2 Koningen 10:35 En Jehu
ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem te Samaria, en zijn zoon Joahaz werd koning in zijn plaats. 36 En de dagen, die Jehu over
Israël geregeerd heeft in Samaria, zijn acht en twintig jaren. (Statenvertaling)
Het
jaartal dat Joahaz zijn vader Jehu opvolgde was 847 v. Chr. Dit jaar was het
drieëntwintigste regeringsjaar (okt848/sep847 v. Chr.) van koning Joas van
Juda.
2 Koningen 13:1 In het drie en twintigste jaar van Joas, den
zoon van Ahazia, den koning van Juda, werd
Joahaz, de zoon van Jehu, koning over Israël, te Samaria, en regeerde zeventien jaren.
Zo merken
we dat de koningen van Israël op de tijdsbalk met de koningen van Juda
verankerd zijn. De regeerperiode van Joas van Juda en de verankering op de
tijdsbalk heb ik uitvoerig in mijn studie TIJD
en TIJDEN, 2015, behandelt. Voor wie het boek wil aanschaffen, zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

2 Koningen 13:2 En hij (Joahaz) deed dat kwaad was in de ogen
des HEEREN; want hij wandelde na de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat,
die Israël zondigen deed; hij week daarvan niet af. 3 Daarom ontstak des HEEREN
toorn tegen Israël; en Hij gaf hen in de hand van Hazaël, den koning van Syrië, en in de hand van Benhadad, den zoon
van Hazaël, al die dagen. 4 Doch
Joahaz bad des HEEREN aangezicht ernstelijk aan; en de HEERE verhoorde hem;
want Hij zag de verdrukking van Israël, dat de koning van Syrië hen verdrukte. 5
Zo gaf de HEERE Israël een verlosser,
dat zij van onder de hand der Syriërs uitkwamen; en de kinderen Israëls woonden
in hun tenten, als te voren.

De
zeventien regeringsjaren van Joahaz werden gekenmerkt door de strijd van Aram
tegen Israël. Het was koning Hazaël van Syrië (of Aram) die de verdrukker van
Godswege was. Na een lange periode van verdrukking zocht Joahaz naar het einde
van zijn regeerperiode toe, oprecht voor uitkomst bij de HERE God. Het
resultaat was het zenden van een verlosser die de Israëlieten van het Aramese
juk bevrijdde. Op het hierna volgende bijgevoegde schema merken we dat de
Assyriër Adad Nerari III hoogstwaarschijnlijk de vermelde verlosser was. In het
jaar 833 v. Chr. rukte de Assyriër tegen Damascus op en bracht zo Israël uit de
verdrukking van Aram. Over Adad Nerari III als de beschreven verlosser van
Israël schreef ik eerder op dit blog een artikel op 18-01-2016. Zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?ID=2836510

2 Koningen 13:6 Nochtans weken zij niet af van de zonden van het
huis van Jerobeam, die Israël zondigen deed; maar hij wandelde daarin; en het bos
bleef ook staan te Samaria. 7 Want hij had Joahaz geen volk laten overblijven
dan vijftig ruiteren en tien wagenen, en tien duizend voetvolks; want de koning
van Syrië had hen omgebracht, en had hen dorsende gemaakt als stof.
8 Het overige nu der geschiedenissen van Joahaz, en al wat hij
gedaan heeft, en zijn macht, zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Israël?
9 En Joahaz ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem te
Samaria; en Joas, zijn zoon, regeerde in zijn plaats.
De lange
strijd van Aram tegen Israël had het leger van de Israëlieten gereduceerd tot uiteindelijk
slechts tien strijdwagens, vijftig ruiters en tienduizend soldaten. Het
geweldige Israëlitische leger van Achab, zoals beschreven door de Assyriër
Salmaneser III ten tijde van de slag bij Karkar in 889 v. Chr., vijftig
jaar eerder, was niet meer.
Joahaz
stierf in het voorjaar van 830 v. Chr. en werd opgevolgd door zijn zoon Joas,
een naamgenoot van koning Joas van Juda.
Wordt
vervolgd
Met
vriendelijke groet,
Robert
De Telder