eens beginnen met een citaat dat is blijven hangen
Iemand stelde de vraag waar mijn gedachten dan zijn deze dagen, ik kan enkel antwoorden met wat hieronder staat en begin alvast met een citaat dat is blijven hangen in mijn geheugen:
Er bestaat niet
zoiets als kunst, er bestaan alleen kunstuitingen, een verzameling uiterst
heterogene praktijken die deels individualistisch en deels collectief gedacht
worden, en wie spreekt van zoiets massiefs als geëngageerde kunst heeft
eigenlijk alleen maar lucht verplaatst. De veralgemening van de kunst en wat
ze moet horen te doen, beheerst vandaag de dag nochtans opnieuw het hele
middenveld, de media, het denken over de betekenis en het nut van cultuur, haar
hele bestaansreden wordt er opnieuw aan opgehangen, alsof de penibele
geschiedenis van de twintigste-eeuwse ideologieën en hun verpletterende werking
voor de vrijheid van de kunsten, ons niets had geleerd. Waarna ik hier
vervolgens zelf luchthartig over de kunst in het algemeen zal spreken. Om het
algemene te bestrijden, moet men er blijkbaar zelf aan ten prooi vallen
(Stefan Hertmans)
En dan kwam er dit:
De kunstenaar kan van
alles willen, maar in globo verlaat hij de bestaande paden en zoekt hij zijn
eigen weg, zijn eigen taal en vormvermogen om gestalte te geven aan wat hij denkt,
voelt, becommentarieert ...
De kunstenaar
creëert en reflecteert. Om die creaties aan een publiek duidelijk te maken,
drukt hij zich uit: hij stelt een daad van expressie. Het publiek ontmoet het
kunstwerk, al dan niet genietend en al dan niet reflecterend, plaatst het in
zijn wereld en geeft op die manier al dan niet antwoord op de zelf gestelde
vragen. Het is een ingewikkeld proces van betekenis geven, betekenis
overbrengen en betekenis ontsluiten. Dit proces moeten wij mee ontsluiten voor
het publiek willen ze de kunsten ten volle appreciëren en ontmoeten.
In ons werk bij De Veerman als kunstenorganisatie kiezen we voor kunsteducatie
De Veerman neemt de
ingewikkelde processen van vorm-geven en
vorm-begrijpen van de kunstenaar en het publiek als leidraad voor zijn werk
en wil hiermee radicaal de gangbare discussies over proces en product, over
cultuureducatie en kunsteducatie, achter zich laten.
Met deze focus kan
kunsteducatie zowel over het proces als over het product gaan zonder dat het ene
moet dienen om het andere te beoordelen. Door aandacht te besteden aan wat de
kijker/luisteraar ermee doet, hoe hij het ervaart, wat het met hem en zijn
omgeving doet, komen we verder dan het louter beleven. Daarnaast zijn de economische,
sociale, politieke en cultuurhistorische achtergronden van het werk belangrijk
in ons verhaal: alles is immers contextgebonden.
Wij bekijken
kunst niet als een los gegeven, maar als een wezenlijk onderdeel van ons en
het bestaan.
Hoe realiseren we dat:
* De kunstenaar
De Veerman plaatst de kunstenaar
en zijn werk op centrale plaats in de organisatie om projecten te
ontwikkelen. Of het uitgangspunt van een nieuw project nu historisch of
hedendaags is, is in deze context minder belangrijk; wel is de binding met het
leven van vandaag in al zijn facetten essentieel. Het betrekken van kunstenaars (musici, dansers, theater- en filmmakers,
beeldende kunstenaars, literatoren, mediakunstenaars
) die als uitvoerders van een historisch werk of als creators van een
hedendaags oeuvre bezig zijn, is een noodzaak. Deze mensen zijn immers de
hartslag van het kunst- en cultuurgebeuren. Daarom is het aangewezen om in de
kern van de organisatie over mensen te beschikken met de nodige diversiteit.
