Inhoud blog
  • Overlijden Robert De Telder
  • Corona
  • Chronologische schema's - afbeeldingen - vanaf de Grote Vloed tot de Spraakverwarring
  • Joeja
  • De eerste drieduizend jaar, hoofdstuk 1
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    KRONOS
    chronologie - archeologie - oudheid
    12-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE ASSYRISCHE KONING SALMANESER V
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    In het artikel op dit blog van 02-10-2014: EDWIN R. THIELE en 2 Koningen 18:9-13, beschreef ik het dilemma van Thiele betreffende zijn keuze tussen de Bijbelse chronologie zoals in het Bijbelboek 2 Koningen hoofdstuk 18 gebracht, en de Assyrische chronologie. De titel van zijn boek; The Mysterious Numbers of the Hebrew Kings, 1951, heb ik altijd mysterieus gevonden. Na vele jaren van studie, ben ik van mening dat de chronologische gegevens betreffende de Assyrische koningen van de oudheid, veel mysterieuzer zijn dan die van de Hebreeën. Hierna volgt het Bijbelcitaat dat voor Thiele onmogelijk in de Assyrische gegevens in te passen viel en hem tot zijn spijtige keuze bracht.

     

    2 Koningen 18:9 In het vierde jaar van koning Hizkia – dat is het zevende jaar van Hosea, de zoon van Ela, de koning van Israël – trok Salmanassar, de koning van Assur, op tegen Samaria en sloeg het beleg ervoor. 10 Men nam het in na verloop van drie jaren; in het zesde jaar van Hizkia – dat is het negende jaar van Hosea, de koning van Israël – werd Samaria ingenomen. 11 De koning van Assur voerde Israël in ballingschap naar Assur en bracht hen naar Chalach, Chabor, de rivier van Gozan en de steden der Meden, 12 omdat zij niet hadden geluisterd naar de HERE, hun God, maar zijn verbond hadden overtreden: al wat Hij aan Mozes, de knecht des HEREN, had geboden; zij hadden er niet naar geluisterd en het niet gedaan. 13 In het veertiende jaar van koning Hizkia trok Sanherib, de koning van Assur, op tegen alle versterkte steden van Juda en bezette ze. (NBG Vertaling 1951)

     

    En hierna volgen ter vergelijking de relevante Assyrische Eponiemgegevens voor deze Bijbelse periode. Tussen rechte haken staan de jaartallen van de orthodoxie, gevolgd door mijn gereviseerde jaartalen in vette cijfers. Zie DE ASSYRIOLOGIE HERZIEN, 2012, ISBN 978 16 1627 424 5, NUR 703.

     

    [727/726] 735/734 Tijdens het eponiem van Bêl-Harran-bêla-usur, de gouverneur van Guzana, veldtocht tegen [...].Šalmaneser [V] beklom de troon.

     

    [726/725] 734/733 Tijdens het eponiem van Marduk-bêla-usur, de gouverneur van Amedi, de koning bleef in het land.

     

    [725/724] 733/732 Tijdens het eponiem van Mahde, de gouverneur van Nineveh, veldtocht tegen [Shamarain].

     

    [724/723] 732/731 Tijdens het eponiem van Aššur-išmanni, de gouverneur van Kalizi, veldtocht tegen [Shamarain].

     

    [723/722] 731/730 Tijdens het eponiem van Šalmaneser, de koning van Assyrië, veldtocht tegen [Shamarain].

     

    [722/721] 730/729 Tijdens het eponiem van Inurta-ilaya, de opperbevelhebber.

     

    [721/720] 729/728 Tijdens het eponiem van Nabû-taris, de gouverneur van [...]ti.

     

    [720/719] 728/727 Tijdens het eponiem van Aššur-nirka-da'in, de gouverneur van [...]ru.

     

    -         HIAAT VAN TIEN JAAR IN DE EPONIEMLIJSTEN -

     

    [719/718] Tijdens het eponiem van Sargon [II], de koning van Assyrië ging binnen [...].

     

    Volgens de eponiemlijsten en de daarmee door de Assyriologie verbonden regeerperioden, regeerde Salmaneser V van het voorjaar van 727/726 tot het voorjaar van het jaar 719/718 v. Chr. of een totaal van slechts acht jaar. Deze vermelde chronologische informatie is echter niet compatibel met de Bijbelse chronologie. Zo leert de Bijbel onder andere, dat er co-regentschappen in Assyrië tijdens deze periode voorkwamen, dat er aldus meer dan één koning op de troon zat. Zie het artikel op dit blog van 28-05-2014: binnen nog vijfenzestig jaar zal Efraïm verbroken worden, zodat het geen volk meer is…

     

    In het hierna volgende betoog wil ik verder op de zwakheden van het beschikbare Assyrische materiaal wijzen. Het beschikbare archeologische materiaal over Salmaneser V is tot nu toe schaars gebleven. Vermoedelijk is er een ‘damnatio memoriae’ door zijn opvolger Sargon II uitgevoerd. De enige schriftelijke verwijzing (buiten de eponiemlijsten) naar Salmaneser V vanuit de Assyrische bronnen, is een fragment van een kleine cilinder dat heden in het British Museum (K.38345) bewaard wordt. Het is een memoriaal tekstcilinder die te Borsippa in de tempel van Nabu geplaatst werd. De inscriptie zelf is beschadigd en niet volledig. De eindtekst maakt echter duidelijk dat we een schriftelijk document van Salmaneser V in ons bezit hebben. Hierna de tekst, zoals gepubliceerd door Daniel David Luckenbill, Chicago, 1926:

