De
herziening van de chronologie van de geschiedenis van de oudheid is het
hoofdonderwerp van dit blog. De chronologie is namelijk de ruggengraat van alle
geschiedschrijving. Vandaag wil ik aandacht geven aan in de Bijbel vooraf geschreven geschiedenis. Geschiedenis
die nog in de toekomst ligt maar niettemin ooit nauwkeurig chronologisch in vervulling zal gaan. Ik heb het vooral over het
laatste Bijbelboek: Apocalyps, bevestigd door de relevante profetische
gedeelten uit het Oude Testament. Het gaat om het beloofde derde herstel van
Israël in het oude land der vaderen, nationaal en geestelijk.

Het hierboven getoonde schema is niet dogmatisch op te
nemen maar is gewoon een poging tot visuele uitbeelding van een tijdsbalk van zeven jaar met de focus op het bijzondere
begin van de oordeelstijd, de gebeurtenissen tijdens de helft van de zeven jaar
en het einde van de zevenjarige oordeelstijd met de wederkomst van Christus en
het begin van het Messiaanse Vrederijk. De veelzijdigheid van het Profetische
Woord van de Bijbel is niet zonder meer in beeld vast te leggen.
De beschreven oordeelstijd in het Bijbelboek Openbaring of
Apocalyps, gaat over een periode van ongeveer zeven jaar plaatsvinden. Ik
schrijf ongeveer, omdat deze periode in de Bijbel aan maanden van elk dertig dagen wordt uitgedrukt. De eerste helft van de zevenjarige
oordeelsperiode bedraagt namelijk 1260 dagen wat een periode van drie en een
half jaar betekend aan dertig dagen per maand. De tweede helft gaat over 42
maanden wat eveneens een gelijke periode van drie en een half jaar beslaat. De
aanvang van de eerste helft van drie
en een half jaar vindt plaats met Jom
Kippoer en loopt door tot Pesach
in het vierde jaar, waar met de Pesachweek de
tweede helft begint om te eindigen met Jom Kippoer in het zevende jaar,
waarna de komst van de Gezalfde plaatsvindt.
De zeventigste jaarweek van de profeet Daniël, die ook een alsnog toekomstige tijdsperiode van
zeven jaar vooraf geschreven geschiedenis voorstelt, past chronologisch exact in
het eindtijd-kader van de Apocalyps.
Daniël 9:27
in de helft van de week zal hij (de tegenstander) slachtoffer en spijsoffer doen ophouden;
en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester komen, en wel tot aan de
voleinding toe, en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over wat
woest is. (NBG Vertaling 1951)
Voor de goede orde volgt hierna
het volledige Bijbelgedeelte dat over de zeventig jaarweken handelt.
Negenenzestig jaarweken hiervan zijn al geschiedenis.
Daniël 9:24 Zeventig weken zijn bestemd over uw volk,
en over uw heilige stad, om de
overtreding te sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de ongerechtigheid
te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, en om het
gezicht, en den profeet te verzegelen,
en om de heiligheid der heiligheden te zalven. 25 Weet dan, en versta: van den uitgang des woords, om te doen
wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias, den Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig weken; de straten, en de grachten zullen wederom
gebouwd worden, doch in benauwdheid der
tijden. 26 En na die twee en zestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hem zelven
zijn; en een volk des vorsten, hetwelk
komen zal, zal de stad en het heiligdom verderven, en zijn einde zal zijn
met een overstromenden vloed, en tot het einde toe zal er krijg zijn, en
vastelijk besloten verwoestingen.
