Inhoud blog
  • Overlijden Robert De Telder
  • Corona
  • Chronologische schema's - afbeeldingen - vanaf de Grote Vloed tot de Spraakverwarring
  • Joeja
  • De eerste drieduizend jaar, hoofdstuk 1
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    KRONOS
    chronologie - archeologie - oudheid
    09-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Assyrische koningen van de achtste eeuw v. Chr. herbezien

    De Assyrische koningen Pul, Tiglath Pileser III, Salmaneser V, Sargon II en Sanherib aan de hand van de Bijbel op de tijdsbalk chronologisch herschikt. (deel 1)

    1 Kronieken 5:25 Maar zij hebben tegen den God hunner vaderen overtreden, en de goden der volken des lands nagehoereerd, welke God voor hun aangezichten had verdelgd. 26 Zo verwekte de God Israels den geest van Pul, den koning van Assyrie, en den geest van Tiglath-Pilneser, den koning van Assyrie, die voerde hen gevankelijk weg, te weten de Rubenieten, en de Gadieten, en den halven stam van Manasse; en hij bracht hen te Halah, en Habor, en Hara, en aan de rivier Gozan, tot op dezen dag. (Statenvertaling)

     

    Wanneer u beste lezer(es), het hierboven vermelde Bijbelcitaat hebt gelezen en het (terecht) als historische waarheid aanneemt, komt u onmiddellijk in conflict met de gevestigde wetenschap: Assyriologie. Het geciteerde Bijbelgedeelte uit de Statenvertaling vermeldt namelijk twee koningen van Assyrië als twee te onderscheiden koningen: Pul én Tiglath Pileser. Voor de gevestigde, orthodoxe Assyriologie, zijn zij echter één en dezelfde persoon? De Bijbelse naam Pul komt namelijk niet in de Assyrische koningslijst voor, maar wel een variant in de Babylonische koningslijst. Een koning met de naam Pulu of Poros zat volgens de Ptolemeüs-canon op de troon van Babylon van 22.02.731 tot 20.02.726 v. Chr. De Bijbelse Pul als naam van een Assyrische koning zou volgens de Assyriologen identiek zijn met de Babylonische naam van Tiglath Pileser III?

    De voortreffelijke Statenvertaling volgde nochtans getrouw de Hebreeuwse tekst van het Oude Testament wanneer de Bijbelse Assyrische koningen Pul en Tiglath Pileser terecht als twee te onderscheiden koningen vermeld werden.

    De orthodoxe Assyriologie heeft sinds de eerste helft van de twintigste eeuw echter zoveel gezag verkregen dat zij zelfs godgeleerden beïnvloedde bij nieuwe Bijbelvertalingen. De NBG 1951- en de NBV 2004-vertalingen kozen tot het volgen van de Assyriologie, en meenden woorden aan de grondtekst te moeten toevoegen om in lijn met de Assyriologie te komen:

    1 Kronieken 5:26 wekte de God van Israël de geest op van Pul, de koning van Assur, namelijk de geest van Tillegatpilneser, de koning van Assur, en deze voerde hen weg: de Rubenieten, de Gadieten en de helft van de stam Manasse. En hij bracht hen naar Chalach, Chabor, Hara en de rivier van Gozan, waar zij zijn tot op de huidige dag. (NBG Vertaling 1951)

     

    1 Kronieken 5:26 Daarom zette de God van Israël koning Pul van Assyrië, ook bekend als Tiglatpileser, ertoe aan om hen als ballingen weg te voeren. Hij bracht hen naar Chalach, Chabor, Hara en de rivier van Gozan, en daar wonen ze tot op de dag van vandaag. (De Nieuwe Bijbelvertaling NBV)

     

     

    Godzijdank hebben we vandaag nog altijd de Statenvertaling ter controle en kunnen we met een gerust hart met de Bijbelse chronologie als maatstaf, een revisie van de Assyriologie doorvoeren,.

    Pul was wel degelijk een koning van Assyrië en waarschijnlijk de vader van Tiglath Pileser III en aldus te onderscheiden van Tiglath Pileser III. Ook de Joodse historicus Flavius Josephus uit de eerste eeuw van de westerse tijdrekening, zag Pul en Tiglath Pileser III als twee afzonderlijke Assyrische koningen:

    Joodse Oudheden, Boek IX, xi.1. …And after this manner it was that this Menahem continued to reign with cruelty and barbarity for ten years. But when Pul, king of Assyria, had made an expedition against him, he did not think meet to fight or engage in battle with the Assyrians, but he persuaded him to accept of a thousand talents of silver, and to go away, and so put an end to the war. This sum the multitude collected for Menahem, by exacting fifty drachme as poll-money for every head; after which he died, and was buried in Samaria, and left his son Pekahiah his successor in the kingdom, who followed the barbarity of his father, and so ruled but two years only, after which he was slain with his friends at a feast, by the treachery of one Pekah, the general of his horse, and the son of Remaliah, who laid snares for him. Now this Pekah held the government twenty years, and proved a wicked man and a transgressor. But the king of Assyria, whose name was Tiglath-Pileser, when he had made an expedition against the Israelites, and had overrun all the land of Gilead, and the region beyond Jordan, and the adjoining country, which is called Galilee, and Kadesh, and Hazor, he made the inhabitants prisoners, and transplanted them into his own kingdom. And so much shall suffice to have related here concerning the king of Assyria.

     

    Zuiver Bijbel-chronologisch gezien zit er ongeveer een periode van dertig jaar tussen de Bijbelse koning van Assyrië Pul, en de Babylonische koning Pulu of Poros. Beiden één verklaren kan chronologisch-historisch gezien, niet.

    De Bijbelse koning van het tienstammenrijk: Menahem, over wie we lazen in het citaat van Flavius Josephus, regeerde van 763 v. Chr. tot het voorjaar van 753 v. Chr. Deze regeringsjaren zijn het resultaat van het verankeren van het veertiende regeringsjaar van koning Hizkia met het vijftiende jubeljaar van 709/708 v. Chr., en door vanaf dit ankerjaar op de tijdsbalk naar de regeerperiode van koning Uzzia te navigeren. De regeerperiode van Menahem is namelijk gelinkt aan die van koning Uzzia van Juda. Zie TIJD en TIJDEN, 2015, hoofdstuk: Kroniek van koning Uzzia, blz. 279-284.

    De regeerperiode van de Bijbelse koning van Assyrië: Pul, zit aldus op de tijdsbalk verankerd ten tijde van de regeerperiode van Menahem van Israël van het jaar 763 tot het jaar 753 v. Chr. De Babylonische Pulu of Poros van de Ptolemeüs canon is zondermeer duidelijk te onderscheiden van de Bijbelse Pul als koning van Assyrië, en blijft als koning van Babylon behouden met de regeerperiode 731/726 v. Chr. Zie ook TIJD en TIJDEN, 2015, appendix 6: De Ptolemeüs-canon.

    Hierna het Bijbelgedeelte dat de Assyriër Pul met Menahem verbindt.

    2 Koningen 15:17 In het negenendertigste jaar van Azarja (Uzzia), de koning van Juda, werd Menahem, de zoon van Gadi, koning over Israël; hij regeerde tien jaar te Samaria. 18 Hij deed wat kwaad is in de ogen des HEREN; hij week al zijn dagen niet af van de zonden die Jerobeam, de zoon van Nebat, Israël had doen bedrijven, 19 Pul, de koning van Assur, trok tegen het land op; Menahem gaf Pul duizend talenten zilver, opdat deze hem zou bijstaan om het koningschap in zijn hand te bevestigen. 20 En Menahem hief dit geld van Israël, van alle vermogende lieden, om het de koning van Assur te geven: vijftig sikkels zilver per hoofd. Toen keerde de koning van Assur terug en bleef daar niet in het land. (NBG Vertaling 1951)

     

     

    De beschreven invasie van Pul in het Israël van Menahem in 2 Kon. 15:17-20 en 1 Kronieken 5:25-26, dateren we in het eerste regeringsjaar van Menahem in 763 v. Chr.

     

    In mijn boek ‘De Assyriologie herzien, 2012, Appendix I: Mitanni, identificeerde ik de Bijbelse Pul als de vader van Tiglath Pileser III en dit op basis van de identificatie van Pul’ s alter ego met de koning van Mitanni: Suttarna II. De regeerperiode van Pul laat ik aanvangen in het jaar van de meganatuurcatastrofe: 776 v. Chr., bij de dood van de legendarische Sardanapallos alias Artatama van Mitanni. Bij de dood van Pul werd deze opgevolgd door zijn zoon Tiglath Pileser III alias Tushratta. Deze koning regeerde daarvoor een hele tijd als co-regent of co-koning met zijn vader, want ook Tiglath Pileser III is met de regeerperiode van Menahem van het tienstammenrijk verbonden. In de bewaarde annalen van Tiglath Pileser III verwijst hij naar Menahem van Samaria. Het is overigens een document dat de orthodoxie niet exact kon dateren:

    Annals of Tiglat Pileser III, ANET 3 283: I received tribute from Kuštašpi of Commagene, Rezon of Damascus, Menahem of Samaria, Hiram of Tyre, Sibitti-bi'li of Byblos, Urikki of Qu'e, Pisiris of Karchemiš, I'nil of Hamath, Panammu of Sam'al, Tarhulara of Gurgum, Sulumal of Melitene, Dadili of Kaska, Uassarme of Tabal, Ušhitti of Tuhana, Tuhamma of Ištunda, Urimme of Hubišna, and Zabibe, the queen of Arabi - gold, silver, tin, iron, elephant-hides, ivory, linen garments with multi-coloured trimmings, blue-dyed wool, purple-dyed wool, ebony-wood, boxwood-wood, whatever was precious enough for a royal treasure; also lambs whose stretched hides were dyed purple, wild birds whose spread-out wings were dyed blue, furthermore horses, mules, large and small cattle, male dromedaries, female dromedaries with their foals.

     

    De gevestigde Assyriologie heeft op basis van haar Eponiemlijsten voor Tiglath Pileser III een regeertijd van het jaar 745 tot het jaar 727 v. Chr., wat echter niet past met de Bijbels-chronologische gegevens over koning Menahem van Israël met de jaren 763 tot 753 v. Chr.

    Bovendien hebben we in de bewaarde annalen van Tiglath Pileser III een vermelding over koning Azaria/Uzzia van Juda:

    “In the course of my campaign, I received the tribute of the kings of the seacoast… Azariah of Judah, like… Azariah, the land of Judah… without number, reaching high to heaven and exceedingly great on earth…

    … which had gone over to Azariah and had strengthened him… like stumps… exceedingly difficult… was barred and was high… were situated… his egress… I had them bring… I surrounded his garrisoned towns and against… I caused them to carry and… his great… like pots I smashed… rider… Azariah… my royal palace… in…tribute like that of the Assyrians I laid upon them… and the city of Kullani… at his invitation…

    …. 19 districts of Hamath, together with the cities of their environs, which lie on the shore of the sea of the setting sun, which had gone over to Azariah, in revolt and contempt of Assyria, I brought within the border of Assyria. My officials I set over them as governors. 30.300 people I carried off from their cities and placed them in the province of the city of Ku-. 1.223 people I settled in the province of the land of Ulluba.”

     

     

    Koning Azaria/Uzzia van Juda wordt door de Assyriër beschreven als de leider van een coalitie van Klein-Aziatische koningen tegen het oprukkende en alsmaar uitbreidende Assyrië.

    Koning Uzzia/Azaria van Juda heeft Bijbels-chronologisch een regeertijd van het jaar 803 tot 750 v. Chr. In het jaar 776 v. Chr. werd Uzzia/Azaria echter met melaatsheid geslagen en in quarantaine geplaatst. Zijn zoon Jotham werd toen als co-regent aangesteld. We moeten aannemen dat de verwijzing naar Azaria van Juda als de leider van een Klein-Aziatische coalitie door Tiglath Pileser III, in de periode van 803 tot 776 v. Chr. op de tijdsbalk te plaatsen is, tijdens zijn gezonde periode. Het is dezelfde periode dat Uzzia/Azaria ook Egypte onder zijn controle had (De Zonaanbidder, 2016, blz. 36-39).

    Het moet duidelijk zijn dat de chronologische constructie van de Assyriologie voor deze tijdsperiode, onverzoenbaar met de Bijbels-chronologische gegevens is. Het kan niet anders zijn dan dat er hiaten in de Eponiemlijsten voorkomen en dat de lijst aldus geen opeenvolging van koningen en gebeurtenissen voorstelt.

    De afkomst van Tiglath Pileser III is in de Assyriologie overigens omstreden. Er bestaat namelijk twijfel over zijn afstamming. De Assyriologie had hem aanvankelijk als de zoon van Assur Nirari neergezet, maar een latere archeologische vondst weerlegde dit. Op een steen-inscriptie stond Tiglath Pileser III vermeldt als de zoon van Adad Nirari? (KAH,I, Nos. 21-23. Ancient records of Assyria and Babylonia by Daniel David Luckenbill, Chicago, 1926). De tegenstrijdigheid betreffende het zoon-schap van Tiglath Pileser III is binnen de Assyriologie tot op heden niet opgelost. Bovendien heeft een latere opvolger op de troon van Assur: Essarhaddon, een zoon van Sanherib, veel van de annalen van Tiglath Pileser III in zijn tijd al vernielt. De muren van het paleis van Tiglath Pileser III te Kalhu waren versierd met een reeks annalen, in drie verschillende revisies op tegels, respectievelijk bestaande uit zeven, twaalf of zestien lijnen. Een latere koning van Assyrië Essarhaddon recycleerde de tegels voor zijn eigen paleis. Het motief van de Assyrische kroniekschrijvers was duidelijk niet het accuraat weergeven van historische gegevens, maar integendeel het verheerlijken van de dan regerende monarch.

    Het is boeiend om het commentaar van de Assyrioloog Luckenbill aangaande de annalen van Tiglath Pileser III te lezen:

    “The annals of Tiglath Pileser were engraved upon the slabs of the rebuilt central palace at Calah. These slabs were later removed by Essarhaddon to be used in his southwest palace of the same city. As a result of the removal and retrimming of the stone, the annals have come down to us in a fragmentary state. Without the aid of the Eponym lists with notes it would have been impossible to arrange the fragments in their chronological order, and, even so, future discoveries are likely to show that the arrangement now generally accepted is wrong

     

    Luckenbill waarschuwt dat de oorspronkelijke annalen van Tiglath Pileser die zijn paleismuren versierden, later door Essarhaddon in zijn paleis gerecycleerd werden. Als een gevolg van de verwijdering en het her-trimmen van het steen, zijn de gereconstrueerde annalen van Tiglath Pileser III tegenwoordig in een fragmentarische toestand. Daarenboven stelt Luckenbill dat alhoewel men een en ander chronologisch heeft kunnen rangschikken op basis van de Eponiemlijsten, men toch kan verwachten dat de chronologische schikking fout kan zijn. Dit statement staat ons toe alle informatie die we aangaande Tiglath Pileser III tot nu toe hebben, opnieuw chronologisch te herschikken en ditmaal met de Bijbel als leidraad.

    Zoals eerder opgemerkt geeft de orthodoxe Assyriologie Tiglath Pileser III een regeringsperiode van 745 tot 727 v. Chr., en dit op basis van hun interpretatie van de Eponiemlijsten. De regeerperiode van Tiglath Pileser III werd door de Assyriologie via hun ankerjaar 763 v. Chr., met een genoteerde zonsverduistering boven Nineveh, op 15 juni van het tiende regeringsjaar van Assur Dan, ten tijde van het eponiem van Bur Sagale, verkregen. Bij het chronologisch hanteren van de Eponiemlijsten gaat de Assyriologie er steevast van uit dat de Assyrische koningslijst volledig is en er geen namen ontbreken? Ik zal aantonen dat er wel degelijk namen ontbreken, verwijderd werden, en dat er perioden van co-regentschappen hebben plaatsgevonden. De Bijbel leert bijvoorbeeld dat ten tijde van Tiglath Pileser III meerdere koningen van Assyrië de troon met elkaar deelden. Hierna één voorbeeld:

    2 Kronieken 28:16 In die tijd zond koning Achaz het verzoek tot de koningen van Assur hem te helpen.   

     

    De daarop volgende Assyrische invasie van het gebied van Israël geschiedde in de dagen van Pekah, koning van Israël.

    2 Koningen 15:29 In de dagen Pekah, den koning van Israël, kwam Tiglath-pilezer, de koning van Assyrië, en nam Ijon in, en Abel-beth-maacha, en Janoah, en Kedes, en Hazor, en Gilead, en Galilea, het ganse land van Nafthali; en hij voerde hen weg naar Assyrië.

     

    Deze invasie dateren we in het eerste jaar van Pekah in 755 v. Chr. zijnde het zevende regeringsjaar van Tiglath Pileser III als alleenheerser over Assyrië.

    De volgende invasie van Israël en Aram is die 737 v. Chr. in het jaar dat Pekah geallieerde met de Arameeër Rezin tegen Achaz van Juda oprukte. Deze invasie kan chronologisch nauwkeurig gedateerd worden. Zie TIJD en TIJDEN, 2015, blz. 289-300.

    2 Koningen 16:9 En de koning van Assur gaf hem gehoor; de koning van Assur trok op tegen Damascus, nam het in en voerde de bevolking in ballingschap weg naar Kir; en Rezin bracht hij ter dood. Daarop ging Achaz Tiglath Pileser, de koning van Assur, tegemoet naar Damascus…

     

    De aanleiding was een schrijven aan de koningen van Assur van een in het nauw gedreven koning Achaz van Juda, die door de geallieerde legers van Samaria en Damascus aangevallen werd.

    Jesaja 7:1 Het geschiedde nu in de dagen van Achaz, de zoon van Jotham, de zoon van Uzzia, de koning van Juda, dat Rezin, de koning van Aram, met Pekah, de zoon van Remalia, de koning van Israël, tegen Jeruzalem ten strijde trok; maar hij kon in de strijd daartegen de overhand niet behalen.     

     

    2 Kronieken 28:16 In die tijd zond koning Achaz het verzoek tot de koningen van Assur hem te helpen.    

     

    In het eerder geciteerde Bijbelgedeelte van 2 Kronieken 28:16 worden de koningen, (in het meervoud), van Assyrië door de in het nauw gedreven Achaz, aangeschreven. Maar het is Tiglath Pileser, als koning van Assur in het enkelvoud, die tegen Damascus oprukt. Het is duidelijk dat Assyrië tijdens deze periode meer dan één koning met leger ter beschikking had en de verschillende koningen jaarlijks meerdere veldtochten uitvoerden. Een observatie om de betreffende eponiemlijsten en hun vermeende chronologie, met argwaan te behandelen.

     

     

    De volgende invasie van Assyrië in Israël dateren we in het jaar 735 v. Chr. Het jaar dat Hosea in Israël een samenzwering smeedde tegen koning Pekah en hem vermoorde.

    2 Koningen 15:30 En Hosea, de zoon van Ela, smeedde een samenzwering tegen Pekach, de zoon van Remaljahu; hij sloeg hem dood en werd koning in zijn plaats in het twintigste jaar van Jotam, de zoon van Uzzia. 31 Het overige van de geschiedenis van Pekach en al wat hij gedaan heeft, zie, dat is beschreven in het boek van de kronieken der koningen van Israël.

     

    In een bewaard gebleven inscriptie van Tiglath Pileser (Nimrud Tablet (in Rost, 78-81, lijnen 1-19) is er een vermelding naar het verwijderen van Pekah door de hand van de Israëlieten zelf, en het installeren van Hosea als vazal van Assur door Tiglath Pileser. Het is een inscriptie van Tiglath Pileser III die we aan de hand van de Bijbel exact kunnen dateren in het jaar 735 v. Chr. Het jaar dat Pekah in het tienstammenrijk vermoord werd en Hosea de macht greep. En het laatste fragment dat we van Tiglath Pileser III’ annalen hebben (Nimrud, Zuid oostelijk paleis, Slab inscriptie (6-16) dateert uit dezelfde periode. Op de lijst komen we ook koning Achaz van Juda tegen.

    Wanneer we al de vermelde Assyrische invasies op de tijdsbalk aanbrengen merken we dat Tiglath Pileser III veel langer geregeerd heeft dan dat de orthodoxie leert. De eerste vermelding over Tiglath Pileser III in de Bijbel als koning over Assyrië gaat terug tot 763 v. Chr., het jaar van de beschreven invasie in 2 Kronieken 5:25-26. In het jaar 763 v. Chr. was hij duidelijk een co-regent met zijn vader Pul. Zijn laatste regeringsjaar was 735 v. Chr., het jaar van zijn veldtocht naar Damascus en het aanstellen van Hosea als Assyrisch vazal over Israël. Een regeerperiode van minstens 33 jaar voor Tiglath Pileser III. Of een verschil van vijftien jaar met de eponiemlijsten.

    Er zitten aldus hiaten in de eponiemlijsten die geen aaneensluitende chronologie meer voorstellen. De reden hiervoor ligt bij de rivaliteit van de Assyrische koningen onderling, maar vooral in een historisch aantoonbare cyclus van meganatuurcatastrofes die planeet aarde in de achtste eeuw v. Chr. met regelmaat trof. Iedere keer zorgde dit voor chaos en anarchie. Tiglath Pileser III was de zoon van de Bijbelse Pul alias Adad Nirari IV die een usurpator was. Pul was volgens mijn revisie van de geschiedenis van de oudheid degene die de legendarische Sardanapallos alias Artatama versloeg en zich de kroon van Nineveh toe-eigende. In de Eponiemlijsten zit er aldus een breuk vanaf het eponiem van Nergal-nasir, [746/745, orthodoxe jaartallen] 783/782, de gouverneur van Nisibis, opstand in Kalhu, tot aan het eponiem van Nabû-bela-usur, [745/744, orthodoxe jaartallen] 761/760, de gouverneur van Arrapha, in Ajaru, de dertiende, Tiglath-pileser beklom de troon. Dit is een historisch verifieerbare breuk in de eponiemlijsten met een tijdsperiode van 22 jaar waarbinnen de legendarische Sardanapallos en de Bijbelse Pul inpast.

    Tiglath Pileser III deelde de troon met Pul en later kwam de zoon en troonopvolger van Tiglath Pileser III: Salmaneser V, daarbij. Een waar triumviraat, aan wie de belaagde koning Achaz zijn brief schreef.

     

    Salmaneser V is de Assyrische koning die volgens de Bijbel Samaria, de hoofdstad van het tienstammenrijk, innam en de bevolking in ballingschap wegvoerde.

    2 Koningen 18:9 Het geschiedde nu in het vierde jaar van den koning Hizkia (hetwelk was het zevende jaar van Hosea, den zoon van Ela, den koning van Israël) dat Salmaneser, de koning van Assyrië, opkwam tegen Samaria, en haar belegerde. 10 En zij namen haar in ten einde van drie jaren, in het zesde jaar van Hizkia; het was het negende jaar van Hosea, den koning van Israël, als Samaria ingenomen werd. 11 En de koning van Assyrië voerde Israël weg naar Assyrië, en deed hen leiden in Halah, en in Habor, bij de rivier Gozan, en in de steden der Meden. 12 Daarom dat zij de stem des HEEREN, huns Gods, niet waren gehoorzaam geweest, maar Zijn verbond overtreden hadden; en al wat Mozes, de knecht des HEEREN, geboden had, dat hadden zij niet gehoord, noch gedaan.

    13 Maar in het veertiende jaar van den koning Hizkia kwam Sanherib, de koning van Assyrië, op tegen alle vaste steden van Juda, en nam ze in. (Statenvertaling)

     

    Dit Bijbelcitaat is onverzoenbaar met en absoluut niet compatibel met de gefabriceerde chronologie van de Assyrische koningen door de vak-wetenschap: Assyriologie. Volgens de Bijbelse chronologie zitten er tussen de val van Samaria door Salmaneser V in 717 v. Chr. en de belegering van Jeruzalem door het leger van Sanherib in 709 v. Chr., slechts acht jaar. De eponiemlijsten hebben hier echter een periode tegenover staan van eenentwintig jaar.

    Daarenboven schrijft de Assyriologie de inname van Samaria en de wegvoering van de tien stammen van Israël in ballingschap aan Sargon II toe, in plaats van aan Salmaneser V. Dit alleen op basis dat Sargon II het zo in zijn annalen heeft nagelaten:

    “7. I besieged and occupied the town of Samaria, and took 27,280 of its inhabitants captive. I took from them 50 chariots, but left them the rest of their belongings. I placed my Lieutenants over them; I renewed the obligation imposed upon them by one of the Kings who preceded me

    (The Annals of Sargon, [Excerpted from "Great Inscription in the Palace of Khorsabad," Julius Oppert, tr., in Records of the Past, vol. 9 (London: Samuel Bagster and Sons, 1877), pp. 3-20])

     

    Dat Sargon II in het licht van het Bijbelboek 2 Koningen 18:9 een leugenaar en een geschiedenisvervalser was, wordt door de Assyriologie niet in vraag gebracht.

    Voor de volledige regeerperiode van Salmaneser V heeft de Assyriologie slechts acht eponiem-jaren ter beschikking om een en ander op de tijdsbalk in te vullen. Een van de weinige schriftelijke verwijzingen (buiten de eponiemlijsten) naar Salmaneser V vanuit de Assyrische bronnen, is een fragment van een cilinder dat heden in het British Museum (K.38345) bewaard wordt. Het is een memoriaal tekstcilinder die te Borsippa in de tempel van Nabu geplaatst werd. De inscriptie zelf is beschadigd en niet volledig. De eindtekst maakt echter duidelijk dat we een schriftelijk document van Salmaneser V in ons bezit hebben. Hierna de tekst, zoals gepubliceerd door Daniel David Luckenbill, Chicago, 1926:

    829. … who did not bow in submission at his feet… the mention of his name… his word (?) …bringing… hastely before him… those not obedient to my (?) command … that … he caused to be surrounded, surrounding the town… the god in whom he trusted… with his help not draw my (?) yoke … who carried off … and was turning (them, it) to himself (his known use) … his word and the mention of his name they did not fear, and did not dread his rule … overflowed his land (?) and laid it low like a deluge … his own … fell upon him and his life was no more … I (?) carried off and brought to Assyria. 830. I am Salmaneser the mighty king, king of the universe, king of Assyria, king of the four regions of the world, viceroy of Babylon, king of Sumer and Akkad, son of …, king of Assyria; most precious scion of Assyria, seed of Royalty, of the eternal days… of Borsippa, whose site (?) had been damaged by the violence of the mighty floods… its damage I repaired and strengthened its structure.… May Nabu look upon the temple with delight.

     

    Over de regeerperiode van Salmaneser V is er aldus buiten de Bijbel en de werken van Flavius Josephus niet veel informatie beschikbaar. Wat de Bijbel betreft wil de orthodoxe Assyriologie wel aannemen dat Salmaneser V aanvankelijk Samaria belegerd heeft, maar maakt daarmee echter een foute identificatie vanuit de eponiemlijst, met Samaria. Men gaat er namelijk van uit dat het vermelde Shamarain in de Eponiemlijst, Samaria zou zijn. Tijdens de eponiemjaren van Mahde, Assur-ishmeani en Salmaneser wordt er gewag gemaakt van een campagne tegen Shamarain. Hoewel deze plaatsnaam afwijkt van het Assyrische Samerina voor Samaria, heeft men toch voor de identificatie van Shamarian voor Samaria gekozen. Tegen deze identificatie spraken al eerder historici met grote naam zoals o.a. Albright (geciteerd door Merrill F. Unger, Israel and the Aramaeans of Damascus, Chapter X, voetnoot 33). Shamarain of beter geschreven Shabarain is te identificeren met Sibraim terwijl Samaria; Samarina blijft. De belegering en inname van Samaria door Salmaneser V besloeg drie jaar, een tijdsperiode die in de Eponiemlijsten ontbreekt.

    De conclusie zou nogmaals moeten zijn dat er hiaten in de Eponiemlijsten voorkomen, maar dit is voor de Assyriologie ondenkbaar.

    De val van Samaria vond volgens de Bijbelse chronologie plaats in 717 v. Chr. (Zie TIJD en TIJDEN, 2015, hoofdstuk: voorjaar 717 v. Chr., de wegvoering van de tien stammen, blz. 312-320. Drie jaar eerder in het voorjaar van 720 v. Chr., begon de belegering van Samaria door het Assyrische leger van Salmaneser V. Na de inname van Samaria, begon Salmaneser V hetzelfde jaar een campagne tegen Syrië en Fenicië, dat leert de Joodse historicus Flavius Josephus. Een historisch gegeven dat haaks staat op wat de orthodoxe Assyriologie leert.

    1. WHEN Shalmaneser, the king of Assyria, had it told him, that [Hoshea] the king of Israel had sent privately to So, the king of Egypt, desiring his assistance against him, he was very angry, and made an expedition against Samaria, in the seventh year of the reign of Hoshea; but when he was not admitted [into the city] by the king, (24) he besieged Samaria three years, and took it by force in the ninth year of the reign of Hoshea, and in the seventh year of Hezekiah, king of Jerusalem, and quite demolished the government of the Israelites, and transplanted all the people into Media and Persia among whom he took king Hoshea alive; and when he had removed these people out of this their land he transplanted other nations out of Cuthah, a place so called, (for there is [still] a river of that name in Persia,) into Samaria, and into the country of the Israelites. … …

    2. And now the king of Assyria invaded all Syria and Phoenicia in a hostile manner. The name of this king is also set down in the archives of Tyre, for he made an expedition against Tyre in the reign of Eluleus; and Menander attests to it, who, when he wrote his Chronology, and translated the archives of Tyre into the Greek language, gives us the following history: “One whose name was Eluleus reigned thirty-six years; this king, upon the revolt of the Citteans, sailed to them, and reduced them again to a submission. Against these did the king of Assyria send an army, and in a hostile manner overrun all Phoenicia, but soon made peace with them all, and returned back; but Sidon, and Ace, and Palsetyrus revolted; and many other cities there were which delivered themselves up to the king of Assyria. Accordingly, when the Tyrians would not submit to him, the king returned, and fell upon them again, while the Phoenicians had furnished him with threescore ships, and eight hundred men to row them; and when the Tyrians had come upon them in twelve ships, and the enemy's ships were dispersed, they took five hundred men prisoners, and the reputation of all the citizens of Tyre was thereby increased; but the king of Assyria returned, and placed guards at their rivers and aqueducts, who should hinder the Tyrians from drawing water. This continued for five years; and still the Tyrians bore the siege, and drank of the water they had out of the wells they dug." And this is what is written in the Tyrian archives concerning Shalmaneser, the king of Assyria.

    - Joodse Oudheden Boek IX, xiv. 1,2 (volgens de vertaling van het Grieks naar het Engels door William Whiston)

     

    Flavius Josephus verhaalt dat Salmaneser V na de val van Samaria, een beleg van Tyrus begon dat vijf jaar zou duren. Samen met de belegering van Samaria gedurende drie jaren zijn dit in totaal acht jaren die in de Eponiemlijsten van de regeerperiode van Salmaneser V, ontbreken.

    De belegering van Samaria door Salmaneser V liep vanaf 720 v. Chr. tot 717 v. Chr., waarna hij in hetzelfde jaar een belegering van Tyrus voor een periode van vijf jaar tot 712 v. Chr., ondernam. Hoogstwaarschijnlijk werden hij en zijn leger die rond de stad Tyrus gelegerd waren, door de Griekse invasie in 712 v. Chr., weggevaagd. Voor de orthodoxie is het einde van Salmaneser V in raadsels gehuld. Voor de invallen van de zeevolken gereviseerd naar de achtste eeuw v. Chr., zie: De zonaanbidder, 2016, appendix 1, blz. 149-158.

    De historische regeerperiode van Salmaneser V besloeg een veel langere periode dan de Eponiemlijsten laten verstaan. Salmaneser V zat op de troon van Assyrië van 735 v. Chr., aanvankelijk als co-regent van Tiglath Pileser III tot 731/730 v. Chr. en daarna als koning tot 712 v. Chr. Vanaf 721 v. Chr. had hij als co-regent: de geschiedvervalser Sargon II.

    De orthodoxe Assyriologie meent Salmaneser V te kunnen identificeren met de Babylonische koning Uloulaios van de Ptolemeüs-canon. Hierna het relevante gedeelte van de canon:

    Nabonassar (Nabonassáros):         27.02.747–22.02.733

    Nabu-nadin-zeri (Nadíos):             23.02.733–21.02.731

    Nabu-mukin-zeri en Pulu              22.02.731–20.02.726

    Ululai (Iloulaíos):                     21.02.726–19.02.721

    Marduk-apla-iddina II                    20.02.721–16.02.709

    Arkeanós (Sargon II)                      17.02.709–14.02.704

    Maar op basis van wat we uit de Bijbel en de werken van Flavius Josephus historisch gereconstrueerd hebben, is er geen reden meer om de moeilijke identificatie met Uloulaios te zoeken. We kunnen gerust Uloulaios als een Babyloniër op de troon van Babylon laten. Hoogstwaarschijnlijk volgde Salmaneser V de politiek van zijn voorganger Tiglath Pileser III die met een schatplichtig Babylon vrede nam. Op het eerder geciteerde cilinder in het British Museum noemt hij zich overigens een ‘vice’roy van Babylon.

     

    Wordt vervolgd met deel 2

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

    09-01-2017 om 11:01 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Assyrische koningen van de achtste eeuw v. Chr. herbezien, deel 2

    De Assyrische koningen Sargon II en Sanherib aan de hand van de Bijbel op de tijdsbalk chronologisch herschikt.

     

    De eerder vermelde Sargon II als co-regent van Salmaneser V staat eenmaal bij naam in de Bijbel vermeld.

    Jesaja 20:1 In het jaar, toen Tartan naar Asdod kwam, als hem Sargon, de koning van Assyrië gezonden had, toen hij krijg voerde tegen Asdod, en het innam; 2 Ter zelfder tijd sprak de HEERE, door den dienst van Jesaja, den zoon van Amoz, zeggende: Ga heen, en ontbind den zak van uw lendenen, en doe uw schoenen van uw voeten. En hij deed alzo, gaande naakt en barrevoets. 3 Toen zeide de HEERE: Gelijk als Mijn knecht Jesaja naakt en barrevoets wandelt, drie jaren, tot een teken en wonder over Egypte en over Morenland; 4 Alzo zal de koning van Assyrië voortdrijven de gevangenen der Egyptenaren, en de Moren, die weggevoerd zullen worden, jongen en ouden, naakt en barrevoets, en met blote billen, den Egyptenaren tot schaamte. 5 En zij zullen verschrikken en beschaamd zijn van de Moren, op dewelke zij zagen, en van de Egyptenaars, hun roem. 6 En de inwoners van dit eiland zullen te dien dage zeggen: Ziet, alzo is het gegaan dien, op welken wij zagen, werwaarts wij henenvloden om hulp, om gered te worden van het aangezicht des konings van Assyrië; hoe zullen wij dan ontkomen? (Statenvertaling)

     

    In de andere relevante historische Bijbelboeken Koningen en Kronieken wordt Sargon niet bij naam vermeldt, maar vinden we wel enkele malen 'koningen van Assur' in het meervoud, waarbij het chronologisch gezien duidelijk is, dat Sargon een co-regent of co-koning, was. Aan Salmaneser V was Sargon II volgens gegevens die we uit de Bijbel afleiden, aanvankelijk ondergeschikt. Dit is een gegeven dat echter niet uit Sargon ’s annalen, blijkt. Integendeel, Sargon claimt bijvoorbeeld de verovering van Samaria en de wegvoering in ballingschap van het tienstammenrijk voor zichzelf.

    De Bijbel leert in 2 Koningen 18:9-10 dat Salmaneser V verantwoordelijk was voor de inname van Samaria, en ontmaskert Sargon als een geschiedenis-vervalser. De belegering van Samaria nam drie jaar in beslag van 720 tot 717 v. Chr. De wegvoering van de tien stammen volgde in 717 v. Chr. Dit is Bijbelse chronologie die aan de hand van de sabbat- en jubeljaren, op de tijdsbalk vast verankerd zit. Zie TIJD en TIJDEN, 2015, hoofdstuk: voorjaar 717 v. Chr.: de wegvoering van de tien stammen, blz. 312-320.

    Het wapenfeit van de veldmaarschalk of Tartan van Sargon dat de profeet Jesaja doorgaf met de belegering van Asdod, plaatsen we in het jaar 719 v. Chr. De Bijbel leert dat nadat de profeet Jesaja drie jaar lang barrevoets als een zinnebeeld door het land had gelopen, het leger van Sargon tegen Asdod oprukte. De bijzondere bediening van Jesaja begon in het sterfjaar van koning Achaz van Juda in 722 v. Chr., het jaar dat er een meganatuurcatastrofe genoteerd werd. Drie volledige jaren later brengt ons in het voorjaar van 719 v. Chr., voor het oprukken van de Tartan van Sargon en de vermelding in de Bijbel dat Sargon II dan koning van Assur was. Dit sluit aan met de gegevens van de Babylonische koningslijst. Sargon wordt namelijk in zijn elfde regeringsjaar als koning van Babylon vermeld. Het is het eponiem van Mannu-ki-Aššur-le'i, de gouverneur van Tille, dat melding maakt dat Sargon in dat jaar de hand van Bêl nam, wat staat voor het koningschap over Babylon. Aan de hand van de Ptolemeüs-canon plaatsen we dat eponiem in feb709/mrt708 v. Chr. In mijn boek TIJD en TIJDEN, 2015, Appendix 6, blz. 482-494, toon ik aan dat de jaartallen van de Ptolemeüs-canon correct zijn en verankerd in de Bijbelse tijdlijn. Ik hecht veel waarde aan de Babylonische koningslijst omdat de Bijbel namelijk na de val van Samaria en de wegvoering van de tien stammen door de Assyriërs, de vernietiging van de Tempel van Salomo ten tijde van Zedekia de koning van Juda, aan de regeerperiode van de koning van Babylon: Nebukadnezar linkt (2 Koningen 25:8-9). Nebukadnezar werd bij zijn dood in 562 v. Chr. opgevolgd door zijn zoon Evilmerodach wiens eerste jaar gelijk viel met het zevenendertigste jaar van de wegvoering van koning Jojachin in Babylonische ballingschap (2 Koningen 25:27). De koningslijst van Babylon is aldus verankerd met de regeer- en ballings-periode van de koningen van Juda. Bovendien valt de vrijlating van Jojachin van Juda aan het begin van het achttiende jubeljaar van okt562/sep561 v. Chr.

    Ik stel tegelijkertijd ook vast dat er nergens in de Bijbel op zulk een wijze naar een nauwkeurige verankering met een bepaalde regeertijdstip van een Assyrische koning verwezen wordt.

     

     

    Maar nu verder met de regeerperiode van Sargon II en de verankering met de Bijbelse gegevens en de Babylonische koningslijst. Vanaf het elfde eponiemjaar van Sargon II rekenen we op de tijdsbalk terug tot zijn eerste jaar als koning. Let op! De verkregen Bijbelse link met de profeet Jesaja’s bediening en het eerste regeringsjaar van Sargon II past alleen in de tijdsconstructie met Hizkia ’s regeerperiode verbonden met het vijftiende jubeljaar van okt709/sep708 v. Chr. Op de wijze zoals de bekende chronoloog Edwin R. Thiele de regeerperiode van Hizkia verbonden heeft met de Assyriërs Sanherib en Sargon II via het jaartal 701 v. Chr. als het veertiende regeringsjaar van Hizkia, gaat de Bijbels-chronologische verbinding met de bediening van de profeet Jesaja verloren.

    Sargon II deelde de troon van Assyrië vanaf 719 v. Chr. tot 712 v. Chr. met Salmaneser V Het is dan ook logisch dat bijvoorbeeld koning Achaz van Juda in zijn brieven aan Assur, verwees naar de koningen in het meervoud.

    De veldmaarschalk van Sargon II liet in 719 v. Chr. bij zijn offensief naar de kust Samaria links liggen, en trok met zijn leger naar Asdod en Gaza. Te Raphia werd slag geleverd met het Egyptisch leger onder leiding van Sebech. Een veldslag die door de Assyriërs gewonnen werd, wat ook het lot van Samaria bezegelde. Terwijl Salmaneser V gedurende drie jaar Samaria verder belegert en daarop volgens Flavius Josephus een belegering van Tyrus begint, geven de Eponiemlijsten alleen melding van de veldtochten van Sargon II. Heel opmerkelijk heeft het eponiem van šarru-emuranni, dat we in 712/711 v. Chr. dateren, als vermelding: “de koning bleef in het land”. Dit is een eufemisme voor nietsdoen. Opmerkelijk is dat door het linken van de regeerperiode van Sargon II met de jaartallen van de Babylonische koningslijst en de bediening van de profeet Jesaja, Sargon ’s achtste jaar in 712 v. Chr. valt, met de vermelding dat hij in het land bleef. Het jaar 712 v. Chr. is in de revisie van de geschiedenis van de oudheid, het jaar van de Griekse invasie in de Levant en Egypte. De zeevolken lieten bij het oprukken in Klein-Azië, Assyrië links liggen en richten zich op de Levant en op Egypte. Een invasie die de profeet Jesaja in detail beschreven heeft. Voor de invallen van de zeevolken gereviseerd naar de achtste eeuw v. Chr., zie: De zonaanbidder, 2016, appendix 1, blz. 149-158. Zie ook de link naar een relevant artikel: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?ID=2946276

    De invasie van de zeevolken in de Levant werd nog hetzelfde jaar in de kiem gesmoord. Niet door Assyrië, maar door een Egyptisch leger aangevoerd door de prins Ramses III. Als een gevolg van het terugslaan van de zeevolken door Egypte in Klein-Azië, was Assyrië in staat om vanuit zijn hartland, het jaar daarop in 711 v. Chr., een veldtocht tegen Mar’as te ondernemen. Langs de kust van de Levant hadden inmiddels zich Grieken of Ioniërs genesteld, een gebied dat voorheen onder Assyrische controle stond. In Asdod bijvoorbeeld zat een Griekse (Ioniër) heerser op de troon. Ook elders langs de kust hadden zich zeevolken gevestigd. Zie het artikel op dit blog van 27-07-2015: Wenamon en de zeevolken. Zie link:

    http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1437948000&stopdatum=1438552800

    Voor de orthodoxie gaat het verband met de vermelding van Griekse heersers in de kuststeden van de Levant verloren. Zij laten de Zeevolken in de twaalfde eeuw voor Christus het gebied binnenrukken en dit op basis van de foutieve plaatsing van de regeerperiode van Ramses III op de tijdsbalk.

     

     

    De eponiemlijsten verwijzen naar Sargon II tot 705/704 v. Chr. waarna tijdens het eponiem van Nashru-Bêl de vermelding volgt: de koning werd gedood; het kamp van de koning van Assyrië [...] In Abu, de twaalfde, Sanherib, de koning [?].

    Leert dit eponiem nu dat Sargon II in 705 v. Chr. sneuvelde? Zekerheid hebben we hier niet? Het is trouwens heel ongewoon dat een Assyrische koning in de strijd zou sneuvelen. Een koning die kon sneuvelen riep teveel vragen op, vragen die vermeden moesten worden. De verschillende beschikbare bronnen spreken elkaar dan ook tegen. Volgens de ene theorie werd Sargon in zijn paleis vermoord en volgens een andere stierf hij een obscure dood op een slagveld in noordwestelijk Iran, tegen een weinig bekende volkstam. Het is overigens ook mogelijk dat Sargon vijfendertig jaar de troon deelde; eerst met Salmaneser V en daarna met zijn zoon Sanherib. Het grootste gedeelte van zijn laatste jaren verbleef hij dan vermoedelijk in zijn nieuwe hoofdstad Sargonsburg of Dur Sharrukin.

    Dat Sanherib in 705 v. Chr. koning over Assyrië werd is ook niet absoluut zeker. Volgens de Bijbelse chronologie leidde Sanherib een veldtocht tegen Jeruzalem in het veertiende regeringsjaar van Hizkia, zijnde 709 v. Chr. Een jaar dat volgens de Eponiemlijst alleen aan Sargon II behoorde. De veldtocht van Sanherib tegen Jeruzalem werd dan ook gevoerd als co-koning met Sargon II.

    In het jaar 709/708 v. Chr. leidde Sargon volgens het eponiem van Mannu-ki-Aššur-le'i, een veldtocht tegen Babylon terwijl zijn zoon Sanherib tegen Jeruzalem optrok.

    Sargon II slaagde er eindelijk in om Merodach Baladan, de koning van Babylon te verslaan en zelf het begeerde koningschap over Babylon op zich te nemen. De overwinning op Merodach Baladan stond ook uitvoerig op de muur van zijn paleis te Khorsabad in spijkerschrift afgebeeld:

    38. MERODACH-BALADAN, son of IAKIN, King of Chaldaea, the fallacious, the persistent in enmity, did not respect the memory of the gods, he trusted in the sea, and in the retreat of the marshes; he eluded the precepts of the great gods, and refused to send his tributes. He had supported as an ally KHUMBANIGAS, King of EIam. He had excited all the nomadic tribes of the desert against me. He prepared himself for battle, and advanced. During twelve years,[ From 721 to 709 BC] against the will of the gods of Babylon, the town of BEL, which judges the gods, he had excited the country of the Sumers and Accads, and had sent ambassadors to them. In honor of the god Assur, the father of the gods, and of the great and august Lord MERODACH, I roused my courage I prepared my ranks for battle. I decreed an expedition against the Chaldeans, an impious and riotous people. MERODACH-BALADAN heard of the approach of my expedition, dreading the terror of his own warriors, he fled before it, and flew in the nighttime like an owl, falling back from Babylon, to the town of Ikbibel. …

    Koning Merodach Baladan van Babylon wordt ook in de Bijbel vermeld:

    2 Koningen 20:12 Te dien tijde zond Berodak-Baladan, de zoon van Baladan, de koning van Babel, gezanten met een brief, en een geschenk aan Hizkia, want hij had gehoord, dat deze ziek geweest was. 13 En Hizkia hoorde naar hen en hij liet hun zijn gehele schathuis zien: het zilver en het goud, de specerijen en de kostbare olie, zijn gehele tuighuis en alles wat zich onder zijn schatten bevond. Er was niets in zijn paleis en in zijn gehele rijk, dat Hizkia hun niet liet zien. (NBG Vertaling 1951)

     

    Chronologisch plaatsen we deze beschreven gebeurtenis op de tijdsbalk, na de belegering van Jeruzalem door de Assyriër Sanherib in het veertiende regeringsjaar van Hizkia in 709 v. Chr. Het is daarna dat Hizkia doodziek werd en er daarop door de HERE God, vijftien jaar aan zijn leven werden toegevoegd. Het bezoek van de gezanten van de koning van Babel: Merodach Baladan, geschiedde aldus in het jaar okt709/sep708 v. Chr. en valt nu binnen de opgegeven regeerperiode volgens de Ptolemeüs-canon. In de fabricatie van Edwin R. Thiele bezoekt het Babylonische gezantschap Hizkia in het jaar 701/700 v. Chr. wat volledig buiten de regeerperiode van Merodach Baladan valt.

    Zoals eerder opgemerkt rukte Sanherib in 709 v. Chr. als co-koning met Sargon II tegen Jeruzalem op.

    2 Koningen 18:13 In het veertiende jaar van koning Hizkia trok Sanherib, de koning van Assur, op tegen alle versterkte steden van Juda en bezette ze.

     

    De Bijbel verwijst tijdens deze periode naar de koningen van Assur in het meervoud:

    2 Kronieken 32:1-4 Na deze gebeurtenissen, waarin Jehizkia 's trouw bleek, rukte Sanherib, de koning van Assur, op. Hij trok Juda binnen …… … en zeide: Waarom zouden de koningen van Assur bij hun komst zoveel water vinden…

     

    In het bovenvermelde citaat staat er 'koningen' in het meervoud geschreven, maar was het Sanherib, de zoon van Sargon, die de belegering van Jeruzalem doorvoerde terwijl zijn vader Sargon dat jaar Babylon innam. De Assyrische koning Sanherib geeft zijn veldtochten in zijn annalen nummers in plaats van een regeringsjaar te vermelden. De verklaring hiervoor ligt in zijn co-regentschap met Sargon II. Zijn veldtocht naar Jeruzalem in het veertiende regeringsjaar van Hizkia staat genoteerd als zijn derde veldtocht.

    De conclusie moet zijn dat de Assyrische berichtgeving over Sargon II en Sanherib onbetrouwbaar is. De eponiemlijsten geven de indruk een historisch overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen van jaar tot jaar door te geven, maar de historische realiteit is anders. Al de chronologische gegevens van de annalen van Sargon II van zijn paleis-inscripties te Khorsabad in de eponiemlijsten trachten te invullen, is een moeilijke zo niet onmogelijke opdracht. Voor de Bijbels-chronologische gegevens betreffende Salmaneser V, Sargon II en Sanherib is er in de eponiemlijsten geen ruimte. De twee verzoenen is ook niet mogelijk. Voor mij is het inmiddels duidelijk dat er in de eponiemlijsten hiaten zitten. Dat er co-regentschappen plaatsvonden vinden we in de Eponiemlijten ook niet terug.

     

    Sanherib staat als koning van Assyrië in de Bijbel vermeld in het veertiende regeringsjaar van Hizkia van Juda. Sanherib verwijst op zijn bekende prisma-stele naar de belegering van Jeruzalem, maar dateert deze actie als zijn derde veldtocht, zonder de vermelding van een regeringsjaar, wat wijst op een co-regentschap met zijn vader Sargon II.

    “18 As for Hezekiah the Judahite, 19who did not submit to my yoke: forty-six of his strong, walled cities, as well as 20 the small towns in their area, 21 which were without number, by levelling with battering-rams 22 and by bringing up seige-engines, and by attacking and storming on foot, 23 by mines, tunnels, and breeches, I besieged and took them. 24 200,150 people, great and small, male and female, 25 horses, mules, asses, camels, 26 cattle and sheep without number, I brought away from them 27 and counted as spoil. (Hezekiah) himself, like a caged bird 28 I shut up in Jerusalem, his royal city. 29 I threw up earthworks against him— 30the one coming out of the city-gate, I turned back to his misery. 31 His cities, which I had despoiled, I cut off from his land, and 32 to Mitinti, king of Ashdod, 33 Padi, king of Ekron, and Silli-bêl, 34 king of Gaza, I gave (them). And thus I diminished his land. 35 I added to the former tribute, 36 and I lad upon him the surrender of their land and imposts—gifts for my majesty. 37 As for Hezekiah, 38 the terrifying splendor of my majesty overcame him, and 39 the Arabs and his mercenary troops which he had brought in to strengthen 40 Jerusalem, his royal city, 41 deserted him. In addition to the thirty talents of gold and 42 eight hundred talents of silver, gems, antimony, 43 jewels, large carnelians, ivory-inlaid couches, 44 ivory-inlaid chairs, elephant hides, elephant tusks, 45 ebony, boxwood, all kinds of valuable treasures, 46 as well as his daughters, his harem, his male and female 47 musicians, which he had brought after me 48 to Nineveh, my royal city. To pay tribute 49 and to accept servitude, he dispatched his messengers.”

    (Prisma-stele kolom 2)

     

    Moesten we alleen de gegevens van de Assyriër bezitten, zouden we moeten aannemen dat Sanherib Jeruzalem inderdaad met succes belegerde, en een grote schatting van Hizkia ontving, de Judese koning die hij als een vogel in een kooi opgesloten had. De historische werkelijkheid zag er anders uit. Volgens de Bijbel werd het belegerende Assyrische leger door de Engel des HEREN vernietigend verslagen en moesten zij afdruipen. Later zou Sanherib volgens de Bijbel te Nineveh door twee van zijn zonen vermoord worden.

    2 Koningen 19:32 Daarom zo zegt de HEERE van den koning van Assyrië: Hij zal in deze stad niet komen, noch daar een pijl inschieten; ook zal hij met geen schild daarvoor komen, en zal geen wal daartegen opwerpen. 33 Door den weg, dien hij gekomen is, door dien zal hij wederkeren; maar in deze stad zal hij niet komen, zegt de HEERE. 34 Want Ik zal deze stad beschermen, om die te verlossen, om Mijnentwil, en om Davids, Mijns knechts wil. 35 Het geschiedde dan in dienzelven nacht, dat de Engel des HEEREN uitvoer, en sloeg in het leger van Assyrië honderd vijf en tachtig duizend. En toen zij zich des morgens vroeg opmaakten, ziet, die allen waren dode lichamen. 36 Zo vertrok Sanherib, de koning van Assyrië, en toog henen, en keerde weder; en hij bleef te Nineve. 37 Het geschiedde nu, als hij in het huis van Nisroch, zijn god, zich nederboog, dat Adramelech en Sarezer, zijn zonen, hem met het zwaard versloegen; doch zij ontkwamen in het land van Ararat; en Esar-haddon, zijn zoon, werd koning in zijn plaats. (Statenvertaling)

     

    De plaatsing van Sanherib op de tijdsbalk met zijn eerste regeringsjaar in 705 v. Chr. door de orthodoxe Assyriologie wijs ik af. Het jaartal 709 v. Chr. als veertiende regeringsjaar van Hizkia is op de tijdsbalk verankerd het zevende sabbatjaar van apr709/mrt708, gevolgd door het vijftiende jubeljaar van okt709/sep708 v. Chr. en is een navigatiepunt op de tijdsbalk. Dit gegeven plaatst Sanherib als koning van Assyrië al in het jaar 709 v. Chr. op de tijdsbalk. Aan de veldtocht naar Jeruzalem in 709 v. Chr. gingen overigens nog twee veldtochten vooraf. Op basis van de Bijbels-chronologische gegevens was Sanherib ontegensprekelijk een mede-koning die de troon van Assur met Sargon II deelde.

     

    Er is nochtans een manier om op basis van Sanherib ’s eigen annalen tot de berekening van zijn eerste co-regeerjaar te komen. Er is namelijk een verklaring (Assyrian Kings from Adasi to Assur Dan II - synthesized from Synchronistic Chronicle, Meissmer’s list, and corrected to the Khorsabad List - as quoted by Courville) van Sanherib, die stelt dat er 418 jaar waren tussen zijn regering en die van Tiglath Pileser I. Wanneer men de gangbare chronologie hanteert, klopt deze verklaring van Sanherib niet. De gereviseerde regeerperiode van Tiglath Pileser I heeft de jaren: 1134/1096 v. Chr. (zie De Assyriologie herzien, 2012, blz. 113) Wanneer we echter de rekensom in het gereviseerde plaatje toepassen verkrijgen we de som van 1134 min 418 geeft het jaartal 716 v. Chr. voor het eerste regeringsjaar van Sanherib. De kroniekschrijver van het Bijbelboek 2 Koningen 18:9-13 vermelde dan ook terecht Sanherib als koning van Assyrië in 709 v. Chr., in het veertiende regeringsjaar van Hizkia van Juda. De Bijbel, het Woord van God, is dan ook een betrouwbare chronologische bron. Accuraat hebben de Joden hun heilsgeschiedenis genoteerd en over de eeuwen heen correct gekopieerd.

    Romeinen 3:1 Welk is dan het voordeel van den Jood? Of welk is de nuttigheid der besnijdenis? 2 Vele in alle manier; want dit is wel het eerste, dat hun de Woorden Gods zijn toebetrouwd. (Statenvertaling)

     

    Het jaar 716 v. Chr. is hetzelfde jaar dat Sargon II een veldtocht tegen Mannea leidde en Salmaneser V de stad Tyrus belegerde. Het Assyrische Rijk kende in dat jaar aldus een waar triumviraat. Vermoedelijk leidde Sanherib in dat jaar zijn eerste veldtocht naar Babylon. Daar zat Merodach Baladan op de troon die weigerde voor het Assyrische juk te buigen. Met het relaas van Sanherib ’s derde veldtocht naar Jeruzalem in gedachte en zijn historische nederlaag aldaar, mogen we echter dezelfde twijfels hebben betreffende zijn bombastisch commentaar aangaande Babylon, op de prisma-stele:

    “20 In my first campaign I accomplished the defeat of Merodach-baladan, 21 king of Babylonia, together with the army of Elam, 22 his ally, on the plain of Kish. 23In the midst of that battle he deserted his camp, 24 and he escaped alone, so he saved his own life. 25 The chariots, horses, wagons, mules, 26 which he left behind at the beginning of the battle 27 my hands seized. Into his palace, which is in 28 Babylon, I entered jubilantly. 29 I opened his treasure-house: gold, silver, vessels of god and silver, 30 precious stones of every name, goods and property 31without limit, heavy tribute, his harem, 32 courtiers and officials, singers—male and 33 female—all his artisans, 34 as many as there were, his palace servants 35 I brought out, and I counted as spoil. In the might of Assur 36 my lord, seventy-five of his strong walled cities 37 of Chaldea, and 420 small cities 38 of their area I surrounded, I conquered, I carried off their spoil. 39 The Arabs, Arameans, and Chaldeans 40 who were in Erech, Nippur, Kish, Harsagkalamma, 41 Kutha and Sippar, together with the citizens, 42 the rebels I brought out and counted as booty…..”

     

    De stad Babylon werd pas in 709 v. Chr. door Sargon II onderworpen, en het relaas van Sanherib is als grootspraak te ontmaskeren.

    De tweede beschreven veldtocht van Sanherib op de prismastele leidde hem naar het land van de Kassieten in het oosten van Assur. Deze veldtocht is ergens tussen 715 en 710 v. Chr. te dateren

    “65 In my second campaign, Assur, my lord, encouraged me, and 66 against the land of the Kassites and the land of the Yasubigallai, 67 who from of old had not been submissive to the kings, my ancestors, 68 I marched. In the midst of the high mountains 69 I rode on horseback where the terrain was difficult, 70 and had my chariot drawn up with ropes: 71 where it became too steep, I clambered up on foot like the wild-ox. 72 The cities of Bît-Kilamzah, Hardishpi, 73and Bît-Kubatti, their strong, walled cities 74 I besieged, I captured. People, horses, 75 mules, asses, cattle, and sheep 76 I brought out from their midst and counted as booty. 77 And their small cities, which were beyond numbering, 78 I destroyed, I devastated, and I turned into ruins. The houses of the steppe, (namely) the tents, 79 in which they lived, I set on fire and 80 turned them into flames. I turned round, and 81 made that Bît-Kilamzah into a fortress— 82 I made its walls stronger than they had ever been before—….”

     

    Over de historische waarde van de beschrijving van deze veldtocht, is er geen andere bron beschikbaar dan de Assyrische. We mogen er echter wel van uitgaan dat er inderdaad een veldtocht heeft plaatsgevonden en dat er bijzonder wreed, buitenproportioneel in de naam van de god van Assur is opgetreden.

    De prismastele vermeldt een totaal van acht veldtochten en sluit af met de beschrijving van de uitbouw van de stad Nineveh en Sanherib ’s paleis. Het invoegen van deze veldtochten in de bewaarde eponiemlijsten van Sanherib is moeilijk en niet geheel passend mogelijk.

    Daarenboven is er een breuk, een hiaat in de eponiemlijsten vanaf het eponiem van 699/698 v. Chr.

    [699/698] Tijdens het eponiem van Bêl-šarrani, gouverneur van Kurba'il,

     

    De historische regeerperiode van Sanherib hebben we vastgesteld over de periode van 716 v. Chr. tot 680 v. Chr., of zesendertig jaar. Een belangrijk gedeelte van deze periode was Sanherib echter een co-koning met zijn vader Sargon II. Het einde van Sanherib hebben we beschreven gezien in het Bijbelboek 2 Koningen:

    2 Koningen 19:37 Het geschiedde nu, als hij in het huis van Nisroch, zijn god, zich nederboog, dat Adramelech en Sarezer, zijn zonen, hem met het zwaard versloegen; doch zij ontkwamen in het land van Ararat; en Essar-haddon, zijn zoon, werd koning in zijn plaats.

     

    Het eerste regeringsjaar van Essarhaddon, de zoon en troonopvolger van Sanherib, zit op de tijdsbalk verankerd in het voorjaar van 680 v. Chr., maar dat hebben we al in vorig artikel behandelt. Zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1466373600&stopdatum=1466978400

     

    Conclusie: er is geen enkele reden meer om de Bijbelse Assyrische koning Pul als één en dezelfde persoon als met Tiglath Pileser III te aanvaarden. Pul en Tiglath Pileser III waren duidelijk twee van elkaar te onderscheiden koningen van Assyrië. Er zit op de tijdsbalk een periode van ruim dertig jaar tussen de koning van Babylon: Pulu, en de Assyrische koning Pul.

    De stelling van de vakwetenschap Assyriologie dat de Eponiemlijsten het kader leveren voor een chronologisch rangschikken van de Assyrische koningen op de tijdsbalk, en dat de Assyrische koningslijst volledig zou zijn, meen ik weerlegd te hebben. In de Bijbel en in de werken van Flavius Josephus zijn er duidelijke aanwijzingen dat bepaalde namen van Assyrische koningen uit de lijst verwijderd werden en dat de aangeboden chronologie van de Assyrische koningen vraagtekens oproept.

    Het Bijbelgedeelte 2 Koningen 18:9-13 is de maatstaf ter correctie van de chronologie van de Assyrische koningen Salmaneser tot en met Sanherib. In het zesde jaar van Hizkia in 717 v. Chr. werd Samaria door Salmaneser ingenomen en acht jaar later in 709 v. Chr. in het veertiende regeringsjaar van Hizkia vond de belegering van Jeruzalem door Sanherib plaats. Dit is een Bijbelgedeelte dat de chronologische fabricatie van de Assyrische door middel van de eponiemlijsten als fout aanwijst. Het is nochtans aan deze wankele tijdsconstructie dat de geleerde Edwin E. Thiele de Bijbelse koningen van Juda en Israël gelinkt heeft door middel van het aanpassen van hun regeerperioden om ze in lijn met de Assyrische gegevens te brengen.

     

    Wordt vervolgd…

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

     

    Recente publicaties van Robert De Telder

     

     

    EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331

     

    De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999

     

    TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

     

    De Assyriologie herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234

     

    De Tweede Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343

    09-01-2017 om 10:57 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 02/11-08/11 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 31/12-06/01 2019
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 01/01-07/01 2018
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 30/12-05/01 2014
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 06/01-12/01 2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs