We
vervolgen deze week onze kronieken van de koningen van het tienstammenrijk, met
Menahem en zijn zoon en troonopvolger Pekahia. De vorige aflevering over de
kronieken van de koningen van Israël gaat al terug tot 01.04.2016, zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1459116000&stopdatum=1459720800 , met
een artikel over de kroniek van koning Jerobeam II.

Het
einde van de regeerperiode van Jerobeam II viel in het jaar van de bijzondere
constellatie van planeten in 776 v. Chr. toen een meganatuurcatastrofe planeet
aarde trof. De Grieken waren er met de minste kleerscheuren doorgekomen en
begonnen uit dank naar hun goden toe, de Olympische Spelen. De landen Juda en
Israël werden zwaar getroffen. De constellatie/interactie van planeten met op
aarde meganatuurcatastrofes, behoorde tot een cyclus van rampen die planeet
aarde sinds de Grote Vloed tot de achtste eeuw v. Chr. met regelmaat getroffen
heeft. Ik volg hier de kosmische catastrofeleer van Donald W. Patten, Ronald R.
Hatch and Loren C. Steinhauer, met hun werk: The Long Day of Joshua and Six
Other Catastrophes uit 1973.
Het
jaar 776 v. Chr. is het jaar van de grote aardbeving ten tijde van de
regeerperiode van Azaria/Uzzia in Juda. Het gebied van Juda en Israël werd
namelijk zwaarder getroffen en de kracht van de aardbeving ten tijde van Uzzia
wordt door de profeet Zacharia als van apocalyptische aard beschreven.
De
cyclus van rampen van kosmische oorsprong kreeg al aandacht in het werk van Dr.
Immanuël Velikovsky (1895/1979), Werelden
in botsing, 1950. De aardbeving ten tijde van Uzzia bracht hij in verband
met zijn theorie van een cyclus van kosmische meganatuurcatastrofes die planeet
aarde in de oudheid, plaagden. Hierna een samenvatting van het werk van
Velikovsky door Wikipedia:
In
zijn boeken Werelden in botsing en Aarde in beroering schetst Velikovsky
catastrofistische theorieën, die erop neerkomen dat bepaalde tijdperken in de
geschiedenis van de aarde abrupt worden afgesloten door rampen van kosmische
aard, zoals het langs de aarde scheren van een komeet, die zich vervolgens in
een permanente baan om de zon heeft gevestigd en nu bekend is als de planeet
Venus. Deze rampen zouden in het collectieve geheugen van de mensheid zijn
gegrift en de bron vormen van diverse mythen over de hele wereld. Verder deed
hij beweringen over eigenschappen van Venus en Jupiter. Zo was hij van mening
dat de planeet Jupiter radiosignalen uit zou moeten zenden. Dit werd 1954
toevallig bevestigd door Bernard Burke en Kenneth Franklin van het Carnegie
Instituut in Washington D.C., afdeling radio astronomie en aards magnetisme. Op
6 april 1955, tijdens een bijeenkomst van de American Astronomical Society,
meldden ze hun bevindingen.
Ook
beweerde hij dat de oppervlaktetemperatuur van Venus zeer hoog zou liggen, in
de honderden graden Celsius boven nul. Dit stond haaks op de algemeen
geaccepteerde inzichten over Venus. In 1962 passeerde de ruimtesonde Mariner 2
de planeet Venus en stelde vast dat de oppervlaktetemperatuur ongeveer 400
graden Celsius is. Tevens nam de sonde waar dat Venus een retrograde,
tegengestelde, draairichting heeft ten opzichte van de andere planeten, behalve
Uranus, in ons zonnestelsel. Einde citaat.
De
kosmische catastrofetheorie heeft al langer mijn aandacht. Hoewel ik de theorie
vanuit mijn opleiding niet naar waarheid kan toetsen, past de theorie wel in
een resem van meganatuurcatastrofes die in de Bijbel beschreven worden, en ook
gedateerd kunnen worden. Wat dan ook het mechanisme geweest is, dat deze
meganatuurcatastrofes veroorzaakte?
Naast
Velikovsky kwam in de jaren negentig het werk van Donald W. Patten, Ronald R.