27 En hij zal velen het verbond versterken een week; en in de helft der week zal hij het slachtoffer en het spijsoffer doen
ophouden, en over den gruwelijken vleugel zal een verwoester zijn, ook tot de
voleinding toe, die vastelijk besloten zijnde, zal uitgestort worden over den
verwoeste. (Statenvertaling)

Het jaartal van de aanvang van de
zeventig jaarweken en de plaatsing op de tijdsbalk heb ik in mijn boek TIJD en TIJDEN, 2015, blz. 395-399,
behandelt. Negenenzestig jaarweken leiden ons exact tot 2 april 30 AD, toen
Jezus Christus in de Pesachweek Jeruzalem binnenreed. Met Goede Vrijdag, 7
april 30 AD werd de Messias op een Romeins kruis uitgeroeid. Veertig jaar
later in 70 AD werd Jeruzalem en de Tempel van Herodes door de Romeinen onder
leiding van Titus, vernietigd en de Joden in ballingschap weggevoerd, wat een
vervulling van Daniël 9:26 was. Ditzelfde vers leert ook de ondergang van het
Romeinse Rijk, als een gevolg van een overstromende vloed. De val van het
West-Romeinse Rijk vond inderdaad plaats door een onstuitbare vloed van
Germaanse volkeren die in de vierde eeuw na Christus de rivieren Rijn en Donau
overschreden, en het einde van het Beestrijk van de profeet Daniël: Rome,
betekende. Het Oost-Romeinse Rijk zou vanaf de zevende eeuw na Chr., als gevolg
van een Arabisch-Islamitische invasie, volgen.

Het Romeinse Rijk van de oudheid zal
in de toekomst in de vorm van een statenbond geleid door tien koningen of
leiders, opnieuw opkomen. Deze tien leiders geven uiteindelijk hun leiderschap over
aan een elfde heerser, die na hen opkomt. De hij van Daniël 9:27 stelt dan een nieuwe Titus voor die bij de
aanvang van de alsnog toekomstige zeventigste en laatste jaarweek het verbond
versterkt. Het negende hoofdstuk van Daniël, vers 27, leert dat tijdens de
eerste helft van de zevenjarige eindtijdperiode er in Jeruzalem opnieuw een
slachtoffer- en spijsoffer-dienst is ingesteld, want de Romein van de oordeelstijd zal in de helft van de jaarweek de opnieuw ingestelde slacht- en spijsoffer doen
ophouden.
Dit sluit aan bij het laatste
Bijbelboek Openbaring dat leert dat de HERE God tijdens de eerste helft van de
zevenjarige eindtijdperiode twee getuigen in Jeruzalem laat optreden die tegen
de herstelde offerdienst op de heilige plaats, de Tempelberg, zullen
profeteren. Zij worden door de hij van de profeet Daniël 9:27, die in de
Apocalyps 11:7 het beest wordt genoemd, gedood. Daarna volgt de vertreding
van de heilige stad Jeruzalem door heidenen voor een periode van tweeënveertig
maanden.
Openbaring 11:1 En mij werd een rietstok gegeven, een meet roede gelijk;
en de engel stond en zeide: Sta op, en meet den tempel Gods en het altaar, en degenen, die daarin aanbidden. 2
En laat het voorhof uit, dat van buiten den tempel is, en meet dat niet, want
het is den heidenen gegeven; en zij zullen de heilige stad vertreden twee en veertig maanden. 3 En Ik zal Mijn twee getuigen
macht geven, en zij zullen profeteren duizend
tweehonderd zestig dagen, met zakken bekleed. 4 Dezen zijn de twee
olijfbomen, en de twee kandelaren, die voor den God der aarde staan. 5 En zo
iemand die wil beschadigen, een vuur zal uit hun mond uitgaan, en zal hun
vijanden verslinden; en zo iemand hen wil beschadigen, die moet alzo gedood
worden. 6 Dezen hebben macht den hemel te sluiten, opdat geen regen regene in
de dagen hunner profetering; en zij hebben macht over de wateren, om die in
bloed te verkeren, en de aarde te slaan met allerlei plage, zo menigmaal als
zij zullen willen. 7 En als zij hun getuigenis zullen geëindigd hebben, zal het beest, dat uit den afgrond opkomt,
hun krijg aandoen, en het zal hen overwinnen, en zal hen doden. 8 En hun dode
lichamen zullen liggen op de straat der
grote stad, die geestelijk genoemd wordt Sodoma en Egypte, alwaar ook onze
Heere gekruist is.
(Statenvertaling)
Net zoals bij de zeventigste jaarweek van Daniël wordt de
oordeelsperiode van Openbaring of Apocalyps, ook in twee gelijke delen gedeeld
van drie en een half jaar.
