Met het
artikel van deze week neem ik de draad weer op met de aflevering van 20.05.2019: Chronologie en reisroute
van veertig jaar wildernis voor Israël, zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1558303200&stopdatum=1558908000
Volgens
het Bijbelboek Deuteronomium 1:1-2 waren het elf dagreizen vanaf de berg Gods Horeb
waar ze de Tien Woorden in ontvangst namen tot aan Kades-barnea, de plaats waar
de twaalf verspieders naar Kanaän uitgezonden werden.
Deuteronomium
1:1 Dit zijn de woorden, die Mozes tot gans Israël gesproken heeft, aan deze
zijde van de Jordaan, in de woestijn, op het vlakke veld tegenover Suf, tussen
Paran en tussen Tofel, en Laban, en Hazeroth, en Dizahab. 2 Elf dag reizen zijn het van Horeb, door
den weg van het gebergte Seir, tot aan Kades-barnea. 3 En het is
geschied in het veertigste jaar, in de elfde maand, op den eersten der maand,
dat Mozes sprak tot de kinderen Israëls, naar alles wat hem de HEERE aan hen
bevolen had;…

Op de
bijgevoegde kaart uit de voortreffelijke ‘The MacMillan Bible Atlas’ merken we
de oudheidkaravaanwegen die zowel start- als eindpunt van de Israëlieten toont.
Van de Horeb (blauwe stip) ging het naar het noorden via Eilath/Ezeon-geber en
daarna verder langs de koninklijke weg (King ’s Highway) oostelijk van de wadi
el araba tot de afslag westelijk naar Kades-barnea via de weg door het gebergte
van Seïr. Op een hedendaagse kaart zijn dit ongeveer vierhonderd kilometer
afstand tussen beide punten of een gemiddelde van zesendertig kilometer per
dag.
Dat de
identificatie van de berg Gods Horeb met de berg Jabal al Lawz in Arabië in
tegenstelling tot de traditionele plaats in de huidige Sinaïwoestijn correct is
wordt aannemelijk wanneer we de reisroute vanaf de Horeb naar Kades bestuderen.
Het hierna volgende Bijbelgedeelte maakt alleen zin met de berg Gods gesitueerd
in Arabië. Het is belangrijk de tekst door te nemen en op de hierboven vermelde
landkaart de reisroute te volgen.
Deuteronomium
33:1 Dit nu is de zegen, met welken Mozes, de man Gods, de kinderen Israëls
gezegend heeft, voor zijn dood. 2 Hij zeide dan: De HEERE is van Sinaï gekomen, en is hunlieden opgegaan van Seir; Hij is blinkende verschenen van het gebergte Paran, en is aangekomen
met tien duizenden der heiligen; tot Zijn rechterhand
was een vurige wet aan hen.
Wanneer
we dit Bijbelgedeelte vanaf de traditionele berg op het hedendaagse
schiereiland Sinaï inlezen gaat de beschreven reisroute verloren. Wanneer we
echter vanaf de berg Gods in Arabië vertrekken krijgt de reisroute van
Deuteronomium 33:1 echt zin. Na het vertrek vanaf Horeb in noordelijke richting
komen we vooreerst in Seïr aan en daarna over het gebergte Paran tot aan de
Egyptische grens. Seïr bevond zich in het dal van het Seïr-gebergte. Op een
hedendaagse kaart is dit Shera in Jordanië vooral bekend vanwege de Nabateese
oudheidstad Petra die daar uit de roze gekleurde zandstenen rotsen is gehouwen.
Ook de profeet Habakuk verwijst naar deze route wanneer deze de komst van de
HEERE God beschrijft.
Habakuk
3:1 Een gebed van Habakuk, den profeet, op Sjigjonoth. 2 HEERE! als ik Uw rede
gehoord heb, heb ik gevreesd; Uw werk, o HEERE! behoud dat in het leven in het
midden der jaren, maak het bekend in het midden der jaren; in den toorn gedenk
des ontfermens. 3 God kwam van Theman,
en de Heilige van den berg Paran. Sela. Zijn heerlijkheid bedekte de
hemelen, en het aardrijk was vol van Zijn lof. 4 En er was een glans als des
lichts, Hij had hoornen aan Zijn hand, en aldaar was Zijn sterkte verborgen. 5
Voor Zijn aangezicht ging de pestilentie, en de vurige kool ging voor Zijn
voeten henen. 6 Hij stond, en mat het land, Hij zag toe, en maakte de heidenen
los, en de gedurige bergen zijn verstrooid geworden; de heuvelen der eeuwigheid
hebben zich gebogen; de gangen der eeuw zijn Zijne.
