Alle
vier evangelisten: Matteüs, Markus, Lukas en Johannes, berichten over de
gebeurtenissen op zondagmorgen 9 april 30 AD: de opstanding uit de dood van de
Heer Jezus Christus. Wat logisch is want de opstanding van Christus is het hart,
de kern van het evangelie.
Paulus
aan de Korintiërs, 1 Korintiërs 15:1 Voorts, broeders, ik maak u bekend het Evangelie, dat ik u verkondigd heb, hetwelk
gij ook aangenomen hebt, in hetwelk gij ook staat; 2 Door hetwelk gij ook zalig
wordt, indien gij het behoudt op zodanige wijze, als ik het u verkondigd heb;
tenzij dan dat gij tevergeefs geloofd hebt. 3 Want ik heb ulieden ten eerste
overgegeven, hetgeen ik ook ontvangen heb, dat
Christus gestorven is voor onze zonden, naar de Schriften; 4 En dat Hij is
begraven, en dat Hij is opgewekt ten
derden dage, naar de Schriften; 5 En dat Hij is van Cefas gezien, daarna
van de twaalven. 6 Daarna is Hij gezien van meer dan vijfhonderd broeders op
eenmaal, van welken het meren deel nog over is, en sommigen ook zijn ontslapen.
7 Daarna is Hij gezien van Jakobus, daarna van al de apostelen. 8 En ten
laatste van allen is Hij ook van mij, als van een ontijdig geborene, gezien. 9
Want ik ben de minste van de apostelen, die niet waardig ben een apostel
genaamd te worden, daarom dat ik de Gemeente Gods vervolgd heb. 10 Doch door de genade Gods ben ik, dat ik ben;
en Zijn genade, die aan mij bewezen is, is niet ijdel geweest, maar ik heb
overvloediger gearbeid dan zij allen; doch niet ik, maar de genade Gods, Die
met mij is.

De
bedoeling van dit artikel is de chronologie van de beschreven gebeurtenissen
door de evangelisten te rangschikken. De definitie van chronologie is de
volgende: volgorde van tijdstippen, waarop gebeurtenissen hebben
plaatsgevonden. Ons Nederlandse woord ‘chronologie’ komt uit het Grieks: ‘K R O
N O L O G I A. ‘Kronos’ betekent tijd en ‘legein’ betekent ‘zeggen’ of
‘vertellen’. Chronologie is de ruggengraat van alle geschiedschrijving. ‘Chronos’
en ‘Chronologie’ en neemt in de Bijbel een belangrijke plaats in. Hierna vooreerst
de vier betreffende Bijbelgedeelten over die gedenkwaardige zondagmorgen:
Matteüs 28:1 En laat na de sabbat, als het begon te lichten,
tegen den eersten dag der week, kwam
Maria Magdalena, en de andere Maria, om het graf te bezien. 2 En ziet, er
geschiedde een grote aardbeving; want een engel des Heeren, nederdalende uit
den hemel, kwam toe, en wentelde den steen af van de deur, en zat op denzelven.
3 En zijn gedaante was gelijk een bliksem, en zijn kleding wit gelijk sneeuw. 4
En uit vrees van hem zijn de wachters zeer verschrikt geworden, en werden als
doden. 5 Maar de engel, antwoordende, zeide tot de vrouwen: Vreest gijlieden
niet; want ik weet, dat gij zoekt Jezus, Die gekruisigd was. 6 Hij is hier
niet; want Hij is opgestaan, gelijk
Hij gezegd heeft. Komt herwaarts, ziet de plaats, waar de Heere gelegen heeft.
