Inhoud blog
  • Overlijden Robert De Telder
  • Corona
  • Chronologische schema's - afbeeldingen - vanaf de Grote Vloed tot de Spraakverwarring
  • Joeja
  • De eerste drieduizend jaar, hoofdstuk 1
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    KRONOS
    chronologie - archeologie - oudheid
    08-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De farao van de Exodus

    Met onze aflevering van 01.04.2019 brachten we de Exodus van de Israëlieten uit Egypte en de Pesachweek onder de aandacht. Met 15 Nisan 1483 v. Chr. begon na de middernacht van donderdag op vrijdag de uittocht. Terwijl Egypte die nacht over de dood van hun eerstgeborenen huilde begonnen de Israëlieten onder leiding van Mozes aan hun trek naar de wildernis.

    Exodus 12:29 En het geschiedde ter middernacht, dat de HEERE al de eerstgeborenen in Egypteland sloeg, van den eerstgeborene van Farao af, die op zijn troon zitten zou, tot op den eerstgeborene van den gevangene, die in het gevangenhuis was, en alle eerstgeborenen der beesten. 30 En Farao stond op bij nacht, hij en al zijn knechten, en al de Egyptenaars; en er was een groot geschrei in Egypte; want er was geen huis, waarin niet een dode was. 31 Toen riep hij Mozes en Aäron in den nacht, en zeide: Maakt u op, trekt uit het midden van mijn volk, zo gijlieden als de kinderen van Israël; en gaat heen, dient den HEERE, gelijk gijlieden gesproken hebt.

     

    Maar wie was de farao van de exodus die in de nacht van donderdag op vrijdag ook zijn eerstgeborene aan de dood moest afstaan?

     

     

    Als men Hollywood wil geloven was het Ramses II alias Ramses de Grote die zijn oudste zoon en troonopvolger die Pesachnacht verloor en op de vierde dag na het vertrek van de Israëlieten met heel zijn legermacht aan de achtervolging in de wildernis begon. De keuze voor Ramses II als farao van de exodus is een gevolg van de foutieve rangschikking van de farao ’s op de tijdsbalk door de gevestigde Egyptologie. De Egyptologie heeft vanaf de vijftiende tot de twaalfde eeuw v. Chr. de achttiende en negentiende dynastiefarao ’s op de tijdsbalk geplaatst. Geen een van de kandidaat-farao ’s voor de Exodus past echter in het Bijbels-chronologische raamwerk. Over deze problematiek schreef ik al eerder op dit blog. Zie het artikel van 28.01.2019, de late datering van de exodus, link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1548630000&stopdatum=1549234800

     

    In mijn boek Exodus breng ik een volledige herziening van de plaatsing van de Egyptische dynastieën op de tijdsbalk. De ankerpunten voor het chronologisch verbinden van regeerperioden van de farao ’s met die van de aartsvader van Israël halen we uit de Bijbel, daarnaast uit de werken van Flavius Josephus en uit de Joodse overleveringen en legendes. Maar ook de Egyptologie levert via een revisie van de geschiedenis van de oudheid verrassende resultaten. De Exodus van de Israëlieten uit Egypte met de gepaard gaande tien plagen betekende namelijk een ware breuk in de Egyptische geschiedenis. Volgens de revisie van de oudheidgeschiedenis waren het zogenaamde Oude- en het Midden-Rijk in Egypte contemporain met elkaar en gingen als een gevolg van de tien plagen en de exodus met de vernietiging van het Egyptische leger in de Schelfzee, samen ten onder. Binnen de revisie van de oudheidgeschiedenis van Egypte was er maar één tussenperiode, die van de Hyksos, die na de Exodus Egypte overrompelden en hun heerschappij over het Midden-Oosten vestigden.

     

     

    Een revisionist van het eerste uur was Dr. I. Velikovsky (1895/1979). In zijn bekend werk ‘Eeuwen in Chaos, 1952, hoofdstuk I’ identificeerde hij de farao van de Exodus als Thom of Thoem, naar een inscriptie op een schrijn gevonden te El Arisj, een stad op de oude grens tussen Egypte en Kanaän. Het is een zwarte monoliet beschreven met hiëroglyfen waarop koningen, residenties, geografische plaatsen en de invasie van Egypte door vreemdelingen wordt beschreven. De inscriptie beschrijft een periode van volslagen duisternis over Egypte voor een periode van negen dagen, wat een bevestiging is van het relaas in het Bijbelboek Exodus 10:22-23 waar een van de plagen beschreven staat met dikke duisternis gedurende drie dagen. Dit was trouwens het eerste dat bij Velikovsky in zijn onderzoek de aandacht trok, toen hij de inscriptie in het licht van de Bijbel bestudeerde. Daarnaast verwijst de inscriptie naar Pi-Charoti waar farao aan zijn einde komt. Dit Pi-Charoti uit Egyptische bron was voor Velikovsky overduidelijk te identificeren met het Bijbelse Pi-ha-Chiroth aan de Schelfzee. De inscriptie op het schrijn verhaalt verder dat een zoon van farao, ‘zijne majesteit Geb’ op onderzoek uitgaat en naar de plaats Pi-Charoti trekt en daar bij de lokale bevolking navraag doet naar de ramp die farao Thoem en zijn leger getroffen heeft. Velikovsky merkt op dat de naam Thoem of Thom in de plaatsnaam Pi-Thom zit, een voorraadplaats die de Israëlieten in slavernij moesten bouwen. En de naam Thom, stelt Velikovsky, is ook identiek met het Griekse Timaios of Toetimaeus zoals Manetho via Flavius Josephus, hem heeft doorgegeven. Farao Timaios/Timaus is bij Manetho de farao die de invasie van de Hyksos of Amalekieten onderging.

     

     

    Nog een revisionist van de geschiedenis van de oudheid voor wie de historische boeken van de Bijbel gezag hadden, was Dr. Donovan A. Courville (1901/1996). Zijn opus magnum: ‘The Exodus Problem and its Ramifications, 1971’, brengt een volledige herziening van alle Egyptische dynastieën op de tijdsbalk. In Volume I, Chapter IX, Who was the Pharaoh of the Exodus?, levert ook hij zijn bijdrage tot het identificeren van de farao van de exodus. Courville hechtte veel belang aan de Egyptische koningslijst bekend onder de naam: Sothis-lijst. Deze lijst geeft (o.a.) vijfentwintig faraonamen (in de Griekse taal) vanaf de eerste farao Menes tot aan Salatis. Deze laatste naam is de eerste Hyksos-farao. Aan de Hyksos-invasie van Egypte ging de Exodus vooraf. De vierentwintigste naam is die van Koncharis, wat volgens Courville een Griekse versie is van het Egyptische ‘Ka-ankh-ra’ van de Karnak-koningslijst, een naam die dan weer volgens Courville overeenkomt met Sobekhotep VI van de Turijn-koningslijst. En volgens de Turijn-koningslijst regeerde Sobekhotep VI voor een periode van twee jaar, twee maanden en negen dagen. Farao Koncharis/Ka-ankh-ra/Sobekhotep VI is volgens Courville de farao die de Hyksos-invasie onderging. In het model van Courville waren het Oude Rijk en het Midden-Rijk voor een belangrijke periode contemporain. De farao van de verdrukking is in Courville ’s model Senwosret III van de twaalfde dynastie. De dertiende dynastie was gedurende een periode contemporain met de twaalfde dynastie en won na de dood van de farao van de verdrukking, aan macht. De tachtigjarige Mozes stond aldus bij zijn terugkeer in Egypte voor (een) Sobekhotep van de dertiende dynastie. Courville wijst in zijn studie op nog een bijzonderheid van de Sothis-koningslijst. De voorgangers van naam nummer 24.Koncharis hadden namelijk allen tot aan nummer 18. de naam Ramesse in hun faraonamen verweven. Het is naar deze naam dat het Bijbelse Pi-Ramesse of Raämses, een voorraadstad die de Israëlieten onder dwang moesten bouwen, genoemd werd. In mijn boek TIJD en TIJDEN, 2015, hoofdstuk Pitom en Raämses, blz. 89-98, diep ik dit verder uit. In het aangehaalde hoofdstuk; Pitom en Raämses, leg ik de link tussen het Bijbelse Raämses en de tot nu toe niet gevonden tweede hoofdstad van het Egyptische Midden-rijk; It-taoey. De dertiende dynastie’ farao’s hadden hier ook hun residenties. Van de eerste farao’s van de dertiende dynastie; Hor, Sobekhotep II en Chendjer werden te Dahsjoer hun laatste rustplaatsen teruggevonden. Vanaf Sobekhotep III en diens opvolgers ontbreekt tot nu toe elk spoor naar een laatste rustplaats, of mummie.

     

    In het variant dat de Egyptoloog David Rohl brengt (A Test of Time, 1995, Chapters 12 en 13) is de vermoedelijke farao van de exodus; Sobekhotep IV. David Rohl noemt zichzelf een agnost maar hanteert wel in zijn studie van het oude Egypte de Bijbel als een historisch boek. Rohl haalt de christelijke oudheidhistoricus Eusebius aan die verwijst naar een nog oudere bron, de Joodse historicus Artapanus, en deze laatste vermeldt dat de farao ten tijde van Mozes, de naam ‘Khe-neph-res’ had. Vanuit deze naam distilleerde Rohl de naam ‘Kha-nefer-re’ van de Egyptische koningslijsten. En de naam ‘Kha-nefer-re’ stemt overeen met de koninklijke naam die alleen farao Sobekhotep IV Kha-nefer-re, van de dertiende dynastie droeg. Het is boeiend studiewerk van David Rohl, iets dat zijn boek als een detectiveverhaal laat lezen.

     

     

    Ter conclusie stellen we vast dat de farao waar Mozes in het Exodusjaar tegenover stond, farao Sobekhotep IV van de dertiende dynastie was. Het is deze farao die meende de Israëlieten te kunnen achterhalen in de wildernis, en als een gevolg zijn einde vond in de Schelfzee. Het is deze farao wiens troonopvolger in de Pesachnacht door de HEERE God gedood werd. Het is farao Sobekhotep VI die de opvolger werd van Sobekhotep IV, de farao die niet terugkeerde van de Schelfzee en bovendien het Egyptische leger naar de ondergang gevoerd had. Als resultaat lag het Egypte van Sobekhotep VI wagenwijd open voor de kort daarop binnentrekkende Hyksos of Amalekieten.

     

    Mijn boek ‘Exodus’ aanschaffen (als cadeautip voor Pasen!) kan via de hierna volgende link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331

     

    ‘Exodus’ staat ook al geruime tijd online gratis te lezen op de hierna volgende link:
    https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

     

    Recente publicaties:

     

     

    Dertig Jubeljaren, 2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU

    Kronieken van de koningen van Israël, 2017, zie link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory

    EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331

    Dit boek kan inmiddels volledig online gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html

    De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999

    TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

    De Assyriologie herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234

    De Tweede Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343

    Genesis versus Egyptologie, 2009, dit boek is uitverkocht maar kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html

    Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)


    08-04-2019 om 07:44 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Exodus-Pesach 15 Nisan 1483 v. Chr.

    Dit jaar valt de Pesach week van vrijdagavond 19 april tot zaterdagavond 27 april 2019. De historische Pesachweek verbonden met de exodus ving met 15 Nisan 1483 v. Chr. aan bij het ondergaan van de zon op een donderdagavond volgens de westerse kalender. Volgens de Joodse kalender eindigt een dag bij het ondergaan van de zon en vangt een nieuwe dag aan. Op donderdagavond nuttigden de Israëlieten per familie hun bereide Pesachlam en brachten zoals opgedragen het bloed van het geslachte Pesachlam aan de deurposten van hun woningen aan. Daarna maakten zij zich klaar voor de grote trek onder leiding van Mozes naar de woestijn waar zij de HEERE God wilden dienen. Te Middernacht sloeg de HEERE God al het eerstgeborene van mens en dier in het land Egypte.

     

     

    Exodus 12:29 En het geschiedde ter middernacht, dat de HEERE al de eerstgeborenen in Egypteland sloeg, van den eerstgeborene van Farao af, die op zijn troon zitten zou, tot op den eerstgeborene van den gevangene, die in het gevangenhuis was, en alle eerstgeborenen der beesten. 30 En Farao stond op bij nacht, hij en al zijn knechten, en al de Egyptenaars; en er was een groot geschrei in Egypte; want er was geen huis, waarin niet een dode was. 31 Toen riep hij Mozes en Aäron in den nacht, en zeide: Maakt u op, trekt uit het midden van mijn volk, zo gijlieden als de kinderen van Israël; en gaat heen, dient den HEERE, gelijk gijlieden gesproken hebt. 32 Neemt ook met u uw schapen en uw runderen, zoals gijlieden gesproken hebt, en gaat heen, en zegent mij ook. 33 En de Egyptenaars hielden sterk aan bij het volk, haastende, om die uit het land te drijven; want zij zeiden: Wij zijn allen dood! 34 En het volk nam zijn deeg op, eer het gedesemd was, hun deegklompen, gebonden in hun klederen, op hun schouderen. 35 De kinderen Israëls nu hadden gedaan naar het woord van Mozes, en hadden van de Egyptenaren geëist zilveren vaten, en gouden vaten, en klederen. 36 Daartoe had de HEERE het volk genade gegeven in de ogen der Egyptenaren, dat zij hun hun begeerte deden; en zij beroofden de Egyptenaren. 37 Alzo reisden de kinderen Israëls uit van Rameses naar Sukkoth, omtrent zeshonderd duizend te voet, mannen alleen, behalve de kinderkens. (Statenvertaling)

     

    Dat de exodus op een vrijdag geschiedde leert de Joodse overlevering die stelt dat de Tien Woorden aan Israël gegeven werden op een sabbat, op de vijftigste dag na het vertrek uit Egypte. Het is aldus een eenvoudige berekening om zeven maal zeven weken eerder de Exodus met Pesach op een vrijdag te plaatsen.

    Dit alles was een voorafschaduwing van het Pesachlam Jezus Christus die op goede vrijdag 7 april 30 AD Zijn Bloed plaatsvervangend voor de Verlossing van Israël en van de wereld, gaf.

     

     

    Het vertrek van de Israëlieten geschiedde onmiddellijk na middernacht. Vanuit Rameses ging het richting Sukkot, en vervolgens naar Etham aan het einde van de woestijn. De plaatsnamen Rameses en Pitom heb ik in mijn boek: ‘Exodus’ van 2016 geïdentificeerd en vervolgens de reisroute naar de Schelfzee op een landkaart uitgestippeld. De plaats van de doorgang door de Schelfzee wordt in het boek aangewezen en de berg Sinaï in Arabië gelokaliseerd. Sinds de eerste historische Pesachweek zijn er nu 3501 jaar verlopen.

     

    Hoe ik het jaartal 1483 v. Chr. voor het exodusjaar verkregen heb is vrij eenvoudig uit te leggen. Vanaf het optreden van de Heer Jezus Christus in oktober 27 AD te Nazareth volgens Lukas hoofdstuk 4, toen de Heiland het ‘aangename jaar des HEREN’ uitriep, wat het dertigste jubeljaar was, rekent men negenentwintig jubeljaren terug de tijd in. Het eerste jubeljaar viel in okt.1395/sep.1394 v. Chr. Zeven maal zeven jaar eerder waren zij in 1443 v. Chr. het beloofde land Kanaän binnengetrokken en begon de eerste sabbatjaren-cyclus. Veertig jaar daarvoor waren de Israëlieten in 1483 v. Chr. uit Egypte opgetrokken. De dertig jubeljaren zijn wetenschappelijk via elf historische vermeldingen op de tijdsbalk verankerd. Volgens het Bijbelboek 1 Koningen 6:1 waren het vierhonderdtachtig jaar vanaf het exodusjaar tot het vierde regeringsjaar van Salomo wanneer deze aan de bouw van de Tempel te Jeruzalem begon. Het vierde regeringsjaar van Salomo viel volgens de sabbat- en jubeljaar-telling in oktober 1004/september 1003 v. Chr. Zijn eerste regeringsjaar begon in oktober 1007 v. Chr. en zijn sterfjaar was het najaar van 967 v. Chr. Voor Salomo hebben we de veertigjarige regeerperiode van David: 1047/1007 v. Chr. en daarvoor regeerde Saul van 1087 tot 1047 v. Chr. over de twaalf stammen van Israël. De koningen van Israël en Juda heb ik tussen de jaartallen 967 en 586 v. Chr. op de tijdsbalk herschikt met de historische sabbat- en jubeljaren als ijkpunten. Zie o.a. mijn laatste uitgave: dertig jubeljaren, uit 2018.

     

    Volgens Flavius Josephus geschiedde de exodus in een jaar dat de Nisan-zon zich in het astronomische Ram of Lam (Aries)-beeld op de veertiende dag van de maand nisan bevond.

    In the month of Xanthicus, which is by us called Nisan, and is the beginning of our year, on the fourteenth day of the lunar month, when the sun is in Aries, (for in this month it was that we were delivered from bondage under the Egyptians,) the law ordained that we should every year slay that sacrifice which I before told you we slew when we came out of Egypt, and which was called the Passover; and so we do celebrate this Passover in companies, leaving nothing of what we sacrifice till the day following. (Flavius Josephus (Joodse Oudheden, Boek III.x.5)

     

    Dat de exodus volgens Flavius Josephus plaatsvond op het exacte moment dat de zon het sterrenbeeld Ram/Lam binnenging is uiteraard geen toeval (The Witness of the Stars, Rev. E. W. Büllinger (1837/1913), Chapter IV, The Sign Aries (The Ram or Lamb). Het maakt deel uit van het plan der eeuwen, namelijk God ’s voornemen (Efeze 3:11) dat zal leiden naar het herstel van alle dingen.

     

     

    In mijn boek Exodus, 2016, breng ik de geschiedenis van Israël in het oude Egypte vanaf de aartsvader Jakob tot op Mozes. De exacte Exodusroute wordt op de landkaart uitgestippeld en de Bijbelse plaatsnamen Rameses, Sukkot en Etham op de landkaart geplaatst. De plaats van de doorgang door de Schelfzee wordt in het boek aangewezen en de berg Sinaï in Arabië gelokaliseerd. Mijn verhaal laat ik aanvangen in het Egypte van de oudheid vanaf de aankomst daar van Jakob/Israël in 1699 v. Chr. op het hoogtepunt van een wereldwijde hongersnood en eindigt met de Exodus uit Egypte in 1483 v. Chr., gevolgd door het geven van de Tien Woorden aan Israël. De geschiedenis van Israël en de Exodus halen we in de eerste plaats uit de Bijbel, daarnaast uit de werken van Flavius Josephus en uit de Joodse overleveringen en legendes. Maar ook de Egyptologie levert via een revisie van de geschiedenis van de oudheid verrassende resultaten. De Exodus van de Israëlieten uit Egypte met de gepaard gaande tien plagen betekende namelijk een ware breuk in de Egyptische geschiedenis. Volgens de revisie van de oudheidgeschiedenis waren het zogenaamde Oude- en het Midden-Rijk in Egypte contemporain met elkaar en gingen als een gevolg van de tien plagen en de exodus met de vernietiging van het Egyptische leger in de Schelfzee, samen ten onder. Binnen de revisie van de oudheidgeschiedenis van Egypte was er maar één tussenperiode, die van de Hyksos, die na de Exodus Egypte overrompelden en hun heerschappij over het Midden-Oosten vestigden. De twaalf stammen van Israël trokken intussen na een periode van veertig jaar in de wildernis, het Beloofde Land Kanaän binnen.

