
Zaterdagnacht gaat de wintertijd in. U moet de klok één uur achteruit zetten, wat betekent dat de nachtrust met één uur wordt verlengd. Hierdoor is hets ochtends eerder licht en s avonds eerder donker.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Terugzetten van de klok vraagt om enige aanpassing van ons slaapritme. Dat lukt meestal goed als u het normale dag-/nachtritme aanhoudt. Sommige mensen kunnen last hebben van concentratiemoeilijkheden op het werk, depressiviteit of agressie en eetproblemen. Na een tweetal dagen zou u moeten gewend zijn aan het nieuwe uur. Bij de invoering van het zomeruur zijn de problemen soms iets groter.
Indien u uit ervaring weet dat u moeite hebt om u aan te passen, zou u in de dagen voor de uurwissel de bedtijd met 15 minuten per dag kunnen verschuiven, in plaats van ineens met een uur. Ga dus elke dag een kwartiertje later slapen en sta ook iets later op. De omschakeling is dan niet zo groot.
Indien u last hebt van het winteruur, dan kunt u proberen om overdag zo veel mogelijk buiten te zijn. Wanneer u s ochtends in het donker naar uw werk vertrekt en s avonds in het donker terug thuis komt, mist u misschien daglicht.
Volgens sommige studies in het buitenland zou de invoering van het winteruur tijdens de eerste weken gepaard gaan met een stijging van het aantal verkeersongevallen met voetgangers en fietsers. Neem daarom uw voorzorgen als uw kinderen s morgens in het donker naar school vertrekken. Als ze met de fiets gaan, moeten ze zeker licht hebben. Als ze te voet gaan, kan u ze eventueel een fluorescerend vestje aantrekken. Bij het oversteken is het extra opletten geblazen.
|