuilbak smijten. 't is een jobke gelijk n ander. Ge
rommelt wat in uw kop en ge plakt wat ideeën aan elkaar en als ge
dat niet te clichématig doet, komt ge misschien met iets goed.
Vooral als ge 't doet voor uw eigen plezier, en niet om te scoren.
Willen
scoren levert nooit wat anders op dan publieke afgang en slechte seks
(vooral voor de vrouw dan)
Ja,
aan de basis van de meeste vrouwenproblemen ligt een man. Meestal in
de zetel voor tv.
Ik
ga nu beter verder in een nieuwe blogpost, want de moderne lezer (waarvan
deze blog er blijkbaar meer van heeft dan gedacht) kan zo'n lang
tekstblok niet aan. De moderne lezer heeft het druk. Druk met druk
doen.
Ik
ga mij eerst 20 keer opdrukken. Vooral omdat we sinds de crisis geen
verwarming meer kunnen of durven betalen.
Om
ons te verwarmen hebben we de kachel vervangen door een hometrainer.
Als ik kou krijg, kruip ik daar op en lees ik daar boeken en schrijf
ik daar brieven aan mijn lief, die ondertussen honderden brieven
mogen ze postuum gerust publiceren, al was het maar om aliens te
stimuleren met een onderzoek naar menselijke emoties. Graag zien,
moeten ze er toch kunnen afleiden. En hoe een volledig zuivere vrouw
en een volledig rotte man (soortement man, allez) een wonderlijk
productieve symbiose kunnen vormen.
Slaapdronkenheid
maakt mij lyrisch. De enige zatheid die nog lukt, na de dood van
alkool, 1 februari 2012.
In
mijn dorp moet je beginnen drinken, zo rond uw vier jaar, voor zover
ik mij herrinner, maar ge moet ook op tijd kunnen stoppen, als ge uit
pure tegendraadsheid wilt kunnen aantonen dat er meer in 't leven is,
dan elke dag met veel alkool de somberte in uw hart marineren.
Aalst,
als een mens geen klein beetje geloof had in de vooruitgang, zou je
er aan verknocht raken. Als uit les Fleus du Mal van Beaudelaire een
stad kon springen, zou het Aalst zijn.
Maar
Aalst springt niet, zij zwezjelt (= strompelt), wie hier gezond oud
wordt, is genen echten. In mijn dorp leeft men het leven, alsof de
vier ruiters van de apocalyps in aantocht zijn, maar we willen ze te
slim af zijn en zelf de boel plat branden, met een schuimende pint in
de linkerhand en een vlammenwerper in de rechter.
Live
fast, die young.
Morgenvroeg
vier syndicalisten gaan interviewen.
Met
genoeg wallen onder mijn ogen om mijn domiciliëring in Aalst op mijn
gezicht te plakken.
Sinds ik bij een gazet werk zit mijn wijsvinger vaker aan de delete space dan aan de clitoris van mijn lief
Schrijven is schrappen.
Akkoord, maar bloggen is lullen, dus
hier schrappen we niet.
Een heel fout schaamtemoment:
een verstandelijk minder bedeelde vrouw
(soms zijn we toch eens politiek correct) kon haar treinticket niet
betalen. Iedereen zat en keek er naar. De conducteur wond zich op.
Ik taste in mijn zakken en gaf haar een
euro. Het was geen mooie vrouw, dus het was echt een spontane aanval
van edelmoedigheid.
Als ge dat in deze maatschappij doet,
bekijkt iedereen u als een dikke stommerik, en zo voelt ge u ook, ge
denkt: waarom ben ik de enige versuikerde clochard die dat doet?
Zo kijken ook de andere personages,
sommige kijken misschien zelfs kwaad: gij, klootzak, gij beloont dat
gedrag van die bloedzuigers.
Ik weet het niet. Toen de conducteur
zei:' Ge moogt mijnheer een dikke knuffel geven', heb ik mij uit de
voeten gemaakt' Ik zei 't al, 't was geen knappe.
En dan begint het gevecht tegen de
egoïstische conditionering. Wat gaat er mis met iemand zijn
opvoeding als ge u een hoer voelt als ge een euro weggeeft?
Maar ik heb mij gewapend, als self-help
junkie: Anthony Robbins zegt: door geld weg te geven, schept ge een
gevoel van abundance, waardoor je vanzelf (veel) meer geld aantrekt.