     

    Het boek aanschaffen (als cadeautip voor Pasen!) kan via de hierna volgende link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331

     

    Mijn boek staat ook al geruime tijd online gratis te lezen op de hierna volgende link:
    https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

     

    Recente publicaties:

     

     

    Dertig Jubeljaren, 2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU

    Kronieken van de koningen van Israël, 2017, zie link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory

    EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331

    Dit boek kan inmiddels volledig online gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html

    De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999

    TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

    De Assyriologie herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234

    De Tweede Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343

    Genesis versus Egyptologie, 2009, dit boek is uitverkocht maar kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html

    Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)


    01-04-2019 om 14:16 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-03-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De oorsprong van Kusch, de zoon van Cham, de zoon van Noach…

    Mijn eerste boek dateert uit het jaar 1985: DE NIEUWE ORDE in opkomst, ISBN 90-73739-01-2. Het was een eschatologisch werk met alle aandacht voor de nakende wederkomst van Jezus Christus. Sindsdien zijn er vierendertig jaar verlopen en heeft er zich een verdere (en niet voorziene) ontwikkeling naar het begin van de zogenaamde Bijbelse eindtijd voorgedaan. Het boek was naar Nederlandstalige normen een besteller, kende vier herdrukken met uiteindelijk vijfduizend verkochte exemplaren. Al vele jaren is het boek intussen uitverkocht en alleen nog in gespecialiseerde antiquariaatzaken verkrijgbaar. In enkele afleveringen wil ik op dit blog op onderdelen van mijn boek stilstaan en een evaluatie maken.

     

     

    Met dit artikel wil ik het Bijbelse Ethiopië onder de aandacht brengen. In de Hebreeuwse grondtekst staat er KUSCH dat met Ethiopië vertaald werd. De Statenvertaling vertaalde Kusch met Moren. In ‘De nieuwe orde in opkomst’, 1985, identificeerde ik foutief dit Bijbelse Ethiopië met de moderne staat Ethiopië aan de hoorn van Afrika.

    Kusch is volgens de profeet Ezechiël een bondgenoot van Magog, wanneer deze laatste in de eindtijd Israël zal aanvallen, maar daar aan zijn einde komt. Hierna het betreffende Bijbelcitaat:

    Ezechiël 38:1 Het woord des HEREN kwam tot mij: 2 Mensenkind, richt uw aangezicht tegen Gog in het land Magog, de grootvorst van Mesek en Tubal; profeteer tegen hem, 3 en zeg: zo zegt de Here HERE: zie, ik zàl u, Gog, grootvorst van Mesek en Tubal! 4 Ik zal u komen halen, haken slaan in uw kaken en u doen uittrekken met uw gehele leger: paarden en ruiters, allen volledig uitgerust, een grote schare, met grote en kleine schilden, allen vertrouwd met het zwaard; 5 ook Perzen, Ethiopiërs en Puteeërs, allen met schild en helm; 6 Gomer en al zijn krijgsbenden; Bet-Togarma ver in het noorden met al zijn krijgsbenden – vele volken met u. 7 Maak u gereed en rust u toe, gij met al de scharen die zich bij u gevoegd hebben; wees gij hun tot een leidsman. 8 Na geruime tijd zult gij een bevel ontvangen; in toekomende jaren zult gij optrekken tegen het land dat zich van de krijg hersteld heeft, (een volk) dat uit het gebied van vele volken bijeengebracht is op de bergen Israëls die tot een blijvende wildernis waren geworden, maar het is uit de volken uitgeleid; allen wonen zij in gerustheid. 9 Dan zult gij optrekken als een opkomend onweer; gij zult zijn als een wolk die de aarde bedekt, gij met al uw krijgsbenden, en vele volken met u. (NBG Vertaling 1951)

     

    De oorsprong van Kusch vinden we in het Bijbelboek Genesis:

    Genesis 10:1 Dit nu zijn de geboorten van Noachs zonen: Sem, Cham, en Jafeth; en hun werden zonen geboren na den vloed. 2 De zonen van Jafeth zijn: Gomer, en Magog, en Madai, en Javan, en Tubal, en Mesech, en Thiras. 3 En de zonen van Gomer zijn: Askenaz, en Rifath, en Togarma. 4 En de zonen van Javan zijn: Elisa, en Tarsis; de Chittieten en Dodanieten. 5 Van dezen zijn verdeeld de eilanden der volken in hun landschappen, elk naar zijn spraak, naar hun huisgezinnen, onder hun volken. 6 En de zonen van Cham zijn: Cusch en Mitsraim, en Put, en Kanaän.

     

     

    Kusch was een zoon van Cham, de zoon van Noach. Zijn oorsprong gaat zo terug tot de periode onmiddellijk na de Grote Vloed van 2341/2340 v. Chr. Na de spraakverwarring in het najaar van 2239 v. Chr. begon de clan van Kusch aan hun trek naar Afrika (TIJD en TIJDEN, 2015, blz. 13-25). Zie ook het artikel van 27.06.2016, Genesis van de eerste beschavingen na de Grote Vloed, link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1466978400&stopdatum=1467583200

     

    Met de identificatie van het Bijbelse Kusch met de moderne staat Ethiopië heb ik in 1985 de bal misgeslagen. Ik liet me toen leiden door wat Hal Lindsey in zijn ‘De planeet die aarde heette’ over Ethiopië meende te kunnen invullen. Het land zat toen nog in het Sovjetblok met zelfs een contingent Cubaanse huurlingen actief in de strijdkrachten. Ik schreef in mijn boek over Ethiopië; dat het land zich naar het noorden zou uitbreiden, naar Soedan toe. De reden was dat de Egyptische vijfentwintigste dynastie van Manetho in het huidige Noord-Soedan haar basis had. Het was een dynastie van zwarte koning-farao ’s die zelfs onder Sabakoos en de Bijbelse Tirhaka in de achtste eeuw v. Chr. over beneden-Egypte geheerst hebben.

    Met het moderne Ethiopië is het sinds 1985 na de publicatie van mijn boek anders gelopen. Het land zat na het marxistische avontuur een hele tijd aan de grond en het noordelijke Eritrea heeft zich zelfs kunnen afscheiden. De correcte identificatie van het Bijbelse Kusch vandaag is Noord-Soedan. Zuid-Soedan heeft zich anno 2011 van het overwegend Arabisch-Islamietisch noorden afgescheiden. Het is Noord-Soedan dat zich in de toekomst in een alliantie met Magog tegen Israël zal keren.

     

     

    Over Magog schreef ik eerder op 22.10.2018 op dit blog een artikel met de titel: Ik zal een vuur zenden in Magog, en onder degenen, die in de eilanden zeker wonen; en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben, Zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1540159200&stopdatum=1540764000

     

    Met de studie van het Profetische Woord ben ik sinds 1975 bezig. Mijn eerste kennismaking met de Bijbelse profetieën in verband met het nationale en geestelijke herstel van Israël was via het boek ‘de planeet die aarde heette’ van Hal Lindsey. Deze Amerikaanse auteur verwachtte de wederkomst van Jezus Christus voor de jaren tachtig van de vorige eeuw. Een van zijn boeken volgend op zijn bestseller ‘The Late Great Planet Earth’ had de titel ‘Counting Down the Eighties’, een titel die voor zichzelf spreekt. Hal Lindsey ’s bestsellers werden geschreven toen de koude oorlog van het communistisch-atheïstische Rusland en zijn satellietstaten tegen het Westen nog gaande was en veel van de Bijbelse eindtijdprofetieën kregen van Lindsey als een gevolg daarvan, een eigentijdse invulling. Veel van wat Hal Lindsey meende in vervulling te zien gaan is toen niet uitgekomen en onderdelen ervan intussen zelfs achterhaald.

    Hoe was de situatie in de wereld in die jaren tachtig? In het verre noorden ten opzichte van Israël stond het (militair) machtige Sovjet-Rusland met aan de grenzen van Israël de door Rusland militair uitgeruste Arabische bondgenoten zoals Syrië en Irak. In Afrika zaten Angola, Mozambique, Libië en Ethiopië in het Sovjet-Russische kamp. West-Europa had zich verenigd en maakte deel uit van de NAVO. Hal Lindsey zag in de EEG (dat toen negen leden telden) de vervulling van het Statenbeeld van de profeet Daniël. Hij verwachtte met de toetreding van Griekenland als tiende lid, de eindvervulling van Bijbelse profetieën dienaangaande. Een ander voorbeeld is Lindsey ’s identificatie van het Bijbelse eindtijd-Koesch met Ethiopië. Dat land zat tijdens de koude oorlog in het Russische kamp en alzo werd toen de foutieve identificatie gemaakt. Idem dito met het Bijbelse eindtijd-Put dat met de staat Libië in Noord-Afrika geïdentificeerd werd aangezien ook daar de Sovjet-Russen bases hadden.

    Het historische Koesh bevond zich echter binnen de grenzen van het huidige Noord-Soedan. Met de val van de Berlijnse muur in 1989 en de implosie van de Sovjet-Unie in 1991 kwam aan de koude oorlog in het westen (voorlopig) een einde. In Europa vond de hereniging van het sinds 1945 gesplitste Duitsland plaats en landen uit het voormalige Oostblok vonden aansluiting bij West-Europa. De Europese Economische Gemeenschap werd omgevormd en uitgebreid tot een Unie. De politieke situatie in de wereld is sinds 1989 helemaal gewijzigd. Oude vijanden werden bondgenoten en nieuwe vijanden verschenen op het toneel. De Verenigde Staten, de overwinnaar van de koude oorlog en toen de enig overblijvende supermacht werd op 11 september 2001 onverwacht en op eigen terrein door Arabisch-Islamietische terroristen aangevallen. De schurken hadden lijnvliegtuigen in de VS gekaapt en boorden zich met de gekaapte Jumbo-toestellen in de gigantisch hoge torens van het WTC ‘World Trade Center’ te New York. Duizenden onschuldige mensen, werknemers in de beide torens en de passagiers in de lijnvliegtuigen, kwamen bij deze terreurzelfmoordactie om het leven. Deze daad mobiliseerde de VS om een wereldwijde oorlog tegen het terrorisme te beginnen.

     

    De ontwikkeling rond de moderne staten Ethiopië en Noord-Soedan sinds de publicatie van mijn boek in 1985 zijn een waarschuwing voor mij om niet te snel expliciete profetische vervullingen te zoeken in eigentijdse ontwikkelingen. Het gehele profetische plaatje moet kloppen alvorens men meent boude uitspraken te kunnen doen. Een voorbeeld is de profetie van Ezechiël hoofdstukken 38 en 39. Hoofdstuk 38:1-9 van de profeet Ezechiël heb ik bij de aanvang van mijn artikel geciteerd. De chronologie van de profetie is als ’t volgt: op Gods tijd (38:4) zal Magog met zijn bondgenoten tegen het nationaal herstelde Israël optrekken. Volgens 38:7 zijn zij dan herbewapend en toegerust. Israël is dan (38:8b) uit het gebied van vele volken bijeengebracht en leeft in gerustheid, zonder (veiligheid)muren (38:11) en poorten. Als aan deze profetische voorwaarden voldaan is zal Magog getrokken worden, en niet eerder: 38:9 ‘Dan zult gij optrekken als een opkomend onweer; gij zult zijn als een wolk die de aarde bedekt, gij met al uw krijgsbenden, en vele volken met u’.

     

    De conclusie moet zijn dat bij de vervulling van de profetie van Ezechiël het ene detail op een tijdsbalk gezien, niet voor het andere kan geschieden. Eerst dient het nationaal weer vergaderde Israël in (schijn)vrede te leven en is de voorwaarde vervuld voor de overige details van de profetie. De schijnvrede is op basis van andere profetieën, het resultaat van een verbond dat Israël met de koning van het noorden-Assyrië zal aangaan. Meer hierover in een volgende aflevering.

     

    Wordt vervolgd…

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

     

    Recente publicaties:

     

     

    Dertig Jubeljaren, 2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU

    Kronieken van de koningen van Israël, 2017, zie link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory

    EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331

    Dit boek kan inmiddels volledig online gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html

    De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999

    TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

    De Assyriologie herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234

    De Tweede Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343

    Genesis versus Egyptologie, 2009, dit boek is uitverkocht maar kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html

    Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)


    25-03-2019 om 08:25 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-03-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Werd de Ark van het Verbond in 586 v. Chr. bij de val van Jeruzalem vernietigd of werd ze toen verborgen en tot op heden ergens bewaard?

    Deze week geef ik aandacht aan de ark van het verbond die in 586 v. Chr. samen met de Tempel te Jeruzalem door de Babyloniërs vernietigd werd. Sindsdien bestaan er hardnekkige legendes die leren dat de ark ergens verborgen werd? De oorsprong van de Ark van het Verbond gaat terug tot het ontstaan van Israël als natie na de Exodus in 1483 v. Chr. bij het geven van de Tien Woorden aan Mozes. In het Bijbelboek Exodus 25:10-22) vinden we de opdracht tot het bouwen van de ark van het verbond .

     

     

    © James Tissot (1836/1902), Aaron en Mozes voor de Ark van het verbond.

     

    De Ark van het Verbond heeft de Israëlieten daarna op al hun tochten en belevenissen vergezeld. Het Beloofde Land Kanaän werd in 1443 v. Chr. binnengetrokken met de Ark van het Verbond op kop (Jozua 3:11-17). Tot aan de bouw van de Tempel van Salomo was zij ondergebracht in ‘de Tent der samenkomst’. In het jaar 996 v. Chr. ten tijde van Salomo werd zij in de tempel in het Heilige der heiligen neergezet. Een vertrek van de tempel waar met Jom Kippoer (de grote verzoendag) de hogepriester binnenging voor de verzoenings-handelingen. Hier is de ark met zekerheid tot aan haar vernietiging gebleven. De vernietiging gebeurde door de hand van de Babyloniërs ten tijde van Zedekia, de laatste koning van Juda.

    2 Koningen 25:8 Daarna in de vijfde maand, op den zevenden der maand (dit was het negentiende jaar van Nebukadnezar, den koning van Babel) kwam Nebuzaradan, de overste der trawanten, de knecht des konings van Babel, te Jeruzalem. 9 En hij verbrandde het huis des HEEREN, en het huis des konings, mitsgaders alle huizen van Jeruzalem; en alle huizen der groten verbrandde hij met vuur. (Statenvertaling)

     

    Na de verwoesting van Jeruzalem en de tempel door Nebukadnezar de koning van Babylon, in 586 v. Chr. horen wij nooit meer iets over de ark. In de tempel van Zerubbabel na de Babylonische Ballingschap, en in de tempel van Herodes de Grote bevond zich in het Heilige der heiligen geen ark meer maar volgens de Joodse overlevering alleen een steen waarop de hogepriester op de grote Verzoendag het vat met reukwerk zette (Leviticus 16:12-14). Het is pas na de vernietiging van de tweede tempel in 70 AD dat de legendes en het zoeken naar een verborgen ark een aanvang namen. De oorspronkelijke ark echter was echter al in 586 v. Chr. vernietigd en dit volgens het gezaghebbende woord van Asaf en Jeremia.

    Psalm 74:1 Een onderwijzing, voor Asaf. O God! waarom verstoot Gij in eeuwigheid? Waarom zou Uw toorn roken tegen de schapen Uwer weide? 2 Gedenk aan Uw vergadering, die Gij van ouds verworven hebt; de roede Uwer erfenis, die Gij verlost hebt; den berg Sion, waarop Gij gewoond hebt. 3 Hef Uw voeten op tot de eeuwige verwoestingen; de vijand heeft alles in het heiligdom verdorven. 4 Uw wederpartijders hebben in het midden van Uw vergaderplaatsen gebruld; zij hebben hun tekenen tot tekenen gesteld. 5 Een ieder werd er bekend als een, die de bijlen omhoog aanbrengt in de dichtigheid van een geboomte. 6 Alzo hebben zij nu derzelver graveerselen samen met houwelen en beukhamers in stukken geslagen. 7 Zij hebben Uw heiligdommen in het vuur gezet; ter aarde toe hebben zij de woning Uws Naams ontheiligd. 8 Zij hebben in hun hart gezegd: Laat ze ons te zamen uitplunderen; zij hebben alle Gods vergaderplaatsen in het land verbrand. 9 Wij zien onze tekenen niet; er is geen profeet meer, noch iemand bij ons, die weet, hoe lang. 10 Hoe lang, o God! zal de wederpartijder smaden? Zal de vijand Uw Naam in eeuwigheid lasteren? 11 Waarom trekt Gij Uw hand, ja, Uw rechterhand af? Trek haar uit het midden van Uw boezem; maak een einde.

     

     

    Jeremia 3:14 Bekeert u, gij afkerige kinderen! spreekt de HEERE, want Ik heb u getrouwd, en Ik zal u aannemen, een uit een stad, en twee uit een geslacht, en zal u brengen te Sion. 15 En Ik zal ulieden herders geven naar Mijn hart; die zullen u weiden met wetenschap en verstand. 16 En het zal geschieden, wanneer gij vermenigvuldigd en vruchtbaar zult geworden zijn in het land, in die dagen, spreekt de HEERE, zullen zij niet meer zeggen: De ark des verbonds des HEEREN, ook zal zij in het hart niet opkomen; en zij zullen aan haar niet gedenken, en haar niet bezoeken, en zij zal niet weder gemaakt worden. 17 Te dier tijd zullen zij Jeruzalem noemen, des HEEREN troon; en al de heidenen zullen tot haar vergaderd worden, om des HEEREN Naams wil, te Jeruzalem; en zij zullen niet meer wandelen naar het goeddunken van hun boos hart. 18 In die dagen zal het huis van Juda gaan tot het huis van Israël; en zij zullen te zamen komen uit het land van het noorden, in het land, dat Ik uw vaderen ten erve gegeven heb.