Volgens
Deuteronomium 1:2 kon men de reis in elf dagen afleggen. Ik neem aan dat dit op
de rug van een lastdier gerekend is. De profeet Elia deed er namelijk enkele
eeuwen later veertig dagen over alvorens de berg Gods vanuit Berseba te
bereiken. Zie het artikel van 22.09.2017
op dit blog: de tocht van de profeet Elia naar de berg Gods Horeb in Arabië,
zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1505685600&stopdatum=1506290400
De
vermelde elf dagreizen van Deuteronomium 1:2 zullen de tijdsduur onder de beste
omstandigheden hebben voorgesteld. De Israëlieten die ruim een jaar na de
exodus vanaf de Horeb aan hun trek naar Kades begonnen hebben er overigens
langer dan elf dagen over gedaan.
In het
tweede jaar sinds de Exodus in 1482 v. Chr. in de tweede maand, dat de Joodse
maand Iar of april/mei volgens de westerse kalender is, op de twintigste dag
van die maand Iar verhief de wolk des HEEREN boven de tabernakel zich en
begonnen de Israëlieten aan hun trek naar de grens van het Beloofde Land Kanaän
nabij Kades (Numeri 10:11-14).
Het
Bijbelboek Numeri hoofdstuk 33 geeft de reisroute van pleisterplaats naar
pleisterplaats aan. Een hoofdstuk dat in het artikel van 20.05.2019 volledig geciteerd werd.
Numeri
33:1 Dit zijn de reizen der kinderen Israëls, die uit Egypteland uitgetogen
zijn, naar hun heiren, door de hand van Mozes en Aäron. 2 En Mozes schreef hun
uittochten, naar hun reizen, naar den mond des HEEREN; en dit zijn hun reizen,
naar hun uittochten.

Numeri
33:15 En zij verreisden van Rafidim, en legerden zich in de woestijn van Sinaï. 16 En zij verreisden uit de woestijn van
Sinaï, en legerden zich in Kibroth-thaava. 17 En zij verreisden van
Kibroth-thaava (lustgraven), en legerden zich in Hazeroth. 18 En
zij verreisden van Hazeroth, en legerden zich in Rithma.
De
aanvang van de trek onder leiding van ‘de wolk des HEEREN’ vanaf Horeb tot
Kades wordt gedetailleerd weergegeven vanaf Numeri 10:33:
Numeri
10:33 Zo togen zij drie dagreizen van
den berg des HEEREN; en de ark des verbonds des HEEREN reisde voor hun
aangezicht drie dagreizen, om voor hen een rustplaats uit te speuren. 34 En de
wolk des HEEREN was des daags over hen, als zij uit het leger verreisden. 35
Het geschiedde nu in het optrekken van de ark, dat Mozes zeide: Sta op, HEERE!
en laat Uw vijanden verstrooid worden, en Uw haters van Uw aangezicht vlieden! 36
En als zij rustte, zeide hij: Kom weder, HEERE! tot de tien duizenden der
duizenden van Israël!
Wat een
reis vol blijdschap had moeten zijn werd echter integendeel een reis van
klagende mensen die alleen met zichzelf bezig waren. Na drie dagen al begon het
klagen en kwam bij hen het Egypte dat zij een jaar eerder onder grote
verdrukking verlaten hadden, opnieuw in gedachten. Ondanks de slavenarbeid was
het eten blijkbaar van die aard geweest om er nu met heimwee naar te verlangen.