Marcus 16:1 En als de sabbat
voorbijgegaan was, hadden Maria Magdalena, en Maria, de moeder van Jakobus, en
Salome specerijen gekocht, opdat zij kwamen en Hem zalfden. 2 En zeer vroeg op
den eersten dag der week, kwamen zij tot het graf, als de zon opging; 3 En zeiden tot elkander: Wie zal ons den steen
van de deur des grafs afwentelen? 4 (En opziende zagen zij, dat de steen
afgewenteld was) want hij was zeer groot. 5 En in het graf ingegaan zijnde,
zagen zij een jongeling, zittende ter rechter zijde, bekleed met een wit lang
kleed, en werden verbaasd. 6 Maar hij zeide tot haar: Zijt niet verbaasd; gij
zoekt Jezus den Nazarener, Die gekruist was; Hij is opgestaan; Hij is hier niet; ziet de plaats, waar zij Hem
gelegd hadden.

©
Gustave Doré (1832/1883)
Lucas 24: 1 En op
den eersten dag der week, zeer vroeg in
den morgenstond, gingen zij naar het graf, dragende de specerijen, die zij
bereid hadden, en sommigen met haar. 2 En zij vonden den steen afgewenteld van
het graf. 3 En ingegaan zijnde, vonden zij het lichaam van den Heere Jezus
niet. 4 En het geschiedde, als zij daarover twijfelmoedig waren, zie, twee
mannen stonden bij haar in blinkende klederen. 5 En als zij zeer bevreesd
werden, en het aangezicht naar de aarde neigden, zeiden zij tot haar: Wat zoekt
gij den Levende bij de doden? 6 Hij is hier niet, maar Hij is opgestaan.
Gedenkt, hoe Hij tot u gesproken heeft, als Hij nog in Galilea was, 7 Zeggende:
De Zoon des mensen moet overgeleverd worden in de handen der zondige mensen, en
gekruisigd worden, en ten derden dage
wederopstaan.
Johannes 20:1 En op den eersten
dag der week ging Maria Magdalena vroeg,
als het nog duister was, naar het graf; en zag den steen van het graf
weggenomen. 2 Zij liep dan, en kwam tot Simon Petrus en tot den anderen
discipel, welken Jezus liefhad, en zeide tot hen: Zij hebben den Heere
weggenomen uit het graf, en wij weten niet, waar zij Hem gelegd hebben.
De
volgorde der gebeurtenissen wanneer we de vier verhalen bundelen, is de
volgende:
Drie
vrouwen: Maria Magdalena, Maria de moeder van Jezus, en Salome, vertrekken naar
de graftombe, gevolgd door andere vrouwen die specerijen bij zich hebben. De
drie vinden de steen weggerold, en Maria Magdalena gaat dit de discipelen meedelen
(Lucas 23:55, 24:9; Johannes 20: 1-2). Maria, de moeder van Jakobus en Joses,
komt dichterbij de graftombe en ziet de engel des Heeren (Matteüs 28:2). Zij
gaat terug om de andere vrouwen te ontmoeten die met de specerijen aan het volgen
waren. Intussen komen Petrus en Johannes aan, die door Maria Magdalena
ingelicht werden. Zij kijken in de tombe en gaan weg (Johannes 20:3-10). Maria
Magdalena arriveert vervolgens terug aan de graftombe, ziet de twee engelen en daarna
Jezus (Johannes 20:11-18). Op een woord van Jezus gaat zij de discipelen inlichten.
Maria (moeder van Jakobus en Joses) heeft ondertussen de vrouwen met de
specerijen ontmoet en keert met hen terug. Zij zien de twee engelen (Lucas 24:4-
5, Markus 16:5). Ook zij horen de blijde boodschap van de engelen en gaan vervolgens
de discipelen opzoeken en ontmoeten hierbij Jezus (Matteüs 28: 8-10).
De
tekst hierboven is een vrije vertaling van het commentaar van de Bijbelvorser
C. I. Scofield (1843/1921) op Matteüs hoofdstuk 28, zie link: https://www.biblestudytools.com/commentaries/scofield-reference-notes/matthew/matthew-28.html
Een
vaststelling na het lezen van de betreffende Bijbelgedeelten is dat vrouwen de
eerste getuigen en verkondigers waren van de opstanding van de Heer Jezus
Christus. Vrouwen waren ook aanwezig geweest bij de kruisiging van Jezus en waren
daar ook gebleven tot aan Zijn sterven toe (Matteüs 27:55-56 en Johannes
19:25). Van de apostelen wordt alleen de aanwezigheid van Johannes vermeld
(Johannes 19:25-27). De andere mannen waren blijkbaar ondergedoken. De vrouwen
waren aanwezig toen Jezus' lichaam van het kruis werd genomen en maakten dat
het dood gefolterde en leeggebloede lichaam van Jezus zo goed mogelijk verzorgd
(Lucas 23:55-56) in het graf van Jozef van Arimatea geborgen kon worden. De
apostelen waren op dat moment nergens te bespeuren. Alleen Nicodemus en Jozef
van Arimatea worden ter plaatse vermeld om de begrafenis te organiseren
(Johannes 19:38-42).
Aan Jozef van Arimatea wil ik hier iets
meer aandacht geven. De evangelist Matteüs beschrijft hem als een rijk man (Matteüs
27:57) en ook als een discipel van Jezus. De evangelist Markus noemt Jozef van
Arimatea: ‘een eerlijk raadsheer’ die al zijn moed bijeen vergaarde en naar
Pilatus ging en vroeg en verkreeg het lijk van Jezus ter bijzetting in zijn voor
zich voorziene graftombe.
Marcus
15:42 En als het nu avond was geworden, dewijl het de voorbereiding was, welke
is de voorsabbat; 43 Kwam Jozef, die van
Arimatea was, een eerlijk raadsheer,
die ook zelf het Koninkrijk Gods was verwachtende, en zich verstoutende, ging hij in tot Pilatus, en begeerde het
lichaam van Jezus. 44 En Pilatus verwonderde zich, dat Hij alrede gestorven
was; en den hoofdman over honderd tot zich geroepen hebbende, vraagde hem, of
Hij lang gestorven was. 45 En als hij het van den hoofdman over honderd
verstaan had, schonk hij Jozef het lichaam. 46 En hij kocht fijn lijnwaad, en
Hem afgenomen hebbende, wond Hem in dat fijne lijnwaad, en leide Hem in een
graf, hetwelk uit een steenrots gehouwen was; en hij wentelde een steen tegen
de deur des grafs. (Statenvertaling)
Volgens
de normale gang der zaken zou Jezus samen bij de andere criminelen begraven
zijn. Het was de moedige actie van de rijke raadsheer Jozef van Arimatea dat
Jezus in een nieuwe graftombe gelegd werd. Samen met Nicodemus heeft Jozef van
Arimatea het lichaam van Jezus verzorgd en in zijn uit een rots gehouwen graftombe
geborgen.
Johannes
19:38 En daarna Jozef van Arimatea
(die een discipel van Jezus was, maar bedekt om de vreze der Joden), bad
Pilatus, dat hij mocht het lichaam van Jezus wegnemen; en Pilatus liet het toe.
Hij dan ging en nam het lichaam van Jezus weg. 39 En Nicodemus kwam ook (die
des nachts tot Jezus eerst gekomen was), brengende een mengsel van mirre en
aloe; omtrent honderd ponden gewichts. 40 Zij namen dan het lichaam van Jezus,
en bonden dat in linnen doeken met de specerijen, gelijk de Joden de gewoonte
hebben van begraven. 41 En er was in de plaats, waar Hij gekruist was, een hof,
en in den hof een nieuw graf, in
hetwelk nog nooit iemand gelegd was geweest. 42 Aldaar dan legden zij Jezus, om
de voorbereiding der Joden, overmits het graf nabij was.
Volgens
de evangelist Lucas maakte Jozef van Arimatea deel uit van het Sanhedrin waar
Jezus in de nacht van Zijn gevangenneming voorstond. Hij vermeldt namelijk
Jozef van Arimatea als zijnde een raadsheer, een goed en rechtvaardig man die
niet mede in hun raad en handen bewilligd had.
