We zijn op restaurant geweest, naar een Chinees restaurant. Er
was een kindje ziek en baasje moest even langsgaan om te kijken hoe het
met dat kindje ging. Dat kindje lag in bed en toen de dokter het aan het
onderzoeken was, kwam er een ander kindje binnen. Dat was een klein
Chinees meisje, en ze vloog rond mijn nek om mij te knuffelen. Ik was
helemaal overdonderd door haar! Dan vroeg ze aan baasje of ze op mijn
rug mocht klimmen, want daar had ze véél zin in, zei ze. Mijn baasje
vond dat niet zo'n goed idee, want hij wist niet hoe ik zou reageren.
Het meisje wou met mij door de lucht vliegen, net zoals Atreju op
Falcor, de geluksdraak uit "The Neverending Story". Voor haar was ik
"Robbe, de gelukshond". Het meisje bleef mij strelen met haar handjes en verborg haar
neusje in mijn pels. Toen zei ze : "Je ruikt lekker naar hond! Mama, hij
is om op te eten!" Zeg, met alle Chinezen, maar niet met den deze! In
een Chinees restaurant nog wel, dit was een heel gevaarlijke situatie
voor mij! Ik zag mezelf al als hot-dog tussen de loempia's en de gelakte eend. Zie je dat al op de kaart staan : Robbe de woef op Kantonese wijze nummerke 63...Gelukkig was mijn baasje klaar met het zieke kindje en konden
we snel vertrekken...
Dit was een interculturele week voor mij. Het begon met die Japanse toeristen. Zulke fijne madammekes had ik nog niet gezien! Ze stonden daar met een stuk of 4, met een papieren parasolletje in hun hand (zoiets als op een ijsje, maar dan groter). Ze hadden mij gezien en ze waren super enthousiast. Ze wezen naar mij en zegden "Wolf", maar al zeg ik het zelf, ik lijk
helemaal niet op een wolf, hé! Het was zo erg dat ze mijn baasje in gebarentaal uitlegden dat ze graag wilden dat ik mee op de foto zou staan met hen. Baasje was akkoord en hij zou dan de foto nemen. Baasje vroeg mij om te zitten en de Japanse madammekes kwamen achter mij staan. Al zittend was ik bijna zo groot als zij rechtstaand! Na de fotoshoot bedankten ze ons heel Oosters, met het hoofd maakten ze een buiging naar ons en zegden "Mushi mushi"! Ik voelde mij zo vereerd!
Naast ons woont een madam alleen en die heeft een hond uit het asiel gehaald. Het is een fijn diertje, een flink stuk kleiner dan ik. Haar nieuwe naam is Charlotte. De twee tuinen worden van elkaar gescheiden door een stel betonnen platen die hun beste tijd gehad hebben. Hier en daar is er een gaatje, en door dat gaatje kunnen wij naar mekaar ruiken. Charlotte en ik staan dan te snuiven met onze neuzen naar elkaar, met die stomme plaat ertussen. Charlotte begint dan te springen, en ik denk dat als ze nog een beetje oefent, ze over de omheining zal geraken. Zo heb ik kunnen zien dat ze donkerbruin gespikkeld is met zwart, en weet je, ze blaft in 't Frans. Hierdoor verloopt de communicatie niet zo goed, en dus blaffen we er maar op los! Mijn baasje zei dat in Jerusalem er een klaagmuur staat, in Mechelen in onze tuin staat een blafmuur.