     

    829. … who did not bow in submission at his feet… the mention of his name… his word (?) …bringing… hastely before him… those not obedient to my (?) command … that … he caused to be surrounded, surrounding the town… the god in whom he trusted… with his help not draw my (?) yoke … who carried off … and was turning (them, it) to himself (his known use) … his word and the mention of his name they did not fear, and did not dread his rule … overflowed his land (?) and laid it low like a deluge … his own … fell upon him and his life was no more … I (?) carried off and brought to Assyria. 830. I am Salmaneser the mighty king, king of the universe, king of Assyria, king of the four regions of the world, viceroy of Babylon, king of Sumer and Akkad, son of …, king of Assyria; most precious scion of Assyria, seed of Royalty, of the eternal days… of Borsippa, whose site (?) had been damaged by the violence of the mighty floods… its damage I repaired and strengthened its structure.

    … May Nabu look upon the temple with delight.

     

    Over de regeerperiode van Salmaneser V is er aldus buiten de Bijbel en de werken van Flavius Josephus niet veel informatie beschikbaar.

     

    Wat de Bijbel betreft, wil de orthodoxe Assyriologie wel aannemen dat Salmaneser V, Samaria belegerd heeft, maar maakt daarnaast echter een foute identificatie vanuit de eponiemlijst, met Samaria. Men gaat er namelijk van uit dat het vermelde Shamarain in de Eponiemlijst, Samaria zou zijn. Tijdens de eponiemjaren van Mahde, Assur-ishmeani en Salmaneser wordt er gewag gemaakt van een campagne tegen Shamarain. Hoewel deze plaatsnaam afwijkt van het Assyrische Samerinaja, heeft men toch voor de identificatie van Shamarian voor Samaria gekozen. Tegen deze identificatie spraken al eerder historici met grote naam zoals o.a. Albright (geciteerd door Merrill F. Unger, Israel and the Aramaeans of Damascus, Chapter X, voetnoot 33).

     

    Shamarain of beter Shabarain is echter te identificeren met Sibraim terwijl Samaria; Samarinaja blijft. De belegering en inname van Samaria door Salmaneser V,besloeg drie jaar, die aldus in de Eponiemlijsten ontbreken. De conclusie zou dus moeten zijn dat er hiaten in de Eponiemlijsten voorkomen. Maar dit is voor de Assyriologen ondenkbaar, en wordt niet in vraag gesteld. Voor Edwin R. Thiele was het blijkbaar ook ondenkbaar dat er hiaten in de Eponiemlijsten zouden kunnen voorkomen.

     

    De val van Samaria vond volgens de Bijbelse chronologie, plaats in 717 v. Chr. Zie het artikel op deze blog 31-01-2014: Honderddertig jaar, zes maanden en tien dagen. Drie jaar eerder in 720 v. Chr. begon de belegering van Samaria door de Assyriërs. Na de val van Samaria, begon Salmaneser V een campagne tegen Syrië en Fenicië, dat leert de Joodse historicus Flavius Josephus:

     

    1. WHEN Shalmaneser, the king of Assyria, had it told him, that [Hoshea] the king of Israel had sent privately to So, the king of Egypt, desiring his assistance against him, he was very angry, and made an expedition against Samaria, in the seventh year of the reign of Hoshea; but when he was not admitted [into the city] by the king, (24) he besieged Samaria three years, and took it by force in the ninth year of the reign of Hoshea, and in the seventh year of Hezekiah, king of Jerusalem, and quite demolished the government of the Israelites, and transplanted all the people into Media and Persia among whom he took king Hoshea alive; and when he had removed these people out of this their land he transplanted other nations out of Cuthah, a place so called, (for there is [still] a river of that name in Persia,) into Samaria, and into the country of the Israelites. … …

    2. And now the king of Assyria invaded all Syria and Phoenicia in a hostile manner. The name of this king is also set down in the archives of Tyre, for he made an expedition against Tyre in the reign of Eluleus; and Menander attests to it, who, when he wrote his Chronology, and translated the archives of Tyre into the Greek language, gives us the following history: “One whose name was Eluleus reigned thirty-six years; this king, upon the revolt of the Citteans, sailed to them, and reduced them again to a submission. Against these did the king of Assyria send an army, and in a hostile manner overrun all Phoenicia, but soon made peace with them all, and returned back; but Sidon, and Ace, and Palsetyrus revolted; and many other cities there were which delivered themselves up to the king of Assyria. Accordingly, when the Tyrians would not submit to him, the king returned, and fell upon them again, while the Phoenicians had furnished him with threescore ships, and eight hundred men to row them; and when the Tyrians had come upon them in twelve ships, and the enemy's ships were dispersed, they took five hundred men prisoners, and the reputation of all the citizens of Tyre was thereby increased; but the king of Assyria returned, and placed guards at their rivers and aqueducts, who should hinder the Tyrians from drawing water. This continued for five years; and still the Tyrians bore the siege, and drank of the water they had out of the wells they dug." And this is what is written in the Tyrian archives concerning Shalmaneser, the king of Assyria.