Hatch and Loren C. Steinhauer, The Long Day of Joshua and Six Other
Catastrophes, onder mijn aandacht. Deze geleerden gaan nog gedetailleerder te
werk en leveren een schema met een cyclus van catastrofes van 2484 v. Chr. tot
701 v. Chr. Het jaar 701 v. Chr. is hun ankerpunt op de tijdsbalk, van waar zij
in de tijd terugrekenen. Dit jaartal zou het jaar zijn dat het Assyrische leger
van Sanherib nabij Jeruzalem door de Engel des HEREN, in het veertiende
regeringsjaar van koning Hizkia, vernietigend verslagen werd. Het jaar 701 v. Chr. werd door de geleerde
E. Thiele bekomen. Thiele dokterde op basis van de Assyrische koningslijst
het jaartal 701 v. Chr., voor het veertiende regeringsjaar van Hizkia, uit. Hij
deed dit via het aanpassen van de Bijbelse chronologische gegevens aan de
Assyrische Khorsabad-koningslijst. Thiele verkorte uiteindelijk de algemene
regeringstijd van de koningen van Israël en Juda met uiteindelijk ongeveer
veertig jaar, en dit om in lijn met de Assyrisch-chronologische gegevens te
komen. Het veertiende regeringsjaar van
Hizkia wijkt op die manier met acht jaar van de Bijbelse chronologische
gegevens af. Het Exodusjaartal van 1447 v. Chr. van Thiele, wijkt zelfs
zesendertig jaar af van de Bijbels-chronologische gegevens volgens de sabbat-
en jubeljaarcyclus.
In heel
wat naslagwerken en Bijbelatlassen worden de jaartallen van E. Thiele
gehanteerd. In mijn boek De Assyriologie herzien ga ik hier dieper op in. Zie ook TIJD en TIJDEN, 2015, blz. 327, hoofdstuk: de kroniek van koning
Hizkia.
Als een gevolg van het hanteren van de chronologie van
Thiele voor de regeerperioden van de koningen van Israël en Juda, zit Donald W.
Patten als beginpunt, er acht jaar naast en op deze manier gaan sommige
verbanden verloren en werkt men dikwijls met circa s wat de datering van de
meganatuurcatastrofes betreft.
Wanneer men echter het
cyclusmodel van Donald W. Patten, Ronald R. Hatch en Loren C. Steinhauer,
binnen de sabbat- en jubeljaarchronologie hanteert, zijn de resultaten nochtans
verbluffend. De catastrofe-cyclus is volgens Patten zelfs nauwkeurig te
berekenen tot 54 jaar en zes maanden met iedere keer een planetaire
interactie in de maand maart, het Romeinse Tubilustrium en de daaropvolgende
catastrofe 54 jaar en zes maanden later in oktober, het Romeinse Armilustrium.
Wanneer
we het jaar 776 v. Chr. als een ankerjaar op de tijdsbalk gebruiken arriveren
we 54 jaar en zes maanden later in het voorjaar van 722 v. Chr. met de dood van
koning Achaz en een beschreven meganatuurcatastrofe op de dag van diens
begrafenis. Terugrekenend in de tijd vanaf oktober 776 v. Chr. arriveert men in
het voorjaar van 830 v. Chr. voor een eerdere bijzondere constellatie met
toevallig een regeringswissel in zowel Juda als Israël. Zie het artikel op dit
blog van 22.02.2016, link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1456095600&stopdatum=1456700400

De dood
van Jerobeam II in het jaar van de meganatuurcatastrofe veroorzaakte een breuk
in de troonopvolging in het tienstammenrijk. Het resultaat was een periode van
anarchie alvorens de zoon van Jerobeam II: Zacharia, de macht kon overnemen.
2
Koningen 15:8 In
het acht en dertigste jaar van Azaria,
den koning van Juda, regeerde Zacharia, de zoon van Jerobeam, over Israël te
Samaria, zes maanden.
