loopverhalen : zes jaar marathon en ultralopen eindigen met de marathon van antwerpen 2014
Ik ben een man geboren in 1958,actief als zelfstandige in de verzekeringssector. In 2008 ben ik begonnen met marathonlopen, binnen de vier uur binnenkomen was mijn doel. (vierurenman) Vanaf 2011 deed ik ook af en toe mee aan een zesurenloop. Medio 2012 kreeg ik te horen dat ik reumatoide artritis (reuma) heb. Begin 2013 begon een oude kwaal (valgusknie) voor hinder te zorgen.
Deze week slechts 35 km gelopen. Zondag 30 km gefietst, maandag en dinsdag niet gelopen, de 'schade' aan mijn tenen liet dat ook niet toe. Woensdag een poging tot recuperatieloop... Mislukt want de laatste km's zat mijn hartslag rond de 160. Mijn lichaam leek nog niet gerecupereerd van zaterdag. De 10 km gingen veel te snel aa n 6.14 .
Donderdag en vrijdag niet gelopen. Zaterdag dan weer een poging om een rustige 10 km te lopen en dat ging al wat beter. Snelheid iets lager 6.20 maar de hartslag ging niet boven de 145. En dan vanmorgen het pad langs de spoorweg afgelopen tot in Nieuwkerken , tegenwind, en na 45 minuten gekeerd, meewind (wat had ge gedacht ?). 10seconden verloren op de terugweg, ondanks de meewind. Maar het ging redelijk , snelheid 6.26 en hartslag gemiddeld 131, niet boven de 140 geweest. Op het einde voelde ik dat ik nog niet helemaal in orde was.
De 6 uur van Aalter heeft inderdaad zijn sporen nagelaten. De teen waarvan ik vreesde dat die gebroken was lijkt geen probleem, de kleur daarvan is terug normaal en de hinder is te verwaarlozen. Aan mijn rechtervoet daarentegen heb ik 2 tenen die zwaar zijn aangetast door schimmel en daar heb ik wel last van. En ik ben nog moe. En mijn kuiten 'tintelen' , het zou kunnen dat dit is omdat ik geen magnesiumpillekes meer inneem. Dus deze week ga ik het terug rustig aan doen met trage 10 km's en misschien zaterdag eens - weer rustig - 20 km, ik zou wel eens willen weten tot hoever dat pad naast de spoorweg loopt ...
Mijn plan voor de rest van het jaar is om nog vijf marathons te lopen. Die vijf 5 heb ik nodig om optimaal te scoren in de ultracup. Ik heb al uitgerekend dat ik maximum aan 440 punten kan raken en er zijn al een stuk of zeven lopers die dat puntenaantal nu al hebben. Het zal dus wellicht niet lukken om bij de eerste 25 te raken maar ik ga toch zien of het kan. 2 september Maas en Waal, 16 september Beekse Bergen, 23 september Gent -dat zou dan mijn eerste keer zijn dat ik 2 marathons loop in een week - en dan 07.10 Brussel. En dan nog één ' 'tis voor niks' of Spijkenisse. En ik zou dit jaar toch één keer onder de vier uur willen gaan, het liefst in Brussel. De andere marathons ga ik proberen tienperuurman te zijn...
Ik word wakker van de wekker om 7 uur. Het eerste wat ik doe is een blik werpen door het raam (figuurlijk... ) en wat ik zie staat mij aan : geen zon, lichtjes betrokken en de straten liggen nat. Iets minder dan een uur daarna zit ik in mijn auto , iets voor 9 uur kom ik aan in Aalter. Ik parkeer mijn wagen naast die van Mo - die me een hand komt geven verdomme ... - en ga om mijn borstnummer en chip. Daar zie ik mijn Nederlandse vriend en we begroeten mekaar hartelijk. Ik verkleed me bij mijn wagen en zet mijn bevoorrading buiten , is wel zeer handig hier. Ik ga naar het onthaal en , ja , ik ken zowat alle gezichten. Ik snap nu ook de grap van Mark en vertel hem dat : hij beweerde mij dat hij hier over de kasseien was gestruikeld : in de sporthal lopen we over een mat met kasseien op getekend, hilariteit bij de klojo's ... En er loopt hier zowaar een collega mee, zijn eerste keer een zes uur.
Rond 10 uur naar de start op de atletiekpiste. De organisatie vraagt een minuut stilte voor mister Spartathlon Junior en dat pakt me wel... En dan wordt er vertrokken. De piste ongeveer 400meter, dan langs de piste, de weg op. Via een smal stuk wandelweg (hier was het opletten voor de snellere lopers, er was nauwelijks plaats voor twee) terug de baan op : een stuk van 300 meter vals plat met op het einde een elke ronde steiler wordende helling. Dan 200 meter baan, keerpunt en terug (ah ja... ), bocht naar de parking en naar beneden door de gangen van het sportcomplex , langs de bevoorrading over een stuk gras terug de piste op. Awel , zeer afwisselend en eigenlijk een plezant parcours, exact 2 km en om de 200 meter aanduidingen. Knap georganiseerd. Enkel een grote klok ontbrak...