De eerste helft van de zevenjarige oordeelstijd vangt in
het Bijbelboek Openbaring aan bij het uitrijden van de eerste ruiter, bij de
verbreking van het eerste zegel van de boekrol:
Openbaring 6:1 En ik zag,
toen het Lam een van de zeven zegels opende, en ik hoorde een van de vier
wezens zeggen met een stem als van een donderslag: Kom! 2 En ik zag, en zie, een wit paard, en die erop zat, had een boog en hem werd een kroon gegeven, en hij
trok uit, overwinnende en om te overwinnen. (NBG Vertaling 1951)

Beide zijn dezelfde persoon: de hij van het Bijbelboek
Daniël die in het jaar 70 AD Jeruzalem en de tempel vernietigde en de Joden in
ballingschap wegvoerde, én de ruiter met een boog op het eerste paard die een
kroon gegeven wordt en uitrijdt, overwinnende en om te overwinnen.
De eerste ruiter van de Apocalyps brengt (schijn)vrede
over de gehele wereld en zal daarom alleen al, als een pseudo-messias aanzien
worden. Hoelang deze vrede zal aanhouden staat niet beschreven, maar we kunnen
aannemen dat het voor een hele tijd zal zijn. Het resultaat zal voorspoed voor
velen betekenen. Het huidige verscheurde Midden-Oosten zal zich
politiek/economisch verenigen in een Unie van vijf staten die aansluiting
zullen vinden bij de Unie van het West-Romeinse Rijk en zodoende het Romeinse
Rijk van weleer doen herrijzen. Tien leiders in totaal zullen aanvankelijk de
dienst uitmaken. De beschreven ruiter op het eerste paard is de elfde horen van
Daniël 7:8 waarover meer uitleg nog volgt.
Voor de herstelde slachtoffer- en spijsofferdienst op de
heilige plaats te Jeruzalem, de tempelberg, heeft men een tempel of tent, een
altaar en (de?) een ark van het verbond nodig.
Het is mogelijk dat een onverwachte vondst van een
replica van de ark van het verbond, de aanzet wordt tot het opnieuw instellen van
een offerdienst te Jeruzalem? De originele ark van het verbond werd samen
met de Tempel te Jeruzalem in 586 v. Chr. door de Babyloniërs vernietigd (2
Koningen 25:8 en Psalm 74:1-4). Het alsnog toekomstige tevoorschijn komen van een replica van de Ark van het Verbond past in het chronologische eindtijdkader dat
de profetische gedeelten van de Bijbel leren.
Gedurende de eerste helft van de
zevenjarige oordeelstijd van Daniël namelijk zal een anti-Messias gepaard
gaande met nooit eerder geziene tekenen, de herstelde offerdienst leiden.
Openbaring 13:11 En ik zag een
ander beest opkomen uit de aarde
en het had twee horens als die van het
Lam, en het sprak als de draak. 12 En het oefent al de macht van het eerste
beest voor diens ogen uit. En het bewerkt, dat de aarde en zij, die daarop
wonen, het eerste beest zullen aanbidden, welks dodelijke wond genezen was. 13
En het doet grote tekenen, zodat het zelfs vuur
uit de hemel doet nederdalen op de aarde ten aanschouwen van de mensen. 14
En het verleidt hen, die op de aarde wonen, wegens de tekenen, die hem gegeven
zijn te doen voor de ogen van het beest. (NBG Vertaling 1951)
Dit alles sluit ook aan bij de
rede van Jezus Christus over de laatste dingen:
Matteüs 24:15 Wanneer gij dan de
gruwel der verwoesting, waarvan door de profeet Daniël gesproken is, op de heilige plaats ziet staan wie
het leest, geve er acht op laten dan wie in Judea zijn, 16 vluchten naar de
bergen.
De heilige plaats is de
Tempelberg te Jeruzalem waar de tempel van Salomo stond tot 586 v. Chr. Na de
Babylonische Ballingschap werd de tempel door de teruggekeerde Joden opnieuw
gebouwd (535/515 v. Chr.). Dezelfde Tempel die onder het bewind van Herodes de
Grote tot een wereldwonder herbouwd werd (20 v. Chr.-27 AD). De Tempel die
uiteindelijk in 70 AD, veertig jaar na de verwerping van Messias Jezus, door
het Romeinse leger van Titus vernietigd werd.
De gruwel der verwoesting is
naar mijn mening de herstelde slachtoffer- en spijsofferdienst rond een replica
van de ark van het verbond.