     

    De hierboven geciteerde Bijbelgedeelten leren dat de Ark van het Verbond door de Babyloniërs te samen met alle andere Tempelattributen vernietigd werd. Volgens de profeet Jeremia zou de Ark niet weder gemaakt worden. Het jaartal voor de vernietiging Jeruzalem en de Tempel was 586 v. Chr. Zie het artikel van 31.10.2016 op dit blog, link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1477868400&stopdatum=1478473200

    Het is nu duidelijk dat het verhaal in het apocrief (twijfelachtig – niet gezaghebbend) boek 2 Makkabeeën gebracht, dat de Roomse kerk aan haar Bijbel heeft toegevoegd, haaks staat op de canonieke boeken van de Bijbel. Hierna het betreffende gedeelte:

    2 Makkabeeën 2:1 In de boeken staat niet alleen dat de profeet Jeremia de ballingen beval om iets van het vuur mee te nemen, zoals reeds is gezegd, 2 maar ook dat hij hun de leer gaf en hun daarbij op het hart drukte, de geboden van de Heer niet te vergeten en zich niet te laten misleiden door de fraai versierde gouden en zilveren beelden die ze zouden zien. 3 Naast andere vermaningen drong hij erop aan de leer niet uit hun hart te bannen. 4 Verder staat er in hetzelfde geschrift dat de profeet, gehoorzaam aan een goddelijke ingeving, de verbondstent en de ark liet halen en achter hem aan liet dragen, terwijl hij de berg beklom die Mozes bestegen had om het erfdeel van God te aanschouwen. 5 Daar aangekomen vond Jeremia een rotsspelonk; daarin plaatste hij de tent, de ark en het reukofferaltaar en hij sloot de toegang af. 6 Toen enkele van zijn metgezellen er weer heen gingen om de weg te markeren, konden ze de plaats niet meer vinden. 7 Jeremia hoorde van hun poging en maakte hun verwijten. Hij zei: ‘Die plaats moet onbekend blijven, totdat God zijn volk weer samenbrengt en het zijn barmhartigheid toont. 8 Dan zal de Heer dat alles weer tevoorschijn brengen; dan zal de glorie van de Heer in een wolk verschijnen, zoals dat gebeurd is in de tijd van Mozes en ook in die van Salomo, toen hij bad dat de tempel op grootse wijze geheiligd zou worden.’ 9 Ook werd erin verteld wat Salomo in zijn wijsheid deed toen hij bij de voltooiing van de tempel het inwijdingsoffer opdroeg: 10 zoals er tijdens Mozes’ gebed tot de Heer vuur uit de hemel was neergedaald, zo daalde er ook tijdens zijn gebed vuur neer en dit verteerde de brandoffers. 11 Met betrekking tot dat offer heeft Mozes verklaard: ‘Omdat het zondeoffer niet genuttigd is, is het door het vuur verteerd.’ 12 Ook Salomo heiligde acht dagen lang het inwijdingsfeest. 13 Behalve deze dingen vermelden die boeken, namelijk de gedenkschriften van Nehemia, ook dat Nehemia een bibliotheek had aangelegd, waarin hij de boeken bijeenbracht die betrekking hadden op de koningen, de geschriften van de profeten en van David, evenals de brieven van de koningen betreffende schenkingen aan de tempel. 14 Nu heeft Judas die boeken, die door de oorlog waarin wij gewikkeld zijn geraakt verspreid waren, weer bijeengebracht, en ze zijn weer in ons bezit. 15 Mocht u ze nodig hebben, dan kunt u ze laten halen. 16 Wij schrijven u, omdat we van plan zijn de reiniging van de tempel te heiligen. Wij houden u de plicht voor, dit feest te heiligen. 17 God, die heel zijn volk bevrijd heeft en het erfdeel, het koningschap, het priesterschap en de tempel aan zijn volk heeft teruggegeven, 18 zoals Hij dat in de leer had beloofd, God zal zich spoedig, naar wij hopen, over ons ontfermen en ons vanuit alle windstreken weer bijeenbrengen naar zijn heilige plaats. Want Hij heeft ons uit grote nood verlost en de plaats gereinigd. 19 De geschiedenis van Judas de Makkabeeër en van zijn broers, de reiniging van de grote tempel en de wijding van het altaar, 20 de oorlogen tegen Antiochus Epifanes en zijn zoon Eupator 21 en de hemelse verschijningen die ten deel zijn gevallen aan degenen die met zoveel toewijding en heldhaftigheid streden voor het jodendom. (Willibrord Vertaling 1995)

     

    Waarom voegde de Makkabeeënschrijver deze legende aan het apocriefe boek toe? Ik meen dat het deel uitmaakt van een complot (Efeze 5:11, 6:12) dat de komst van de pseudovredevorst – de anti-Messias – moet voorbereiden. In het artikel van 25.02.2019 op dit blog verwees ik naar de koning van het noorden die als een pseudovredevorst velen in Israël en de wereld zal misleiden. Een misleiding zoals ze nooit voorheen is voorgekomen. Zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1551049200&stopdatum=1551654000

     

     

    Hoewel de ark zonder twijfel vernietigd werd zijn er hoogstwaarschijnlijk in de oudheid replica’s van de ark gemaakt, die tot nu toe ergens op aarde verborgen zitten. Een Joodse legende plaatst de ark van het verbond op een verborgen plaats nabij de Dode Zee. Zij is hier verborgen in een van de vele grotten waar ook de bekende Dode Zee-rollen gevonden werden. Een hardnekkige legende leert dat de ark verborgen werd 'in' de tempelberg en op Gods tijd bij de herbouw van de tempel tevoorschijn zal komen. Een andere legende zoals in het aangehaalde apocriefe boek 2 Makkabeeën leert dat de ark van het verbond bij de nadering van de Babyloniërs op de berg Nebo in Jordanië, verborgen werd. Een andere geheime plaats zou zich te Axoem in Ethiopië bevinden waar een replica van de ark van het verbond vereerd wordt. Ethiopië betwist namelijk Arabië de roem van de koningin van het Zuiden. De koningen van Ethiopië eisten afstamming voor zich op via Menelik, een zoon volgens hen van de koningin van Scheba en Salomo. Hoogstwaarschijnlijk bracht de koningin van Scheba een replica van de ark naar haar land mee. Enkele jaren geleden bracht de BBC een overtuigende documentaire over de verborgen ark te Axoem in Ethiopië. Volgens de documentaire wordt de ark op een geheime plaats door een monnik bekend als de 'bewaarder van de ark' in de kerk van de Heilige Maria van Sion, bewaard.

    Al deze verhalen en legenden zijn nochtans in strijd met de Bijbel die duidelijk door de mond van Jeremia leert dat "… en zij zullen aan haar niet gedenken, en haar niet bezoeken, en zij zal niet weder gemaakt worden. “

     

    Het tevoorschijn komen van een replica van de Ark van het Verbond in de toekomst past in het chronologische ‘eindtijdkader’ dat de profetische gedeelten van de Bijbel leren. Het apocriefe boek 2 Makkabeeën zal aldus nog voor heel wat misleiding zorgen. Men kan op basis van het profetische boek Daniël in het Oude Testament en het laatste Bijbelboek Apocalyps in het Nieuwe Testament een chronologisch eindtijdscenario schetsen. Het laatste boek van de Bijbel: Openbaring (11:1), leert namelijk een alsnog toekomstig herstel van de offerdienst ten tijde van de heerschappij van ‘het beest’. Ook de zeventigste jaarweek van de profeet Daniel (9:27) leert een herstel van de offerdienst. Voor een eventuele herstelde offerdienst in Israël heeft men een tent ter samenkomst nodig, daarnaast een altaar én de ark van het verbond voor de verzoeningshandelingen.

     

     

    © Clarence Larkin, 1915, Dispensational Truth.

     

    Hierna het citaat uit het Boek Daniël gevolgd door het citaat uit het Boek Openbaring:

    Daniël 9:27 … en in de helft der week zal hij het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden, en over den gruwelijken vleugel zal een verwoester zijn, ook tot de voleinding toe, die vastelijk besloten zijnde, zal uitgestort worden over den verwoeste.

     

    Openbaring 11:1 En mij werd een rietstok gegeven, een meet roede gelijk; en de engel stond en zeide: Sta op, en meet den tempel Gods en het altaar, en degenen, die daarin aanbidden. 2 En laat het voorhof uit, dat van buiten den tempel is, en meet dat niet, want het is den heidenen gegeven; en zij zullen de heilige stad vertreden twee en veertig maanden. 3 En Ik zal Mijn twee getuigen macht geven, en zij zullen profeteren duizend tweehonderd zestig dagen, met zakken bekleed. 4 Dezen zijn de twee olijfbomen, en de twee kandelaren, die voor den God der aarde staan. 5 En zo iemand die wil beschadigen, een vuur zal uit hun mond uitgaan, en zal hun vijanden verslinden; en zo iemand hen wil beschadigen, die moet alzo gedood worden. 6 Dezen hebben macht den hemel te sluiten, opdat geen regen regene in de dagen hunner profetering; en zij hebben macht over de wateren, om die in bloed te verkeren, en de aarde te slaan met allerlei plage, zo menigmaal als zij zullen willen. 7 En als zij hun getuigenis zullen geëindigd hebben, zal het beest, dat uit den afgrond opkomt, hun krijg aandoen, en het zal hen overwinnen, en zal hen doden. 8 En hun dode lichamen zullen liggen op de straat der grote stad, die geestelijk genoemd wordt Sodoma en Egypte, alwaar ook onze Heere gekruist is.

     

    Beide Bijbelgedeelten leren dat de zevenjarige oordeelsperiode in twee gelijke delen verdeeld is. Tijdens de eerste helft van drie jaar en een half jaar, wat gelijk is aan 1260 dagen, bestaat er een herstelde offerdienst in Jeruzalem waar twee getuigen van de HEERE God tegen profeteren. Gedurende de eerste helft van de zeventigste jaarweek van Daniël zal een anti/pseudo-Messias gepaard gaande met nooit eerder geziene tekenen de offerdienst leiden.

    Openbaring 13:11 En ik zag een ander beest uit de aarde opkomen, en het had twee hoornen, des Lams hoornen gelijk, en het sprak als de draak. 12 En het oefent al de macht van het eerste beest, in tegenwoordigheid van hetzelve, en het maakt, dat de aarde, en die daarin wonen het eerste beest aanbidden, wiens dodelijke wonde genezen was. 13 En het doet grote tekenen, zodat het ook vuur uit den hemel doet afkomen op de aarde, voor de mensen. 14 En verleidt degenen, die op de aarde wonen, door de tekenen, die aan hetzelve toe doen gegeven zijn in de tegenwoordigheid van het beest; zeggende tot degenen, die op de aarde wonen, dat zij het beest, dat de wond des zwaards had, en weder leefde, een beeld zouden maken.

     

     

    © Robert De Telder, de lezer is vrij om de afbeelding voor niet-commerciële doeleinden te reproduceren en openbaar te maken, mits ongewijzigd en met bronverwijzing.

     

    In de tweede helft van de zevenjarige oordeelsperiode zal de toekomstige wereldleider (het beest uit de volkeren-zee – Openbaring 13) van het nieuwe Romeinse Rijk de nieuw ingestelde slacht- en spijsofferdienst doen ophouden, wat aansluit met de beschrijving van het ‘andere beest uit de aarde’ dat de macht heeft zelfs vuur uit de hemel op het slachtoffer te doen neerkomen. De ark van het verbond waarvan een replica inmiddels tevoorschijn is gekomen zal hier haar rol spelen. Dit alles sluit ook aan bij de rede van Jezus Christus over de laatste dingen:

    Matteüs 24:15 Wanneer gij dan zult zien den gruwel der verwoesting, waarvan gesproken is door Daniël, den profeet, staande in de heilige plaats; (die het leest, die merke daarop!) 16 Dat alsdan, die in Judea zijn, vlieden op de bergen; …

     

    De heilige plaats is de Tempelberg te Jeruzalem waar de tempel van Salomo tot 586 v. Chr. stond. Na de Babylonische Ballingschap werd de tempel door de teruggekeerde Joden herbouwd (535/515 v. Chr.) Dezelfde Tempel die onder het bewind van Herodes de Grote tot een wereldwonder herbouwd werd (20 v. Chr.-27 AD). De Tempel die in 70 AD, veertig jaar na de verwerping van Messias Jezus, door het Romeinse leger van Titus vernietigd werd.

    De ‘gruwel der verwoesting’ is naar mijn mening de herstelde slachtoffer- en spijsofferdienst van de pseudo-Messias rond een replica van de ark van het verbond. In helft van de eindtijdperiode plaatst de koning van het noorden – de wereldleider - zich in het Heilige der heiligen en begint de grote verdrukking gevolgd door de vlucht van een overblijfsel van Israël naar de woestijn (Openbaring 12:6).

    2 Thessalonicenzen 2:3 Dat u niemand verleide op enigerlei wijze; want die komt niet, tenzij dat eerst de afval gekomen zij, en dat geopenbaard zij de mens der zonde, de zoon des verderfs; 4 Die zich tegenstelt, en verheft boven al wat God genaamd, of als God geëerd wordt, alzo dat hij in den tempel Gods als een God zal zitten, zichzelven vertonende, dat hij God is. (Statenvertaling)

     

    Tijdens de eerste helft van de zevenjarige eindtijdperiode spreken twee getuigen van de HERE God tegen de herstelde offerdienst.

    Ik ben ook van mening dat het niet noodzakelijk is dat er een nieuwe Joodse tempel op de tempelberg gebouwd moet worden. De toekomstige Tempel die de profeet Ezechiël voor het Messiaanse Vrederijk profeteert (Ezechiël 40-48) wordt overigens noordelijk van Jeruzalem gebouwd en niet op de Tempelberg. Indien een replica van de ark in de nabije toekomst ergens tevoorschijn zou komen, kan de ark ook in een ‘tent der samenkomst’ op de tempelberg geplaatst worden. Het Bijbelboek Openbaring hoofdstuk 11:2 lijkt dit te veronderstellen. Dit betekent ook dat er dan een overeenkomst met de Islam komt. De Koran vermeldt de ark van het verbond overigens in de positieve zin. Hierna de betreffende Soera:

    2:248 En hun profeet zeide tot hen: het teken van zijn koningschap is, dat tot u zal komen de Ark, waarin is een Godsrust van uw Heer en een nalatenschap, welke nagelaten hebben het geslacht van Musa (Mozes) en het geslacht van Harun, (Aäron) en welke engelen dragen. Daarin is waarlijk een teken voor u, indien gij gelovigen zijt. (De Koran volgens de vertaling van Prof. Dr. J. H. Kramers)

    De profeet waarnaar verwezen wordt is de profeet Samuël en het koningschap dat van Saul van het Verenigd Koninkrijk van het oude Israël. Wat het teken zal zijn, weet ik niet. Men kan vandaag alleen maar raden naar wat de reacties van de verschillende religies op de mogelijke vondst van de ark zal zijn. Een ding is zeker: de drie monotheïstische religies zouden haar kunnen claimen en vermoedelijk een gezamenlijke rustplaats overeenkomen. En waarom niet op de tempelberg voor de rotskoepel te Jeruzalem? In de eindtijd zullen alle religies samengaan. Het is zelfs mogelijk dat de gevonden replica van de ark van het verbond aanvankelijk het middel wordt tot verzoening en het verenigen van de godsdiensten. Een misleiding zonder weerga. Dat de herstelde offerdienst op ‘de heilige plaats’ door de HEERE God middels zijn twee getuigen wordt afgewezen, lezen we ook bij de profeet Jesaja:

    Jesaja 61:3 Wie een stier slacht, verslaat een mens; wie een schaap offert, breekt een hond de nek; wie spijsoffer brengt, (offert) zwijnenbloed; wie wierook ten gedenkoffer ontsteekt, prijst een afgod……

    ….17 Zij, die zich heiligen en reinigen, om achter de ene man in het midden naar de hoven te gaan, die zwijnenvlees eten, gruwelijke beesten en muizen, zullen tezamen verdwijnen, luidt het woord des HEREN. (NBG Vertaling 1951)

     

    De rotskoepel werd in 691 AD door kalief Abd al-Malik gebouwd. Het werd achthoekig gebouwd en heeft schijnbaar geen Qibla of gebedsrichtpunt. Het werd blijkbaar in de eerste plaats als een heiligdom gebouwd en het wordt binnen de moslimwereld als de derde heilige plaats na Mekka en Medina beschouwd. Volgens de moslims werd de koepel gebouwd om de hemelvaart van Mohammed te gedenken. Op de binnenmuren van het moslim heiligdom staan Arabische Koranteksten die vooral tegen het Zoon-schap van de God van de Bijbel gericht zijn:

    Soera 112 Zeg: Hij Allah is één – Allah, de Eeuwige. - Niet heeft Hij verwekt noch is Hij verwekt. – En niet is één aan Hem gelijkwaardig.

    Het evangelie zoals de Bijbel het brengt zal in de tijd van het einde afgevallen worden. De verenigde religies zullen de Heer Jezus Christus niet als de Zoon van God belijden worden maar alleen nog als een profeet, zoals de Koran ook leert. Hij heeft dan ook niet Zijn leven op Golgotha afgelegd en door Zijn Bloed verzoening gebracht, maar is zoals iedere andere sterveling gestorven en in een graf bijgezet. Geen opstanding, geen hemelvaart en geen hoop. Het Jeruzalem van de eindtijd wordt in het laatste Bijbelboek: Apocalyps, dan ook Sodom en Egypte genoemd.

    De eerste drie en een half jaar van de oordeelstijd is de tijdsperiode dat het nieuwe Babylon (Openbaring 17) alle religieuze macht zal hebben. Deze tijd zal aanvankelijk een periode van vrede, voorspoed en vooral van religieuze eenheid worden. De leider en componist van dit alles zal het eerder beschreven genie van Openbaring 13 zijn: het beest met de horens als van het lam, de pseudo- of anti-Messias, die in eigen naam komt en Joden en Arabieren samenbrengt. Vandaag nog een utopie? Stel je echter voor dat degene die beschreven wordt als ‘het beest uit de aarde’ als nieuwe hogepriester in staat is om het eerste slachtoffer op het altaar gebracht door vuur vanuit de hemel te laten verteren, en dit naar de hele wereld toe via alle huidige en nog toekomstige mediakanalen getoond. Voor de meeste mensen van die toekomstige generatie zal het ervaren worden alsof god zich opnieuw geopenbaard heeft. Zij die altijd naar bewijzen vroegen worden hier op hun wenken bediend. Diegene die in zijn eigen naam komt zal hier voor zorgen.

    Johannes 5:41 Ik neem geen eer van mensen; 42 Maar Ik ken ulieden, dat gij de liefde Gods in uzelven niet hebt. 43 Ik ben gekomen in den Naam Mijns Vaders, en gij neemt Mij niet aan; zo een ander komt in zijn eigen naam, dien zult gij aannemen. 44 Hoe kunt gij geloven, gij, die eer van elkander neemt, en de eer, die van God alleen is, niet zoekt? 45 Meent niet, dat Ik u verklagen zal bij den Vader; die u verklaagt, is Mozes, op welken gij gehoopt hebt. 46 Want indien gij Mozes geloofdet, zo zoudt gij Mij geloven; want hij heeft van Mij geschreven. 47 Maar zo gij zijn Schriften niet gelooft, hoe zult gij Mijn woorden geloven?

     

    2 Korintiërs 11:4 Want indien degene, die komt (= pseudo-messias), een anderen Jezus predikte (Isa de profeet?), dien wij niet gepredikt hebben, of indien gij een anderen geest ontvingt, dien gij niet hebt ontvangen, of een ander Evangelie, dat gij niet hebt aangenomen, zo verdroegt gij hem met recht. (Statenvertaling) - (woorden tussen haakjes door de auteur toegevoegd)

     

    Dat ooit een genie – de eerste ruiter van de Apocalyps – universele vrede brengt staat geprofeteerd.

    Openbaring 6:1 En ik zag, toen het Lam een van de zegelen geopend had, en ik hoorde een uit de vier dieren zeggen, als een stem van een donderslag: Kom en zie! 2 En ik zag, en ziet, een wit paard, en Die daarop zat, had een boog; en Hem is een kroon gegeven, en Hij ging uit overwinnende, en opdat Hij overwonne! 3 En toen Het het tweede zegel geopend had, hoorde ik het tweede dier zeggen: Kom en zie! 4 En een ander paard ging uit, dat rood was; en dien, die daarop zat, werd macht gegeven den vrede te nemen van de aarde; en dat zij elkander zouden doden; en hem werd een groot zwaard gegeven.

     

    De tweede ruiter van de Apocalyps neemt de vrede van de aarde weg die de eerste ruiter gebracht had, wat ook aansluit bij de woorden van Paulus in zijn eerste brief aan Thessalonicenzen 5:1-3.

    5:1 Maar van de tijden en de gelegenheden, broeders! hebt gij niet van node, dat men u schrijve. 2 Want gij weet zelven zeer wel, dat de dag des Heeren alzo zal komen, gelijk een dief in den nacht. 3 Want wanneer zij zullen zeggen: Het is vrede, en zonder gevaar; dan zal een haastig verderf hun overkomen, gelijk de barensnood een bevruchte vrouw; en zij zullen het geenszins ontvlieden;….

     

    Uiteindelijk komt aan de oordeelsperiode 3 ½ jaar later een einde bij de wederkomst van Jezus Christus als Heer der heren en Koning der koningen, zoals beschreven in Openbaring hoofdstuk 19. Het replica van de Ark van het Verbond dat voor misleiding gezorgd heeft zal Harmageddon niet overleven.

     

    Wordt vervolgd…

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

     

    Recente publicaties:

     

     

    Dertig Jubeljaren, 2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU

    Kronieken van de koningen van Israël, 2017, zie link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory

    EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331

    Dit boek kan inmiddels volledig online gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html

    De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999

    TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

    De Assyriologie herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234

    De Tweede Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343

    Genesis versus Egyptologie, 2009, dit boek is uitverkocht maar kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html

    Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)


    18-03-2019 om 07:33 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    11-03-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.eerherstel voor de oudheidhistoricus Herodotos (vervolg)

    We vervolgen deze week onze reeks over de faraolijst van de oudheidhistoricus Herodotos. Zoals de titel luidt gaat het om eerherstel voor de oudheidhistoricus betreffende diens historische berichtgeving over het Egypte van de oudheid. Herodotos geeft namelijk in zijn werk (boek 2) een faraolijst weer die door de orthodoxe egyptologie wat rangschikking van de farao ’s betreft, afgewezen wordt. Met de aflevering van 04.03.2019 hebben we de farao ’s Sesostris en Pheros behandelt. Deze week gaan we verder met de faraolijst en behandelen we de farao ’s Proteus en Rampsinitos. Hierna de betreffende faraolijst van Herodotos samen met hun historische verankering op de tijdsbalk:

    Herodotos                    Boek:                   historische verankering op tijdsbalk:

    Sesostris             2 :102        Thothmosis III, Rehabeam – 961 v. Chr.

    Feroos/Pheros    2 :111                   Amonhotep II – 941 v. Chr.