Numeri
11:1 En het geschiedde, als het volk
zich was beklagende, dat het kwaad was in de oren des HEEREN; want de HEERE
hoorde het, zodat Zijn toorn ontstak, en het vuur des HEEREN onder hen ontbrandde,
en verteerde, in het uiterste des legers. 2 Toen riep het volk tot Mozes; en
Mozes bad tot den HEERE; en het vuur werd gedempt. 3 Daarom noemde hij den naam
dier plaats Thab-era, omdat het vuur
des HEEREN onder hen gebrand had. 4 En het gemene volk, dat in het midden van hen was, werd met lust bevangen; daarom zo
weenden ook de kinderen Israëls wederom, en zeiden: Wie zal ons vlees te eten geven? 5 Wij gedenken aan de vissen, die wij in
Egypte om niet aten; aan de komkommers, en aan de pompoenen, en aan het look,
en aan de ajuinen, en aan het knoflook. 6
Maar nu is onze ziel dor, er is niet met al, behalve dit Man(na) voor onze
ogen! 7 Het Man(na) nu was als
korianderzaad, en zijn verf was als de verf van den bedolah. 8 Het volk liep
hier en daar, en verzamelde het, en maalde het met molens, of stiet het in
mortieren, en zood het in potten, en maakte daarvan koeken; en zijn smaak was
als de smaak van de beste vochtigheid der olie. 9 En wanneer de dauw des nachts
op het leger nederviel, viel het Man
op hetzelve neder. 10 Toen hoorde Mozes het volk wenen door hun huisgezinnen,
een ieder aan de deur zijner hut; en de toorn des HEEREN ontstak zeer; ook was
het kwaad in de ogen van Mozes.
Het
elfde hoofdstuk van het Bijbelboek Numeri verhaalt hoe de HEERE God vervolgens trekvogels
afleidt (11:31-34) en over het bivak van de Israëlieten in de woestijn op lage
hoogten laat overvliegen zodat ze gemakkelijk te vangen waren. De
Statenvertaling heeft hier ‘kwakkelen’ staan wat een oud Nederlandsch woord
voor ‘kwartel’ is. Een trekvogel uit de familie der fazanten. Tot walging toe
zouden zij dit vlees tot zich moeten nemen. Gedurende dertig dagen vertoefde de
wolk des HEEREN op dezelfde pleisterplaats alvorens naar de volgende
pleisterplaats op weg naar Kades te vertrekken.
Numeri
11:19 Gij zult niet een dag, noch twee dagen eten, noch vijf dagen, noch tien
dagen, noch twintig dagen; 20 Tot een
gehele maand toe, totdat het uit uw neus uitga, en u tot walging zij;
overmits gij den HEERE, Die in het midden van u is, verworpen hebt, en hebt
voor Zijn aangezicht geweend, zeggende: Waarom nu zijn wij uit Egypte getogen?
Als een
gevolg van een zeer grote plaag waar ze mee getroffen werden noemden ze de
pleisterplaats: Kibroth Thaava, wat lustgraven betekent.
Numeri
11:33 Dat vlees was nog tussen hun tanden, eer het gekauwd was, zo ontstak de
toorn des HEEREN tegen het volk, en de HEERE sloeg het volk met een zeer grote plaag. 34 Daarom
heet men den naam derzelver plaats Kibroth Thaava; want daar begroeven zij het volk, dat belust was geweest.
35 Van
Kibroth Thaava verreisde het volk naar Hazeroth; en zij bleven in Hazeroth.
Het is
belangrijk om nu het morrende volk van de periode in de wildernis voor de geest
te halen. Een homogene groep was het niet die een jaar eerder uit Egypte
vertrokken waren.
Exodus
12:37 Alzo reisden de kinderen Israëls
uit van Rameses naar Sukkoth, omtrent zeshonderd duizend te voet, mannen
alleen, behalve de kinderkens. 38 En
veel vermengd volk trok ook met hen op, en schapen, en runderen, gans veel
vee.
Het
waren niet alleen de Israëlieten die uitgetrokken waren maar ook een grote
groep van ‘vermengd volk’ die samen met de Israëlieten als een gevolg van de
tien plagen een totaal geruïneerd Egypte achterlieten. Dat zij een mengeling
van volk waren was nochtans het probleem niet. Voor God maakt het niet uit van
welk volk men afstamt of tot welke taalgroep men behoort. Wat belangrijk is dat
men ‘gelooft’ wanneer men geroepen wordt. Deze regel geld overigens over alle
bedelingen Gods heen zowel van verleden, heden als toekomst.
Johannes
1:10 Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem gemaakt; en de wereld heeft
Hem niet gekend. 11 Hij is gekomen tot het Zijne, en de Zijnen hebben Hem niet
aangenomen. 12 Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven
kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; 13 Welke niet uit den bloede, noch uit den wil
des vleses, noch uit den wil des mans, maar uit God geboren zijn.
