Beminde hondenvrienden, in mijn homilie van deze zondag breng ik u het kerstverhaal.
Voor de belastingen moest de timmerman Jozef met zijn zwangere vriendin Maria naar zijn geboortestad Betlehem. Maar, ge weet wel hoe dat gaat bij kleine zelfstandigen, die werken tot de laatste snik. Er ging bezoek komen voor het lichtfeest. Dan moeten de kaarsen van de kandelaar alle zeven één voor één aangestoken worden, met telkens een schoon gebedje erbij. Maar hier was nog een kastje kapot dat gemaakt moest worden, daar nog een deur die sleept, en madam van hierover heeft een veel schonere kapstok dan ik,... enfin, ge kent dat wel. Toen het werk des heren eindelijk volbracht was, was het zevende uur al voorbij en was er geen enkele koerskemel meer beschikbaar voor een last minute naar Betlehem. Dan maar op de baan met de ezel. Gelukkig was dat een beest van goede wil en helemaal niet koppig - want die ezel heeft zo hard gelopen dat hij geflitst werd door een vallende ster. Toen Jozef en Maria een kot in de nacht in de herberg aankwamen, was daar geen plaats meer en moesten ze in een stalleke gaan slapen.
Ge ziet, beminde parochianen, waar ge komt zonder herdershond. Als ik in een herberg aankom, is daar altijd plaats. Men maakt plaats voor mijn bazinnetje. Daarna zou ik al die schaapkens schoon in dat stalleke zetten. Dan moeten die arme beestekens niet buiten slapen en moet die os niet in een hoekske zitten kwijlen omdat er een kindeken in zijn kribbeke ligt.
Met een herdershond hebt ge uw schaapkens op het droge. De collecte van vandaag is voor de kleine negerkens met het schijteken vlieg.
Ziehier onze Kerst- en Nieuwjaarswensen (klik op de link hieronder)