    Proteus               2 :112         Thothmosis IV – 800 v. Chr.

    Rampsinitos       2 :121         Amonhotep III – 776 v. Chr.

    Cheops                2 :124        piramidebouwer – 8ste eeuw v. Chr.

    Chefren               2 :127         piramidebouwer – 8ste eeuw v. Chr.

    Mykerinos           2 :129        piramidebouwer – 8ste eeuw v. Chr.

    Asychis                2 :136        8ste eeuw v. Chr.

    Anysis                 2 :137         tijdgenoot Sabakoos – 8ste eeuw v. Chr.

    Sethoos               2 :141         tijdgenoot Sanherib, Assyrië – 716 v. Chr.

    12 koningen        2 :147         Ramessieden

    Psammetichos    2 :152         675 v. Chr.

    Neko                   2 :158         Neko – 605 v. Chr.

    Psammis             2 :159

    Apriës                 2 :161         Hofra

    Amasis                2 :172         525 v. Chr.

     

     

    De regeerperiode van Sesostris en Pheros die we identificeerden met de farao ‘s Thothmosis III en Amonhotep II eindigde in chaos als een gevolg van de zondvloed van Deucalion die in het voorjaar van 941 v. Chr. in Egypte dood en vernieling veroorzaakte. Zie het artikel van 13.03.2017 op dit blog, link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1489359600&stopdatum=1489964400

    In 933 v. Chr. volgde de Nubische invasie onder leiding van de Bijbelse koning van Nubië: Zera (zie TIJD en TIJDEN, 2015, blz 239-241). De Ethiopiër Zera rukte met zijn miljoenenleger vervolgens Juda binnen maar werd daar door het Judese leger van koning Asa teruggeslagen. Voor het Egypte van de achttiende dynastie begon toen een Ethiopisch/Nubische tussenperiode. Ook de bekende wetenschapper Isaac Newton (1643/1723) die een grote interesse in de geschiedenis van de oudheid had, schreef dat de Bijbelse Zera de Ethiopiër, doorheen Egypte naar Juda was opgerukt en aldus heer over Egypte werd. Hierna het citaat van Newton uit mijn boek ‘De Zonaanbidder, 2016, blz. 14:

    But in the fifth year of Asa the land of Judah became quiet from war, and from thence had quiet ten years; and Asa took away the altars of strange Gods, and brake down the Images, and built the fenced cities of Judah with walls and towers and gates and bars, having rest on every side, and got up an army of 580000 men, with which in the fifteenth year of his Reign he met Zerah the Ethiopian, who came out against him with an army of a thousand thousand Ethiopians and Libyans: the way of the Libyans was through Egypt, and therefore Zerah was now Lord of Egypt: they fought at Mareshah near Gerar, between Egypt and Judæa, and Zerah was beaten, so that he could not recover himself: and from all this I seem to gather that Osiris was slain in the fifth year of Asa, and thereupon Egypt fell into civil wars, being invaded by the Libyans, and defended by the Ethiopians for a time; and after ten years more being invaded by the Ethiopians, …. (The chronology of ancient kingdoms amended by Isaac Newton)

     

     

    © Robert De Telder, Dertig Jubeljaren, 2018, blz. 260

     

    Farao Thothmosis IV zou pas in 797 v. Chr. Egypte van het juk van de Nubiërs kunnen bevrijden. Dit is een epoque die ik in het bijzonder in mijn boek ‘De Zonaanbidder, Achnaton de strenge en hardvochtige farao volgens de profeet Jesaja’, 2016, behandelt heb.

    De laatste Ethiopisch/Nubische heerser van de beschreven tussenperiode in de achttiende dynastie was de legendarische Memnon. Memnon was volgens de overlevering een van de geallieerden van Priamos, de koning van Troje. Hij trok met een leger vanuit Egypte over Klein-Azië naar Troje om het te steunen in zijn strijd tegen de Grieken, maar kwam daar aan zijn einde. De dood van Memnon op het slagveld van Troje had als resultaat dat ook de Ethiopische overheersing van Egypte ophield. De Ethiopische tussenperiode voor de Egyptische achttiende dynastie die begonnen was aan het einde van de regeerperiode van farao Amonhotep II, kwam in de periode van 800 tot 790 v. Chr. aan haar einde met farao Thothmosis IV die in Egypte de macht naar zich toe trok. Het beleg van Troje plaatsen we gereviseerd van 800 tot 790 v. Chr. op de tijdsbalk.

     

    De faraolijst van Herodotos vervolgd met de Griekse naam Proteus na Pheros. In zijn tweede boek verhaalt Herodotos de geschiedenis van Pheros tegen achtergrond van de schaking van Helena gevolgd door de belegering van Troje door de Grieken. Farao Proteus wordt namelijk door Herodotos met de ontvoering van Helena verbonden. De geschiedenis over het stranden van Helena op de Egyptische kust is de enige anekdote die Herodotos over de persoon van Proteus vermeld. Ten tijde van Herodotos’ reis naar Egypte bevond het graf van Proteus zich in Memfis alwaar ook een tempel gewijd aan Aphrodite de vreemdelinge stond. Gefascineerd door deze tempel liet Herodotus zich door de priesters van Egypte onderwijzen in de geschiedenis van Helena. Na de schaking van Helena uit Sparta voer Alexandros op weg naar zijn vaderland, toen zijn schip midden op de Egeïsche zee door winden uit de koers werd geslagen en naar de Egyptische kust is afgedreven. Herodotus geeft zoveel details over het wedervaren van deze Grieken in Egypte dat het heel aannemelijk wordt het verhaal als historisch feit aan te nemen. Deze geschiedenis is dan een variant op het relaas van Homeros' Ilias wat Herodotos ook bevestigd. Hierna een citaat uit het tweede boek van Herodotos aangaande Proteus:

    Book 2:112. After him, they said, there succeeded to the throne a man of Memphis, whose name in the tongue of the Hellenes was Proteus; for whom there is now a sacred enclosure at Memphis, very fair and well ordered, lying on that side of the temple of Hephaistos which faces the North Wind. Round about this enclosure dwell Phenicians of Tyre, and this whole region is called the Camp of the Tyrians. Within the enclosure of Proteus there is a temple called the temple of the "foreign Aphrodite," which temple I conjecture to be one of Helen the daughter of Tyndareus, not only because I have heard the tale how Helen dwelt with Proteus, but also especially because it is called by the name of the "foreign Aphrodite," for the other temples of Aphrodite which there are have none of them the addition of the word "foreign" to the name.

    113. And the priests told me, when I inquired, that the things concerning Helen happened thus:--Alexander having carried off Helen was sailing away from Sparta to his own land, and when he had come to the Egean Sea contrary winds drove him from his course to the Sea of Egypt; and after that, since the blasts did not cease to blow, he came to Egypt itself, and in Egypt to that which is now named the Canobic mouth of the Nile and to Taricheiai. Now there was upon the shore, as still there is now, a temple of Heracles, in which if any man's slave take refuge and have the sacred marks set upon him, giving himself over to the god, it is not lawful to lay hands upon him; and this custom has continued still unchanged from the beginning down to my own time. Accordingly the attendants of Alexander, having heard of the custom which existed about the temple, ran away from him, and sitting down as suppliants of the god, accused Alexander, because they desired to do him hurt, telling the whole tale how things were about Helen and about the wrong done to Menelaos; and this accusation they made not only to the priests but also to the warden of this river-mouth, whose name was Thonis.

    Enzoverder… Zie de hierna volgende link voor wie het bericht vanaf boek 2:114-120 in zijn geheel wil lezen: http://www.sacred-texts.com/cla/hh/

     

    Ik verwees al naar mijn studie ‘De Zonaanbidder, Achnaton de strenge en hardvochtige farao volgens de profeet Jesaja’, 2016, een boek dat met de regeerperiode van Thothmosis IV begint. Hierna een citaat: Na een onderbreking van honderddrieëndertig jaar sinds de dood van Amonhotep II en de invasie van de Ethiopiërs/Nubiërs onder leiding van de Bijbelse Zera was het belangrijk voor Thothmosis IV om zijn legitimiteit bij zijn troonsbestijging te bevestigen.

     

     

    De zogenaamde ‘droomstele’ tussen de poten van de Sfinx op het Gizehplateau is daar een voorbeeld van. De droomstele is van farao Thothmosis IV die de stele in zijn eerste regeringsjaar liet aanbrengen (Alan Gardiner, Egypt of the Pharaohs, 1961, Chapter VIII). De inscriptie verhaalt hoe de jonge prins Thothmosis op jacht was in de woestijn en in de schaduw van de sfinx in slaap viel. De god Re verscheen toen in zijn slaap en beloofde in de droom dat, wanneer Thothmosis IV het zand rondom de sfinx weghaalde, hij legitiem koning zou worden. Zelfs voor de orthodoxe Egyptologie roept dit alles twijfel op betreffende de wettelijke opvolging van Thothmosis IV en worden vraagtekens bij zijn afkomst geplaatst.

    Het feit dat de sfinx bij het begin van de regeerperiode van Thothmosis IV volledig onder het zand zat wijst op meganatuurcatastrofes zoals de eerder beschreven zondvloed van Deucalion in het jaar 941 v. Chr. en op de lange periode daarna van verwaarlozing. Dat er zich een tussentijd in de achttiende dynastie heeft voorgedaan blijkt ook uit enkele vondsten die binnen het orthodoxe kader vraagtekens oproepen. Zo is er een obelisk die heden in Italië opgesteld staat. Een obelisk die door farao Thothmosis III te Aswan uitgehakt was en voor lange tijd onafgewerkt bleef liggen. De onafgewerkte obelisk werd later door farao Thothmosis IV overgenomen en met toegevoegde inscripties van zowel Thothmosis III als van hemzelf opgesteld (Donald B. Redford, 1992, Egypt, Canaan, and Israel in Ancient Times, Chapter 6). In het gereviseerde model geeft dit een verklaring voor een lange periode tussen het uithakken van de obelisk en het aanbrengen van de inscripties. Het aanbrengen van een inscriptie door farao Thothmosis IV aan de obelisk had nu als enige doel zijn legitimiteit als opvolger van de farao’s van de achttiende dynastie te onderstrepen.

    Naar buiten toe was het belangrijk voor het nieuwe Egypte van Thothmosis IV om goede relaties met de koninkrijken in Klein-Azië te hebben. En hoewel er inscripties bewaard zijn gebleven waar Thothmosis IV beschreven wordt als ‘veroveraar van Syrië’, beschrijft de orthodoxie deze eerder als inspectietochten (Peter A. Clayton, Kroniek van de farao’s, 1995, hoofdstuk: het nieuwe rijk). In het achtste regeringsjaar van Thothmosis IV staat er een veldtocht naar Ethiopië beschreven die past in de revisie van de geschiedenis van de oudheid. Het achtste jaar van Thothmosis IV is op de tijdsbalk: 790/789 v. Chr. Het is het jaar waarin Memnon vermoedelijk te Troje sneuvelde, met Thothmosis IV die van de gelegenheid gebruik maakte om het Nubische juk af te werpen. Naar Klein-Azië toe normaliseerde Thothmosis IV de relaties door een huwelijk met een dochter van de koning van Mitanni: Artatama (Donald B. Redford, 1992, Egypt, Canaan, and Israel in Ancient Times, Chapter 6). De naam van de nieuwe koningin was ‘Moet-em-wija’ en zij zou de moeder worden van de troonopvolger Amonhotep III. Het huwelijk betekende de basis van een alliantie met Mitanni alias Assyrië voor een langere periode. In mijn werk: De Assyriologie herzien, 2012, Appendix 1, blz. 115-120, heb ik aangetoond dat het door de moderne Egyptologie gefabriceerde koninkrijk van Mitanni in feite het Assyrische Rijk van de achtste eeuw v. Chr. was. De werkelijke garant voor vrede voor Egypte was buurland Juda onder het koningschap van Uzzia. Tijdens de regeerperiode van Thothmosis IV tot aan zijn dood in het jaar 776 v. Chr. was koning Azaria/Uzzia als een buffer voor Egypte, die vrede en welvaart garandeerde. Zie het artikel op dit blog van 08.12.2017, Azaria de koning van Juda, heerser over Klein-Azië en Egypte in de achtste eeuw v. Chr., link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1512342000&stopdatum=1512946800

    De regeringswissel in Egypte viel niet toevallig in een jaar dat getuige van een meganatuurcatastrofe was. Op het bijgevoegde tijdschema heb ik de meganatuurcatastrofe via een verticale balk in het najaar van 776 v. Chr. markeert. Op 17.11.2017 plaatste ik op dit blog een artikel met de titel: de moeder van alle verwoestingen, zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1510527600&stopdatum=1511132400

     

     

    © Robert De Telder, Dertig Jubeljaren, 2018, blz. 261

     

    Farao Amonhotep III identificeer ik met Herodotos’ Rampsinitos, de opvolger van Proteus. Herodotos (Boek 2, 121) schrijft dat Rampsinitos onmetelijk rijk was, bouwwerken liet uitvoeren en het land onder zijn bewind voortreffelijk bestuurd en welvarend is geweest. Opmerkelijk is dat we over Amonhotep III hetzelfde commentaar vinden (Donald B. Redford, Akhenaten The Heretic King, 1984, chapter: Amenophis the Builder). Amonhotep III was een farao die vermeld wordt met een voorspoedige regering van meer dan negenendertig jaar en beschreven als onmetelijk rijk en dit niet als een gevolg van oorlogshandelingen, maar als het resultaat van internationale handel en een overvloedige goudvoorraad. Het verband met Herodotus is treffend en past precies in het plaatje van de revisie van de geschiedenis van het oude Egypte. Hierna het citaat uit het werk van Herodotos Boek 2,

    121. After Proteus, they told me, Rhampsinitos received in succession the kingdom, who left as a memorial of himself that gateway to the temple of Hephaistos which is turned towards the West, and in front of the gateway he set up two statues, in height five-and-twenty cubits, of which the one which stands on the North side is called by the Egyptians Summer and the one on the South side Winter; and to that one which they call Summer they do reverence and make offerings, while to the other which is called Winter they do the opposite of these things.

    121. (a) This king, they said, got great wealth of silver, which none of the kings born after him could surpass or even come near to; and wishing to store his wealth in safety he caused to be built a chamber of stone, Etcetera…

     

    De voorspoedige regeringsperiode van Amonhotep III is in het gereviseerde model een gevolg van de bescherming van Egypte door koning Uzzia van Juda. De connectie met Juda wordt nog duidelijker wanneer blijkt dat de hoofdvrouw van Amonhotep III: Teje, van Joodse origine was. Tot aan het jaar van het terugtrekken van het Judese leger in 748 v. Chr. zou de schoonfamilie van Amonhotep III gedurende zesentwintig jaar het bestuur over Egypte gesuperviseerd hebben. Het huwelijk van Amonhotep III met Teje, de dochter van luitenant-generaal Joeja, hield Amonhotep III niet tegen om er naast zijn hoofdvrouw een harem van vrouwen op na te houden. Over Joeja schreef ik eerder op dit blog op 12.12.2016 een artikel, zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1481497200&stopdatum=1482102000

    Er waren ook nog een aantal diplomatieke huwelijken zoals met Gilukhepa, een prinses uit Mitanni/Assyrië in Amonhotep ’s tiende regeringsjaar. Daarna huwde Amonhotep III in zijn dertigste regeringsjaar wat een jubileumjaar was, met zijn dochter Sit-amon, die aldus ook in zijn harem terecht kwam. Amonhotep III had twee zonen waarvan de oudste zoon voor de dood van zijn vader gestorven is, wat de weg baande bij de dood van Amonhotep III in 739 v. Chr. voor de jongste zoon: de bekende Amonhotep IV die zijn naam zou veranderen naar Achnaton. Een godsdienstfanaat die alle veelgodendomtempels in Egypte zou laten sluiten en uiteindelijk het Egyptische Rijk met al zijn orde, pracht en praal teloor zou laten gaan.

    Herodotos Book 2:124. ‘Down to the time when Rhampsinitos was king, they told me there was in Egypt nothing but orderly rule, and Egypt prospered greatly; but after him Cheops became king over them and brought them to every kind of evil: for he shut up all the temples, and having first kept them from sacrificing there, he then bade all the Egyptians work for him’.

     

    Maar dit is stof voor een volgende aflevering.

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

    Recente publicaties:

     

     

    Dertig Jubeljaren, 2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU

    Kronieken van de koningen van Israël, 2017, zie link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory

    EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331

    Dit boek kan inmiddels volledig online gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html

    De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999

    TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

    De Assyriologie herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234

    De Tweede Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343

    Genesis versus Egyptologie, 2009, dit boek is uitverkocht maar kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html

    Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)


    11-03-2019 om 08:17 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-03-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.eerherstel voor de oudheidhistoricus Herodotos

    In het artikel van 18.02.2019 op dit blog schreef ik over een eerherstel voor de oudheidhistoricus Herodotos betreffende diens historische berichtgeving over het Egypte van de oudheid. Herodotos geeft namelijk in zijn werk (boek 2) een faraolijst weer die door de orthodoxe egyptologie wat rangschikking van de farao ‘s betreft afgewezen wordt.

     

     

    “Herodotos is mijn naam, ik kom uit Halikarnassos en maak hierbij het verslag wereldkundig van het onderzoek dat ik heb verricht om de herinnering aan het verleden levend te houden en de grootse, indrukwekkende prestaties van de Grieken en andere volken te vereeuwigen.”

     

    Er wordt aangenomen dat Herodotos zijn historisch verslag schreef tussen 450 en 420 voor Chr. Zijn titel ‘vader der historie’ kreeg hij na zijn dood van de bekende Romeinse staatsman Cicero. Uit het werk van Herodotos kunnen we vooral de duur van de regeringsjaren van Griekse en Perzische vorsten vernemen. Halikarnassos, de plaats waar hij geboren werd, heet tegenwoordig Bodrum en ligt aan de zuidwestkust van Turkije. In Herodotos’ tijd was het een Griekse kolonie met het Ionisch als omgangstaal. Herodotos was de eerste classicus die een gedetailleerd verslag over Egypte neerschreef. In de vijfde eeuw voor Christus wanneer Herodotos Egypte bezocht, was de geschiedenis van dit land nog steeds een levende geschiedenis. De piramiden in beneden-Egypte hadden bijvoorbeeld nog steeds hun glanzende buitenbedekking. Herodotos reisde het gehele land door tot aan de grens met Nubië. Zoals eerder opgemerkt wordt Herodotos’ geschiedschrijving over Klein-Azië niet in twijfel getrokken, wat Egypte betreft echter wordt hij door de gevestigde Egyptologie niet gevolgd. We zullen zien wie gelijk heeft.

    In mijn boek TIJD en TIJDEN, 2015, (blz. 43, 310, 345, 371, 375, 385) gaf ik al aandacht aan Herodotos. De Egyptische koningslijst van Herodotos is niet volledig. Hij vermeldt weliswaar een bestaande lijst in zijn tijd van 330 koningen (Boek 2:100) die na de eerste farao Menes over het land regeerden, maar geeft geen namen op. Al die namen slaat hij over om daarna (Boek 2:102) alle aandacht op Sesostris en diens opvolgers te richten. Hierna vooreerst een opgave van Herodotos’ farao ’s vanaf Sesostris, samen met hun historische verankering op de tijdsbalk:

    Herodotos                    Boek:                   historische verankering op tijdsbalk:

    Sesostris             2 :102        Thothmosis III, Rehabeam – 961 v. Chr.

    Feroos/Pheros   2 :111                  Amonhotep II – 941 v. Chr.

    Proteus               2 :112         Thothmosis IV – 800 v. Chr.

    Rampsinitos       2 :121         Amonhotep III – 776 v. Chr.

    Cheops                2 :124        piramidebouwer – 8ste eeuw v. Chr.

    Chefren               2 :127         piramidebouwer – 8ste eeuw v. Chr.

    Mykerinos           2 :129        piramidebouwer – 8ste eeuw v. Chr.

    Asychis                2 :136        8ste eeuw v. Chr.

    Anysis                 2 :137         tijdgenoot Sabakoos – 8ste eeuw v. Chr.