Dit
Bijbelgedeelte leert dat Zacharia koning werd in het achtendertigste regeringsjaar
van koning Azaria van Juda, wat op de tijdsbalk het jaar oct765/sep764 v. Chr.
is. Of een periode van twaalf jaar van anarchie in het tienstammenrijk, zonder
koning op de troon. Dit is een toestand die de profeet Hosea, die optrad in de
dagen van Jerobeam, geprofeteerd had:
Hosea
3:4 Want de kinderen Israëls zullen vele dagen blijven zitten, zonder koning, en zonder vorst, en
zonder offer, en zonder opgericht beeld, en zonder efod en terafim.
Het was
farao Sjosjenq I van de tweeëntwintigste Libische dynastie die middels een
veldtocht aan de periode van anarchie in het gebied van het tienstammenrijk een
einde maakte. Het was het begin van een alliantie van het tienstammenrijk met
Egypte, een alliantie die zou stand houden tot op koning Hosea en de val van
Samaria in 717 v. Chr. Zie het artikel op dit blog van 14-09-2015, link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1442181600&stopdatum=1442786400 Gelijk
Salman Beth-Arbel verwoestte.
In mijn
boek DE ZONAANBIDDER, 2016, blz. 167-172, ga ik uitgebreid in op de plaatsing
van de tweeëntwintigste dynastie op de tijdsbalk tijdens deze epoque.

2
Koningen 15:9 En hij (Zacharia) deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN,
gelijk als zijn vaderen gedaan hadden; hij week niet af van de zonden van
Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israël zondigen deed. 10 En Sallum, de zoon van Jabes, maakte een verbintenis tegen hem, en
sloeg hem voor het volk, en doodde hem; en hij werd koning in zijn plaats. 11 Het overige nu der geschiedenissen
van Zacharia, ziet, dat is geschreven in het boek der kronieken der koningen
van Israël. 12 Dit was het woord des HEEREN, dat Hij gesproken had tot Jehu,
zeggende: U zullen zonen van het vierde gelid op den troon van Israël zitten;
en het is alzo geschied.
13 Sallum, de zoon van Jabes, werd koning, in het negen en dertigste jaar
van Uzzia, den koning van Juda; en hij
regeerde een volle maand te Samaria.
De
periode van twaalf jaar zonder koning in het tienstammenrijk betekende met de
troonsbestijging van Zacharia niet het einde van de anarchie in het gebied van
Israël. Zacharia werd namelijk na amper zes maanden op de troon door een
usurpator met de naam Sallum, vermoord. Deze laatste kon vervolgens een volle maand,
volgens het Bijbelbericht, regeren waarna ook hij door een andere
troonpretendent vermoord werd.
2
Koningen 15:14 Want Menahem, de zoon van
Gadi, toog op van Thirza, en kwam te Samaria, en sloeg Sallum, den zoon van
Jabes, te Samaria, en doodde hem, en werd koning in zijn plaats. 15 Het overige
nu der geschiedenissen van Sallum, en zijn verbintenis, die hij maakte, ziet,
die zijn geschreven in het boek der kronieken der koningen van Israël. 16 Toen
sloeg Menahem Tifsah, met allen, die daarin waren, ook haar landpalen van
Thirza af; omdat men niet voor hem had opengedaan, zo sloeg hij hen; al haar
bevruchte vrouwen hieuw hij in stukken. 17 In
het negen en dertigste jaar van Azaria, den koning van Juda, werd Menahem, de
zoon van Gadi, koning over Israël, en regeerde tien jaren te Samaria. 18 En
hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN; hij week al zijn dagen niet af
van de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israël zondigen deed.
19 Toen kwam Pul, de koning van Assyrië,
tegen het land; en Menahem gaf aan Pul duizend talenten zilvers, opdat zijn
hand met hem zoude zijn, om het koninkrijk in zijn hand te sterken. 20 Menahem
nu bracht dit geld op van Israël, van alle geweldigen van vermogen, om den
koning van Assyrië te geven, voor elk man vijftig zilveren sikkels; alzo keerde
de koning van Assyrië weder, en bleef daar niet in het land.