En ik start weer sneller dan verwacht. De eerlijkheid gebiedt mij te vertellen dat ik mijn collega achter mij wilde houden. Zijn snelste marathon was nipt onder de vier uur en alle anderen rond de 4 uur 15. Ik kies de OCMWdirecteur als mikpunt maar die is zoals altijd te snel vertrokken en die laat ik dus gaan na 1.5 km. En al dadelijk heb ik door dat meneer Garmin weer meer meters meet dan het parcours , een dikke 800 meter meer op 55 km is niet niks qua verschil... Ik loop dus weer een paar seconden trager dan aangegeven. De eerste 10 km kom ik door in 59 minuten, de tweede 10 km gaan in ongeveer een uur en de derde 10 km in 63 minuten. Maar na drie uur weet ik al een hele tijd hoe laat het is - ongeveer 13 uur trouwens - : het loopt van geen meter. In Assen vond ik na pakweg 8 km mijn ritme op een zwaar parcours, hier gaat het van kwaad naar erger. En rond km 8 val ik dan nog : met mijn linkervoet over iets blijven hangen en op mijn rechterknie terechtgekomen. Mijn middenste teen aan de linkervoet doet pijn en omstaanders maken mij attent op het bloed aan mijn rechterknie. Achteraf zal ik zeggen dat ik het door het bloedverlies is dat ik deze zes uur niet gewonnen heb.
Na 35 km komt de collega mij voorbijgelopen. Er passeren nog talloze lopers en loopsters die ik had voor willen blijven, zelfs de man met de verschillende identiteiten loopt me voorbij met zijn stap-spurttechniek. En de dame die mij in Assen pas de laatste rond voorbijliep dubbelt mij hier twee keer verdomme. Zo zal ik op die leeftijdsgenote geen indruk maken... Vanaf km 35 is het dus gewoon uitlopen, de km's rondmaken. Aan km 40 km ik door rond de 4u12 en km 50 rond de 5u.22 , in Assen in 5uur03 . Ik zie na 5 uur dat zelfs de 57 km er niet meer in zit en besluit dat het de moeite niet meer loont om gas te (proberen) geven. Ik schakel over op amuseren én dat lukt. Ik loop wat trager - nog trager- en beperk al bij al de stapmomenten. Mijn Ipod - nu op 4 uur - brengt ook wat soelaas. En ondanks het afzien , echt verschrikkelijk , vind ik het tof . Ik passeer hier en daar toch nog een lijk en ik zie een paar mannen stoppen - ook mijn Nederlandse vriend -.
Ik lach wat met een vriendelijk meisje die sponsen uitdeelt. Ik zie dat de mensen in het publiek met mij lachen en ja, eigenlijk, ik val in herhaling, amuseer ik mij wel... De doortocht door de gang van de sporthal waar nu veel publiek zit wordt ook elke keer hilarischer . En dan, ja de voorlaatste ronde begin ik te letten op waar ik zou kunnen eindigen op het parcours, ik wil absoluut vermijden dat ik in dat verbindingsstuk terechtkom. De laatste ronde loop ik volledig en ik eindig zonder er op gemikt te hebben gewoon knal bij mijn wagen... een meevaller. Heel snel komt er iemand op de grond een streep trekken en zet er mijn nummer bij, ook weer goed georganiseerd !
Als ik mijn chip ga afgeven staat de organisatie erop dat ik mijn schaafwonde door de brandweer laat verzorgen. In de kleedkamer ben ik verrast door de schade : de middenste teen van mijn linkervoet ziet paars, zwart . De omstaanders vragen of ik hem kan buigen maar daar ga ik niet op in. En aan mijn andere voet is de schade nog spectaculairder : twee tenen zien zwart - 'atletenvoet '. Allemaal geen tijd voor , ik moet mij haasten want moet naar het verjaardagsfeest van mijne peter. Er is dus geen tijd om na te kaarten en dat vind ik spijtig. Ik spring dus in mijn wagen en scheur weg....
Dit was mijn slechtste zesurenloop tot op heden, ik denk zelfs mijn slechtst gelopen wedstrijd ooit. Ik heb dit jaar nog geen enkele prestatie geleverd , 'vierurenman' waardig. Maar, en dat is belangrijker, ik heb me weer goed geamuseerd... Weer één om in het geheugen op te slaan.
En voor mijne peter :
Koning van de Oosterse bergen
een verhaal zonder blote borsten (*)
Vele jaren geleden, niemand weet noghoeveel jaar precies, wordt in de Oosterse bergen van een kleine
gemeente aan een grote stroom een kleine jongen geboren.Alle jongens worden klein geboren. De vader
van de jongen maaktplannen.Iedereen maakt plannen maar de vader heeft
daar zijn beroep van gemaakt .De
moeder van de jongen is van betere komaf dan de vader.De moeder doet de mensen dromen.Iedereen wil dromen.Dus ook dromen maken is een beroep. De jongen heeft een broer met de naam van een koning.De broer is geen koning, de broer wil
misschien boer worden.Boer is ook een
beroep.De jongen heeft een
peter.Maar daar gaat het hier niet
over.
Het gaat hier over de jongen.De
jongen heeft niet de naam van een koning maar is wel een prins.De jongen heeft felle grote ogen die meestal
lachen.Soms kijken die ogenverwonderd, de jongen weet nog niet
alles.De jongen heeft sterke benen.Die heeft hij gekregen door met een stok
achter een bal te lopen.Achter een bal
lopen met een stok is een sport voor koningskinderen.De jongen heeft aan elke vinger een
meisje.Maar dejongen is nog te jong voor een prinses
vandaar de ondertitel.
De jongen houdt van dieren.Hij
heeftkippen en ganzen en een geit van
een tante.Zijn moeder heeft een
jaguar.De jongen houdt van depaardenkracht in die jaguar .Maar de prins houdt het meeste van zijn paard.Ik wil een paard worden zegt de jongen .Blijf maar ezel denkt de broer met de naam
van de koning. Broers.
De jongen moetworden zoals zijn
broer, de boer.De jongen moetworden zoals zijn vader, de
plannenmaker.De jongen moet worden
zoals zijn moeder, de dromenmaker. En de
jongen moet een heel klein beetje worden zoals zijn peter, Gij daarboven, als
t u blieft niet te veel, alleen maar een heel klein beetje.En dan zal de jongen, nu prins, koning
worden, ja verdomme, Koning van de Oosterse bergen.