    Sethoos               2 :141         tijdgenooot van Sanherib - 716 v. Chr.

    12 koningen        2 :147         Ramessieden

    Psammetichos    2 :152         675 v. Chr.

    Neko                    2 :158         Neko – 605 v. Chr.

    Psammis             2 :159

    Apriës                 2 :161         Hofra

    Amasis                2 :172         525 v. Chr.

     

     

    © Robert De Telder, Dertig Jubeljaren, 2018, blz. 249

     

    Het is mijn bedoeling om via een aantal afleveringen op dit blog al de farao ‘s van Herodotos vanaf Sesostris te behandelen. Met het artikel van deze week wil ik de farao ’s Sesostris en Pheros belichten. Sesostris was volgens Herodotos (Boek 2:102-110) een farao die met een groot leger alle volken rondom Egypte onderwierp en hierbij zelfs in het noorden de Kaspische Zee bereikte. Ook Nubië in het zuiden werd door Sesostris overheerst. Dit was een unieke gebiedsuitbreiding die alleen aan farao Thothmosis III van de achttiende dynastie toegeschreven kan worden. Zie hierna een link voor een Grieks/Engelse vertaling van het werk van Herodotos: http://www.sacred-texts.com/cla/hh/

    De Egyptoloog J. H. Breasted vergelijkt hem met een Alexander of een Napoleon. Dr. I. Velikovsky identificeerde Thothmosis III overtuigend met de Bijbelse Sisak die in het vijfde jaar van de zoon van Salomo: Rehabeam, in het voorjaar van 961 v. Chr. Jeruzalem en de tempel plunderde. Zie het meest recente artikel dienaangaande op dit blog van 01.10.2018, link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1538344800&stopdatum=1538949600

     

    De opvolger van Thothmosis III was zijn zoon Amonhotep II die logischer wijze nu met Herodotos’ farao Pheros geïdentificeerd dient te worden. Het is een identificatie echter die via meer dan één aanwijzing tot stand komt. In mijn studie ‘Genesis versus Egyptologie, 2009, hoofdstuk 18’ gaf ik al aandacht aan de periode van tien rust dat het land Juda kende ten tijde van het koningschap van Asa, de zoon van Abiam, de zoon van Rehabeam. Koning Asa van Juda was een tijdgenoot van Amonhotep II.

    2 Kronieken 14:1 Zo ontsliep Abia met zijn vaderen, en zij begroeven hem in de stad Davids, en zijn zoon Asa werd koning in zijn plaats. In zijn dagen was het land tien jaren stil. 2 En Asa deed dat goed en dat recht was in de ogen des HEEREN, zijns Gods. (Statenvertaling)

     

     

    © Robert De Telder, Dertig Jubeljaren, 2018, blz. 250

     

    Het is geen toeval dat de periode van rust of stilte voor het land Juda gelijk viel met de periode dat farao Pheros met blindheid geslagen was. Bovendien stemmen de beide genoteerde perioden van tien jaar voor zowel Juda als Egypte overeen. Hierna het relevante gedeelte uit het werk van Herodotos: Book 2,

    111. Now after Sesostris had brought his life to an end, his son Pheros, they told me, received in succession the kingdom, and he made no warlike expedition, and moreover it chanced to him to become blind by reason of the following accident:--when the river had come down in flood rising to a height of eighteen cubits (8 meter), higher than ever before that time, and had gone over the fields, a wind fell upon it and the river became agitated by waves: and this king (they say) moved by presumptuous folly took a spear and cast it into the midst of the eddies of the stream; and immediately upon this he had a disease of the eyes and was by it made blind. For ten years then he was blind, and in the eleventh year there came to him an oracle from the city of Buto saying that the time of his punishment had expired, and that he should see again if he washed his eyes with the water of a woman who had accompanied with her own husband only and had not knowledge of other men: and first he made trial of his own wife, and then, as he continued blind, he went on to try all the women in turn; and when he had at last regained his sight he gathered together all the women of whom he had made trial, excepting her by whose means he had regained his sight, to one city which now is named Erythrabolos, and having gathered them to this he consumed them all by fire, as well as the city itself; but as for her by whose means he had regained his sight, he had her himself to wife. Then after he had escaped the malady of his eyes he dedicated offerings at each one of the temples which were of renown, and especially (to mention only that which is most worthy of mention) he dedicated at the temple of the Sun works which are worth seeing, namely two obelisks of stone, each of a single block, measuring in length a hundred cubits each one and in breadth eight cubits.

     

     

    Wanneer Sesostris alias Thothmosis III een tijdgenoot van Salomo en Rehabeam was, is zijn opvolger Pheros alias Amonhotep II logischerwijze een tijdgenoot van Asa van Juda en zit de vermelding van tien jaar stilte of rust voor het land Juda, op zijn plaats. Herodotos schrijft over Pheros dat deze ‘no warlike expedition’ ooit uitvoerde. Dit stemt overeen met wat we over Amonhotep II vandaag weten. Over de veronderstelde militaire activiteiten van Amonhotep II lopen de meningen overigens uiteen. Er is melding van een veldtocht naar Syrië in zijn tweede regeringsjaar. In zijn derde jaar was hij in Nubië en in zijn negende regeringsjaar opnieuw in Syrië. De orthodoxe Egyptologie beschouwt Amonhotep nochtans als een overgangsfiguur tussen twee machtige farao’s in: Thothmosis III en IV. Volgens mijn eerder geïntroduceerde revisie van de geschiedenis van de oudheid regeerde Amonhotep II in co-regentschap met zijn inmiddels oude vader Thothmosis III. De Egyptoloog James. H. Breasted (1865/1935) – (Geschichte Ägyptens, Fünftes Buch, Kapitel 16), plaatst Amonhotep II als co-regent van Thothmosis III op de troon wanneer deze op hoge ouderdom zijn levenskracht voelde verdwijnen.

    En de egyptoloog Donald B. Redford (1934-) geeft het volgende commentaar (Egypt, Canaan, and Israel in Ancient Times, 1992, blz. 164) over de bewaard gebleven berichtgeving van Amonhotep II: ‘…one should be cautious in assessing these two passages. In view of Amenophis’s bombast and braggart nature, there may lie behind the first no more than the receipt of diplomatic gifts of the same sort as Thutmose III had recorded more soberly on the morrow of his Euphrates campaign; and whatever else Amenophis says about motivation may be nothing more than his eisegesis.”

    Sir Alan Gardiner (1879/1963), Egypt of the Pharaohs, 1961, VIII, The Theban Supremacy, vermeld de algemene onbetrouwbaarheid van Amonhotep ‘s bewaard gebleven stele ‘s: “The Amada stele is dated in year 3, and the Syrian campaign is there described as the first campaign of victory. This expression has caused puzzlement to scholars because the same words are applied to another great stele of year 7 with which we shall be dealing shortly…. Thutmosis III is here ostensibly the king referred to, but perhaps it was really Amenophis II acting in his father ‘s stead.

     

     

    De twee genoteerde veldtochten van Amonhotep II naar Syrië vielen samen met expedities van zijn vader Thothmosis III (rode pijlen) waar Amonhotep II met zijn eigen legertroep aan deelnam (groene pijlen).

     

    Op het bijgevoegde tijdschema uit mijn laatste boek ‘dertig jubeljaren, 2018, heb ik de eenentwintigjarige regeerperiode gelijk geplaatst met de laatste jaren van de lange regeerperiode van Thothmosis III. De voor Amonhotep II genoteerde militaire campagne naar Naharin (Syrië) valt nu samen met de negende campagne van Thothmosis III in diens vierendertigste regeringsjaar. De genoteerde campagne van Amonhotep II in zijn derde regeringsjaar naar Nubië was niet meer dan een verkenningstocht.

     

    De reden voor de blindheid van Pheros is een allerongelooflijks verhaal dat Herodotos in Egypte in de vijfde eeuw v. Chr. door de priesters ter plaatse verteld werd. Een bijzondere vloed had de Nijl tot een hoogte van acht meter boven haar normale stand gebracht, een grote vloed die zich nog nooit eerder had voorgedaan met daarbovenop nooit eerder geziene opzwepende golven in de Nijl. Farao Pheros wierp daarop als een dwaas zijn speer in het midden van de stroom en werd als een gevolg onmiddellijk met blindheid geslagen. Het is vandaag aan ons de taak om zoals met andere oude overleveringen en legendes het bruikbare van het onbruikbare te scheiden. Met bruikbaar bedoel ik dat wat chronologisch/historisch zin geeft en gebruikt kan worden ter reconstructie van de geschiedenis van de oudheid.

    Aangezien Amonhotep II in co-regentschap met zijn vader de troon deelde is het aantoonbaar dat de door Herodotos beschreven grote vloed die de Nijl tot acht meter boven het normale pijl deed stijgen gelijk was aan de zondvloed van Deucalion die de Egyptische oudheidhistoricus Manetho met de regeerperiode van Thothmosis III verbond. Op het bijgevoegde tijdschema zien we deze meganatuurcatastrofe in het voorjaar van 941 v. Chr. door een verticale balk gemarkeerd. Over de zondvloed van Deucalion en de verankering van dit historisch feit op de tijdsbalk schreef ik eerder op 13.03.2017 op dit blog een artikel, link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1489359600&stopdatum=1489964400

    De meganatuurcatastrofe van het voorjaar van 941 v. Chr. maakte deel uit van een cyclus van meganatuurcatastrofes die de aarde periodiek teisterde. Het is de studie van de geleerden Donald W. Patten, Ronald R. Hatch and Loren C. Steinhauer, met hun boek ‘The Long Day of Joshua and Six Other Catastrophes’, dat al langer op dit blog mijn aandacht heeft. Zij leveren een tijdschema van een cyclus van catastrofes van 2484 v. Chr. tot 701 v. Chr. waarbij zij zeven rampen van kosmische oorsprong identificeren die planeet aarde in de oudheid teisterden. Donald W. Patten, Ronald R. Hatch and Loren C. Steinhauer tonen in hun werk aan dat de cyclus van rampen haast gelijk aan een klokwerk alle 54 jaar en zes maanden in de oudheid de aarde teisterde. Hoewel zij rekening hielden met af en toe afwijkingen in de cyclus. De alom bekende wegvoering van de profeet Elia in een vuurstorm met vurige wagens valt chronologisch op de tijdsbalk exact 54 jaar en zes maanden na de zondvloed van Deucalion in het najaar van 887 v. Chr. Zie het artikel van 10.09.2018 ,op dit blog: de datering van de wegvoering van Elia met vurige wagens, link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1536530400&stopdatum=1537135200

     

    De zondvloed van Deucalion tijdens de regeerperiode van Thothmosis III in 941 v. Chr. in diens 45ste regeringsjaar geeft een verklaring voor het feit dat farao (noch zijn co-regent) daarna geen veldtochten meer ondernomen heeft. De meganatuurcatastrofe was verantwoordelijk voor heel wat schade waar het Egyptische land en staat zich voorlopig niet van konden herstellen. In 933 v. Chr. volgde de Nubische invasie onder leiding van de Bijbelse koning van Nubië: Zera (zie TIJD en TIJDEN, 2015, blz 239-241).

     

    Wordt vervolgd…

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

     

    Recente publicaties:

     

     

    Dertig Jubeljaren, 2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU

    Kronieken van de koningen van Israël, 2017, zie link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory

    EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331

    Dit boek kan inmiddels volledig online gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html

    De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999

    TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

    De Assyriologie herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234

    De Tweede Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343

    Genesis versus Egyptologie, 2009, dit boek is uitverkocht maar kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html

    Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)


    04-03-2019 om 00:00 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.het dal Achor, een deur der hoop…

    Het dal Achor hebben we vermeld in het artikel op dit blog van 04.02.2019 met de titel: Jozua nu verbrandde Ai, en hij stelde haar tot een eeuwigen hoop, ter verwoesting, tot op dezen dag (Jozua 8:28). Zie link:

    http://www.bloggen.be/robertdetelder/?fbclid=IwAR1KkTt0keliN4n1atH7NDQBmq3w94z37ykT_aGr9fQj7fAgKKTvgxaExGA

    Het is de plaats waar de clan van Achan kort na de intocht in het beloofde land Kanaän in 1443 v. Chr., een smartelijk einde kreeg. Achan had zich schuldig gemaakt aan het nemen van buit voor zichzelf uit de in de ban geslagen vestingstad Jericho. Bij de eerste poging ter verovering van Ai, een vestingplaats niet ver van Jericho bleek dat de bijzondere bescherming over het leger van Israël verdwenen was en de oorzaak bij Achan van de stam van Juda gevonden. Het oordeel was drastisch, de gehele clan van Achan werd in het dal van Achor nabij Jericho vernietigd, zijn bloedverwanten en veestapel incluis. Onder een grote steenhoop werden zij allen tezamen bedolven. Een enorme steenhoop (Jozua 7:26) die er tot een getuigenis nog altijd lag toen het Bijbelboek Jozua eeuwen later gecompileerd werd.

     

     

    Het wonderlijke is dat diezelfde plaats van vervloeking volgens de profetie van Hosea eens tot een plaats van hoop zal worden. En dat ‘eens’ is vandaag ook nog toekomst.

    Hosea 2:13 Daarom, ziet, Ik zal haar lokken, en zal haar voeren in de woestijn; en Ik zal naar haar hart spreken. 14 En Ik zal haar geven haar wijngaarden van daar af, en het dal Achor, tot een deur der hoop; en aldaar zal zij zingen, als in de dagen harer jeugd, en als ten dage, toen zij optoog uit Egypteland.

     

    De profeet Hosea had zijn bediening ten tijde van de koningen van Juda: Uzzia, Jotham, Achaz en Hizkia. Een groot gedeelte van zijn profetieën werd echter ook tegen het tienstammenrijk uitgesproken. Op de tijdsbalk bestrijken zijn bedieningsjaren de periode 802 tot 717 v. Chr. Dat betekent dat indien hij dertig jaar oud was bij het begin van zijn bediening zijn leeftijd ongeveer 115 jaar was ten tijde van de val van Samaria. Het jaar 717 v. Chr. zag in het voorjaar de wegvoering van de tien stammen van Israël in Assyrische ballingschap en de verovering van Samaria door Salmaneser V. Zie het artikel op dit blog van 08.10.2018, link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1538949600&stopdatum=1539554400

    Honderddertig jaar, zes maanden en tien dagen later zou ook het tweestammenrijk in Babylonische ballingschap in juli 586 v. Chr. weggevoerd worden (Flavius Josephus, Joodse Oudheden Hoofdstuk X, ix.7b). Zie het artikel op dit blog van 08.02.2018, link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1517785200&stopdatum=1518390000

     

    In het eerste hoofdstuk van de profeet Hosea lezen we de belofte van een herstel van de twaalf stammen (10+2) nationaal en geestelijk in het land Israël. Een profetie die in de tijd gezien voorbij de terugkeer uit Babylonische ballingschap en later de eerste komst van de Messias, gaat. Een profetie die tot op heden al 2700 jaar op zich laat wachten, maar eens werkelijkheid zal worden.

    Hosea 1:7 Maar over het huis van Juda zal Ik Mij ontfermen, en zal ze verlossen door den HEERE, hun God, en Ik zal ze niet verlossen door boog, noch door zwaard, noch door krijg, door paarden noch door ruiteren. 8 Als zij nu Lo-ruchama gespeend had, ontving zij, en baarde een zoon. 9 En Hij zeide: Noem zijn naam Lo-ammi; want gijlieden zijt Mijn volk niet, zo zal Ik ook de uwe niet zijn. 10 Nochtans zal het getal der kinderen Israëls zijn als het zand der zee, dat niet gemeten noch geteld kan worden; en het zal geschieden dat ter plaatse, waar tot hen gezegd zal zijn: Gijlieden zijt Mijn volk niet; tot hen gezegd zal worden: Gij zijt kinderen des levenden Gods. 11 En de kinderen van Juda, en de kinderen Israëls zullen samenvergaderd worden, en zich een enig hoofd stellen, en uit het land optrekken; want de dag van Jizreël zal groot zijn. 12 Zegt tot uw broederen: Ammi, en tot uw zusteren: Ruchama.

     

     

    © Rev. Clarence Larkin (1850–1924). Het schema hierboven toont het tijds-dal van bijna tweeduizend jaar dat de profeten van het Oude Testament niet te zien kregen wanneer zij over de komst van de Messias en het herstel van alle dingen profeteerden (Romeinen 16:25-26, Efeze 3:9). In de tijdskloof van 30 AD tot op 20?? AD wordt de Ekklesia gevormd en is Israël als heilsorgaan (tijdelijk) opzijgezet.

     

    Sinds 1948 zijn we getuige van het nationale herstel van Israël met een belangrijk deel van de Joodse wereldbevolking stevig geworteld in het land en een natie dat verleden jaar zijn zeventigste verjaardag vierde.

    Het zeventigste jubeljaar van 1987/1988 zag echter geen bijzondere geestelijke gebeurtenis. Integendeel de vroege en de late regen verbonden aan de sabbat- en jubeljaren blijft uit. De reden is het uitgesproken LO-AMMI en LO-RUCHAMA – niet mijn volk – geen vaderliefde, door de profeet Hosea. ‘Ter plaatse’ echter waar het oordeel is uitgesproken zullen zij op God ’s tijd genoemd worden: ‘kinderen des levenden Gods’, samen vergaderd worden en na het geestelijk herstel in de woestijn het beloofde land opnieuw binnentrekken. De plaats waar dit zal gebeuren is het dal van Achor. Het is een gelovig overblijfsel van de nazaten die de staat Israël in 1948 gesticht hebben die door de HEERE God vanuit de ballingschap in de woestijn naar het land teruggeleid zullen worden. De chronologie van deze toekomstige gebeurtenissen heb ik eerder op dit blog behandelt met het artikel van 28.06.2017: de chronologie van de Apocalyps, zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1498428000&stopdatum=1499032800

     

    Dat er een derde (korte) laatste ballingschap komt vind men op meerdere plaatsen in de Bijbel vermeld. Als eerste Bijbelgedeelte volgt hierna de profeet Hosea:

    Hosea 2:13 Daarom, ziet, Ik zal haar lokken, en zal haar voeren in de woestijn; en Ik zal naar haar hart spreken. 14 En Ik zal haar geven haar wijngaarden van daar af, en het dal Achor, tot een deur der hoop; en aldaar zal zij zingen, als in de dagen harer jeugd, en als ten dage, toen zij optoog uit Egypteland. 15 En het zal te dien dage geschieden, spreekt de HEERE, dat gij Mij noemen zult: Mijn Man; en Mij niet meer noemen zult: Mijn Baäl! 16 En Ik zal de namen der Baäls van haar mond wegdoen; zij zullen niet meer bij hun namen gedacht worden. 17 En Ik zal te dien dage een verbond voor hen maken met het wild gedierte des velds, en met het gevogelte des hemels, en het kruipend gedierte des aardbodems; en Ik zal den boog, en het zwaard, en den krijg van de aarde verbreken, en zal hen in zekerheid doen nederliggen. 18 En Ik zal u Mij ondertrouwen in eeuwigheid; ja, Ik zal u Mij ondertrouwen in gerechtigheid en in gericht, en in goedertierenheid en in barmhartigheden. 19 (En Ik zal u Mij ondertrouwen in geloof; en gij zult den HEERE kennen. (Statenvertaling)

     

    De beschreven woestijn ligt in het Over-Jordaanse gebied waar ooit de Moabieten, Ammonieten en Edomieten hun woonplaats hadden.

     

     

    Daniël 11:40 En op den tijd van het einde, zal de koning van het Zuiden tegen hem met hoornen stoten; en de koning van het Noorden zal tegen hem aanstormen, met wagenen, en met ruiteren, en met vele schepen; en hij zal in de landen komen, en hij zal ze overstromen en doortrekken. 41 En hij zal komen in het land des sieraads, en vele landen zullen ter nedergeworpen worden; doch deze zullen zijn hand ontkomen, Edom en Moab, en de eerstelingen der kinderen Ammons. 42 En hij zal zijn hand aan de landen leggen, ook zal het land van Egypte niet ontkomen. 43 En hij zal heersen over de verborgen schatten des gouds en des zilvers, en over al de gewenste dingen van Egypte; en die van Libye, en de Moren zullen in zijn gangen wezen. 44 Maar de geruchten van het Oosten en van het Noorden zullen hem verschrikken; daarom zal hij uittrekken met grote grimmigheid om velen te verdelgen en te verbannen. 45 En hij zal de tenten van zijn paleis planten tussen de zeeën aan den berg des heiligen sieraads; en hij zal tot zijn einde komen, en zal geen helper hebben.