    (Volgens de vertaling van het Grieks naar het Engels door William Whiston:

    http://sacred-texts.com/jud/josephus/ant-9.htm )

     

    Flavius Josephus verhaalt dat Salmaneser V na de val van Samaria, een beleg van Tyrus begon dat vijf jaar zou duren. Dit vijfjarige beleg van Tyrus wordt in de eponiemlijsten evenmin net als het beleg van Samaria, vermeld. Een totaal van acht jaar, dat historisch gedocumenteerd vast staat, vind men in de betreffende eponiemlijsten niet terug en toont in feite aan dat de eponiemlijsten historisch/chronologisch onbruikbaar zijn. We kunnen gerust de gegevens van Josephus historisch hanteren, en op de tijdsbalk invoegen. De belegering van Tyrus die volgde na de inname van Samaria liep van het jaar 717 tot 712 v. Chr.

     

    En er doet zich met deze invulling nog een opmerkelijk chronologisch feit voor. De regeringsduur van de Tyreense vorst Eluleüs van 36 jaar, die Flavius Josephus opgeeft, past chronologisch alleen, wanneer we willen aannemen dat er hiaten en/of co-regentschappen, in de Assyrische koningslijst voorkomen. De Feniciër Eluleüs regeerde tot 704 v. Chr. waarna hij opgevolgd werd door Ethbaal II. Met het jaar 704 v. Chr. als ankerpunt arriveren we in terugrekenend in het jaar 740 v. Chr. voor het eerste regeringsjaar van Eleleüs. De voorganger van Eluleüs in Fenicië was Hiram of het Assyrische ‘Hiru um mu’ waar Tiglath Pileser III, de voorganger van Salmaneser V, in zijn annalen naar verwijst.

     

    De werkelijke regeerperiode van Salmaneser V besloeg een langere periode dan die de Eponiemlijsten laten verstaan. Zoals uiteengezet in ‘DE ASSYRIOLOGIE HERZIEN’, 2012, isbn 978 16 1627 424 5, was Salmaneser V al in 735 v. Chr. door Tiglath Pileser III als co-regent aangesteld.

     

    Ik verwees al eerder naar het kleine cilinder in het British Museum (K.38345) met een inscriptie van Salmaneser V. Dit fragment verwijst naar mijn mening ook naar een natuurcatastrofe die de oude wereld getroffen heeft:

    830. I am Salmaneser the mighty king, king of the universe, king of Assyria, king of the four regions of the world, viceroy of Babylon, king of Sumer and Akkad, son of …, king of Assyria; most precious scion of Assyria, seed of Royalty, of the eternal days… of Borsippa, whose site (?) had been damaged by the violence of the mighty floods… its damage I repaired and strengthened its structure.

    … May Nabu look upon the temple with delight.

     

    Ik vermoed dat de verwijzing naar ‘het geweld van machtige vloeden’ naar de meganatuurcatastrofe verwijst, die in 722 v. Chr. de wereld trof. Er was namelijk een aantoonbare cyclus van meganatuurcatastrofes aan de hand, die gedurende een lange periode de wereld trof. Het jaar van de beschadiging van de tempel van Nabu te Borsippa dateer ik in het jaar 722 v. Chr., met de meganatuurcatastrofe die de wereld toen, in het sterfjaar van koning Achaz van Juda, trof. Zie het artikel op dit blog van 20-01-2014: de noodzakelijke kalenderhervorming van de achtste eeuw voor Christus. Dertien jaar eerder in het jaar 735 v. Chr. begon Salmaneser V zijn co-regentschap met Tiglath Pileser III en in dat jaar trof bovendien ook al een meganatuurcatastrofe de oude wereld.

     

    Een reconstructie van de regeerperiode van Salmaneser V geeft met de informatie die we uit de Bijbel hebben, samen met de historische gegevens van Flavius Josephus en de gereviseerde Eponiemlijst, het volgende:

     

    735/734 Tijdens het eponiem van Bêl-Harran-bêla-usur, de gouverneur van Guzana, veldtocht tegen [...].Šalmaneser [V] beklom de troon.

    Voorjaar 735: meganatuurcatastrofe

    734/733 Tijdens het eponiem van Marduk-bêla-usur, de gouverneur van Amedi, de koning bleef in het land.

    733/732 Tijdens het eponiem van Mahde, de gouverneur van Nineveh, veldtocht tegen [Shamarain].

    732/731 Tijdens het eponiem van Aššur-išmanni, de gouverneur van Kalizi, veldtocht tegen [Shamarain].

    731/730 Tijdens het eponiem van Šalmaneser, de koning van Assyrië, veldtocht tegen [Shamarain].

    730/729 Tijdens het eponiem van Inurta-ilaya, de opperbevelhebber.

    729/728 Tijdens het eponiem van Nabû-taris, de gouverneur van [...]ti.

    728/727 Tijdens het eponiem van Aššur-nirka-da'in, de gouverneur van [...]ru.