(ja, mannen uit 1 stuk bestaan niet
meer, tegenwoordig moet ge daar 200 zelfhulpboeken voor uitpluizen om
iet of wat een solide persoonlijkheid bij elkaar te rapen)
Kamiel Sergeant zei tegen mij: 'wat van
voor naar buiten gaat, komt vanachter weer binnen'
Dat lijkt als een reclametekst voor een
revolutonaire versie van immodium, maar toch, hij heeft een punt.
Vlak nadat ik die euro weggaf,
trakteerde een van mijn opdrachtgevers (tegenwoordig kuis ik
andermans gedrochten van manuscripten op) mij op 5 Spa's. En eigenlijk had ik zelfs vijf gratis whiskey's kunnen krijgen. Hoezee! Ik
moet nog euros weggeven. Aan 't centraal station in Brussel geef ik
regelmatig nen halve euro weg aan ne Roma zigeuner.
Die 2,5 Spa in
ruil, verreken ik in de gratis thee op mijn werk.
Ik drink geen alkool meer. Al drie
maand niet.
Ja, ik dacht, als al mijn collega's
zich in den alkool hangen voor ze zich in den inkt smijten, doe ik
weer averechts en stop ik met drinken.
Ik ben wel van plan om terug te
beginnen met drinken voor ik in Herman Brusselmans verander.
Die met zijn wijsvinger helaas even
weinig aan zijn delete space zit als aan clitorissen.
Waarom een treincontroleur of andere ambetante nobody's dood slaan?
Wat volgt is geen wetenschappelijk onderbouwde uitleg
en daarom misschien net de waarheid.
Ge leest in de gazet dat ne voetballer 600 000 euro in de maand
verdient.
Ge denkt aan die keren dat ge met nen bal tegen ne muur shotte en
ervan droomde om voor 60 000 man stadionvee te scoren. 2 euro de man, dat
is niet veel gevraagd.
Maar ge zijt gene voetballer geworden. Ge hebt een bediendejobke, ge
werkt in een magazijn, ge spuit gevels, ge plaatst keukens, ge werkt
in een call-center. En ge verdient geen 600 000 in de maand, ge
verdient er 1600 in de maand (maaltijdcheques en wat ancienniteit
inbegrepen)
Ergens wringt dat. Al zult ge dat niet toegeven. En lacht ge dat
weg, aan de toog. Gij zijt ne levensgenieter. Ze mogen het allemaal hebben. Pinten pakken, DAT maakt een man. Maar ge lacht toch eens
groen als ge de blonde stoten ziet waar zo ne voetballer mee in de
boekskes staat.
Of ge leest over ne CEO die niet eens tegen een bal kan schotten maar
nog méér verdient dan ne voetballer. En niet één blonde stoot
heeft, maar tien nieuwe per week.
En dan nog 't ergste misschien, bijna elke week staat er wel een of
andere pipo in de gazet die een idee heeft gehad. Plots. Die heeft
plots het gat in de markt gezien. Of die is stommelings bekend
geraakt via youtube en die verdient nu zoveel als tien CEO's samen en
die zegt dan nog in een interview dat het allemaal toevallig is
gekomen? Godverdomme, waarom overkomt u dat eens niet? Aan uwe stomme
bureau, aan die lopende band, aan die hoogoven, in die grootkeuken
aan de ketels, in de slagerij van een groot distributiecenter, aan 't
stuur van uwe camion? Gij hebt zo geen idee'ke om aan die sleur te
ontsnappen?
Godverdju, als ge zo eens peinst, is 't precies of iedereen doet het
beter dan u. Iedereen is op weg naar het grote geld en de blonde
stoot.
Behalve gij.
Maar godverdomme, gij zijt toch ook iemand? Gij zijt toch ne SOMEbody? En dat gaat ge bewijzen ook! Als ge stapt dan stapt ge met
zwierende armen gelijk ne gorilla die juist vijf apinnen van achteren
gevogeld heeft, terwijl hun echtgenoten er impotent staan bij te grienen. Als ge in uwe auto stapt, vertrekt ge met gierende
banden. En ge geeft gas door smalle straatjes en dat bewijst nu toch
dat gij nen echte vent zijt, een man, zo groot als al die CEO's, ook
al hebt ge nu toevallig geen 600 000 euro bonus gekregen?