     

    De koning van het noorden van de profeet Daniël komt uit het gebied van het Griekse-Syrische Rijk van de tweede eeuw v. Chr. Een macht die zich heden nog noordelijk van Israël moet manifesteren. Geen één historische koning van het Grieks-Syrische Rijk van de oudheid heeft ooit een offensief zoals beschreven in Daniël 11:40-45 uitgevoerd. Het is een profetie die wacht op de tijd van het einde (Dan. 11:40).

    De Bijbelse koning van het noorden zal zich tot aan de beschreven oorlog van Daniël 11:40-45 als een pseudovredevorst voordoen en velen in Israël en de wereld misleiden. Hij wordt in het profetisch Woord van de Bijbel onder meerdere namen genoemd. Zie het artikel van 12.01.2015 op dit blog, de Assyriër van de eindtijd, link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1421017200&stopdatum=1421622000

     

    De profeet Jeremia sluit bij de eindtijdprofeten aan wanneer hij het volk der overgeblevenen beschrijft die aan het zwaard van de koning van het noorden ontkomen zijn en in de woestijn bescherming vinden.

    Jeremia 31:1 Ter zelfder tijd, spreekt de HEERE, zal Ik allen geslachten Israëls tot een God zijn; en zij zullen Mij tot een volk zijn. 2 Zo zegt de HEERE: Het volk der overgeblevenen van het zwaard heeft genade gevonden in de woestijn, namelijk Israël, als Ik henenging om hem tot rust te brengen. 3 De HEERE is mij verschenen van verre tijden! Ja, Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde; daarom heb Ik u getrokken met goedertierenheid. 4 Ik zal u weder bouwen, en gij zult gebouwd worden, o jonkvrouw Israëls! gij zult weder versierd zijn met uw trommelen, en uitgaan met den rei der spelenden. 5 Gij zult weder wijngaarden planten op de bergen van Samaria; de planters zullen planten, en de vrucht genieten. 6 Want er zal een dag zijn, waarin de hoeders op Efraïms gebergte zullen roepen: Maakt ulieden op, en laat ons opgaan naar Sion, tot den HEERE, onzen God!

     

    Het laatste Bijbelboek vermeld eveneens de vlucht naar de woestijn en geeft de tijdsperiode van de ballingschap weer: 1260 dagen of 3 ½ jaar. De vrouw is hier de aanstaande bruid die Hosea 2:13-19 beschrijft en de jonkvrouw Israëls van Jeremia.

    Openbaring 12:6 En de vrouw vluchtte in de woestijn, alwaar zij een plaats had, haar van God bereid, opdat zij haar aldaar zouden voeden duizend tweehonderd zestig dagen.

     

    Het beschreven Over-Jordaanse gebied behelst de huidige landen Jordanië en noordwest Saoedi-Arabië. Het is het gebied ook waar de berg zich bevind waar Mozes de Tien Woorden op stenen tafelen van de HEERE God in ontvangst nam.

    Openbaring 14:1 En ik zag, en ziet, het Lam stond op den berg Sion, en met Hem honderd vier en veertig duizend, hebbende den Naam Zijns Vaders geschreven aan hun voorhoofden.

     

    De profeet Jesaja spreekt eveneens over de berg van de dochter van Sion, een berg die in de woestijn van de eindtijd te plaatsen is.

    Jesaja 16:1 Zendt de lammeren van den heerser des lands van Sela af, naar de woestijn henen, tot den berg der dochter van Sion. 2 Anderszins zal het geschieden, dat de dochteren van Moab aan de veren van Arnon zullen zijn, als een zwervende vogel, uit het nest gedreven zijnde. 3 Brengt een raad aan, houdt gericht, maakt uw schaduw op het midden van den middag, gelijk van den nacht; verbergt de verdrevenen, en meldt den omzwervende niet. 4 Laat mijn verdrevenen onder u verkeren, o Moab! wees gij hun een schuilplaats voor het aangezicht des verstoorders; want de onderdrukker heeft een einde, de verstoring is te niet geworden, de vertreders zijn van de aarde verdaan. (Statenvertaling)

     

    Voor een periode van 3 ½ jaar zal een overblijfsel van Israël veilig geborgen in het Over-Jordaanse gebied vertoeven. Aan het einde van hun ballingschap wanneer de koning van het noorden aan zijn einde is gekomen zullen zij volgens de profeet Hosea 2:13-14 via het dal van Achor dat dan als een deur der hoop zal zijn, het land opnieuw binnengeleid worden.

    Het is dan aan het einde van de grote verdrukking, de tijd van benauwdheid voor Israël dat de opstanding ten eeuwigen leven, voor de getrouwen uit de tijd van het oude testament werkelijkheid zal worden.

    Daniël 12:1 En te dier tijd zal Michaël opstaan, die grote vorst, die voor de kinderen uws volks staat, als het zulk een tijd der benauwdheid zijn zal, als er niet geweest is, sinds dat er een volk geweest is, tot op dienzelven tijd toe; en te dier tijd zal uw volk verlost worden, al wie gevonden wordt geschreven te zijn in het boek. 2 En velen van die, die in het stof der aarde slapen, zullen ontwaken, dezen ten eeuwigen leven, en genen tot versmaadheden, en tot eeuwige afgrijzing.

     

    De onschuldig gedode zonen en dochters uit het geslacht van Achan (Jozua 7:24-26) die samen met hun vader nabij Jericho in het dal van Achor vernietigd werden zullen dan opstaan en na een tijdskloof van circa 3500 jaar het land beërven.

     

    Aanbevolen lectuur over het onderwerp: zie link,

    https://www.zoeklichtwebshop.nl/zoeklichtuitgaven/daniel-gods-weg-met-israel-en-de-volke.html

    en link, https://www.bol.com/nl/p/lijnen-naar-de-eindtijd/1001004002112660/

     

    Wordt vervolgd….

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

    Recente publicaties:

     

     

    Dertig Jubeljaren, 2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU

    Kronieken van de koningen van Israël, 2017, zie link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory

    EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331

    Dit boek kan inmiddels volledig online gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html

    De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999

    TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

    De Assyriologie herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234

    De Tweede Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343

    Genesis versus Egyptologie, 2009, dit boek is uitverkocht maar kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html

    Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)


    25-02-2019 om 10:56 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kalender van het oude Egypte nagerekend...

    De kalender in het oude Egypte telde drie seizoenen en was ten tijde van het Oude Rijk opgedeeld in vier maanden van elk dertig dagen wat een jaar van 360 dagen uitmaakte. Net zoals het aantal dagen in een jaar dat we in het Bijbelboek Genesis kunnen vinden: 360. Aan de basis van deze kalender lag de grootvizier van farao Zoser van de derde dynastie: Imhotep. In mijn boek TIJD en TIJDEN, 2015, blz. 65-71, geef ik aandacht aan deze bijzondere man en identificeer hem met de aartsvader Jozef, als onderkoning van Egypte. Ten tijde van het Nieuwe Rijk in Egypte werd het noodzakelijk als een gevolg van verstoringen aan de kosmische hemel vijf dagen aan de jaarkalender toe te voegen. Over de oorzaak voor de verstoringen van de loop van de aarde om de zon gaf ik al meerdere malen aandacht op dit blog. Het laatste artikel dateert van 10.09.2018, zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1536530400&stopdatum=1537135200

    De vijf 'toegevoegde' dagen of ‘epagomenen’ werden beschouwd als de geboortedagen van enkele belangrijke goden. De epagomenen waren schrikkeldagen en werden als ongeluksdagen beschouwd.

    Het kalenderjaar begon in Egypte met het overstromingsseizoen wanneer de Nijl in de maand juli buiten haar oevers trad als een gevolg van de voorjaar-regens in het gebied van de Grote Meren in Centraal-Afrika, waar de Nijl ontspringt.

     

     

    Een papieren kalender zoals wij die vandaag hanteren was voor de agrarische samenleving van Egypte van minder belang. In de praktijk begon het nieuwe jaar officieel met de jaarlijkse overstroming van de Nijl en de volgende seizoenen volgden daarna vanzelf: ploegen, zaaien, oogsten. Het plotselinge wassen van het Nijlwater luidde een nieuw jaar in en werd gedateerd als de eerste dag van de maand Thoth. Het was ook de tijd dat de Hondsster zichtbaar was.

     

    De moderne egyptologie leert echter dat de Egyptenaren geen idee hadden dat een jaar 365,25 dagen telt en dat daarom hun kalender na een tijd niet meer in de pas met de seizoenen zou gelopen hebben? Volgens de theorie hielden de Egyptenaren zich aan een burgerlijke en aan een astronomische kalender die slechts één keer in 1460 jaar gelijk liep.

    Een belangrijke hint voor deze theorie haalden zij uit het werk dat de Romein Censorinus in het jaar 239 AD schreef. Een boek genaamd DE DIE NATALI ter ere van de verjaardag van Censorinus’ broodheer: QUINTUS CAERELLIUS. In dit boek schreef Censorinus dat in het jaar 139 AD de Hondsster verschenen was op de eerste dag van de maand Thoth, en dat die dag gelijk viel met 19 juli van de Romeinse kalender. De zogenaamde astronomische Sothis-kalender en verondersteld tijdperk met tijdschijven van 1460 jaar heeft hier zijn oorsprong en niet eerder. Het blijkt bij nader onderzoek een uitvinding van Grieken en Romeinen te zijn geweest. De Egyptoloog Cecil Torr (1857/1928) bijvoorbeeld en een tegenstander van het eerste uur na de introductie van de vermeende Sothis-kalender door de egyptoloog Eduard Meyer stelt dat de Sothis-cyclus een uitvinding van de Grieken was, van latere tijd:

    This all looks as though the cycle was invented by the later Greeks at Alexandria. Nor is there anything to indicate that it was known to the Egyptians in earlier times; no mention of it being found in their inscriptions or papyri, though occasionally these note the rising of the dog-star, Memphis and Mycenae, 1896.

     

     

    © BW Bijbel en Archeologie 1 – ISBN 9070145049, een naar mijn mening verhelderende algemene studie is die van de hand van wijlen de heer F. J. Kerkhof (1916/1999), waarmee de Sothis-kalender van de egyptoloog Eduard Meyer weerlegd word.

     

    Dat de oud-Egyptenaren geen kennis van het schrikkeljaar hadden wordt weerlegd door de geleerde en revisionist van de geschiedenis van de oudheid Dr. Donovan A. Courville (1901/1996) in diens studie: The Exodus Problem and its Ramifications, Volume 2, Chapter IV. Courville verwijst in zijn boek naar het feit dat de basis van de grote piramide op het Gizeh-plateau 365,24 el bedraagt, en dit op basis van een veronderstelde Piramide-el die gelijk zou zijn aan de Bijbelse Hebreeuwse el. Courville merkt op dat de afmetingen van de basis van de grote piramide aantonen dat de oude Egyptenaren vertrouwd waren met schrikkeljaren aangezien 365,2422 el gelijk staat aan het aantal dagen dat een zonnecyclus heeft. Courville weerlegd zo de moderne egyptologie en haar theorie die er vanuit gaat dat de Egyptenaren deze kennis niet hadden en daarom twee kalenders hanteerden.

    Verder verwijst Courville naar de oudheid-historicus Flavius Josephus die schreef dat het Abraham was die de Egyptenaren aritmetica en astronomie bijbracht.

    “1. …… He (pharaoh) also made him (Abram) a large present in money, and gave him leave to enter into conversation with the most learned among the Egyptians; from which conversation his virtue and his reputation became more conspicuous than they had been before.

    2. For whereas the Egyptians were formerly addicted to different customs, and despised one another's sacred and accustomed rites, and were very angry one with another on that account, Abram conferred with each of them, and, confuting the reasoning’s they made use of, every one for their own practices, demonstrated that such reasoning’s were vain and void of truth: whereupon he was admired by them in those conferences as a very wise man, and one of great sagacity, when he discoursed on any subject he undertook; and this not only in understanding it, but in persuading other men also to assent to him. He communicated to them arithmetic, and delivered to them the science of astronomy; for before Abram came into Egypt they were unacquainted with those parts of learning; for that science came from the Chaldeans into Egypt, and from thence to the Greeks also”. (Flavius Josephus, Joodse Oudheden, Boek I, viii.)

     

    In zijn boek stelt Cecil Tor dat er geen enkele indicatie in Egyptische oudheid-documenten voorkomt dat de Egyptenaren de Sothis-cyclus kenden, geen vermelding wordt er over gevonden in hun inscripties of papyri, buiten enkele occasionele vermeldingen over het opkomen van de Hondsster.

    Het zijn de enkele occasionele vermeldingen die orthodoxe egyptologen telkens opnieuw aanhalen ter staving van hun stelling dat er een Sothis-kalender in het oude Egypte gebruikt werd. Eén van hun vermeende bewijzen is het zogenaamde Ebers-papyrus dat een vermelding naar het opkomen van de Hondsster of Sothis zou hebben. Het Ebers papyrus is een document van twintig meter lang en dertig centimeter breed en ruim 3000 jaar oud. Het wordt in de Bibliotheek van de universiteit van Leipzig bewaard. Het werd in Egypte in 1873 door professor Georg Ebers verkregen die het papyrus later aan de universiteit schonk. Het document beschrijft vooral ziektes en de voorgeschreven medicijnen van die tijd. Op de achterzijde van een van de vellen staat een vermelding naar een soort kalender. Ook staat er op het papyrus een verwijzing naar het negende regeringsjaar van farao Zeserkere (Djeserkare). Het identificeren van de Egyptische naam Zeserkere is moeilijk maar er wordt aangenomen dat de naam gelijk is aan Amonhotep I (volgens zijn Griekse naam) van de achttiende dynastie is.

     

     

    Het is de verdienste van de Egyptoloog David Rohl en revisionist van de geschiedenis van de oudheid één en ander betreffende het Eber-papyrus uitgepluisd en rechtgezet te hebben. In zijn boek ‘A Test of Time’, 1995, Chapter 5, The Ebers Calendar en appendix D, merkt hij op dat het papyrusfragment een voorspelling bevat en geen vaststelling is van een historisch feit. De tekst luidt: “u moet weten dat het opkomen van SOPDET zal gebeuren in de vierde maand Pharmuti, op dag zestien”. Er is alzo helemaal geen verwijzing naar een heliakaal opkomen van de Sothis- of Hondsster maar in de plaats wordt er naar de kroning van de farao die zo een nieuwe regeringsjaarkalender wilde instellen, verwezen. Tenminste dat was de intentie van de farao, volgens Rohl. Hierna de tekst op de achterzijde van de Eberskalender.

    1. Year 9, under the person of the dual king Djeserkare, living forever;

    2. New Year’s festival, month III of Shemu, day 9, the going forth of Sopdet;

    3. Tekhy, month IV of Shemu, day 9, the going forth of Sopdet;

    4. Menkhet, month 1 of Akhet, day 9, the going forth of Sopdet;

    5. Huther , month II of Akhet, day 9, the going forth of sopdet;

    6. Kaherka, month III of Akhet, day 9, the going forth of sopdet;

    7. Shefbedet, month IV of Akhet, day 9, the going forth of sopdet;

    8. Rekeh (1st), month I of Peret, day 9, the going forth of sopdet;

    9. Rekeh (2nd) month II of Peret, day 9, the going forth of sopdet;

    10 Renutet, month III of Peret, day 9, the going forth of sopdet;

    11. Khonsu, monh IV of Peret, day 9, the going forth of sopdet;

    12 Khentykhet, month I of Shemu, day 9, the going forth of sopdet;

    13 Ipet, month II of Shemu, day 9, the going forth of sopdet;

     

    Het papyrus werd in Egyptisch hiëratisch schrift van rechts naar links geschreven. Op het papyrus zijn duidelijk de herhalingstekens vanaf lijn drie te merken, waar in lijn twee ‘the going forth of Sopdet’ vermeld staat. Dit gegeven is in tegenspraak met de orthodoxe verklaring voor dit papyrus. De orthodoxie zoekt een melding van een eenmalig opkomen van de Hondsster terwijl het Ebers-papyrus een opkomen voor iedere maand opgeeft, wat in geval van de Hondsster niet mogelijk is aangezien deze slechts eenmaal per jaar verschijnt. De conclusie is dat de gehele constructie/fabricatie waar de orthodoxie de Egyptische dynastieën op de tijdsbalk mee rangschikt, fout is. Met een beetje ironie eigen aan de Britten, merkt Rohl tot slot het volgende op: “So, I cast off the tethering rope of Egyptian history from this long used but now corroded and insecure anchor..”

    Een ketting is maar zo sterk als haar zwakste schakel. Het studiewerk van Rohl verbreekt hier de zwakste schakel en tegelijkertijd het ankerjaar bij uitstek waar de orthodoxe egyptologie haar fabricatie mee verbind.

    Cecil Torr toonde in zijn boek ‘Memphis en Mycenae’ in 1896 al aan dat men het Ebers-papyrus niet kan gebruiken ter bewijsvoering dat ten tijde van farao Amonhotep I een Sothis-periode begon. Hij maakte duidelijk dat de Egyptische jaarkalender ten tijde van Amonhotep een jaar van 360 dagen telde en wanneer men een huidig zonnejaar van 365,25 dagen in een kalender die op een jaar van 360 dagen gebaseerd is tracht in te lezen, tot foute bevindingen komt.

    “In a calendar, written on the back of a papyrus, the rising of the dog star is placed on day 9 of month 11 in year 9 of king Ser-ka-Ra. This is presumably Ser ka Ra Amen-hetep of Dyn. 18; and he came to the throne in 1249 at latest. Had there been 365 days to the year, day 9 of month 11 would have been 57 days from day 1 of month 1 in the year after; and then year 9 of king Ser ka Ra would have been assignable to 1550 BC, that being four times 57 years before 1322 BC, the supposed date of the rising of the dog star on day 1 of month 1. But this calendar proceeds from day 9 of month 12 to day 9 of month 1 just as it proceeds from day 9 of any other month to day 9 of the next; so that it clearly is intended for the year of 360 days with twelve months of thirty days apiece and nothing added. And thus it will not serve to fix the date of king Ser ka Ra Amen-hetep, as there is nothing to fix the date at which the dog star rose on day 1 of month 1 in these years of 360 days apiece.”

    (Memphis and Mycenae, Cecil Torr, Chapter IV, Egyptian Chronology: The Calendar.)

     

     

    © Christoph Marx (1931/2016), een schematisch overzicht van de rampzalige tijdsconstructie van de orthodoxe Egyptologie op basis van veronderstelde Sothis-perioden.

     

    Tot slot wil ik er op wijzen dat de Egyptische oudheidhistoricus Manetho nergens in zijn bewaard gebleven overlevering enige indicatie geeft dat er Sothis-perioden van 1460 jaar in het oude Egypte bestaan zouden hebben. Wat zeer opmerkelijk is wanneer we bedenken dat Manetho echt zijn best gedaan heeft middels het aantoonbaar manipuleren en vervalsen van geschiedkundige gegevens, zijn geschiedenis van Egypte tot de oudste van heel de oude wereld te maken. Moesten er Sothis-perioden bestaan hebben zou hij er zeker gebruik van gemaakt hebben.

     

    Conclusie: de dateringsmethode van de orthodoxe Egyptologie is onderuit gehaald en de schikking van de Egyptische dynastieën op de tijdsbalk zal nu moeten gebeuren via andere en betere ankerpunten. De historische boeken van de Bijbel bevatten zulke ankerpunten. Ook de oudheidhistoricus Herodotos verdient eerherstel en zou wat zijn rangschikking van de Egyptische farao ’s betreft ‘au sérieux’ genomen moeten worden.

