Deze (on)regelmatige rubriek verzorgd door Freek Neirynck ambieert geen recensiekolom te zijn, maar zoals de titel het zelf zegt: een seinpaal voor geïnteresseerde en potentiële lezers.


NIEUWE KINDERBOEKEN BIJ UITGEVERIJ ABIMO VOOR SINT OF SANTAxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

Zowel de heilige Sinterklaas als de profane Kerstman houden van erudiete kinderen en leggen niet zelden kinderboeken in klomp of sok. In de najaarsuitgaven van de Oost-Vlaamse uitgeverij Abimo kunnen ze alvast al gaan grabbelen.

Succesauteur en veelschrijver Marc De Bel liet een tweede verhaal verschijnen in zijn reeks ‘Spikkel en Spekkie”. Na “De kroketraket” is er nu vers van de pers “De schat van Spek Pirat (sic)”. De eenvoud waarmee Marc De Bel boeiend weet te vertellen is inmiddels zijn belangrijkste waarmerk. Dat maakt zijn boeken en boekjes uiterst toegankelijk. Volwassenen zullen zich zelden vervelen bij het voorlezen en zullen niet snel een paragrafe, laat staan een bladzijde overslaan.

“De schat van Spek Pierat” beantwoordt weer helemaal aan die verwachtingen. Het  zeventig bladzijden tellende boekje, nogal braaf geïllustreerd door Frida Van Raevels, vertelt het verhaal van de boezemvrienden Spikkel en Spekkie, heerlijk avontuurlijk ongedierte, die altijd samen plannen smeden… en die ook uitvoeren. Vaak niet zonder tegenwerking, gevaar, onverwachte gebeurtenissen.

Als de ouders van het muizenmeisje Spikkel moeten naar een urgente volksvergadering want de slang Serpula gaat wild en dodelijk te keer. Oma komt babysitten, maar valt bijna onmiddellijk in slaap. Spikkel heeft een boot getekend en wil die nu samen met rattenkind Spekkie, die op bezoek gekomen is, ook bouwen.  Met wat gezamenlijke inzet slagen ze daarin en ze varen ermee uit, het avontuur tegemoet. Hoe dat afloopt kom je van de (voor)lezer te weten.

“Willem Wilnie en Willeke Wel” van Meneer Zee en Gitte Vancoillie is een minder traditioneel kinderboek. Je kan het aan twee kanten beginnen lezen.

Als je opteert voor mogelijkheid één krijg je volgende inleiding te lezen: “Willeke Wel was koppig.  Kanonskogelkoppig. Als je weet hoe koppig het deksel van een confituurput kan zijn, dan weet je nog maar half hoe koppig hoe koppig Willeke is.”. Begin je andersom, dan luidt het: “Willem Wilnie was koppig. Als je weet hoe koppig een ezel kan zijn, dan weet je nog maar half hoe koppig Willem wel is.

Willem was zo koppig dat hij niet eens geboren wou worden en liever in de buik van zijn moeder wilde blijven wonen. Zevenenzeventig dokters en ierhonderdvierenveertig verpleegsters waren er nodig en op alternatieve wijze ook nog eens zevenentwintig boerentrekpaarden.

Maar ook Willeke was al obstinaat in de baarmoeder waaruit zij dan ook prompt ontsnapte, nadat ze daarin als een fanfare tekeer ging met haar prille handjes en voetjes.

Beeldrijker kan haast niet. De voor mij onbekende auteur Meneer Zee, daarbij zeer behoorlijk geholpen door illustratrice Gitte Vancoillie, gaat zo door. Geen enkel gebrek aan fantasie  

En creatief taalgebruik. Eén van de leukste en origineelste kinderboekjes die ik de laatste jaren mocht lezen.

“De schat van Spek Pirat” en “Willem Wilnie en Willeke wel” verschenen bij Uitgeverij Abimo en zijn in de betere (kinder)boekhandel te krijgen. (www.abimo.net)

Freek Neirynck (sienjaleur van dienst)