Ik ben ook van mening dat er niet
absoluut een nieuwe Joodse tempel op de tempelberg gebouwd moet worden. De
toekomstige Tempel die de profeet Ezechiël voor het Messiaanse Vrederijk
profeteert (Ezechiël 40-48) wordt overigens noordelijk van Jeruzalem gebouwd en
niet op de Tempelberg.
Indien een replica van de ark in
de nabije toekomst tevoorschijn zou komen, dan kan de ark ook in een tent der
samenkomst op de tempelberg geplaatst worden. Het Bijbelboek Openbaring
hoofdstuk 11:2 veronderstelt dit overigens. Dit betekent ook dat er dan een
overeenkomst met de Islam mogelijk word. De Koran vermeldt de ark van het
verbond in de positieve zin. Hierna de betreffende Soera:
Soera 2:248 En hun profeet zeide
tot hen: het teken van zijn koningschap is, dat tot u zal komen de Ark, waarin is een Godsrust van uw
Heer en een nalatenschap, welke nagelaten hebben het geslacht van Musa en het
geslacht van Harun, en welke engelen dragen. Daarin is waarlijk een teken voor u, indien gij gelovigen zijt. (De
Koran volgens de vertaling van Prof. Dr. J. H. Kramers)
De profeet waarnaar verwezen
wordt is de profeet Samuël en het koningschap dat van Saul van het Verenigd
Koninkrijk van het oude Israël. Het Arabische Musa is Mozes en Harun staat voor
Aäron.
Wat het teken zal zijn, weet ik
niet. Men kan vandaag alleen maar raden naar wat de reacties van de
verschillende religies op de mogelijke vondst van de ark zal zijn. Een ding is
zeker: de drie monotheïstische religies zouden haar kunnen claimen en
vermoedelijk een gezamenlijke rustplaats overeenkomen. En waarom niet op de
tempelberg voor de rotskoepel te Jeruzalem?
De rotskoepel werd in 691 AD door
kalief Abd al-Malik gebouwd. Het werd achthoekig gebouwd en heeft schijnbaar
geen Qibla of gebedsrichtpunt. Het werd blijkbaar in de eerste plaats als een
heiligdom gebouwd en het wordt binnen de moslimwereld als de derde heilige
plaats na Mekka en Medina beschouwd. Volgens de moslims werd de koepel gebouwd
om de hemelvaart van Mohammed te gedenken. Op de binnenmuren van het moslim
heiligdom staan Arabische Koranteksten die vooral tegen christenen gericht
zijn. Vooral het Zoon-schap van de God van de Bijbel wordt afgewezen:
Soera 112 Zeg: Hij Allah is één
Allah, de Eeuwige. - Niet heeft Hij verwekt noch is Hij verwekt. En niet is
één aan Hem gelijkwaardig.
Het evangelie zoals de Bijbel het
brengt zal afgevallen worden. De Heer Jezus Christus zal niet meer als de Zoon
van God beleden worden maar alleen nog als een profeet, zoals trouwens de Koran
ook leert. Hij heeft dan ook niet Zijn leven op het kruis van Golgotha afgelegd
en door Zijn bloed verzoening gebracht, maar is zoals iedere andere sterveling
gestorven en in een graf bijgezet. Geen opstanding, geen hemelvaart en geen
hoop.
De eerste drie en een half jaar
van de oordeelstijd is ook de tijdsperiode dat het nieuwe Babylon (Openbaring
17) alle religieuze macht zal hebben. Deze tijd zal aanvankelijk een periode
van vrede en vooral van religieuze eenheid worden. Waarschijnlijk zal het
tevoorschijn komen van een replica van de ark van het verbond de éénmaking van
alle religies waarmaken.
De leider en componist van dit
alles zal het beschreven genie van Openbaring hoofdstuk 13 zijn: het beest met
de horens als van het lam, de pseudo- of anti-messias, die in eigen naam komt
en Joden en Arabieren samenbrengt. Een utopie? Ik meen van niet! Stel je voor
dat degene die beschreven wordt als het beest uit de aarde als nieuwe
hogepriester in staat is om het eerste slachtoffer op het altaar gebracht, door
vuur vanuit de hemel te laten verteren, en dit vertoond naar de hele wereld toe
via alle huidige en nog toekomstige mediakanalen. Voor de meeste mensen van die
alsnog toekomstige generatie zal het ervaren worden alsof god zich opnieuw
geopenbaard heeft. Zij die altijd naar bewijzen vroegen worden hier op hun
wenken bediend. Degene die in zijn eigen naam komt zal hier voor zorgen.
Johannes 5:41 Eer van mensen behoef Ik (Jezus) niet, 42 maar Ik ken u: gij hebt de liefde Gods niet in
uzelf. 43 Ik ben gekomen in de naam mijns Vaders en gij neemt Mij niet aan; indien een ander komt in zijn eigen naam,
die zult gij aannemen. 44 Hoe kunt gij tot geloof komen, gij, die eer van
elkander behoeft en de eer, die van de enige God komt, niet zoekt? 45 Denkt
niet, dat Ik u zal aanklagen bij de Vader; uw aanklager is Mozes, op wie gij uw
hoop gevestigd hebt. 46 Want indien gij Mozes geloofdet, zoudt gij ook Mij
geloven, want hij heeft van Mij geschreven. 47 Maar indien gij zijn geschriften
niet gelooft, hoe zult gij mijn woorden geloven? (NBG Vertaling 1951)
2 Korintiërs 11:4 Want indien degene, die komt (= pseudo-messias), een anderen Jezus predikte (Isa de profeet?), dien wij niet gepredikt hebben, of indien gij een
anderen geest ontvingt, dien gij niet hebt ontvangen, of een ander Evangelie,
dat gij niet hebt aangenomen, zo verdroegt gij hem met recht. (Statenvertaling)
- (woorden tussen haakjes door de auteur toegevoegd)
Het is aldus mogelijk dat een
replica van de ark van het verbond aanvankelijk het middel wordt tot verzoening
en samenbrengen van de godsdiensten. Een misleiding zonder weerga in de
wereldgeschiedenis.
Dat de herstelde offerdienst op
de heilige plaats door de HERE God middels zijn twee getuigen wordt
afgewezen, lezen we ook bij de profeet Jesaja:
Jesaja 61:3 Wie een stier slacht, verslaat een mens; wie een schaap
offert, breekt een hond de nek; wie spijsoffer brengt, (offert) zwijnenbloed;
wie wierook ten gedenkoffer ontsteekt, prijst een afgod
.17 Zij, die zich
heiligen en reinigen, om achter de ene man in het midden naar de hoven te gaan,
die zwijnenvlees eten, gruwelijke beesten en muizen, zullen tezamen verdwijnen,
luidt het woord des HEREN. (NBG Vertaling 1951)
Dat in de toekomst een genie de
eerste ruiter van de Apocalyps universele vrede brengt staat geprofeteerd.
Openbaring 6:1 En ik zag, toen het Lam een van de zegelen geopend had,
en ik hoorde een uit de vier dieren zeggen, als een stem van een donderslag:
Kom en zie! 2 En ik zag, en ziet, een wit paard, en Die daarop zat, had een
boog; en Hem is een kroon gegeven, en
Hij ging uit overwinnende, en opdat Hij overwonne! 3 En toen Het het tweede
zegel geopend had, hoorde ik het tweede dier zeggen: Kom en zie! 4 En een ander
paard ging uit, dat rood was; en dien, die daarop zat, werd macht gegeven den vrede te nemen van de aarde; en dat
zij elkander zouden doden; en hem werd een groot zwaard gegeven.
De tweede ruiter van de Apocalyps
neemt de vrede van de aarde die de eerste ruiter gebracht had weg, wat ook
aansluit bij de woorden van Paulus in zijn eerste brief aan Thessalonicenzen
5:1-3.
5:1 Maar van de tijden en de gelegenheden, broeders!
hebt gij niet van node, dat men u schrijve. 2 Want gij weet zelven zeer wel,
dat de dag des Heeren alzo zal
komen, gelijk een dief in den nacht. 3 Want wanneer zij zullen zeggen: Het is vrede, en zonder gevaar; dan zal
een haastig verderf hun overkomen, gelijk de barensnood een bevruchte vrouw; en
zij zullen het geenszins ontvlieden;
.
De eerste helft van de zevenjarige oordeelstijd kent
aldus een misleiding zoals de wereld tot nu toe niet gekend heeft.