21 Het
overige nu der geschiedenissen van Menahem, en al wat hij gedaan heeft, is dat
niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Israël? 22 Daarna
ontsliep Menahem met zijn vaderen; en zijn zoon Pekahia werd koning in zijn
plaats. (Statenvertaling)
Het
negenendertigste regeringsjaar van koning Uzzia van Juda zit op de tijdsbalk
verankerd in het jaar 763 v. Chr. In het voorjaar van 763 v. Chr. nam generaal Menahem
in Israël het bewind over. Dat Menahem de legeroverste was maakt Flavius
Josephus ons bekend. De beschreven invasie van de Assyrische koning Pul in 2
koningen 15:19, dateer ik in de periode van 763/761 v. Chr. Zie het artikel op
dit blog van 14.04.2016, link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1460325600&stopdatum=1460930400
De
Assyrische koningen Pul en Tiglath Pileser zijn volgens de Statenvertaling op
basis van de Hebreeuwse grondtekst, als twee te onderscheiden koningen te zien.
De gevestigde Assyriologie ziet ze als één en dezelfde koning. De gevestigde
Assyriologie ziet Tiglath Pileser III ook als een en dezelfde persoon met de
Babylonische koning Pulu van de Ptolemeüs-canon. Bij de revisie van de
Assyrische koningslijst echter komt Tiglath Pileser III op de tijdsbalk als
tijdgenoot van Menahem terecht, en blijft de Babylonische koning Pulu op de
tijdsbalk verankerd met de regeerperiode 22.02.731/20.02.726 v. Chr., waar geen
discussie over bestaat (zie TIJD en TIJDEN, Appendix 6, blz.482/494).
Van
Tiglath Pileser III zijn heel wat annalen bewaard gebleven. In de kroniek van
zijn zevende jaar wordt Menahem van Samaria bij naam als schatplichtig aan hem genoemd.

Annals of Tiglath Pileser III, ANET 3 283: I received tribute from Kutapi of Commagene, Rezon of Damascus, Menahem of Samaria, Hiram of Tyre,
Sibitti-bi'li of Byblos, Urikki of Qu'e, Pisiris of Karchemi, I'nil of Hamath,
Panammu of Sam'al, Tarhulara of Gurgum, Sulumal of Melitene, Dadili of Kaska,
Uassarme of Tabal, Uhitti of Tuhana, Tuhamma of Itunda, Urimme of Hubina,
and Zabibe, the queen of Arabia - gold, silver, tin, iron, elephant-hides,
ivory, linen garments with multi-coloured trimmings, blue-dyed wool,
purple-dyed wool, ebony-wood, boxwood-wood, whatever was precious enough for a
royal treasure; also lambs whose stretched hides were dyed purple, wild birds
whose spread-out wings were dyed blue, furthermore horses, mules, large and
small cattle, male dromedaries, female dromedaries with their foals.
De Assyriologie
heeft Tiglath Pileser III de regeerperiode van 745 tot 727 v. Chr. gegeven, en
dit op basis van haar interpretatie van de Eponiemlijsten. Dit staat echter
haaks op de regeerperiode van Menahem die aan de hand van de sabbat- en
jubeljarenschikking op de tijdsbalk de jaren 763/753 v. Chr. heeft. Het is de
regeerperiode van Tiglath Pileser die dient aangepast te worden. Een aanzet heb
ik hiertoe gemaakt in mijn boek DE ASSYRIOLOGIE herzien uit 2012, blz. 70-83.
Herzien regeert Tiglath Pileser III nu van het jaar 768 tot het jaar 731 v.
Chr. Tijdens deze lange periode deelde hij aanvankelijk de troon van Assyrië
met Pul en later was zijn zoon Sargon II co-regent met hem. Wanneer koning
Achaz van Juda door Pekah van het tienstammenrijk in alliantie met Aram belaagd
werd, schreef Achaz een brief om hulp aan de koningen van Assyrië,
koningen in het meervoud:
2
Kronieken 28:16 Ter zelfder tijd zond de koning Achaz tot de koningen van Assyrië, dat zij hem helpen
zouden..
Zoals
de Assyriologie de eponiemlijsten hanteert herkend zij geen co-regentschappen
en gaat er bovendien van uit dat er geen namen in de lijst ontbreken. De Bijbel
leert anders. En ook Flavius Josephus verstond het in zijn tijd ook anders.