Tot onze equipe behoren dus zowel gevestigde
waarden als opkomende
kunstenaars die vanuit stedelijke of ecologische inspiraties werken. Net de confrontatie tussen
het historische en het hedendaagse met daarin de cocktail van diverse
stromingen, visies en manieren van werken maakt ons werk interessant.
* De kunstinstellingen
Om het draagvlak van en de oriëntatie op de
kunsten te vergroten zetten we gedurende de afgelopen jaren
doelbewust synergieën op met
kunstinstellingen (AMUZ, HERMESensemble, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten
Antwerpen, deSingel, deFilharmonie, het Middelheimmuseum, de Vlaamse Opera, Les
Muffatti, het Mas). Met hen gaan
we steeds op zoek naar een gemeenschappelijk vraag over het ontsluiten van de
kunsten voor een bepaalde doelgroep. De creatie of programmatie van deze instelling dient
daarbij als uitgangspunt. Vanuit de gemeenschappelijke vraag worden projecten
ontwikkeld met expertise van beide partners.
In de toekomst blijven we dit ook doen al willen we ons ook graag laten verleiden via andere maatschappelijk invalshoeken en thema's zoals talentontwikkeling, creativiteit, duurzaamheid, .......
In ons werk bij de kunstenorganisatie De Veerman werd
tijdens de afgelopen jaren regelmatig gevraagd vanuit het kunstenveld
om een brugfunctie te vervullen tussen de kunstinstellingen en het publiek. Ook in de komende jaren zal De Veerman antwoorden formuleren op deze groeiende behoefte.
* Het publiek
De Veerman blijft
zich breed maatschappelijk oriënteren en wil kunst een plaats geven in ieders bestaan. We doen dit met duurzame
en goed gekozen projecten waar participatie een belangrijk gegeven is.
De Veerman wil met
en voor iedereen werken van klein kind tot oudere, van eender welke afkomst of
stand, zolang men bereid is om democratisch en respectvol met elkaar te werken.
Toch moeten we
regelmatig keuzes maken en kiezen we voor een publiek dat het meeste nood heeft
aan kunst of waar we vermoeden dat dit dienstig kan zijn. Dat is niet altijd even makkelijk definieerbaar.
Groepen die verstoken blijven van kansen om met kunst om
te gaan, genieten voorrang. Daarom zijn er programmas
binnen onderwijs zoals De Wondere
Pluim, De Kunstloft, Kinderen worden als componisten geboren, etc.... kijk eens op www.veerman.be en je kan er meer over lezen. Tevens is er een
bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen, mensen met beperkingen, sociaal-economisch
achtergestelde groepen. Diversiteit
is bij De Veerman geen loos begrip, maar iets waar we met zorg op toezien.
Daar zijn mijn gedachten:
Om dat alles te realiseren, te financieren in goede banen te leiden, de juiste mensen in te zetten, zijn mijn gedachten gespitst op dat alles. We verliezen veel tijd doordat er vreemde discussies lopen over cultuureducatie versus kunsteducatie, over onderwijs dan wel cultuur, over........ ook in de talrijke expertisegroepen die onlangs werden opgericht en nog meer inde onderzoeken die uitbesteed werden zien we dat men geen raad weet met de plaats van dit alles.
Voor ons is het duidelijk: in het centrum van ons bestaan!
de basisgedachte:
Wij zien in de huidige maatschappelijke
context nieuwe vormen van reductionisme ontstaan. Zo zien we dat menselijk
gedrag dikwijls herleid of enkel
verklaard wordt vanuit een biologisch en/of neurologisch standpunt. Binnen dit
denken wordt kunsteducatie door sommigen vernauwd via cultuureducatie tot
socialisatie en door anderen tot identiteitsontwikkeling. We vinden deze
tendens een te enge benadering, omdat kunsteducatie op die manier herleid wordt
tot een middel met als gevolg dat ze zal geëvalueerd worden op haar
psychologische en maatschappelijke effecten.
De Veerman gaat uit van een holarchische visie op kunsteducatie (A. Koestler, K. Robinson, W.