De
Israëlieten verdeeld over twaalf clans gingen terug op de aartsvader Jakob die
in 1699 v. Chr. vanwege een wereldwijde hongersnood naar Egypte trok en daar
asiel kreeg en het land Gosjen toegewezen kreeg. Een familieverband van
zeventig mensen waren ze aanvankelijk geweest. Over de chronologie en algemene
geschiedenis van deze periode schreef ik eerder een artikel op dit blog op 06.03.2017: de eerste drieduizend jaar
sinds Genesis – chronologie Jozef tot Mozes, zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1488754800&stopdatum=1489359600
Toen de
Israëlieten in Egypte tot een groot volk uitgroeiden werden ze als een gevaar
beschouwd en veroordeeld tot slavenarbeid waarbij ze voorraadsteden van
tichelsteen voor farao moesten bouwen. Vanuit deze verdrukking hadden ze op de
God van Abraham, Izaak en Jakob geroepen voor uitredding.
Exodus
2:23 En het geschiedde na vele dezer dagen, als de koning van Egypte gestorven
was, dat de kinderen Israëls zuchtten en schreeuwden over den dienst; en hun
gekrijt over hun dienst kwam op tot God. 24 En God hoorde hun gekerm, en God gedacht aan Zijn verbond met
Abraham, met Izak, en met Jakob. 25 En God zag de kinderen Israëls aan, en
God kende hen.
Het
antwoord van de HEERE God was Mozes die als toekomstige verlosser in de
wildernis voorbereid was. Deze geschiedenis heb ik eerder in een artikel op 03.04.2017 op dit blog gebracht: de
eerste drieduizend jaar (vervolg) - de chronologie van Mozes tot de Exodus, zie
link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1491170400&stopdatum=1491775200
De
geestelijke toestand van het volk der Israëlieten dat uit Egypte geleid werd
wordt door Paulus in het Nieuwe Testament als waarschuwing doorgegeven:
1
Korintiërs 10:1 En ik wil niet, broeders, dat gij onwetende zijt, dat onze
vaders allen onder de wolk waren, en allen door de zee doorgegaan zijn; 2 En
allen in Mozes gedoopt zijn in de wolk en in de zee; 3 En allen dezelfde
geestelijke spijs gegeten hebben; 4 En allen denzelfden geestelijken drank
gedronken hebben; want zij dronken uit de geestelijke steenrots, die volgde; en
de steenrots was Christus. 5 Maar in het meerder deel van hen heeft God geen
welgevallen gehad; want zij zijn in de woestijn ter nedergeslagen. 6 En deze
dingen zijn geschied ons tot voorbeelden, opdat wij geen lust tot het kwaad
zouden hebben, gelijkerwijs als zij lust gehad hebben. (Statenvertaling)
De Exodusgeneratie
der Israëlieten was getuige geweest van de vernietiging van het Egyptische
leger in de Schelfzee nadat zij op bijzondere wijze aan de vernietiging door de
hand van farao ontsnapt waren. De wolkkolom die hen leidde en de doortocht op
het droge door de Rode Zee heen was als een doop geweest. Het manna en het
water uit de rots dat hen daarna in de wildernis in leven hield was al een
beeld van de komende Messias. De Tien Woorden of de Wet hadden ze aangenomen en
hierbij volmondig verklaart dat zij die houden zouden. Dat was hun vrijwillige
keuze geweest. De Wet zagen zij echter als een louter plichtenleer zonder dat
er ooit een verandering van hun hart plaatsvond. De definitie van het geloof is
de volgende:
Hebreeën
11:1 Het geloof nu is een vaste grond
der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet. 2
Want door hetzelve hebben de ouden getuigenis bekomen. 3 Door het geloof
verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods is toebereid, alzo dat de
dingen, die men ziet, niet geworden zijn uit dingen, die gezien worden.
(Statenbijbel)
Na de
dertig dagen oponthoud te Kibroth Thaava ging de reis naar Kades verder.
Numeri
11:35 Van Kibroth Thaava verreisde het volk naar Hazeroth; en zij bleven in
Hazeroth.
Numeri
33:17 En zij verreisden van Kibroth-thaava (lustgraven), en legerden zich in Hazeroth.
18
En zij verreisden van Hazeroth, en legerden zich in Rithma.
Het
volgende oponthoud zou de pleisterplaats Hazeroth zijn. Gedurende zeven dagen
zouden zij daar bivakkeren vanwege een bijzondere geschiedenis.