Hierna
volgt een relevant gedeelte uit de werken van Flavius Josephus aangaande
Menahem en de Assyrische koningen Pul en Tiglath Pileser.
Flavius
Josephus, Joodse Oudheden, Boek IX, xi.
1. Now when Zachariah, the son of Jeroboam, had
reigned six months over Israel, he was slain by the treachery of a certain
friend of his, whose name was Shallum, the son of Jabesh, who took the kingdom
afterward, but kept it no longer than thirty days; for Menahem, the general of his army, who was at that time in the city
Tirzah, and heard of what had befallen Zachariah, removed thereupon with all
his forces to Samaria, and joining battle with Shallum, slew him; and when he
had made himself king, he went thence, and came to the city Tiphsah; but the
citizens that were in it shut their gates, and barred them against the king,
and would not admit him: but in order to be avenged on them, he burnt the
country round about it, and took the city by force, upon a siege; and being
very much displeased at what the inhabitants of Tiphsah had done, he slew them
all, and spared not so much as the infants, without omitting the utmost
instances of cruelty and barbarity; for he used such severity upon his own
countrymen, as would not be pardonable with regard to strangers who had been
conquered by him. And after this manner it was that this Menahem continued to reign with cruelty and barbarity for ten years. But when Pul, king of Assyria, had made an
expedition against him, he did not think meet to fight or engage in battle with
the Assyrians, but he persuaded him to accept of a thousand talents of silver,
and to go away, and so put an end to the war. This sum the multitude collected
for Menahem, by exacting fifty drachme as poll-money for every head; after
which he died, and was buried in Samaria, and left his son Pekahiah his successor in the kingdom, who followed the
barbarity of his father, and so ruled
but two years only, after which he was slain with his friends at a feast,
by the treachery of one Pekah, the
general of his horse, and the son of Remaliah, who laid snares for him. Now
this Pekah held the government twenty
years, and proved a wicked man and a transgressor. But the king of Assyria, whose name was Tiglath-Pileser, when he had made an expedition against the
Israelites, and had overrun all the land of Gilead, and the region beyond
Jordan, and the adjoining country, which is called Galilee, and Kadesh, and
Hazor, he made the inhabitants prisoners, and transplanted them into his own
kingdom. And so much shall suffice to have related here concerning the king of
Assyria.
Wanneer
we dit citaat van Josephus hebben doorgenomen, blijkt duidelijk dat de
oudheidhistoricus Josephus de Assyrische koningen Pul en Tiglath Pileser ook als
twee te onderscheiden koningen ziet. Ook leert Josephus dat Menahem de generaal
van het Israëlitische leger was, toen hij Sallum vermoordde. Het einde van
Menahem zag geen moord of complot maar hij stierf in zijn bed en werd opgevolgd
door zijn zoon Pekahia. Deze regeerde echter slechts gedurende twee jaar
alvorens door een nieuwe usurpator gedood te worden.
2
Koningen 15:23 In het vijftigste jaar
van Azaria, den koning van Juda, werd Pekahia, de zoon van Menahem, koning over
Israël, en regeerde twee jaren te Samaria. 24 En hij deed dat kwaad was in
de ogen des HEEREN; hij week niet af van de zonden van Jerobeam, den zoon van
Nebat, die Israël zondigen deed. 25 En Pekah,
de zoon van Remalia, zijn hoofdman, maakte een verbintenis tegen hem, en
sloeg hem te Samaria, in het paleis van het huis des konings, met Argob en met
Arje, en met hem vijftig mannen van de kinderen der Gileadieten; alzo doodde
hij hem, en werd koning in zijn plaats. 26 Het overige nu der geschiedenissen
van Pekahia, en al wat hij gedaan
heeft, ziet, dat is geschreven in het boek der kronieken der koningen van
Israël. (Statenvertaling)
Het
vijftigste regeringsjaar van koning Uzzia van Juda is op onze tijdsbalk het
jaar 753 v. Chr.
Wordt
vervolgd
Met
vriendelijke groet,
Robert
De Telder
Recente publicaties van Robert De Telder

EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331
De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999
TIJD
en TIJDEN, 2015, Zie
link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579
De
Assyriologie herzien, 2012, zie
link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234
De Tweede
Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343