     

    -    HIAAT VAN RUIM TIEN JAAR IN DE EPONIEMLIJSTEN TOT OP SARGON II -

     

    721/720 Sargon I tot co-regent van Salmaneser V aangesteld.

    Voorjaar 720: begin belegering van Samaria

    720/717 Belegering Samaria door het leger van Salmaneser V. De co-regent Sargon II rukt met een tweede Assyrisch leger naar de Middellandse Zeekust op en belegerd Asdod.

    717 Val van Samaria

    717/712 Belegering van Tyrus door Salmaneser V

     

    In mijn studie DE ASSYRIOLOGIE HERZIEN laat ik Salmaneser V op post blijven tot het voorjaar van 686 v. Chr. Zijn opvolger Sargon II regeerde vanaf 720 v. Chr. als co-regent. In het jaar 710 v. Chr. werd het zelfs een waar triumviraat wanneer Sanherib eveneens als co-regent aantrad. De Bijbel verwijst voor deze periode enkele malen naar de koningen van Assyrië, in het meervoud. In het 736 v. Chr. schreef koning Achaz van Juda een brief aan de koningen van Assur in het meervoud:

     

    2 Kronieken 28:16 …In die tijd zond koning Achaz het verzoek tot de koningen van Assur om hem te helpen.."

     

    Ten tijde van het hulpverzoek van Achaz zat dus meer dan één vorst op de troon van Assur. In mijn variant waren dit Tiglath Pileser III en Salmaneser V. En in het jaar 709 v. Chr. verwees koning Hizkia van Juda naar de koningen van Assur in het meervoud:

     

    2 Kronieken 32:1-4 … Na deze gebeurtenissen, waarin Jehizkia 's trouw bleek, rukte Sanherib, de koning van Assur, op. Hij trok Juda binnen …… en zeide: Waarom zouden de koningen van Assur bij hun komst zoveel water vinden…

     

    Volgens mijn variant waren de koningen van Assur in 709 v. Chr.: Sanherib, Sargon II en Salmaneser V. Sanherib belegerde dat jaar Jeruzalem en Sargon zat achter Merodach Baladan van Babylon, aan.

     

    De orthodoxie meent ook Salmaneser V te kunnen identificeren met de Babylonische koning Uloulaios van de Ptolemeüs-canon. Hierna volgt het relevante gedeelte van de canon:

     

    Nabonassar                  14      feb747/feb733

    Naboe nadin zir             2     feb733/feb731

    Ukinzer, Poros               5     feb731/feb726

    Uloulaios                        5     feb726/feb721

    Merodach Baladan       12      feb721/feb709

    Arkeanos                        5     feb709/feb704

     

    Maar op basis van wat we uit de Bijbel en de werken van Flavius Josephus weten, is er geen reden meer om de moeilijke identificatie met Uloulaios te zoeken. We kunnen gerust Uloulaios als een Babyloniër op de troon van Babylon laten. Hoogstwaarschijnlijk volgde Salmaneser V de politiek van zijn voorganger Tiglath Pileser III die met een schatplichtig Babylon vrede nam.

     

    Er doet zich in deze revisie van de geschiedenis van de oudheid nog een merkwaardigheid voor. In de geciteerde Ptolemeüs-canon kwamen we de naam Merodach Baladan tegen, die twaalf jaar over Babylon regeerde van 20 februari 721 tot 16 februari 709 v. Chr. Koning Merodach Baladan van Babylon wordt in de Bijbel vermeld:

     

    2 Koningen 20: 12 Te dien tijde zond Berodak-Baladan, de zoon van Baladan, de koning van Babel, gezanten met een brief, en een geschenk aan Hizkia, want hij had gehoord, dat deze ziek geweest was. 13 En Hizkia hoorde naar hen en hij liet hun zijn gehele schathuis zien: het zilver en het goud, de specerijen en de kostbare olie, zijn gehele tuighuis en alles wat zich onder zijn schatten bevond. Er was niets in zijn paleis en in zijn gehele rijk, dat Hizkia hun niet liet zien. (NBG Vertaling 1951)

     

    Chronologisch plaatsen we deze beschreven gebeurtenis op de tijdsbalk, na de belegering van Jeruzalem door de Assyriër Sanherib in het veertiende regeringsjaar van Hizkia. Het is daarna dat Hizkia ziek werd en er daarop door de HERE God, vijftien jaar aan zijn leven werden toegevoegd. Het bezoek van de gezanten van de koning van Babel Merodach Baladan geschiedde aldus in het jaar okt709/sep708 v. Chr. en valt aldus binnen de opgegeven regeerperiode volgens de Ptolemeüs-canon.

     

    In de constructie van Edwin R. Thiele bezoekt het Babylonische gezantschap Hizkia in het jaar 701/700 v. Chr. wat volledig buiten de regeerperiode van Merodach Baladan valt. Een anomalie waar in ordening van de koningen van Israël en Juda door Thiele op de tijdsbalk geen verklaring voor is en waar stilzwijgend aan voorbij wordt gegaan.