    De discussie onder Bijbelvorsers over een vroege of een late datering van de exodus hoeft niet meer. Het aannemen van een late datering van de exodus om deze (ongeveer) te laten passen met de regeerperiode van Seti I en Ramses II is overbodig. Seti I en Ramses II horen namelijk op de tijdsbalk niet thuis in de dertiende eeuw v. Chr. Zie het artikel van 28.01.2019, link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?ID=3140306

     

    Wordt vervolgd…

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

     

    Recente publicaties:

     

     

    Dertig Jubeljaren, 2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU

    Kronieken van de koningen van Israël, 2017, zie link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory

    EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331

    Dit boek kan inmiddels volledig online gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html

    De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999

    TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

    De Assyriologie herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234

    De Tweede Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343

    Genesis versus Egyptologie, 2009, dit boek is uitverkocht maar kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html

    Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)


    18-02-2019 om 08:28 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.een tijdsperiode van 480 jaar

    1 Koningen 6:1 Het geschiedde nu in het vierhonderd en tachtigste jaar, na den uitgang der kinderen Israëls uit Egypte, in het vierde jaar van het koninkrijk van Salomo over Israël, in de maand Ziv (deze is de tweede maand), dat hij het huis des HEEREN bouwde. (Statenvertaling)

     

    Het artikel op dit blog van 28.01.2019 ging over een twistpunt onder theologen en Bijbelvorsers over de vroege en de late datering van de exodus. Zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?ID=3140306

    Een Bijbelgetrouwe groep leert een vroege datering van de exodus in de vijftiende eeuw v. Chr. en dit op basis van het hiervoor geciteerde Bijbelgedeelte uit 1 Koningen 6:1. Een meerderheid van onderzoekers leert echter een late datering in de dertiende eeuw v. Chr. Zij doen dit vooral op basis van hun keuze voor de kandidaat-farao voor de exodus: Ramses II. Het is de orthodoxe egyptologie die deze farao op basis van het gebruik van een vermeende Sothis-kalender, in de dertiende eeuw v. Chr. op de tijdsbalk plaatste.

    De tijdsperiode van 480 jaar tussen het vierde regeringsjaar van Salomo en de exodus van Israël uit Egypte wordt door deze groep van godgeleerden niet letterlijk genomen? Hun argumentatie is dat de tijdsperiode van 480 jaar de som is van 40 x 12 en daarom een symbolische betekenis moet hebben? Evenzo het jaartal 40 voor de leeftijd van Mozes bij zijn vlucht naar Midian en nog eens 40 jaar voor zijn verblijf aldaar. In totaal tachtig jaar die volgens hen ook niet letterlijk te nemen zijn. De Richterenperiode, die voor Israël volgde na de dood van Jozua en liep tot de profeet Samuël en de zalving van Saul tot eerste koning over het Verenigd Koninkrijk van Israël, is het volgende struikelblok. Deze lange periode past chronologisch alleen binnen het kader van de 480 jaar. In mijn boek ‘dertig jubeljaren, blz. 43-46 en 235’ dat in 2018 gepubliceerd werd, rangschik ik de Richters op de tijdsbalk aan de hand van de sabbat- en jubeljaren. Een belangrijk ijkpunt op de tijdsbalk is de vermelding in het Bijbelboek Richteren 11:26 dat wanneer Jefta het Richter-schap opneemt, er exact driehonderd jaar sinds de intocht van de Israëlieten in Kanaän verlopen zijn, veertig jaar na de exodus. Ook de tijdspanne van 300 jaar is een obstakel voor de late datering van de exodus en wordt niet letterlijk genomen en weggeredeneerd.

     

    De wonderen zijn echter de wereld niet uit en bij de studie van de Bijbel en vooral de geschiedenis van Israël in haar diaspora komt men regelmatig wonderlijke zaken zoals bepaalde tijdsperioden tegen. Zulk is de observatie dat de HEERE God in Zijn handelen met het Joodse volk soms ronde getallen in bepaalde tijdspannes gebruikt. In mijn eerder vermelde boek ‘Dertig Jubeljaren’ geef ik aandacht aan het herstel van Israël, geestelijk en nationaal in het oude land der vaderen. Zo maak ik onder andere een tijdsprong van het dertigste jubeljaar in 27/28 AD naar het zeventigste jubeljaar dat voor het najaar van 1987 berekend werd en tracht één en ander profetisch in te vullen. Mathematisch gezien was oktober 1987/september 1988 een jubeljaar. In de praktijk was echter aan geen enkele voorwaarde voldaan om over een Jubeljaar te kunnen spreken. Op zwarte maandag 19 oktober 1987 vond in New York een beurscrash plaats die wereldwijd zware economische gevolgen had en nog jaren later nazinderde. Korte tijd later begon in Israël de eerste Intifada, een Arabische volksopstand tegen het Israëlische militaire bestuur in Gaza, Judea en Samaria. Geen enkele belofte aan een Jubeljaar verbonden, ging toen in vervulling. Waar is het fout gelopen?

     

     

    Maar er is meer aan de hand. Toen ik mijn boek EXODUS in het jaar 2016 publiceerde schreef ik in het voorwoord dat voor het volgende jaar de exodus van 1483 v. Chr., in totaal 3500 jaar geschiedenis zou betekenen. Nu hebben de jaartallen 2017/2018 geen bijzondere gebeurtenis in de geschiedenis van Israël gezien.

    Een eenvoudige rekensom leert echter dat wanneer men vanaf de Exodus met een schijf van 3000 jaar rekent men op de tijdsbalk in het jaar 1517 AD uitkomt. En het jaar 1517 is getuige geweest van twee merkwaardige gebeurtenissen zowel voor Israël in haar diaspora als voor de Ekklesia.

     

     

    Op 31 oktober 1517 namelijk nagelde de moedige hervormer Maarten Luther zijn 95 stellingen ‘tegen’ de Roomse kerk te Wittenberg wat het begin van de reformatie zag. Het christendom zou de Bijbel in de volkstaal ter beschikking krijgen. De opnieuw gevonden Boodschap was het: sola fide, sola gratia en sola scriptura. Rechtvaardiging komt volgens de Bijbel alleen door het geloof en niet door goede werken en sacramenten. Alleen de genade als gave van God redt een mens zonder bemiddeling van mannelijke priesters en sacramenten. Door het geloof is een kind van God ten allen tijde in een staat van genade. Alleen de Schrift of Bijbel is het Woord van God en kan zonder tussenpersonen door de gelovige geïnterpreteerd worden.

     

     

    Dat zelfde jaar 1517 was Israël sinds 70 AD in een wereldwijde diaspora met het toen ontvolkte land onder vreemde heerschappij. In 70 AD hadden de legioenen van Titus Jeruzalem en de Tempel met de grond gelijk gemaakt en een groot deel van de bevolking in ballingschap weggevoerd. In 135 AD volgde na een tweede Joodse opstand de volledige ontvolking van het land door de Romeinen.

    Na de splitsing van het Romeinse Rijk in twee delen zou het gebied van Israël tot 638 AD deel uit maken van het Oost-Romeinse Rijk. In het jaar 638 AD veroverden de geïslamiseerde Arabieren Jeruzalem. Zij zouden tot 1517 over het gebied van Israël heersen. Tussen de jaren 1095 tot 1271 zouden er kruistochten naar het heilig land en Jeruzalem door de legers van het christelijke westen gevoerd worden die enkele malen resulteerden in een overheersing van Jeruzalem door Europese vorsten.

     

     

    In het jaar 1517 veroverden de Turken Jeruzalem op de Arabieren en zou het gebied tot 1917 voor een tijdsperiode van vierhonderd jaar (!) deel uitmaken van het Ottomaanse Rijk.

    Het jaar 1517 is een mijlpaal in de profetische ontwikkeling zoals het in de Bijbel geschilderd wordt.

    “Het wereldgebeuren ontwikkelt zich volgens ‘modellen’ en profetische lijnen in de Bijbel”, merkte de Bijbelvorser wijlen Huib Verweij (1918/1987) al eerder op.

    De Ottomaanse/Islamietische overheersing van het gebied van Israël van het jaar 1517 tot 1917 heeft volgens de bekende evangelist Johannes de Heer (1866/1961) de landen en volken van het Midden-Oosten in een soort van winterslaap gehouden. Tot op Gods tijd want vanaf 1917 zou de profetische ontwikkeling met rasse schreden voortgang vinden.

    In december 1917 veroverden de Britten Jeruzalem op de Turken. Turkije had in 1914 toen in Europa de eerste wereldoorlog uitbrak, de zijde van Duitsland gekozen. Dit resulteerde voor het Ottomaanse Rijk in het verlies van al haar Arabische gebieden tegen het einde aan van de eerste wereldoorlog in 1918. Frankrijk en Engeland trokken in het Midden-Oosten daarop nieuwe grenzen en creëerden nieuwe staten waarbij Bijbelse oudheidlanden opnieuw tevoorschijn kwamen. Aan de verovering van Palestina op de Ottomanen was de Balfour-verklaring voorafgegaan. In dit document beloofde de Britse regering in november 1917 via Lord Rothschild aan de zionistische beweging, een thuisland voor Joden in Palestina. Die zionistische beweging was in de negentiende eeuw door Theodor Herzl (1860/1904) opgericht. Hij was een seculiere Jood, journalist en publicist en wordt als de vader van het moderne zionisme beschouwd. Herzl was als journalist voor de Weense krant Neue Freie Presse op het proces tegen Dreyfus in Frankrijk in 1894 aanwezig. De Joods-Franse officier Alfred Dreyfus werd daar beschuldigd van hoogverraad en spionage voor Duitsland. De Franse pers was toen voluit antisemietisch en schreef dagelijks over een vermeend Joods complot dat Frankrijk wilde verscheuren door middel van list, bedrog en omkoping. Herzl was bij de veroordeling en degradatie van Dreyfus zo geschokt dat hij naar huis ging en de eerste zinnen schreef van zijn traktaat ‘Der Judenstaat’: de Joden moesten een eigen staat krijgen. De tweede helft van de negentiende eeuw werd gekenmerkt door antisemitisme op het Europese continent. In het tsaristische Rusland vond pogrom op pogrom tegen Joodse medeburgers plaats wat resulteerde in de migratie van vele Joodse mensen naar West Europa en de Verenigde Staten van Amerika. Een minderheid van Oost-Europese Joden verkoos toen al naar Palestina te emigreren.

    Het eerste zionistische congres door Herzl georganiseerd vond plaats te Bazel in Zwitserland in 1897. De kiem voor een nationaal herstel in de vorm van een Joodse staat in Palestina werd toen geplant.

    Vijftig jaar later in 1947 werd de droom van Herzl werkelijkheid. Op 29 november 1947 stemden namelijk de Verenigde Naties met zetel in New York met een ruime meerderheid voor de deling van Palestina in een Joodse en een Arabische staat. In Europa waren zes miljoen Joodse mensen tijdens de tweede wereldoorlog (1939/1945) door de nazi ’s en hun bondgenoten vermoord.

     

     

    Ben Goerion leest op 14 Mei 1948 (5 Iar 5708) te Tel Aviv de onafhankelijkheidsverklaring voor. Op de achtergrond hangt een portret van Thedor Herzl tegen de muur.

     

    Een jaar later in mei 1948 werd de staat Israël één dag na het vertrek van de Britten uitgeroepen. Een Bijbelse profetie 2600 jaar geleden uitgesproken werd werkelijkheid.

    Ezechiël 37:1 De hand des HEEREN was op mij, en de HEERE voerde mij uit in den geest, en zette mij neder in het midden ener vallei; dezelve nu was vol beenderen. 2 En Hij deed mij bij dezelve voorbijgaan geheel rondom; en ziet, er waren zeer vele op den grond der vallei; en ziet, zij waren zeer dor. 3 En Hij zeide tot mij: Mensenkind! zullen deze beenderen levend worden? En ik zeide: Heere HEERE, Gij weet het! 4 Toen zeide Hij tot mij: Profeteer over deze beenderen, en zeg tot dezelve: Gij dorre beenderen! hoort des HEEREN woord. 5 Alzo zegt de Heere HEERE tot deze beenderen: Ziet, Ik zal den geest in u brengen, en gij zult levend worden. 6 En Ik zal zenuwen op u leggen, en vlees op u doen opkomen, en een huid over u trekken, en den geest in u geven, en gij zult levend worden; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben. 7 Toen profeteerde ik, gelijk mij bevolen was, en er werd een geluid, als ik profeteerde, en ziet een beroering! en de beenderen naderden, elk been tot zijn been. 8 En ik zag, en ziet, en er werden zenuwen op dezelve, en er kwam vlees op; en Hij trok een huid boven over dezelve, maar er was geen geest in hen. (Statenvertaling)

     

    De profeet Ezechiël leert dat er eerst een nationaal herstel van Israël komt, later gevolgd door een geestelijk herstel (Ez. 37:9-14). Dit als een gevolg van een invasie vanuit het verre noorden door Gog en Magog (Ez. 39:27-29). Zie ook het artikel van 22.10.2018, link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1540159200&stopdatum=1540764000

    De profeet Jesaja leert ook een nationaal herstel voorafgaand aan een geestelijk herstel.

    Jesaja 43:4 Van toen af, dat gij kostelijk zijt geweest in Mijn ogen, zijt gij verheerlijkt geweest, en Ik heb u liefgehad; daarom heb Ik mensen in uw plaats gegeven, en volken in plaats van uw ziel. 5 Vrees niet, want Ik ben met u; Ik zal uw zaad van den opgang brengen, en Ik zal u verzamelen van den ondergang. 6 Ik zal zeggen tot het noorden: Geef; en tot het zuiden: Houd niet terug; breng Mijn zonen van verre, en Mijn dochters van het einde der aarde; 7 Een ieder, die naar Mijn Naam genoemd is, en dien Ik geschapen heb tot Mijn eer, dien Ik geformeerd heb, dien Ik ook gemaakt heb. 8 Breng voort het blinde volk, hetwelk ogen heeft, en de doven, die oren hebben. (Statenvertaling)

     

    Blind en doof als een larve met alle onvolkomenheden van dien handhaaft het nationale herstel van Israël zich al zeventig jaar, maar de vlinder is op komst.

    De Arabische landen die in New York tegen de verdeling van Palestina gestemd hadden vielen onmiddellijk de nieuwe staat aan en deden een eerste poging de Joden in zee te drijven. De zogenaamde onafhankelijkheidsoorlog zou tot 1949 aanslepen en eindigen in een wapenstilstand zonder uitzicht op vrede.

    In juni 1967 zou een tweede verdedigingsoorlog uitbreken. Egypte begon het conflict met het blokkeren van de Israëlische haven Eilat aan de Rode Zee. Israël overwon daarna op zes dagen tijd een coalitie van Arabische legers en veroverde Judea en Samaria op Jordanië, Gaza en de Sinaïwoestijn op Egypte en de Golanhoogten op Syrië. Op de volgende link kan men een documentaire zien over ‘The 50 Years War: Israel and the Arabs (1999)’, die in het bijzonder de geschiedenis behandelt vanaf 1947 tot 1997, link:

    https://www.youtube.com/watch?v=fSAD9pS8NIw&t=238s

     

    Wat opvalt wanneer men de geschiedenis vanaf 1897 doorneemt zijn de ronde getallen die zich telkens tussen belangrijke gebeurtenisjaren voordoen, 1897: het eerste zionistische congres, 1917: de Balfour-verklaring gevolgd door de verovering van Jeruzalem door de Britten, 1947: de VN stemt over de verdeling van Palestina, 1957: ondertekening van het verdrag van Rome in Europa, 1967: de tweede verdedigingsoorlog met de verovering van Oost-Jeruzalem en de Tempelberg op Jordanië, 1977: president Sadat van Egypte in de Knesset te Jeruzalem. De Israëlische regering sluit vrede met Egypte en geeft de eerder veroverde Sinaï in fases terug aan Egypte, 1987: het gemiste zeventigste jubeljaar. De volgende jaartallen eindigend met het getal zeven zagen geen bijzondere gebeurtenis: 1997, 2007 en 2017, wat duidelijk maakt dat andere wetmatigheden ook hun rol spelen. In een recent artikel van 21.01.2019 gaf ik al aandacht aan God ’s tijden, zie link:

    http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?ID=3139024

    In mijn uitgave ‘dertig jubeljaren’ van 2018 geef ik in de laatste twee hoofdstukken aandacht aan de tijdskloof tussen de eerste en de tweede komst van de Christus en het falen van Israël wat het zeventigste jubeljaar betreft. Ik beschrijf het als een scharniermoment in de tijd dat een periode van uitstel inluidde.

    Uiteindelijk zal dit conflict in de toekomst schijnbaar opgelost worden door ‘de nieuwe orde’ die zich in de wereld baan zal breken. Een pseudo-Messias zal voor een korte tijd, de oplossingen aanbieden en universele vrede brengen. De gehele wereld waaronder ook Israël en alle religies, zal in vervoering van dit genie komen. Wat hierop volgt is wat in het laatste boek van de Bijbel, Openbaring, het gevreesde Armageddon genoemd wordt culminerend in de wederkomst van Messias Jezus, gevolgd met het herstel van alle dingen. Een jaartal voor de wederkomst van Jezus Christus berekenen op basis van ronde getallen is echter onmogelijk. Wel leert de ontwikkeling sinds de tweede helft van de twintigste eeuw rond Israël, dat de tijd kort is.

     

    Wordt vervolgd…

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

     

    Recente publicaties:

     

     

    Dertig Jubeljaren, 2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU

    Kronieken van de koningen van Israël, 2017, zie link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory

    EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331

    Dit boek kan inmiddels volledig online gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html

    De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999

    TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

    De Assyriologie herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234

    De Tweede Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343

    Genesis versus Egyptologie, 2009, dit boek is uitverkocht maar kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html

    Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)


    11-02-2019 om 10:15 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jozua nu verbrandde Ai, en hij stelde haar tot een eeuwigen hoop, ter verwoesting, tot op dezen dag (Jozua 8:28).

    De titel voor onze aflevering van deze week ontlenen we uit het zesde Bijbelboek: Jozua. We bevinden ons in de lente van 1443 v. Chr. en op de tiende dag van de eerste maand Nisan (maart/april) waren de twaalf stammen van Israël onder leiding van Jozua de Jordaan nabij Jericho op een droge bedding doorgetrokken. Hun eerste obstakel was de vestingstad Jericho die zij op een heel bijzondere wijze konden veroveren en daarna tot op haar grondvesten verwoesten. In TIJD en TIJDEN, 2015, Jozua en de inbezitneming van Kanaän, blz. 121-132, ga ik uitvoerig op de inname van Jericho in. Na de verovering van Jericho keerde Jozua zijn aandacht naar Ai dat slechts enkele kilometers westelijk van Jericho in Kanaän verwijderd was. Ai was een vestingstad met een inwonertal van twaalfduizend mensen zowel mannen als vrouwen (Jozua 8:25).

     

     

    © Robert De Telder, Dertig Jubeljaren, 2018

    Aan de wonderlijke verovering van Jericho door de Israëlieten was een voorwaarde verbonden geweest: zij mochten namelijk geen buit uit de stad Jericho nemen.