Lucas
23:50 En zie, een man, met name Jozef,
zijnde een raadsheer, een goed en
rechtvaardig man, 51 (Deze had niet mede bewilligd in hun raad en handel) van
Arimatea, een stad der Joden, en die ook zelf het Koninkrijk Gods verwachtte; 52
Deze ging tot Pilatus, en begeerde het lichaam van Jezus. 53 En als hij
hetzelve afgenomen had, wond hij dat in een fijn lijnwaad, en legde het in een
graf, in een rots gehouwen, waarin nog nooit iemand gelegd was.

© Rembrandt, De kruisafname, 1633 AD, Rijksmuseum
Amsterdam
Dat
Jezus bij Zijn dood in het graf van een rijke gelegd zou worden werd zo een
zevenhonderddertig jaar eerder door de profeet Jesaja voorspeld toen deze het
lijden van de komende Messias vooraf beschreef. Met de vermelde tijdspanne neem
ik afstand van een hypothetische deutero-Jesaja die tijdens de Babylonische
Ballingschap opgetreden zou zijn.
Jesaja 53:1 Wie
heeft onze prediking geloofd, en aan wien is de arm des HEEREN geopenbaard? 2 Want Hij is als een rijsje voor
Zijn aangezicht opgeschoten, en als een wortel uit een dorre aarde; Hij had geen gedaante noch heerlijkheid; als
wij Hem aanzagen, zo was er geen gestalte, dat wij Hem zouden begeerd hebben. 3
Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, en
verzocht in krankheid; en een iegelijk was als verbergende het aangezicht voor
Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht. 4 Waarlijk, Hij heeft onze
krankheden op Zich genomen, en onze smarten heeft Hij gedragen; doch wij
achtten Hem, dat Hij geplaagd, van God geslagen en verdrukt was. 5 Maar Hij is om onze overtredingen verwond,
om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn
striemen is ons genezing geworden. 6 Wij dwaalden allen als schapen, wij
keerden ons een iegelijk naar zijn weg; doch de HEERE heeft onzer aller
ongerechtigheid op Hem doen aanlopen. 7 Als dezelve geëist werd, toen werd Hij
verdrukt; doch Hij deed Zijn mond niet open; als een lam werd Hij ter slachting geleid, en als een schaap, dat
stom is voor het aangezicht zijner scheerders, alzo deed Hij Zijn mond niet
open. 8 Hij is uit den angst en uit het gericht weggenomen; en wie zal Zijn
leeftijd uitspreken? Want Hij is afgesneden uit het land der levenden; om de
overtreding Mijns volks is de plage op Hem geweest. 9 En men heeft Zijn graf
bij de goddelozen gesteld, en Hij is bij
den rijke in Zijn dood geweest, omdat Hij geen onrecht gedaan heeft, noch
bedrog in Zijn mond geweest is. 10 Doch het behaagde den HEERE Hem te
verbrijzelen; Hij heeft Hem krank gemaakt; als Zijn ziel Zich tot een
schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien, Hij zal de dagen
verlengen; en het welbehagen des HEEREN zal door Zijn hand gelukkiglijk
voortgaan. 11 Om den arbeid Zijner ziel zal Hij het zien, en verzadigd worden;
door Zijn kennis zal Mijn Knecht, de Rechtvaardige, velen rechtvaardig maken,
want Hij zal hun ongerechtigheden dragen. 12 Daarom zal Ik Hem een deel geven
van velen, en Hij zal de machtigen als een roof delen, omdat Hij Zijn ziel
uitgestort heeft in den dood, en met de overtreders is geteld geweest, en Hij
veler zonden gedragen heeft, en voor de overtreders gebeden heeft.
