een dag vol stilte... en raar maar waar: ik kwam zelfs niet in de verleiding om het contact te starten. Misschien begin ik je eindelijk minder te missen?
Nochtans, vandaag had een dag kunnen zijn waarop we zouden vrijen. Dat was onderhuids afgesproken... overdag of vanavond. Dat je niet zou komen, was me al snel duidelijk. Je moest het zelfs niet zeggen, en dat deed je dan ook niet. Of toch wel.. op jouw manier. Ik moest het maar "inzien". Maar gisterenavond, na je formele vraag, kreeg ik nog ergens "ben zelfs te ziek om een vraag te stellen". Zo, dàt wist ik ook weer: je bent ziek. Ergo: vergeet langskomen bij mij maar. Weer doe je het... niet zeggen "ik geraak er morgen niet, sorry" maar ik moet zowel de verklaring als de spijt lezen in je vermelding van "ziek zijn".
Ik laat het niet aan mijn hart komen vandaag, werk hard door. Rond de middag houd jij het niet meer, en begin je. Zoals zo vaak: een intrigerende vraag, insinuerend... "nog alleen?". Ik kijk naar mijn scherm, lees, herlees. "nog alleen?" Wààr slaat dit in hemelsnaam op? Even kom ik in de verleiding om te antwoorden "neen, omringd door 40 mensen op mijn werk". Maar ik houd het rustig, en reageer logisch "alleen? in welke zin?" Je insinueert weeral: "het kon toch zijn dat je weg ging". Weg? Waarheen? Eigenlijk is je vraag of ik op mijn werk zit, of bij een ander... jouw eeuwige vrees.
Ik blijf rustig... maar rond 15h herbegin je, op chat. Blijkbaar sta ik nog online op fb, en dus krijg ik een bitsige opmerking: "wil je niet storen bij het chatten. Zelfs een gesprek kan niet meer blijkbaar". Ik ontplof en stuur even bitsig terug dat ik in onderhoud zit met iemand, en dus niét online ben. Zodra ik klaar ben met mijn onderhoud, bel ik je. Ik heb geen zin om vandaag een ruzie aan te gaan, en aan de telefoon ben je een stuk minder dapper in je bitsige uitspraken. Jij gaat de directe confrontatie niet graag aan... dàt weet ik wel.
Ik blijf rustig aan de telefoon, vraag je gewoon waar al die opmerkingen op slaan. Zeg rustig maar beslist wat ik overal van denk. Ik blijf op mijn positie, herhaal wat ik al sinds het weekend zeg over alle opmerkingen en ruzies. Ik krijg voor mijn voeten geworpen dat ik je niet geloof, dat ik alles controleer. Ik begrijp niet waar je het over hebt... en eindelijk komt het hoge woord eruit, waarom je al twee dagen zo kort bent. Je dochter vertelde je dat ik vroeg tot wanneer ze bij jou was dit weekend... Jij voelt het aan als "jou niet geloven". Terwijl ik verdomme met haar een verrassing voor Haar voorbereid, Haar verjaardagscadeau. Die eeuwige achterdocht van jou... ik word er zo moe van.
Uiteindelijk sla je wél de nagel op de kop in dat gesprek. Jij zegt dat er niets is dat ik jou nog moet terugbrengen. Jouw reactie is juist "je komt alles terugbrengen omdat je geen sporen meer van mij wil. Je komt alles afsluiten, mij loslaten". Je hebt gelijk... ik laat je steeds meer los. Maar je zat zo onder mijn huid dat zelfs "steeds meer loslaten" nog steeds closer is dan eender wie ooit. Maar toch.. ik voel dat ik je steeds meer loslaat, ja.
Uiteindelijk krijg ik ook weer gelijk: vanavond ben je dan toch niet alleen. Het gaat er bij mij niet in dat je niet wist dat Zij vanavond niet weg moest. Het is vakantie, dan zijn er geen repetities. Op die manier kan je inderdaad zeggen "ik had nochtans zin.... om je te zien."
In die "...." ligt alles: je wil met me vrijen. Je insinueert. Maar ik ga er niet op in. Zoveel gemiste kansen de afgelopen maanden. Vanavond was eigenlijk nooit een kans. Wat maakt het ook uit... je zal me niet kunnen zien gedurende minstens 2 weken. Langer dan ooit eerder sinds we elkaar kennen.
En of je me zal zien over 2 weken, heb jij volledig in de hand. Want ik heb je -nog maar eens- héél duidelijk gesteld: ik plan niets meer. Als je me wil zien, vraag je het maar. Ik wil niet meer in de smekende positie zijn. En ik wil ook nooit meer horen "altijd jouw goesting". Als ik alles plan, zelfs jouw uitvluchten tegen Haar verzin, voorstel wààr we elkaar zien, wanneer... ja, dan is het gemakkelijk om achteraf te zeggen "het is altijd jouw goesting". Ik plan niets meer, ik vraag niets meer.
Waar ik nu wél achter ben: ik kan zonder jou verder. Ik wil het -diep vanbinnen- nog steeds niet. Maar ik KAN het! Ik kan het...
|