Elias). Kunsteducatie is daarin een niveau van de werkelijkheid op zich, met
haar eigen doelen, methodes en praktijken, die niet tot andere
werkelijkheidsniveaus te herleiden zijn. Het is net een van die sterktes van De
Veerman om dat holarchische model ook voor haar eigen visie, onderzoek en
theorievorming te hanteren.
De Veerman vertrekt
vanuit een geloof in de mogelijkheden
van de mens om via waarneming, ordening en vormgeving zichzelf en zijn
wereld te realiseren. Dit telkens opnieuw en opnieuw doen, zorgt voor evolutie
en innovatie in denken en handelen. We geloven dat kunst hierin een centrale
rol te spelen heeft: zowel het receptief, actief als reflectief omgaan met
kunst heeft het vermogen in zich dat de mens en zijn wereld zich telkens weer
in vraag stelt, hem opnieuw bekijkt, hem opnieuw vormgeeft.
Opdat mensen zouden
blijven evolueren, moeten deze mechanismen een leven lang geactiveerd blijven.
Leeftijd speelt in onze opties dus een ondergeschikte rol. We passen onze
projecten, programmas en activiteiten aan naargelang de leeftijd, context en
achtergrond. Intergenerationeel werken is een van de nieuwe uitdagingen.
De Veerman vertrekt
van het vermogen tot waarnemen, ordenen
en vormgeven. Deze eigenschappen, die te trainen zijn, zijn eigen aan elk
individu en vormen een continu proces in de drang naar evolutie en vooruitgang.
Een kunstenaar is per definitie iemand die vanuit deze eigenschappen werkt: hoe
hij naar de wereld en de dingen kijkt, hoe hij zijn waarneming ordent en hoe
hij van daaruit vormgeeft, is zijn hoofdbezigheid.
Daarom zijn onze
activiteiten, producties, projecten en trajecten uitermate geschikt om niet
enkele van deze elementen, maar net de hele samenhang van deze elementen te
belichten.
Om de samenhang
tussen de factoren en het mechanisme bewust te laten groeien, hanteert De
Veerman het klaverbladmodel. Door middel van deze, weliswaar artificiële,
indeling kan De Veerman de globaliteit
van de menselijke potentie beklemtonen, bevorderen en waarderen en vanuit
dit model bewaken dat het volledige veld wordt bewandeld.
Het klaverbladmodel
neemt de mens als uitgangspunt (1) en stelt het ontwikkelen van de menselijke vaardigheden
centraal. Om meer inzicht te krijgen, zijn inhoudelijke en thematische (2)
benaderingen nodig. Om vorm te geven of vormgeving te kunnen lezen, zijn
inzicht en vaardigheid in de verschillende kunstdisciplines en de taal van de
kunsten (3) nodig. De hulpmiddelen, technieken, en werkvormen zijn onontbeerlijk
om iets praktisch te realiseren (4).
Het klaverbladmodel leidt tot concepten en
projecten die, net zoals kunst die naam waardig, een gelaagdheid bevatten.
Kunsteducatie wordt daardoor behoed voor het evenement.
Vanuit deze visie
gaan beleving, inzicht en kennis hand in hand. En dit in een continu proces, waar groei en ontwikkeling
voorop staan.
In het ontwikkelen
van zowel eigen producten als in de coproducties staat samenwerking met de doelgroep,
de partners, maar ook met aangrenzende sectoren, centraal. Het buiten de eigen
sector durven denken (wetenschappelijke, sociale, economische
.) is een nieuw
en noodzakelijk gegeven dat zeker ook in de kunst en cultuur belangrijk is.
Dit alles kan zich
vertalen in workshops, labos, meerdaagse projecten, langere trajecten,
adviesprogrammas, coachingtrajecten en opleidingen waar op
ontwikkelingsprocessen gefocust wordt, maar het kan zich ook vertalen in
publicaties, uitwisselingsmomenten en presentaties van diverse aard. De keuze
van de werkvorm of combinatie van werkvormen
is afhankelijk van de doelstellingen en de beoogde resultaten. Effectiviteit en duurzaamheid zijn
daarbij steeds basisbeginselen.
daar waren mijn gedachten en zijn ze nog steeds!
|