een sienjalement van 
Nog tot 2 februari loopt in Theaterzaal Scala aan de Dendermondse steenweg De Nachtegaal, de wereldcreatie van de Gentse auteur en regisseur xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />Bob Vandeneynde, over de teloorgang van de volkswijk Het Zandeke in de Gentse haven. Een Doelverhaal zeg maar.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit het stuk spreekt een grote bezorgdheid van de schrijver voor de menselijke ravage die wordt aangericht wanneer het sociale cocon verbrijzeld wordt van (volks)mensen die al generaties lang gezellig en solidair samenleven maar hun gekoesterde habitat plots verdwijnen en uiteen gedreven worden.
Vandeneynde, die zowel als dramaturg als regisseur een behoorlijke reputatie heeft weten op te bouwen en de laatste tien jaar opmerkelijke producties aanleverde, koos er uiteraard voor om zijn besognes via het theatermedium mee te delen, meer bepaald in wat hij zelf aankondigt als een tragikomedie. Daar is hij deze maal niet helemaal in geslaagd. Wat een vergelijkbaar stuk had kunnen worden met Vlaams schoolvoorbeeld Groenten uit Balen van Walter Van den Broeck is in de bedoelingen blijven hangen. Het is bij een bodeverhaal gebleven, daar waar theater eigenlijk uitgevonden is om de gebeurtenissen te tonen, niet om er over te komen vertellen.
Hij vertelt de basislijn heel duidelijk, dat wel. Maar traag , actieloos, met amper enkele en dan nog voorspelbare wendingen, weinig toedoende zijlijnen, tot verveling en soms ergernis leidende herhalingen, een gebrek aan (hilarisch, had gekunnen!) volkse humor
waartoe dit decorum en zijn bezetting nochtans kunnen leiden.
Bovendien regisseerde hij zijn eigen stuk. Niet altijd de beste optie, daar zijn genoeg voorbeelden van. Zelfs meester-tovenaar Hugo Claus moest het een paar keer ervaren.
Daarbij probeerde Vandeneynde de realistische, bijna naturalistisch geschreven situaties moderniserend te abstraheren door bijvoorbeeld belangrijke boodschappen van de personages haast clichématig naar een virtuele avant-scène te verhuizen, door zijn overigens zéér goed acterende spelers afstandelijk en met lange adempauzes op een lijntje te laten spelen
Okee, het tweede deed meester-in-het-volkstheater Romain Deconinck ook wel, maar het eerste zeker niet. Het was precies de tac à tac en drive die hij zijn acteurs oplegde, die zijn stukken zo genietbaar, geloofwaardig, dolkomisch en vlot verteerbaar maakten.
Dat moest het publiek hier missen, niettegenstaande het potentiële talent en de prestaties van Patrick Pevenage, Geert Callebaut en zonder onderscheid alle vrouwelijke rollen. De regisseur liet ze in een amalgaam aan dialecten of verkaveld Nederlands spelen en dat verhoogde hier en daar duidelijk hun al aangeboren naturel en de herkenbaarheid van hun personages.
Toch blijft het uiterst belangrijk dat een producent als Theaterplatform en Scala dit nieuwe stuk van een Vlaams auteur een creatiekans gaf. Wordt dat misschien hun nieuwe (deel?)opdracht? Het zou hoopgevend zijn en soms zouden ze wel eens geschiedenis kunnen schrijven.
(Freek Neirynck)
Alle info op www.scalaplatform.be
|