Tegen de nieuwe wereldmacht in een unie van tien staten
vanaf de Atlantische Oceaan tot aan de Eufraat, staan aanvankelijk in de rand
nog tegenstanders die zich verzetten. Het eerder geciteerde Bijbelgedeelte uit
Openbaring 6:1-4, leert dat de wereldvrede die bij het uitrijden van de eerste
ruiter een feit werd, bruusk wordt weggenomen bij het uitrijden van de tweede
ruiter van de Apocalyps
Openbaring 6:1 3 En toen Hij
het tweede zegel opende, hoorde ik het tweede dier zeggen: Kom! 4 En een tweede, een rossig paard, kwam, en hem, die erop zat,
werd gegeven de vrede van de aarde weg te nemen, en dat zij elkander zouden
slachten, en hem werd een groot zwaard
gegeven.

De tweede
Ruiter die
uitrijdt, op een rossig paard ditmaal, neemt
de vrede van de aarde weg en is
verantwoordelijk voor een grote slachting onder de wereldbevolking. Ik meen dat
de profetie van de profeet Ezechiël hoofdstuk 38 met de beschreven invasie van
Gog uit Magog in de tijdsperiode in het Bijbelboek Openbaring beschreven, hier inpast.
Ezechiël 38:1 Het woord des
HEREN kwam tot mij: 2 Mensenkind, richt uw aangezicht tegen Gog in het land Magog, de grootvorst
van Mesek en Tubal; profeteer tegen hem, 3 en zeg: zo zegt de Here HERE: zie,
ik zàl u, Gog, grootvorst van Mesek en Tubal! 4 Ik zal u komen halen, haken
slaan in uw kaken en u doen uittrekken met uw gehele leger: paarden en ruiters,
allen volledig uitgerust, een grote schare, met grote en kleine schilden, allen
vertrouwd met het zwaard; 5 ook Perzen,
Ethiopiërs en Puteeërs, allen met schild en helm; 6 Gomer en al zijn krijgsbenden; Bet-Togarma
ver in het noorden met al zijn krijgsbenden vele volken met u. 7 Maak u
gereed en rust u toe, gij met al de scharen die zich bij u gevoegd hebben; wees
gij hun tot een leidsman. 8 Na geruime tijd zult gij een bevel ontvangen; in
toekomende jaren zult gij optrekken tegen het
land dat zich van de krijg hersteld heeft, (een volk) dat uit het gebied
van vele volken bijeengebracht is op de bergen Israëls die tot een blijvende
wildernis waren geworden, maar het is
uit de volken uitgeleid; allen wonen zij in gerustheid. 9 Dan zult gij
optrekken als een opkomend onweer; gij zult zijn als een wolk die de aarde
bedekt, gij met al uw krijgsbenden, en vele volken met u. 10 Zo zegt de Here
HERE: Te dien dage zullen er plannen in uw hart opkomen; gij zult een boze
aanslag beramen, 11 gij zult zeggen: ik zal optrekken tegen een land van
dorpen, een overval plegen op vreedzame lieden, die in gerustheid wonen, allen zonder muur, grendels of poorten
12 om buit te maken en roof te plegen, om uw hand te keren tegen de weer
bewoonde puinhopen en tegen een natie die uit het gebied der volken
bijeengebracht is, die have en goed heeft verworven, die op de navel der aarde
woont. (NBG Vertaling 1951)
De profeet Ezechiël schildert in dit hoofdstuk een beeld
van een teruggekeerd Israël dat in het Beloofde Land in gerustheid woont. Zij
hebben zich van hun vele verdedigingsoorlogen hersteld en leven dan in vrede met
hun Arabische buren. Vers elf leert dat alle (veiligheidsmuren) muren, grendels
en poorten die momenteel het land ontsieren, dan verdwenen zullen zijn. De door
de profeet Ezechiël beschreven rust, is echter niet de rust van het Beloofde
Messiaanse Vrederijk, maar is de valse rust die de pseudo-Messias, de ruiter op
het eerste Apocalyptische paard en zijn handlanger, gebracht heeft. De tweede Apocalyptische
ruiter op het rossige paard van Openbaring 6:4, is dan Gog uit het land Magog,
uit het verre noorden (ten opzichte van Israël), die met een geweldige
legermacht plotseling richting Israël oprukt en hierbij ook het gebied van het
nieuwe Oost-Romeinse Rijk binnentrekt. Op de bergen Israël s zal Gog van Magog
en zijn bondgenoten echter door een ingrijpen van de HERE God verslagen worden.
Het Schriftwoord spreekt over een zware aardbeving en over het merkwaardige
feit dat het zwaard van de een tegen de ander zal zijn (Ez. 38:18-22).
Hagelstenen, vuur en zwavel zal over het leger van Gog en zijn bondgenoten
neerdalen. Het resultaat van dit alles is uiteindelijk het kennen van de HERE
God door een gelovig overblijfsel van Israël (Ez. 39:22), van die dag af en
voortaan. Zo dadelijk hierover meer.
Ook het land Magog en
de kustlanden delen in de vernietiging van de menigten van Gog op de bergen
Israël s:
Ezechiël 39: 6 Ik zal vuur werpen in
Magog en onder hen die in gerustheid de
kustlanden bewonen; en zij zullen weten, dat Ik de HERE ben.
De kustlanden zijn in de Bijbel de landen tegenover
Israël aan de andere zijde van de Middellandse Zee. Zij hebben zich dan (zoals
eerder vermeld) verenigd in een unie van vijf leider-staten en hebben aldus het
West-Romeinse Rijk hersteld. Zij worden ook in Ezechiël 38:13 vermeld als de handelaars
en machtigen van Tarsis en vragen stellend aan Gog in verband met diens
onverwachte agressie:
Ezechiël 38:13 Scheba, Dedan,
de handelaars en al de machtigen van
Tarsis zullen tot u zeggen: Komt gij om buit te maken; hebt gij uw schare
bijeengeroepen om roof te plegen, om zilver en goud weg te slepen, om have en
goed te bemachtigen, om een grote buit te maken?
In de helft van de zevenjarige oordeelstijd worden de
twee getuigen van de HERE God te Jeruzalem door het beest gedood. De
herstelde religieuze eredienst in Jeruzalem waar de twee getuigen tegen
predikten wordt echter ook tegelijkertijd door het beest verwijderd.
Het beest van Openbaring hoofdstuk 13 en 17 heeft in de
Bijbel meerdere namen. De bekendste is 'antichrist een naam die de apostel
Johannes hem in zijn brieven geeft.
In een volgende aflevering gaan we verder met het
chronologisch invullen der gebeurtenissen van de zevenjarige oordeelstijd. De
rede over de laatste dingen zoals door de Heer Jezus Christus uitgesproken en
genoteerd door de evangelist Matteüs geven we dan aandacht.
Met vriendelijke groet,
Robert De Telder
Hierna mijn literatuurlijst van eschatologische boeken die
ik als naslagwerk gebruik:
C. I. Scofield, D.D.,1909, Die Neue Scofield Bibel mit
Erklärungen.
Dr. E. W. Bullinger (1837/1913), The Companion Bible
Condensed
Alexander Hislop, THE TWO BABYLONS, 1916
Clarence Larkin, DISPENSATIONAL TRUTH, 1920
Klein Haneveld, DE TOEKOMST VAN DE VOLKEN DER AARDE, 1920
Roeland Klein Haneveld, www kleinhaneveld nl/notities/index.html
Huib Verweij, DE TERUGKEER VAN JEZUS CHRISTUS, 1978,
GRENZEN DER VOLEINDING, 1984, IK BEN DIE IK BEN, 1968, DE BOOM DER KENNIS, 1973
Huib Verweij & Ds. W. Glashouwer Sr., DE KOMST VAN
JEZUS CHRISTUS, 1985
Dr. F. De Graaff, ALS GODEN STERVEN, 1969, ANNO DOMINI
1000 2000
Arie Kleijne, JEZUS KOMT, 1989
B. Reinders Sr., ISRAEL EN HET MESSIAANSE VREDERIJK, 1971
A. Keizer, De komende reformatie van de eindtijd - wat de
kerken niet zien, 1996, De komende dertig jaar, 1997, De almachtige is de vader
van alle mensen, 2003,
Dr. Piet Borst, LIJNEN NAAR DE EINDTIJD, 2004
Aanbevolen website:
http://www.dekoningkomt.nl/