Een envelop met een handgeschreven brief zit in onze brievenbus.
Een kopie van een bericht dat ik mag inkijken, ontroerd door het vertrouwen.
Onderaan in het blauw bijgeschreven zo laat ik jou ook eens in mijn rozentuin.
De brief heb ik gisterenavond aan de warmte van het haardvuur gegeven, want meer dan de geur van rozen heb ik niet nodig om weer in de rozentuin te zijn.
En laat nu net de geur van rozen hier sinds kort rijkelijk aanwezig zijn.
Vorige zomer ging ik naar iemand die me ayurvedisch behandeld. Een mevrouw met kennis en kracht om U tegen te zeggen. Tussen de soep en de patatten door ging het gesprek over parfums. Meer bepaald over mijn afkeer van sommige erg aanwezige parfums en waar ik met hoofdpijn op reageer. Terwijl ik eigenlijk wel gek ben op lekkere geurtjes.
Waarna die mevrouw haar pendel ter hand neemt, mij nadien even aandachtig monstert en besluit met 'roos', 'rozengeur, dat moet je kopen, dat hoort bij jou'.
En nadat ik diezelfde week van vriendinnen een pakketje krijg met bodylotion, shampoo en douchecrème, allen in rozengeur, bedenk ik dat het dan maar zo zijn moet en koop rozenwater.
Ik geef je een roosje, mijn roosje.
|