     

    Wordt vervolgd…

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

    12-10-2014 om 11:05 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.EZECHIEL 4:1-8 – de tijdsperiode van 390 jaar en de tijdsperiode van 40 jaar
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ezechiël 1:1 In het dertigste jaar, in de vierde maand (juni/juli), op de vijfde der maand, toen ik te midden der ballingen aan de rivier de Kebar was, werd de hemel geopend en zag ik gezichten van Godswege. 2 Op de vijfde der maand – het was het vijfde jaar der ballingschap van koning Jojachin – 3 kwam het woord des HEREN tot de priester Ezechiël, de zoon van Buzi, in het land der Chaldeeën, aan de rivier de Kebar; de hand des HEREN was daar op hem.

     

    Ezechiël 4:1 Gij, mensenkind, neem u een tichelsteen, leg die vóór u en teken daarop een stad, Jeruzalem. 2 En breng haar in staat van belegering: bouw een schans tegen haar, werp een wal op tegen haar, sla legerkampen tegen haar op, breng aan alle kanten stormrammen tegen haar in stelling. 3 En gij, neem u een ijzeren bakplaat en zet die als een ijzeren muur tussen u en de stad. Richt uw blikken vast op haar, zodat zij in staat van belegering komt; en beleger haar. Dit zal voor het huis Israëls een teken zijn. 4 En gij, ga op uw linkerzijde liggen en leg daarop de ongerechtigheid van het huis Israëls; naar het getal der dagen dat gij daarop liggen zult, zult gij hun ongerechtigheid dragen. 5 En Ik leg u de jaren van hun ongerechtigheid op, naar het getal der dagen: driehonderd en negentig dagen. Zo zult gij de ongerechtigheid van het huis Israëls dragen. 6 Als gij dit hebt volbracht, zult gij opnieuw gaan liggen, op uw rechterzijde; dan zult gij de ongerechtigheid dragen van het huis van Juda: veertig dagen; voor elk jaar leg Ik u een dag op. 7 Gij zult uw blikken vast op het belegerde Jeruzalem richten, met ontblote arm, en ertegen profeteren. 8 En zie, Ik zal touwen om u heen slaan, zodat gij u niet van de ene op de andere zijde kunt keren, totdat gij de dagen van uw belegering ten einde hebt gebracht.

     

    Met dit artikel wil ik mijn bijdrage leveren tot het beter verstaan wat de aangeboden chronologie betreft van dit Bijbelgedeelte. Wanneer men onderzoek naar dit bepaald Bijbelgedeelte doet, is men verrast door de vele verschillende meningen die er bestaan betreffende het plaatsen van deze perioden op de tijdsbalk. Sommige onderzoekers zijn zelfs zo eerlijk te stellen, dat zij chronologisch gezien, niets met dit Bijbelbericht kunnen aanrichtten.

     

    Tot het beter verstaan van de profetie van de 390 dagen/jaren en 40 dagen/jaren, is het vooreerst belangrijk het chronologische vertrekpunt van de profetie op de tijdsbalk te verankeren. Het ankerpunt wordt gegeven in vers 2 van Ezechiël hoofdstuk 4:

     

    “Op de vijfde der maand – het was het vijfde jaar der ballingschap van koning Jojachin – 3 kwam het woord des HEREN tot de priester Ezechiël, de zoon van Buzi, in het land der Chaldeeën, aan de rivier de Kebar; de hand des HEREN was daar op hem.”

     

    Het vijfde jaar van de Babylonische ballingschap van koning Jojachin van Juda is het ankerpunt. Het vastpinnen van deze Bijbelse chronologische verwijzing aan de christelijke jaartelling is eenvoudig. Op dit blog schreef ik op 31-01-2014 een artikel getiteld: Honderddertig jaar, zes maanden en tien dagen. Hierin geef ik de meerdere ankerpunten waarmee de regeerperiode van de Babylonische koning Nebukadnezar op de tijdsbalk verankerd is en de link naar de Judese jaartelling.

     

    In het achtste regeringsjaar van Nebukadnezar zijnde mrt597/apr596 v. Chr. werd Jojachin in ballingschap weggevoerd:

     

    2 Koningen 24:8 Jojakin was achttien jaar oud, toen hij koning werd; hij regeerde drie maanden te Jeruzalem. Zijn moeder heette Nechusta; zij was een dochter van Elnatan uit Jeruzalem. 9 Hij deed wat kwaad is in de ogen des HEREN, geheel zoals zijn vader gedaan had. 10 Te dien tijde trokken de knechten van Nebukadnessar, de koning van Babel, tegen Jeruzalem op; en de stad werd belegerd. 11 Nebukadnessar, de koning van Babel, kwam zelf vóór de stad, terwijl zijn knechten haar belegerden. 12 Toen ging Jojakin, de koning van Juda, uit tot de koning van Babel, hij, zijn moeder, zijn dienaren, zijn vorsten en zijn hovelingen. En de koning van Babel nam hem gevangen, in het achtste jaar van zijn regering. 13 Hij voerde vandaar weg al de schatten van het huis des HEREN en die van het koninklijk paleis; en van alles wat Salomo, de koning van Israël, gemaakt had in de tempel des HEREN, haalde hij het goud af, zoals de HERE gesproken had. 14 Hij voerde geheel Jeruzalem, al de vorsten en al de weerbare mannen – tienduizend – in ballingschap, ook al de handwerkslieden en de smeden; niemand werd overgelaten behalve de armen van het volk des lands. 15 Hij voerde Jojakin in ballingschap naar Babel; ook de koningin-moeder, de vrouwen des konings, zijn hovelingen en de machtigen des lands deed hij in ballingschap gaan van Jeruzalem naar Babel; 16 en de koning van Babel bracht heel de weerbare manschap – zevenduizend –, de handwerkslieden en de smeden – duizend –, altemaal dappere krijgslieden, als ballingen naar Babel. 17 En de koning van Babel maakte Jojakins oom Mattanja koning in zijn plaats en veranderde diens naam in Sedekia. (NBG Vertaling 1951)

