De Plezante Brug was lang open geweest wegens herstellingswerken. Daarom hadden al de auto's lang stil gestaan en mijn baasje had gezegd dat blijven wachten voor de Plaisance Brug al even plezant is als wachten voor die van Willebroek. Toen we eindelijk naar de garage konden afslaan, zag ik in de verte een heel magere madam met een heel dikke hond in een charette. Dat was niet omdat de hond ziek is, maar gewoon omdat deze hond een stamboom heeft en dus niet gewoon met zijn poten op de grond kan lopen. Stel je voor, hij gaat door het leven met de naam : Jean-Philippe de la Brassine, met een kleine "d" wel te verstaan! En ik ben gewoon Robbe... Wanneer we de garage binnen rijden, zag ik iets dat mijn baasje echt niet kon weten. Want als hij rijdt, kijkt hij naar voor en ik kijk naar achter in de Robbemobiel. Die Jean-Philippe die sprong gewoon uit zijn "koets" en doet daar potverdorie een kakje recht voor de poort. Wanneer we uit de garage komen, is hij al terug ingestapt en met zijn dame de compagnie tien stappen verder. Mijn baasje ziet dan pas de hoop op de stoep liggen, en roept verontwaardigd "wat zijn dat nu voor manieren?". Madame draait zich om en roept terug "pas de temps". Mijn baasje antwoordt daarop : "drôle de façon!". Voilà, nu weet ik het ook. Ik, Robbe doe een kakje en mijn baasje doet dat in een poepzakje. Jean-Philippe de la Brassine die doet een drol-defasson en die blijft daar gewoon liggen stinken. Hij rijdt er toch over met zijn koets, die heeft er geen last van. Nu moet je weten dat honderd jaar geleden hier ook een dokter woonde en die had een koetsier met paard en kar. Enkele huizen verder woonde een nobele madam, ook zo één met een kleine "d", en deze nam haar telefoon om naar de dokter te bellen. Zij was trouwens de één van de weinigen die in die tijd telefoon hadden, zo'n ding waar je moest aan draaien en luid roepen in een hoorn. "Docteur, je voudrais dire deux mots à votre cocher!" En de docteur antwoordde : "Mais Madame, il ne parle pas le Français". Waarop zij dan riposteerde : "Ecoutez, cher docteur, lorsque votre cocher vous attend avec son cheval devant ma porte, il y a des pierrestronts qui tombent et ça m'emmerde vachement!" Mijn baasje vertelde hierover "Noblesse oblige", maar dat versta ik niet goed.