(Statenvertaling)
Voor
wie interesse heeft, op 24.12.2018
publiceerde ik een artikel op dit blog over: De volgorde van de gebeurtenissen
bij de kruisiging van Jezus Christus, zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1545606000&stopdatum=1546210800
Ter
conclusie zien we dat bij de opstanding uit de dood van Jezus Christus het
alleen vrouwen zijn die getuigen. Het is aan de vrouwen dat Jezus’ persoonlijk
verschenen is. Wat heel opmerkelijk is wanneer we dit in het licht van de
Midden-Oosten-cultuur zien waar vrouwen als getuigen als niet betrouwbaar
gelden. Het lijkt er op dat de ‘mannelijke’ apostelen sinds de gevangenneming
van Jezus gevolgd door zijn kruisiging en sterven in verwarring waren en niet
aanspreekbaar, dit terwijl de vrouwen bij hun positieven bleven. Wanneer
vijftig dagen later met Pinksteren de Heilige Geest, de door Jezus beloofde
Trooster (Johannes 14:26, 16:13-14) over de honderdtwintig discipelen te
Jeruzalem verzameld wordt uitgestort, geschiedde dit over mannen én vrouwen
daar vergaderd (Handelingen 1:13-15).
Het laatste
hoofdstuk van de Romeinenbrief van Paulus geeft een beeld hoe het er in de
gemeenten van het eerste uur in de stad Rome circa 50/60 AD aan toe ging,
vooral de positie van de vrouw in de eerste gemeente is verrassend. Na de
leerstellige vijftien hoofdstukken van de Romeinenbrief volgt het zestiende
hoofdstuk met persoonlijke mededelingen van Paulus gericht aan verschillende
individuen, zowel mannen als vrouwen. Vrouwen blijken hier zonder discriminatie
een belangrijke rol in de Ekklesia of Gemeente gespeeld te hebben. De eerste
persoon die Paulus (16:1-2) aanbeveelt is de genaamde Febe, een vrouw die de
functie van ‘Diakonon’ in de Gemeente uitoefende en zij diende volgens Paulus
door de Christen-Romeinen behandelt te worden gelijk het de heiligen betaamde.
Dit staat haaks op de minderwaardige rol van de vrouw daarna in het gevestigde
christendom sinds Constantijn de Grote. Het volgende dat opvalt is dat de
Ekklesia van het eerste uur het zonder kerkgebouwen, tempels of kathedralen
deed. In de plaats daarvan bestonden er meerdere zogenaamde huisgemeenten in
Rome (16:3-4, 10, 11, 16). De christenmensen van het eerste uur kwamen bij
elkaar thuis samen en braken brood en dronken een beker wijn ter nagedachtenis
van hun Heiland Jezus Christus, wiens wederkomst zij spoedig verwachtten. Zij
spraken elkaar aan als broer en/of zus en dit in ongeveinsde liefde tot elkaar,
gedragen en verbonden door de Liefde van de opgestane Heer en Heiland Jezus
Christus die in afwachting van Zijn wederkomst hun de Trooster gegeven had: de
Heilige Geest van God de Vader. De boodschap van Paulus was tot dan toe een
verborgenheid geweest, was aan geen enkele profeet van het Oude Testament ooit
geopenbaard geweest.
Romeinen 16:25 Hem
nu, Die machtig is u te bevestigen, naar mijn Evangelie en de prediking van
Jezus Christus, naar de openbaring der verborgenheid, die van de tijden der eeuwen verzwegen is geweest; 26 Maar nu
geopenbaard is, en door de profetische Schriften, naar het bevel des eeuwigen
Gods, tot gehoorzaamheid des geloofs, onder al de heidenen bekend is gemaakt;
27 Den zelven alleen wijzen God zij door Jezus Christus de heerlijkheid in der
eeuwigheid. Amen. (Statenvertaling)
Met
vriendelijke groet,
Robert
De Telder
Recente publicaties:

Dertig
Jubeljaren, 2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU
Kronieken van
de koningen van Israël, 2017, zie
link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory
EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331
Dit boek kan inmiddels volledig online gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html
De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999
TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579
De Assyriologie
herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234
De Tweede
Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343
Genesis
versus Egyptologie, 2009, dit boek is uitverkocht maar
kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html
Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document
gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)