     

    Het achtste regeringsjaar van Nebukadnezar was feb597/mrt596 v. Chr. De wegvoering in ballingschap van Jojachin geschiedde in het voorjaar van 597 v. Chr. Het vijfde jaar van Jojachin gerekend aan Tishri(okt/sep)-jaren (wat gebruikelijk was in Juda) was okt594/sep593 v. Chr. Het ankerpunt op de tijdsbalk is aldus oct594/sep593 v. Chr. De vierde maand waar Ezechiël 1:1 naar verwijst, is de maand Tammoez of juni/juli van het jaar 593 v. Chr.

     

    De ballingsjaren van koning Jojachin zijn verder nog via een Bijbels jubeljaar aan de regeerperiode van Nebukadnezar en diens opvolger Evil Merodach op de tijdsbalk verankerd.

     

    2 Koningen 25:27 En het geschiedde in het zevenendertigste jaar van de ballingschap van Jojakin, de koning van Juda, in de twaalfde maand, op de zevenentwintigste van de maand, dat Ewil-Merodak, de koning van Babel, in het jaar van zijn troonsbestijging, Jojakin, de koning van Juda, begenadigde en uit de gevangenis ontsloeg; 28 hij sprak vriendelijk met hem en stelde zijn zetel boven die van de koningen die met hem in Babel waren; 29 hij mocht zijn gevangenisklederen afleggen, en hij at geregeld aan zijn tafel, zolang hij leefde. 30 En zijn levensonderhoud werd hem geregeld vanwege de koning verstrekt, zoveel hij elke dag nodig had, zolang hij leefde.

     

    Het 37ste jaar van de ballingschap van Jojachin viel in okt562/sep561 v.Chr. Het was het jaar dat het 18de jubeljaar sinds de instelling ervan in de wet van Mozes, begon in sept/okt 562 v. Chr. Over de Jubeljaren schreef ik op dit blog al eerder een artikel op 08-04-2014: De Jubeljaren van okt.709/sep.708 v. Chr. en okt.23/sep.22 v. Chr. onder de loep. Het 37ste ballingsjaar van Jojachin viel gelijk met een regeringswissel in Babylon: na de dood van Nebukadnezar nam Evil Merodach de scepter op 11 januari 561 v. Chr. van zijn vader over. En in februari/maart, de twaalfde maand (Adar), van het jaar 561 v. Chr. werd Jojachin uit zijn gevangenis verlost.

     

    Het jubeljaar van okt562/sep561 v.Chr. is volgens de wijze van het rekenen van de sabbat- en jubeljaren volgens William Whiston. Het feit dat de vrijlating van Jojachin door de nieuwe koning van Babylon Evil Merodach in een Jubeljaar geschiedde is heel opmerkelijk. De vrijlating van Jojachin was een vingerwijzing Gods voor het volk van Israël in Babylonische ballingschap. Zij waren namelijk in ballingschap als straf voor het niet houden van de sabbat- en jubeljaren in het verleden. Gedurende de periode van de Babylonische Ballingschap had het land Israël rust en werden de zeventig keer vergoed, dat zij in hun lange geschiedenis, sinds het in bezit nemen van het land Kanaän in 1443 v. Chr., het sabbatgebod negeerden. Een wet die leerde dat elk zevende jaar het land niet bewerkt mocht worden.

     

    Leviticus 25:1 En de HERE sprak tot Mozes op de berg Sinai: 2 Spreek tot de Israëlieten en zeg tot hen: Wanneer gij in het land komt, dat Ik u geef, dan zal het land rusten, een sabbat voor de HERE. 3 Zes jaar zult gij uw akker bezaaien en zes jaar zult gij uw wijngaard snoeien, en de opbrengst daarvan inzamelen, 4 maar in het zevende jaar zal het land een volkomen sabbat hebben, een sabbat voor de HERE: uw akker zult gij niet bezaaien en uw wijngaard niet snoeien. 5 Wat vanzelf opkomt van uw oogst, zult gij niet inoogsten en de druiven van uw ongesnoeide wijnstok zult gij niet inzamelen; het zal een jaar van rust voor het land zijn. (NBG Vertaling 1951)

     

    Het vertrekpunt voor het toepassen van de geprofeteerde perioden van 390 jaar en 40 jaar is in het voorgaande bevestigd als het jaar oct594/sep593 v. Chr., zijnde het vijfde jaar van de ballingschap van koning Jojachin van Juda. En nog nauwkeuriger gerekend was het ankerpunt op de tijdsbalk: de maand Tammoez (juni/juli) van 593 v. Chr.