Numeri
12:1 Mirjam nu sprak, en Aäron, tegen
Mozes, ter oorzake der vrouw, der Cuschietische, die hij genomen had; want hij had een Cuschietische ter vrouw
genomen. 2 En zij zeiden: Heeft dan de HEERE maar alleen door Mozes
gesproken? Heeft Hij ook niet door ons gesproken? En de HEERE hoorde het! 3 Doch de man
Mozes was zeer zachtmoedig, meer dan alle mensen, die op den aardbodem waren.
Te
Hazeroth zouden de Israëlieten zeven dagen bivakkeren als een gevolg van de
quarantaine periode die Mirjam, de zuster van Mozes, kreeg opgelegd vanwege
haar melaatsheid. Samen met haar broer Aäron hadden zij ‘tegen’ Mozes gesproken
in verband met diens Kuschietische vrouw. Deze geschiedenis wordt verhaalt in
Numeri 12:1-16. Hoe, wanneer en waarom Mozes een Kuschietische vrouw tot
echtgenote genomen had vinden we verder in de Bijbel niet vermeld? Het is de
Joodse oudheidhistoricus Flavius Josephus die deze geschiedenis brengt (Flavius
Josephus, Joodse Oudheden, Boek II,x.1-2). Het was tijdens de periode van Mozes
als jongeman en prins van Egypte toen hij een veldtocht tegen de Nubiërs
ondernam dat hij met Tharsis, de dochter van de koning van de Nubiërs, naar
Egypte terugkeerde. In mijn boek EXODUS,
2016, blz. 47-58, behandel ik uitgebreider deze geschiedenis. Bij zijn overijlde
vlucht naar Midian heeft hij de Kuschietische Tharsis moeten achterlaten.
Veertig jaar later heeft hij de inmiddels ook bejaarde Tharsis meegevoerd. De
Egyptenaren zouden zich zeker tegen haar gekeerd hebben. De actie van Mozes kan
men vanuit zijn natuur verklaren: zeer zachtmoedig dat hij was, meer dan alle
mensen, die op den aardbodem waren.
Numeri
12:15 Zo werd Mirjam buiten het leger zeven dagen gesloten; en het volk
verreisde niet, totdat Mirjam aangenomen werd. 16 Maar daarna verreisde het
volk van Hazeroth, en zij legerden zich in de woestijn van Paran.
Het is
vanuit de woestijn van Paran dat de twaalf verspieders naar het Beloofde Land
Kanaän werden uitgezonden.
Numeri
13:1 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: 2 Zend u mannen uit: die het land
Kanaän verspieden, hetwelk Ik den kinderen Israëls geven zal; van elken stam
zijner vaderen zult gijlieden een man zenden, zijnde ieder een overste onder
hen. 3 Mozes
dan zond hen uit de woestijn van Paran, naar den mond des HEEREN; al
die mannen waren hoofden der kinderen Israëls. …
Numeri
13:20 Ook hoedanig het land zij, of het vet zij of mager, of er bomen in zijn
of niet; en versterkt u, en neemt van de vrucht des lands. Die dagen nu waren de dagen der eerste vruchten van de wijndruiven.
Volgens
de Joodse overlevering in de Seder Olam werd het land Kanaän door de twaalf
verspieders verkend vanaf 28 Sivan (mei/juni) tot 9 Ab (juli/augustus) en dit
op basis van de vermelding in Numeri 13:20 dat het de dagen der eerste vruchten
van de wijndruiven was.
Op
basis hiervan kunnen we berekenen dat de tocht vanaf de berg Gods Horeb tot
Kades een periode van ruim achtendertig dagen in beslag nam. Hun vertrek aan de
berg werd gedateerd op de twintigste dag van de tweede maand Iar. Hun aankomst
te Kades werd volgens de overlevering gedateerd op de achtentwintigste dag van
de derde maand Sivan.
Wordt
vervolgd…
Met
vriendelijke groet,
Robert
De Telder
Recente publicaties:
Dertig
Jubeljaren, 2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU
Kronieken van
de koningen van Israël, 2017, zie
link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory

EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331
Dit boek kan inmiddels volledig online gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html
De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999
TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579
De Assyriologie
herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234
De Tweede
Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343
Genesis
versus Egyptologie, 2009, dit boek is uitverkocht maar
kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html
Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document
gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)