Ik zie mezelf niet als wereldreiziger, maar ik kom toch al eens ergens. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

Ofwel ben ik net terug van een vakantie, ofwel ben ik alweer een volgende citytrip aan het plannen. Ik hou ervan om me steeds tussen twee reizen te bewegen… en om op reis te zijn natuurlijk.

“De wereld is klein” wordt al eens gezegd als blijkt dat jij en je gesprekspartner een gemeenschappelijke kennis hebben. Maar hij is groot genoeg om hem nooit helemaal te zien. Het is ook altijd weer verrassend  wat een uitwerking de Gentse skyline op me heeft als ik terug thuis kom.

Het gevoel dat ik krijg als ik op de afslag Gent-centrum tussen de flatgebouwen rijd met de Sint Pieterskerk aan m’n linkerkant en de 3 torens recht voor me, is er een van thuiskomen. Als ik meer dan een paar dagen weggeweest ben,  begeef ik me zo snel mogelijk naar de Graslei om me ervan te vergewissen dat we nog steeds in de mooiste stad ter wereld wonen.

En toch…krijg ik de laatste tijd het gevoel dat onze stad niet al z’n troeven gebruikt om te tonen hoe mooi ze wel is.

Ik was de laatste maanden in een aantal steden die qua geschiedenis, cultuur en volkse rijkheid stuk voor stuk een hoop minder te bieden hebben aan hun bezoekers dan ons Gent…maar wel alles uit de kast halen om zich van hun beste kant te laten zien.

In de Franse mosterdstad Dijon is er een gratis busje (zonder gouverneur Stevaert dan nog) dat het hele centrum doorkruist en toeristen dus ook op plaatsjes brengt waar ze anders niet naar zoeken.

Toeristen die hier een tram of bus nemen, betalen ongeveer anderhalve Euro per rit !

In Brussel, Leuven, Luxemburg, Maastricht, Aken,…staan overal pijltjes naar de bezienswaardigheden…hier staat er eentje aan het Belfort…als je goed zoekt !

Hoe vinden toeristen ooit het  prachtige klein begijnhof, de Oude Bijloke of het begijnhof in de Lange Violettenstraat ?

Om zo’n parels te zien, rijden we op vakantie honderden kilometers rond !

In alle genoemde steden hangen onder de officiële straatnamen borden met de straatnamen in het plaatselijk dialect… in Gent hangt daar niets.

Wetende dat we één van de rijkste dialecten van Europa bezitten, wetende dat het aan het uitsterven is, is dit een gemiste kans !

Zou het niet mooi zijn om onder “Keizer Karelstraat”, “Charlequinstroate” te lezen…of “Kuurmoart” onder Korenmarkt…of “Gloaze stroatse” onder “Pieter Vanderdonckdoorgang” ?

Het Frankrijkplein, het Woodrow Wilsonplein en het Graaf van Vlaanderenplein kunnen het samen met één bordje stellen, namelijk “De Zaujd”.

Ik weet zeker dat heel wat Gentenaars die hun dialect nog spreken, het zouden appreciëren om voor één keer niet in eigen stad voor alien te worden versleten maar in plaats daarvan hun moedertaal geofficialiseerd te zien.

Diegenen die van hun Gentstalige ouders het “schoon Vlaams van aan de Muide” geleerd hebben, zullen zich de sappige uitspraak van hun grootouders herinneren.

Nieuwe Gentenaars (West-Vlamigen…) zouden merken dat Gent ook een dialect heeft en de officieuze straatnamen misschien proberen uitspreken… wat dan weer schateren wordt voor ons !

Toeristen tenslotte, zouden zien dat deze stad en haar volk een eigen dialect hebben, dat ver genoeg van het Nederlands verwijderd is om van een taal te spreken.

Laat ons onze stad en z’n bijnaam eer aandoen en deze Fiere Stede en haar dialect weer leven inblazen !

Ik reken op jullie allemaal.