     

    Vanaf dit jaartal rekenen we de geprofeteerde perioden van 390 jaar en van 40 jaar naar het verleden toe. Beide uitkomsten leveren het jaartal op voor het begin van de ongerechtigheid van Israël en van Juda. De schijf van 390 jaar, brengt ons in het jaar 983 v. Chr. Dat jaar was op de tijdsbalk het 24ste regeringsjaar van Salomo of okt984/sep983 v. Chr. Het was het jaar van de geboorte van de troonopvolger Rehabeam, bij de tot hoofdvrouw gepromoveerde Naäma de Ammonietische. Zie het artikel op dit blog van 13-01-2014: Rehabeam: eenenveertig jaar oud bij zijn troonsbestijging of slechts zestien jaar oud? De ‘ongerechtigheid van Israël’ had haar beginpunt bij Salomo die blijkbaar van uit zijn harem van 1000 vrouwen er één selecteerde tot hoofdvrouw en tot moeder van de troonopvolger Rehabeam: Naäma een Ammonietische.

     

    1 Koningen 11:1 Koning Salomo nu had behalve de dochter van Farao vele vreemde vrouwen lief, Moabietische, Ammonietische, Edomietische, Sidonische en Hethietische, 2 behorende tot die volken, van wie de HERE tot de Israëlieten had gezegd: Gij zult u met hen niet inlaten, en zij zullen zich met u niet inlaten, voorwaar, zij zouden uw hart meevoeren achter hun goden; haar hing Salomo met liefde aan. 3 En hij heeft als vrouwen gehad zevenhonderd vorstinnen en driehonderd bijvrouwen; en zijn vrouwen verleidden zijn hart.

     

    In de wet van Mozes (Deuteronomium 23:3) staat er daarenboven uitdrukkelijk geschreven dat het huwen van Ammonieten door Israëlieten verboden was. De naam ‘Naäma’ was bovendien verbonden aan de Soemerische scheppingsgodin Nammu, die in de Soemerische mythologie beschouwd werd als de schepper van alle oergodheden.

     

    Betreffende de chronologie van de koningen van Israël en Juda schreef ik op dit blog eerder een artikel op 06-02-2014: De chronologie van de koningen van Israël en Juda.

     

    In de chronologische constructie van Edwin R. Thiele gaat het verband met het resultaat van 593 + 390 = 983 v. Chr. verloren. De regeerperiode van Salomo is volgens Thiele: 971/931 v. Chr. En in 983 v. Chr., het jaar van de uitkomst van de schijf van 390 jaar, regeerde volgens Thiele, over Israël koning David, de man naar God ’s hart. Als ik dus eerder schreef dat sommige onderzoekers stellen, dat zij chronologisch gezien, niets met dit Bijbelbericht kunnen aanrichtten, ligt de oorzaak bij het algemeen aanvaarden van de constructie van Thiele als chronologisch correct.

     

    De profetische perioden van Ezechiël ‘s 390 jaar en 40 jaar worden ook al eens gehanteerd door onderzoekers van het Profetische Woord van de Bijbel, en dit in het uitvoeren naar mogelijke berekeningen naar het tijdstip van de mogelijke wederkomst van de Messias. Deze onderzoekers voegen meestal de twee perioden van 390 jaar en 40 jaar bij elkaar ter verkrijging van de uitkomst van 430 jaar. Nochtans leert het Bijbelgedeelte van de profeet Ezechiël 4:1-7 dit niet. De periode van de 390 dagen/jaren en de periode van de 40 dagen/jaren, zijn twee onderscheiden perioden die beide hetzelfde vertrekpunt hebben.

     

    Wanneer men dus in een bepaalde chronologische constructie van hedendaagse ‘end-time-hoppers’ de hiervoor beschreven optelling van 390+40=430 jaar, als één tijdsperiode gehanteerd ziet, weet dan dat al tenminste één schakel van de voorgestelde eindtijdperiode-ketting zwak bevonden is.

     

    De werkelijke historische periode tussen het jaartal van de dood van Salomo en de splitsing van het Koninkrijk tot aan het jaartal van de wegvoering in Babylonische Ballingschap bedraagt 381 jaar. En dit gerekend van 967 v. Chr. tot 586 v. Chr. En het aantal jaar dat er zit tussen de inhuldiging van de Tempel van Salomo in 996 (AM3000) tot haar vernietiging in 586 v. Chr. bedraagt 410 jaar. En vanaf de inhuldiging van Tempel en de inwoning van de Heerlijkheid des HEREN (SHEKINAH) (2 Kronieken 5:13-14) in 996 v. Chr. tot aan het vertrek van de Heerlijkheid des HEREN (Ezechiël 10:18) uit de Tempel te Jeruzalem, in het zesde jaar (oct593/sep592) van de ballingschap van Jojachin, zijn het 404 jaar.

     

    Wat de schijf van 40 jaar betreft, voorstellende de periode van de ongerechtigheid van Juda, brengt de rekensom van 593 + 40, ons in het jaar 633 v. Chr. Tijdens deze periode regeerde koning Josia over Juda. Het was in het zevende regeringsjaar van Josia zijnde oct634/sep633 v. Chr. dat volgens de verkregen rekensom de ongerechtigheid van Juda begon. Over de chronologie van koning Josia schreef ik eerder op dit blog een artikel op 28-04-2014: Kroniek van koning Josia van Juda. Het verkregen jaartal oct634/sep633 v. Chr. zit chronologisch gezien aan de vooravond van de godsdiensthervorming, die koning Josia in het land zou doorvoeren. Bij zijn troonsbestijging werd er namelijk een lange periode van van afgoderij onder zijn vader en grootvader, Amon en Manasse, afgesloten. De graadmeter van deze afgoderij wordt het best geïllustreerd wanneer in het 18de regeringsjaar van Josia bij het herstellen van de Tempel te Jeruzalem toevallig het wetboek van Mozes gevonden werd (2 Kronieken 34:8). De profetes Chulda werd daarop geraadpleegd naar een Woord van de HERE God, waarop zij het Woord van God doorgaf:

     

    2 Kronieken 34:23 Zij zeide tot hen: Zo zegt de HERE, de God van Israël: zegt tot de man die u tot Mij gezonden heeft: 24 zo zegt de HERE: zie, Ik breng onheil over deze plaats en over haar inwoners: al de vervloekingen die geschreven staan in het boek dat men de koning van Juda heeft voorgelezen; 25 omdat zij Mij verlaten hebben en offers ontstoken voor andere goden, teneinde Mij te krenken met al de maaksels van hun handen. Daarom zal mijn gramschap zich uitstorten over deze plaats zonder geblust te worden. 26 Maar tot de koning van Juda, die u zond om de HERE te raadplegen, tot hem zult gij aldus zeggen: zo zegt de HERE, de God van Israël: wat de woorden betreft die gij gehoord hebt – 27 omdat uw hart week geworden is en gij u verootmoedigd hebt voor het aangezicht van God, toen gij zijn woorden tegen deze plaats en haar inwoners hoordet, ja, u voor mijn aangezicht verootmoedigd hebt en uw klederen gescheurd hebt en voor mijn aangezicht geweend hebt, zo heb ook Ik gehoord, luidt het woord des HEREN. 28 Zie, Ik zal u tot uw vaderen vergaderen en gij zult in vrede in uw graf bijgezet worden en uw ogen zullen niets zien van al het onheil, dat Ik over deze plaats en haar inwoners breng.

     

    Het aangekondigde onheil over de ongerechtigheid van Juda werd gedurende het leven van Josia wegens zijn zoeken van de HERE God, uitgesteld tot na zijn dood.

     

    Volgens de Seder Olam moet de schijf van 40 jaar van Ezechiël hoofdstuk 4, vanaf de wegvoering van de tien stammen van Israël gerekend worden. Wanneer ik dit chronologisch gegeven op mijn tijdsbalken toepas, komt er een interessant resultaat naar voor. Vanaf 717 v. Chr., het jaar van de wegvoering van de tien stammen in ballingschap, gerekend arriveren we in 677 v. Chr., in het 21ste regeringsjaar van koning Manasse van Juda. In zijn 22ste regeringsjaar werd Manasse in gevangenschap naar Assyrië weggevoerd, alwaar hij tot inkeer kwam. Zie ook het artikel op dit blog van 26-05-2014: kroniek van koning Manasse en van Amon van Juda.

     

    De Seder Olam plaatst de regeerperioden van Amon en Manasse binnen de periode van de 40 jaar ongerechtigheid van Juda.

     

    Tot slot wil ik nog aandacht geven aan het eerste hoofdstuk en het eerste vers van het Bijbelboek Ezechiël.

     

    Ezechiël 1:1 In het dertigste jaar, in de vierde maand (juni/juli), op de vijfde der maand, toen ik te midden der ballingen aan de rivier de Kebar was, werd de hemel geopend en zag ik gezichten van Godswege.

     

    Onder onderzoekers van dit Schriftwoord bestaat er discussie over wat met ‘het dertigste jaar’ bedoeld is. Was dit de leeftijd van de profeet Ezechiël toen hij zijn bediening begon? Waarschijnlijk is dit correct. De leeftijd van dertig jaar was de leeftijd dat een Leviet zijn priesterdienst kon uitoefenen. De Heer Jezus Christus was dertig jaar toen Hij zich aan Israël als de Messias bekendmaakte. De leeftijd van dertig jaar is duidelijk een leeftijd verbonden aan geestelijke volwassenheid.

     

    Maar er is ook een interessant chronologisch gegeven, wanneer we met een schijf van dertig jaar terug in de tijd rekenen. Vanaf 593 v. Chr. gerekend arriveren we in 623 v. Chr. en dat jaar was het achttiende regeringsjaar (oct623/sep622) van koning Josia, het jaar dat het Wetboek van Mozes gevonden werd. Het jaar van de godsdiensthervorming in Juda.

     

    Wordt vervolgd…

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

    06-10-2014 om 13:04 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 02/11-08/11 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 31/12-06/01 2019
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 01/01-07/01 2018
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 30/12-05/01 2014
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 06/01-12/01 2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs