De
berg zegt: Het lijvige doodsprentje van Ivan Heylen

Aan
het einde (?, hij is volslagen onvoorspelbaar die artistieke Werkmens) van
zijn carrière verschijnt er van de veelzijdige showbizzz- en mediafiguur Ivan
Heylen (Oosteeklo 1946) een autobiografie bij Uitgeverij Van Halewyck, met als
titel De berg zegt. De auteur noemde het, bij de door zijn vriend ex-wielrenner
- en eveneens bekend uit de boekskes fenomeen - Eddy Planckaert warm
ingeleide voorstelling in het Blankenbergse Oester- en Kreeftenrestaurant Den
oesterput, zijn dik doodsprentje. Toch sprankelt het werk als het
levensverloop van de duizendpoot zelf. En als laatste zin voorspelt hij zijn
lezers een Wordt vervolgd.
Heylen
streeft in zijn uitgebreid geïllustreerd 320 pagina dik boek eigenlijk wel
volledigheid na. Daardoor krijgt het een extra documentair karakter en wordt
het ook een boeiende kroniek van zijn tijd. Hij noteert met de
feitenbezorgdheid de showbizzwereld en de mediafenomenen van de periode waarin
hij superactief was, - na en naast een leven als friturist, fabrieksarbeider
later als zanger, gevreesd diepte-interviewer, Tour de France-verslaggever, multifunctioneel
mediawerker
tot en met niet erg succesrijk kunstschilder en filmscenarist. Hij
beschrijft het allemaal en niet zonder zelfkennis en relativisme.
Maar
De Wilde Boerenzoon zou zichzelf niet zijn als hij die opsomming van data en
feiten niet doorspekt met kritische bedenkingen en goed bij de grond blijvende
filosofie
uit het leven gegrepen. Daaruit komt een man naar voor, van wie de
volkstaal het zo mooi uitdrukt met: Den
diene moe nie weere komen
. Hij verwoordt dat universeel optimisme overigens
zelf in één van de aforismen vooraan in zijn boek: Alles wat minder is dan
kanker, is geen probleem.. En op pagina 145: Alles went. Ook doodgaan.Veel
mensen sterven enkele keren voor ze doodgaan. Je leert ermee leven.
Eerlijkheid
siert de ooit in Vlaanderen wereldberoemde autobiograaf. Heylen geeft ridderlijk
toe dat hij ontzettend aanlokkelijke kansen kreeg in zijn carrière maar dat hij
die zeker niet allemaal juist wist aan te pakken en daardoor (vooral financieel
bloedend) regelmatig van de ladder van het succes schoof, terug met beide
voeten op de harde grond. Hij schreef zijn levensverhaal uiterst plastisch,
hyperrealistisch, sfeeroproepend. De lezer heeft geen enkele moeite om mee te
stappen in de heropgeroepen werkelijkheid en het sociale decor ervan.
De
vaak amateuristische iconografie met familiekiekjes, facsimile van documenten,
platenhoezen, beelden van televisieschermen
dragen bij tot documentaire
karakter. De kwaliteit van de originele opname liet wellicht niet toe om de
tekstillustrerende afbeeldingen groter weer te geven, dat is begrijpelijk. Maar
dat ze niet altijd perfect naast de betreffende inhoud gekaderd staan zorgt wel
nu en dan voor wat zoekwerk. Dubbel vervelend bij een boek dat je geneigd bent
in één ruk van het begin tot het einde te Verlinden. Voor de rest geen kritisch
negatief woord voor de zéér verzorgde uitgave, die perfect op de doelgroep
afgestemd blijkt.
Freek
Neirynck
|