vreemd, maar ik heb steeds meer medelijden met jou... en hoe meer medelijden ik voel, hoe beter ik zonder jou lijk te kunnen. Want ik heb geen zwakke persoon naast mij nodig. Mijn leven is druk, intens, aan 200 per uur. En dan zie ik jou... hoe hard ik het ook gewenst heb: jij past niet in mijn leven.
Toch was ik bereid om je die plaats te geven. Voor jouw liefde zou ik me aangepast hebben, mijn functioneren, mijn leven. Geen idee of we het gered zouden hebben. Maar ik heb erin geloofd. Ik heb het zo hard geloofd dat ik het afgelopen jaar alles zou achtergelaten hebben.
Jouw abandonisme als je me niet of weinig hoort. Dan lees ik dingen als "ik heb geen plaats in je leven". Maar op dagen als deze, als je dochter er enkele dagen is, maakt dat niet uit. Dan hoor ik je niet... ik hoorde je niet meer sinds zij er zijn, op enkele hele korte berichten, koel, afstandelijk, na. Vandaag geen woord...
Na middernacht stuur ik toch een kort berichtje, gewoon om je een fijne valentijnsdag te wensen. Je leest het, maar reageert niet. Morgen vertrekt ze weer... ben ik dan wel weer nodig? Ik heb erover gedacht om je overal te blokkeren, zodat je me niets kan sturen. Maar zelfs dàt verdien je niet... dan geef ik je weer een reden voor ruzie. Ik beslis het niet te doen, en zie wel.
Houd ik eigenlijk nog van jou? Ik zeg tegen mezelf van wel... maar houd ik van jou, of van het gevoel dat jij mij gaf? Houd ik van de herinnering aan jou?
Want dat ben je geworden, mijn lief. Een herinnering... en hoe langer deze situatie duurt, hoe meer die herinnering een slechte wordt. Al wéét ik nog wel hoe wij waren, ik herinner het me niet meer. Je vervaagt, verdwijnt stilaan...
|