ik herinner me gisterenavond, een jaar geleden, steeds meer... de details van die avond komen terug.
We reden naar een vergadering van mij; lang zou die niet duren. We hadden een excuus gevonden, zodat jij mee kon. En zo zouden we, voor het allereerst in mijn leven, op kamer gaan. Ik had in die buurt een rendez-vous hotel gevonden. Jij, de man met ervaring met dat soort ontmoetingsplaatsen, zou reserveren.
In het oprijden bleek al: je had niet gereserveerd. Ik vroeg je dat te regelen tijdens mijn vergadering. Bij buitenkomst bleek je nog steeds niet gebeld te hebben, klonk het van "geen netwerk" (toch vreemd dat ik ginder wél netwerk heb, en jij niet?). Achteraf gezien herken ik het schema: jouw achterdocht (Zij zou eens moeten ontdekken dat jij dàt specifieke nummer gebeld had?), maar ook jouw inertie.
Achteraf gezien had die eerste keer al kunnen mislopen. Alle kamers volzet, of niet bereikbaar. Maar er was plaats. We werden ontvangen door een man die zo uit een vreemde film gestapt leek. Kregen een kamer, met een laag bed, enkel een laken op het bed, een zetel in de hoek. Onwennig... voor het eerst samen in een kamer, met een bed.
Wat voelde jouw lijf meteen vertrouwd aan. We brachten de avond zoenend, pratend, vrijend door. Wat leek toen alles simpel. Wat hield ik van jou, die avond. Het voelde als thuiskomen... in jouw armen hoorde ik thuis.
Wat is er gebeurd met die twee mensen? Wat is er gebeurd met die twee mensen die zich zo in elkaar konden verliezen, voor wie geen enkele inspanning of leugen te groot was om maar een kwartiertje samen te kunnen zijn? Wat was ik naïef. Wat was ik verliefd. Wat hield ik van jou....
|