    Jozua 6:17 Doch deze stad zal den HEERE verbannen zijn, zij en al wat daarin is; alleenlijk zal de hoer Rachab levend blijven, zij en allen, die met haar in het huis zijn, omdat zij de boden, die wij uitgezonden hadden, verborgen heeft. 18 Alleenlijk dat gijlieden u wacht van het verbannene, opdat gij u misschien niet verbant, mits nemende van het verbannene, en het leger van Israël niet stelt tot een ban, noch datzelve beroert. 19 Maar al het zilver en goud, en de koperen en ijzeren vaten, zullen den HEERE heilig zijn; tot den schat des HEEREN zullen zij komen. (Statenvertaling)

     

    Het zevende hoofdstuk van het Bijbelboek Jozua brengt de smartelijke geschiedenis van Achan de zoon van Charmi uit de stam van Juda, die in overtreding van het gebod van het verbannen te nemen, toch buit voor zichzelf genomen had en in zijn tent verstopt. De noodlottige gevolgen van deze daad kwam aan het licht toen Jozua verkenners van Jericho naar de stad Ai zond tot verdere inbezitneming van Kanaän. Op advies van de verkenners zond Jozua daarop ongeveer drieduizend man naar Ai ter inname van de vestingstad. Tot hun verbijstering versloegen de inwoners van Ai de legereenheid van Jozua en doodden ongeveer 36 man (Jozua 7:5). Ik neem aan dat dit de eerste gesneuvelden waren bij de Israëlieten met de inname van Kanaän. De belegering en de inname van Jericho zag geen enkele gevallene aan Israëlitische zijde. Daarom de verbijstering bij Jozua en het volk bij deze eerste doden. Jozua ging daarop in gebed voor de ark des HEEREN ter verkrijging van een antwoord van de HEERE God. In het Bijbelboek Jozua 7:11-15 lezen we het antwoord en de instructie voor de wegneming van de ban (Jozua 6:18). De stam van Juda wordt aangewezen als de stam waar de boosdoener uit voortkwam. Om uiteindelijk bij de clan van Achan te belanden met in diens tent de verstopte buit: ‘een schoon sierlijk Babylonisch overkleed, tweehonderd sikkelen zilvers, en een gouden tong, welker gewicht was vijftig sikkelen’. Het oordeel was drastisch maar blijkbaar nodig voor de rest van het volk dat nog een zware taak wachtte van zes jaar lang ter inbezitneming van het land Kanaän, op een veel sterkere vijand. Het waren ook allemaal jonge mensen. Jozua en Kaleb waren beide tachtigplussers en de enige overlevenden van de generatie die veertig jaar eerder uit Egypte met de exodus optrok. Wegens hun weigering en ongeloof om het Beloofde Land toen binnen te trekken werd die generatie veroordeeld tot veertig jaar omzwerving in de wildernis tot aan hun dood. De generatie die onder leiding van Jozua in 1443 v. Chr. aan de inname van Kanaän begon was in de wildernis geboren en opgegroeid.

    Jozua 7:24 Toen nam Jozua, en gans Israël met hem, Achan, den zoon van Zerah, en het zilver, en het sierlijk overkleed, en de gouden tong, en zijn zonen, en zijn dochteren, en zijn ossen, en zijn ezelen, en zijn vee, en zijn tent, en alles wat hij had; en zij voerden ze naar het dal Achor. 25 En Jozua zeide: Hoe hebt gij ons beroerd? De HEERE zal u beroeren te dezen dage! En gans Israël stenigde hem met stenen, en zij verbrandden hen met vuur, en zij overwierpen hen met stenen. 26 En zij richtten over hem een groten steenhoop, zijnde tot op dezen dag. Alzo keerde zich de HEERE van de hittigheid Zijns toorns. Daarom noemde men den naam dier plaats het dal van Achor, tot dezen dag toe.

     

     

    De opdracht om niet alleen Achan maar heel zijn gezin te verdelgen stuit in de huidige genadebedeling tegen de borst. Waarom moesten ook zijn zonen en dochters sterven? Zelfs zijn ossen, ezelen en vee moesten sterven. Dit begrijpen blijft ook vandaag moeilijk. Troost haal ik uit het Woord van God, bijvoorbeeld Deuteronomium 32:39 Ziet nu, dat Ik, Ik het ben, daar is geen God, behalve Mij. Ik dood en doe herleven, Ik verbrijzel en Ik genees, en niemand is er die redt uit mijn macht.

    Wanneer we focussen op het herleven en het genezen in plaats van op het doden, wordt een en ander aanvaardbaar. De Boodschap in de Bijbel is dat er ooit aan dit tranendal dat deze wereld onder de vloek is, een einde zal komen. Dat in de toekomst de HEERE God na de oordelen van de Apocalyps Zijn Messiaanse Vrederijk op aarde zal vestigen en dat alle doden dan zullen opstaan. Ook de gedode zonen en dochters van Achan zullen dan leven. Het dal van Achor waar de doodstraf over de clan van Achan voltrokken werd zal dan zelfs een deur der hoop worden (Hosea 2:13-14), langs waar een overblijfsel van Israël vanuit de woestijn van hun derde ballingschap het Beloofde Land zal binnentrekken.

     

    Na de voltrekking van het oordeel over de clan van Achan stuurt Jozua een nieuwe legertroep naar Ai, ditmaal dertigduizend man die met een krijgslist in staat zijn Ai te veroveren en te verwoesten. Hierna het relevante Bijbelgedeelte over de verwoesting van Ai door het leger van Jozua.

    Jozua 8:1 Toen zeide de HEERE tot Jozua: Vrees niet, en ontzet u niet; neem met u al het krijgsvolk, en maak u op, trek op naar Ai; zie, Ik heb den koning van Ai, en zijn volk, en zijn stad, en zijn land in uw hand gegeven. 2 Gij nu zult aan Ai en haar koning doen, gelijk als gij aan Jericho en haar koning gedaan hebt; behalve dat gij haar roof en haar vee voor ulieden roven zult; stel u een achterlage tegen de stad, van achter dezelve. 3 Toen maakte zich Jozua op, en al het krijgsvolk, om op te trekken naar Ai. En Jozua verkoos dertig duizend mannen,

     

     

    strijdbare helden, en hij zond hen bij nacht uit, 4 En gebood hun, zeggende: Ziet toe, gijlieden zult der stad lagen leggen van achter de stad; houdt u niet zeer verre van de stad, en weest gij allen bereid. 5 Ik nu, en al het volk, dat bij mij is, zullen tot de stad naderen; en het zal geschieden, wanneer zij ons tegemoet zullen uitgaan, gelijk als in het eerst, zo zullen wij voor hun aangezicht vlieden. 6 Laat hen dan uitkomen achter ons, totdat wij hen van de stad aftrekken; want zij zullen zeggen: Zij vlieden voor onze aangezichten, gelijk als in het eerst; zo zullen wij vlieden voor hun aangezichten. 7 Dan zult gijlieden opstaan uit de achterlage, en gij zult de stad innemen; want de HEERE, uw God, zal ze in uw hand geven. 8 En het zal geschieden, wanneer gij de stad ingenomen hebt, zo zult gij de stad met vuur aansteken; naar het woord des HEEREN zult gijlieden doen; ziet, ik heb het ulieden geboden. 9 Alzo zond Jozua hen heen, en zij gingen naar de achterlage, en zij bleven tussen Beth-el en tussen Ai, tegen het westen van Ai; maar Jozua overnachtte dien nacht in het midden des volks. 10 En Jozua maakte zich des morgens vroeg op, en hij monsterde het volk; en hij trok op, hij en de oudsten van Israël, voor het aangezicht des volks, naar Ai. 11 Ook trok al het krijgsvolk op, dat bij hem was; en zij naderden en kwamen tegenover de stad, en zij legerden zich tegen het noorden van Ai; en er was een dal tussen hem en tussen Ai. 12 Hij nam ook omtrent vijf duizend man, en hij stelde hen tot een achterlage tussen Beth-el en tussen Ai, aan het westen der stad. 13 En zij stelden het volk, het ganse leger, dat aan het noorden der stad was, en zijn lage was aan het westen der stad. En Jozua ging in denzelven nacht in het midden des dals. 14 En het geschiedde, toen de koning van Ai dat zag, zo haastten

     

     

    © James Tissot – 1836/1902

    zij en maakten zich vroeg op, en de mannen der stad kwamen uit, Israël tegemoet, ten strijde, hij en al zijn volk, ter bestemder tijd, voor het vlakke veld; want hij wist niet, dat hem iemand een achterlage leide van achter de stad. 15 Jozua dan, en gans Israël, werd geslagen voor hun aangezichten; en zij vloden door den weg der woestijn. 16 Daarom werd samengeroepen al het volk, dat in de stad was, om hen na te jagen; en zij joegen Jozua na, en werden van de stad afgetrokken. 17 En er werd niet een man overgelaten, in Ai, noch Beth-el, die niet uittrokken, Israël na; en zij lieten de stad openstaan, en joegen Israël achterna. 18 Toen sprak de HEERE tot Jozua: Strek de spies uit, die in uw hand is, naar Ai, want Ik zal hen in uw hand geven. Toen strekte Jozua de spies, die in zijn hand was, naar de stad aan. 19 Toen rees de achterlage haastelijk op van haar plaats, en zij liepen toe, met dat hij zijn hand uitgestrekt had, en kwamen aan de stad, en zij namen ze in, en zij haastten zich, en staken de stad aan met vuur. 20 Als de mannen van Ai zich achterom keerden, zo zagen zij, en ziet, de rook der stad ging op naar den hemel; en zij hadden geen ruimte, om herwaarts of derwaarts te vlieden; want het volk, dat naar de woestijn vluchtte, keerde zich tegen degenen, die hen najoegen. 21 En Jozua en gans Israël, ziende, dat de achterlage de stad ingenomen had, en dat de rook der stad opging, zo keerden zij zich om, en sloegen de mannen van Ai. 22 Ook kwamen die uit de stad hun tegemoet, zodat zij in het midden der Israëlieten waren, deze van hier en gene van daar; en zij sloegen hen, totdat geen overige onder hen overbleef, noch die ontkwam. 23 Doch den koning van Ai grepen zij levend, en zij brachten hem tot Jozua. 24 En het geschiedde, toen de Israëlieten een einde gemaakt hadden van al de inwoners van Ai te doden, op het veld, in de woestijn, in dewelke zij hen nagejaagd hadden, en dat zij allen door de scherpte des zwaards gevallen waren, totdat zij allen vernield waren; zo keerde zich gans Israël naar Ai, en zij sloegen ze met de scherpte des zwaards. 25 En het geschiedde, dat allen, die te dien dage vielen, zo mannen als vrouwen, waren twaalf duizend, al te zamen lieden van Ai. 26 Jozua trok ook zijn hand niet terug, die hij met de spies had uitgestrekt, totdat hij al de inwoners van Ai verbannen had. 27 Alleenlijk roofden de Israëlieten voor zichzelven het vee en den buit derzelver stad, naar het woord des HEEREN, dat Hij Jozua geboden had.

     

     

    28 Jozua nu verbrandde Ai, en hij stelde haar tot een eeuwigen hoop, ter verwoesting, tot op dezen dag. 29 En den koning van Ai hing hij aan een hout, tot aan den avondstond; en omtrent den ondergang der zon gebood Jozua, dat men zijn dood lichaam van het hout afname; en zij wierpen het aan de deur der stadspoort, en richtten daarop een groten steenhoop, zijnde tot op dezen dag. (Statenvertaling)

     

    De titel van mijn artikel vinden we in Jozua 8:28 terug. Zoals de vernietiging van Ai daar beschreven wordt blijkt dat de vestingstad daarna voor een lange tijd niet herbouwd is geworden. Toen de Bijbelboeken eeuwen later gecompileerd werden bleek de stad nog altijd een puinhoop te zijn.

    Men zou verwachten dat de archeologie hier een middel heeft tot een correct dateren van de vernietiging van Ai in relatie tot Jericho dat in hetzelfde seizoen van het zelfde jaar door de Israëlieten vernietigd werd. Maar niets blijkt minder waar te zijn. Men heeft er figuurlijk (maar heel toepasselijk) een puinhoop van gemaakt.

    Het is het herlezen van het werk van Dr. Donovan Courville (1901/1996) dat de aanzet voor dit artikel werd: The Exodus Problem and its Ramifications, 1971, Volume I, Chapter V, v. Het is een boek (twee volumes) dat ik in 1975 bij de aanvang van het bestuderen van mijn Bijbel aanschafte en sindsdien als naslagwerk gebruik. Naast zijn indrukwekkende lijst van onderscheidingen zoals B. Th., B.A., M.A., Ph. D, Chemistry, had Courville een grote interesse in archeologie, egyptologie en Bijbelse chronologie. In volume 2 (blz. 3) schrijft hij dat archeologie: “is anything but an exact science”, zo ook egyptologie en theologie. Met grote ijver heeft hij dan ook zijn opus magnum van haast zevenhonderd bladzijden voor Bijbelvorsers met interesse in egyptologie en archeologie, samengesteld en nagelaten.

    Wat Ai betreft hebben archeologen inderdaad vastgesteld dat de stad in de oudheid vernietigd werd maar dat deze vernietiging ongeveer zeshonderd jaar voor de intocht van de Israëlieten geschiedde en dat de vestingstad daarna meer dan achthonderd jaar een ruïne bleef. Sindsdien bestaat er een discussie waarbij het Bijbelverhaal meestal in twijfel getrokken wordt, daar waar men eerst de dateringsmethode in vraag zou moeten brengen. Wat blijft is een kluwen als een gevolg van het niet voor historisch correct houden van de relevante historische Bijbelboeken.

    Hierna een schema van Courville van de archeologische aardlagen in Israël en hun datering aan de hand van de egyptologie:

    Archeaological difficulties disappear with a redating of Early Bronze IV, Table III

    The Archeaological Ages

    Archeaological Age      Aproximate        Egyptian or Palestine

                                         Conventional      Contemporary

                                         BC Dates__________________________

    Mesolithic                    10000/5000      Predynastic Egypt

    and Neolithic

    Chalcolithic                  5000/3.300       Predynastic Egypt

    Early Bronze I              3300/2800        Late Predynastic into Dynasty I

    Early Bronze II             2800/2500        Late Dynasty through Dynasty II

    Early Bronze III           2500/????          The pyramid age

    Early Bronze IV      ????/????          Dynasty VI

    (E.B. IIIb intermediate         /????          Dynasties VII to XI

    Middle Bronze I           2000/1900        Early XII Dynasty

    Middle Bronze IIa        1900/1780                   Late XII Dynasty

    Middle Bronze IIb        1780/1600                   Dynasty XIII into Hyksos period

    Middle Bronze IIc        1600/1550          Late Hyksos period

    Late Bronze I               1550/1480          Early XVII Dynasty

    Late Bronze IIa            1480/1300                   Middle XVIII Dynasty

    Late Bronze IIb            1300/1200                   The Amarna age

    Iron I                            1200/900           Era of the Judges and United

                                                                      Monarchy of Israel

    Iron II                           900/600            Divided Monarchy of Israel

    Iron III                         600/300            Egypt under Babylon and Persia

    (The Exodus Problem and its Ramifications, 1971, Volume 1, Chapter VI,)

     

     

    Dr. Donovan Courville laat de Exodus op het einde van de Egyptische zesde dynastie van het Oude Rijk plaatsvinden en verplaatst Vroeg Brons IV naar de tweede helft van de vijftiende eeuw voor Christus. Het Egyptische Oude en Midden-rijk waren volgens Courville contemporain met slechts één tussenperiode, die van de Hyksos die na de Exodus met de vernietiging van het leger van farao, Egypte overrompelden. De Israëlieten vervolgden hun weg naar Kanaän dat zij veertig jaar later in bezit namen. Zij namen gepaard gaande met natuurlijke catastrofes op gewelddadige wijze het land in bezit. In het model van Courville volgt de Midden-brons periode onmiddellijk op het Vroeg-brons tijdperk. Het archeologische beeld in de streek van Jericho is duidelijk – een noodlottige catastrofe, gevolgd door bezetting van nieuwkomers. Het is in feite een eenvoudige oefening die Courville toepast. Men gaat in de verschillende strata op zoek naar de beschrijving die de Bijbel voor een bepaalde epoque verschaft en dateert de strata in kwestie aan de hand van de Bijbelse chronologie. Op deze wijze komt vroeg brons IV op de tijdsbalk zeshonderd jaar dichterbij. De Israëlieten die in 1443 v. Chr. aan de verovering van Kanaän begonnen waren nieuwkomers met een nieuw soort aardewerk. Alhoewel aanvankelijk hun aardewerk Egyptisch van oorsprong was dat zij bij de uittocht meegenomen hadden. Zo ook hun wapens die alle Egyptisch waren. Flavius Josephus geeft dit historisch detail door: Boek II, xvi,

    6. On the next day Moses gathered together the weapons of the Egyptians, which were brought to the camp of the Hebrews by the current of the sea, and the force of the winds resisting it; and he conjectured that this also happened by Divine Providence, that so they might not be destitute of weapons. So when he had ordered the Hebrews to arm themselves with them, he led them to Mount Sinai, in order to offer sacrifice to God, and to render oblations for the salvation of the multitude, as he was charged to do beforehand.

    Nog een interessante gedachte is de volgende: niemand twijfelt er aan dat de Israëlieten later het machtigste volk van Kanaän/Israël werden, maar dan veroverden zij op gelijke wijze het land. Dat zou het uitgangspunt moeten zijn.

    Het is pas wanneer men de orthodoxe Egyptologie en haar dateringsmethode afwijst en men de nieuwe wijze van dateren hanteert dat men de verovering van Kanaän door de Israëlieten onder leiding van Jozua in het juiste strata beter kan traceren. Hierna het gereviseerde vereenvoudigde schema met in de rechterkolom de gecorrigeerde jaartallen voor de aardlagen:

    VROEG BRONS          3000/1900 v. Chr.      1889/1443 v. Chr.

    MIDDEN BRONS    1900/1550                  1443/1000

    LAAT BRONS             1550/1200                   1000/860

    IJZER I                        1200/  930                              860/709

    IJZER II                         930/586                       709/586

     

    Volgens de orthodoxe jaartallen in de linker-kolom zoekt men vergeefs naar de intocht van de Israëlieten op het einde van het Laat Brons en begin IJzer I tijdperk. De gewelddadige intocht van de Israëlieten vanaf 1443 v. Chr. die gepaard ging met het tot op de grond toe verwoesten van steden zoals bijvoorbeeld Jericho, Ai en Hazor, vind men niet terug in de aardlagen zoals ze door de orthodoxie gedateerd werden. Over de inbezitneming van het beloofde land Kanaän schreef ik een hoofdstuk in TIJD en TIJDEN, 2015, blz. 121 -141. In hetzelfde hoofdstuk gaf ik aandacht aan de opgerichte steen van Jozua te Sichem die in het Bijbelboek Jozua 24:1-33 beschreven wordt. Hoofdstuk vierentwintig van het zesde Bijbelboek Jozua geeft in een notendop de geschiedenis van Israël weer vanaf Terach, de vader van Abraham, de uitroeping van Abraham, de wonderlijke geboorte van Izaak, gevolgd door Jakob en Esau, het verblijf in Egypte, de uitredding onder leiding van Mozes, de vernietiging van het leger van Farao in de Schelfzee, gevolgd door het lange verblijf in de wildernis, met daarna de inbezitneming van het land Kanaän. Het hoofdstuk eindigt met het sluiten van een verbond van Jozua met het volk na de oproep om de HEERE God trouw te blijven. Na het sluiten van het verbond richtte Jozua te Sichem een steen op en sprak het volgende: Ziet, deze steen zal ons tot een getuigenis zijn; want hij heeft gehoord al de redenen des HEEREN, die Hij tot ons gesproken heeft; ja, hij zal tot een getuigenis tegen ulieden zijn, opdat gij uw God niet liegt.

     

    Tot op vandaag bevind er zich te Sichem nabij het Arabische Nabloes in Samaria een opgerichte steen op een archeologische site die algemeen in het Midden-brons gedateerd wordt.

     

     

    Het is de inmiddels bekende revisionist van de geschiedenis van de oudheid en egyptoloog David Rohl (A test of time, 1995, Hoofdstuk 14, Conclusie 36), die in zijn werk aandacht naar deze steen te Nabloes gaf. David Rohl is overtuigd dat deze steen degene is die Jozua oprichtte. Met het Midden-brons tijdperk nu gereviseerd naar de tweede helft van de vijftiende eeuw v. Chr. herkennen we in deze steen de opgerichte steen van Jozua die er vandaag als getuigenis nog altijd staat voor wie ‘zien’ wil.

     

    Wordt vervolgd…

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

     

    Recente publicaties:

     

     

    Dertig Jubeljaren, 2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU

    Kronieken van de koningen van Israël, 2017, zie link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory

    EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331

    Dit boek kan inmiddels volledig online gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html

    De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999

    TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

    De Assyriologie herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234

    De Tweede Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343

    Genesis versus Egyptologie, 2009, dit boek is uitverkocht maar kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html

    Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)


    04-02-2019 om 00:00 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 02/11-08/11 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 31/12-06/01 2019
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 01/01-07/01 2018
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 30/12-05/01 2014
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 06/01-12/01 2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs