DRONGENSE DICHTER JULIEN VANGANSBEKE UIT BENADERINGEN
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De Drongense dichter Julien Vangansbeke, die ondermeer via het literaire tijdschrift Yang en de Yang-poëziereeks uitgebreid meeschreef aan de naoorlogse literaire geschiedenis, heeft na jarenlang letterkundig stilzwijgen (laatste recueil : Avondliederen uit 1981) een nieuwe dichtbundel uit : Benaderingen.
Professioneel grafisch ontwerper Vangansbeke debuteerde in 1966 met In woorden ontwaken . Door zijn directe link met Yang en ondermeer collega Daniel Van Ryssel, werd hij snel geklasseerd met de in die periode opkomende generatie van de neorealisten. Dat was een stroming die zich verzette tegen de vaak al te hermetische poëzie. Van Gansbeke bedankte evenwel altijd voor die eer. Hij wou eigengereid zijn eigen ding doen, los van hokjes en ismen.
Toch is overduidelijk dat zijn gedichten zeer toegankelijk zijn, van het dagdagelijkse leven getuigen en een eerlijke emotionaliteit (van de dichter moederzielalleen) uitstralen. Zo is het ook in Benaderingen.
Ik treed de nacht tegemoet
met moegetergde wervels
In mijn slaap schuilt
achter iedere deur
een aardedonkere ruimte.
Gelukkig kom ik
op eeltige voeten weer
terecht in bed.
De kat spint en likt
me klaarwakker.
Dergelijke herkenningsmogelijkheid voor de lezers waaiert door het hele nieuwe boek zonder vergezochte metaforen of verkrampte taal. Precies daardoor kan het een zéér breed publiek aanspreken en dat is wellicht ook de sociale bedoeling van de bescheiden en stille Gentse auteur.
Freek Neirynck
|