net thuis van een bezoekje aan jou. Voor het eerst betrapte ik me erop dat ik naar de klok kijk, en de tijd niet razend snel voorbij gaat. Ik zit naast je in de zetel, en vraag me af wat ik daar doe.
We praten... en net zoals anders hoor ik je incoherenties. Je tegenstrijdigheden. Inconsistente uitspraken. Je verwijt me steeds tot op het bot te willen gaan, de dingen te willen ontleden. Zo ben ik nu eenmaal... de aard van dit beestje.
Zolang ik dat ontleden, analyseren gebruikte om mijn liefde voor jou te exploreren, vond je het geweldig. Maar zodra ik ben gestart met je te confronteren met je eeuwige "twee maten, twee gewichten", is het een verwijt geworden.
Maar toch... ook vandaag weer. Vanochtend stuur ik, voor het eerst in mnstens een week, niét als eerste een "gdm". Om 10h ga je door de knieën, stuur je iets in de trant van "een gdm is je zelfs te veel... ik laat me niet kennen, en wens je dus een gdm". Mijn reactie is dan ook inderdaad confronterend: ik stuurde de vorige 6 dagen elke dag als eerste een "gdm". Eén keertje doe ik het niet, en krijg ik het op mijn brood. Maar als ik zoiets schrijf, noem je me "aanvallend".
Hoe ben jij zo geworden? Zo bitter? Zo slachtofferig? Jou overkomen enkel slechte dingen... ruim een half uur vertelde je vanavond over al het onrecht dat jou wordt en werd aangedaan. Arme kleine jongen... onterechte facturen die vertienvoudigen omdat ze tot bij deurwaarders gaan. Onterechte boetes omdat anderen een verkeersbord verplaatsten. Mensen die je teleurstellen.
Maar ook "ik" overkwam je. Je had me... je had me kunnen hebben. En ik zou alles opgegeven hebben, een jaar geleden. Voor jou. Ik zou alles voor jou geregeld hebben. Schulden, administratie. Ik zou mezelf erin uitgeput hebben. Ik ken mezelf. Zelfs nu stel ik je voor dat je me dat vonnis van die onterechte factuur stuurt. Ik kan en wil niet geloven dat daar nergens staat waar het over gaat, zoals jij beweert. Ik ken mijn weg daar een beetje in, helder het wel op.
Ik overkwam je. En op het risico van verwaand te klinken: ik denk niét dat ik iets slechts was dat je overkwam. Maar je maakte alles stuk, met je ... durf ik het leugens te noemen? Inconsistenties klinkt nog altijd beter... en ik geloof dat je je verhalen écht gelooft.
Er zijn zelfs momenten dat ik durf te denken dat ik het beste was dat jou kon overkomen. Maar je kon of durfde het niet te aanvaarden... jouw verlies.
|