En als een maat u belt, nadat hij tegen een bus is gereden, dan
vliegt ge gelijk Batman in uwen baD-mobiel en scheurt ge gelijk ne
supersonische viper naar de plek van 't onheil. Want die maat is een
grootheid. Want die is vriendjes met u, de grootste grootheid die er
ooit rondliep, ook al snappen de kranten dat nog niet. En de
controleur die den boel komt opmeten, DAT is ne loser. En die gaat u
en uw maat zeggen wat ge moet doen? Zeg, werkt die voor dezelfde
gazet die al de verkeerde mensen ophemelt? En ge steekt nu eens echt
al het ego, al uw trots die de maatschappij zo miskent in uw vuist en
ge geeft dat stukske nobody van een controleur daar een oplawaai
waarmee hem uit zijn C&A broek vliegt. En voor effekes, ziet ge 't al
voor u, in de gazet: "Moderne ridder springt voor zijn arme,
vernederde maat in de bres!" En daarna een eigen televisieprogramma,
waarbij gij controleurs controleert en er op wijst dat ze respect
moeten hebben voor de opgejaagden der aarde die al eens tegen een bus
rijden. En daarna uw biografie. En een verfilming. Ja, ja, het lot is
eindelijk eerlijk!
Maar, maar, maar, die smeerlap van een controleur die wil niet mee
werken. Die zal nooit nog ergens aan mee werken. Hem is dood. Gelijk een
vlieg geplet tussen de uitgehongerde mondwanden van uw verschopt ego.
Ge slaat die dus dood omdat ge uw eigen de grootste nobody van
allemaal vindt en heel effkes de machteloosheid die ge elke dag voelt
elke keer als ge weer de gazet opent, opzij wilt zetten. De gazet en het showbusiness
nieuws dat ge blijft openen gelijk een kind met een gat in zijn tand
die blijft lucht langs dat gaatje zuigen om te zien of het nog altijd
pijn doet.
En nu naar 't prison. En eerst een proces. Da's ook aandacht, maar de
verkeerde. En daar weer van 't zelfde. Er is er altijd ene met een
idee'ke dat hem in 't nieuws krijgt. Dennis Black Magic scoort zelfs
in 't prison. Die vraagt dat gevangenen porno krijgen in hun cel. Als
gij dat vraagt, lachen ze u vierkant uit, maar dien Dennis die haalt
daarmee weer alle pers.
Het spel is gefikst, de kaarten zijn vals, ge zijt een nummerke, een
niet-winnend lot dat God heeft verloren gegooid en ge hebt iemand
dood geklopt. Misschien wel iemand die na zijn werk gewoon graag naar
huis ging bij zijn gezin en geen last had van CEO's, voetballers, en
instant-mediawonderen.
In uw cel wordt ge melancholisch en als ge een klein beetje
discipline had, zou ge de blues leren spelen, maar dat vraagt 10 000
uur oefenen voor ge daar 1500 man mee haalt voor een optreden. En
dat is nog altijd 58500 minder dan die voetballer. Ge legt 'I can't
get no satisfaction op' van The Rolling Stones, op de I-pod die ge
gekregen hebt van uw mama, de enige die nog wil klappen met u na uw
gloriemoment.
En ge beeft wat. De 150 kilo geil vlees in het bed
boven u, kijkt voor zijn satisfaction uw richting uit. En hij ziet in
u ook een nobody. Een nobody met een nauw gat. En de egostrelingen
die hij ook al niet in de media vond of op zijn bankrekening, die
vindt hij elke avond voor een paar minuten in dat gat van u.
En ge denkt terwijl uw prostaat tot in uw keel stijgt: had ik nu
nooit mogen dromen? En de echte vraag die ge u moet stellen: waarom
klop ik iemand dood, komt niet bij u op. In de media in uw kop
schrijven ze alleen en zeer lovend over u.
En 't is niet eens echt uw fout. 't is de fout van ons economisch bestel. Maar dat vertellen ze u niet. Ge las de verkeerde gazetten. Toegeven, die andere gazetten waren veel moeilijker te lezen en te vinden en t ging over stakers, niet over de nieuwe Goden waarvan ge er zo graag 1 waart geweest.