Inhoud blog
  • Stamboom Posman 3, afstammelingen Jozef P.
  • Jacqueline Goossens, Maldegem - New York!
  • Ivo Vermeersch en Raf Heyde. (10 a)
  • Ivo Vermeersch 10B.
  • Jan van de Putte Monica Cattoor en anderen
  • Barbara TAS, veelzijdig talent! Klik rechts op bovenste datum
  • Jef Van Maldegem 'Oud Maldegems Meester
  • Modest HUYS, een Meester in de schilderkunst.
  • De 17de editie van ‘De nacht van de geschiedenis. 4.
  • Maldegems Meester Kristien Lippens.
  • Fien DEZWAEF in GENT.
  • Fien DEZWAEF & RAGHEL
  • Let's dance ... in de Kaba!
  • Chambres d'hôtes Maldegem.
  • Janel DHAENENS AMBACHT EN KUNST.
  • SOFIE VAN DEN DRIESSCHE REIST DE WERELD ROND!
  • Pascale Wille en de muziekwereld!
  • Zuster Gemma en Fien DEZWAEF.
  • VOORSTELLING 'TALENT in MALDEGEM' juni 2015
  • Chantal Sinave en overbodige spullen in Maldegem.
  • Mijnheerke Van Maldegem, de Tuinvogel.
  • Victor De Lille uit Maldegem. De Tuinvogel.
  • Bart HULLE in de kijker in TAPTOE! Auteur Piet De Baets
  • Bomvolle zaal voor de nieuwe burgemeester Bart Van Hulle.
  • Nieuwjaarsreceptie van Open Vld Groot-Maldegem
  • Op 07 01 2019 om 20 UUR is elke MALDEGEMMENAAR WELKOM
  • Bart Van Hulle en zijn team.
  • Verkiezingsdebat van de jeugdige verkiezingskandidaten in JH De Redekiel op 29 september.
  • Bart Van Hulle, burgemeester van Groot-Maldegem 01 01 2019
  • Maldegemse gemeenteraadsverkiezingen en politieke partijen 1830-2018
  • Terugblik op de gemeenteverkiezingen vanaf 1830. Deel III a
  • Terugblik op de gemeenteverkiezingen vanaf 1830. Deel II
  • Terugblik op de gemeenteverkiezingen vanaf 1830. Deel III c
  • Terugblik op de gemeenteverkiezingen vanaf 1830. Deel III b
  • Terugblik op de gemeenteverkiezingen vanaf 1830. Deel IV
  • Terugblik op de gemeenteverkiezingen vanaf 1830. Deel V.
  • Nieuwjaarsreceptie van de K.V.L.V.
  • Middelburgse gemeentepolitiek. Deel VI.
  • De fusie Maldegem, Adegem, Middelburg. Deel VII.
  • Politieke dynastieën in Maldegem. Deel IX.
  • Propaganda en politiek in Maldegem.
  • DE GROTE INTERNATIONALE VN-KLIMAATTOP!
  • K.V.L.V. of de Vrouwen met Vaart, Maldegem organiseerden een sfeervolle kerstviering.
  • De Sint in de Noordstraat december 2018
  • Waanzinnig Gedroomd. Nocturne 2018.
  • Homestore Van Canneyt & Huyze De Baere
  • Parkwachter netheidwerker vuilnisophaler
  • TUTTI COLORI, DE MUZIEKGROEP VAN DE VZW DE VIERKLAVER
  • Eye for Hope, Maldegem.
  • Compostpaviljoen Courtmans Groot-Maldegem
  • MICK MATTHYS! NIEUWE UITGAVE! TE KOOP IN MALDEGEM;
  • Dichteres Maria Sesselle en haar dichtbundel VUUR.
  • Te huur Noordstraat 111 9990 Maldegem.
  • Sorry, maar er is iets mis met mijn blog
  • Getuigenissen over 100 jaar kerk in Maldegem. Deel 1.
  • Afscheid van E.H. Pastoor-Moderator, ere-deken Stefaan DE PAEPE
  • E.H. Stefaan DE PAEPE neemt afscheid van Groot-Maldegem eind september 2018.
  • Getuigenissen 100 jaar kerk in Maldegem. Deel 2.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk in Maldegem.” Deel 3.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk in Maldegem.” Deel 4.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 5.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 6.
  • Getuigenissen 100 Jaar Kerk en Leven in Maldegem. Deel 7.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 8.
  • Getuigenissen over 100 jaar kerk. Deel 9.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 10.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 11.
  • Armoede in Maldegem. Deel 12. Priester Daens.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 13.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 14.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 15.
  • WIES DE ROO. Deel 16.
  • De katholieke actie. Deel 17.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 18.
  • E.H. Paul Henri Van Overbeke in Maldegem van 1948 tot 1979. Deel 19.
  • Onderpastoors in Maldegem na 1950. Deel 20.
  • E.H. Van Cauteren in Kaprijke
  • E.H. A. Van Cauteren in Kaprijke. Deel 22.
  • E.H. Antoon Van Cauteren pastoor in WAARSCHOOT
  • E.H. Van Cauteren Slot.
  • Jos Paridaen en Dominik Hasekamp in Huis Hans Dobbelaere in de Noordstraat.
  • Rohnny Massin stelt tentoon tijdens de WAK 2018 in Maldegem.
  • WAK 2018 MALDEGEM van 27 april TOT 6 mei 2018.
  • ROOS NUYTENS neemt deel aan de WAK 2018.
  • Rita Longueville en de WAK 2018.
  • Keramiek Veronique tijdens de Wak 2018 in MALDEGEM.
  • Anny Matthys stelt tentoon tijdens de WAK 2018 in Maldegem.
  • Lucie PUTZEYS laat Sint-Anna aan 't woord.
  • CATHÉRINE MARTENS stelt tentoon tijdens de WAK 20018 in Maldegem.
  • Marie Paule Martens tijdens de WAK.
  • Anita Verbiest en de WAK 2018.
  • Vera De Deurwaerdere en de WAK 2018
  • Noël RYHEUL en www.camob.be
  • Jos Pardiaen en de WAK 2017
  • Films van eigen bodem.
  • Diego Van de Keere en het Smoefelpark.
  • Marc Martens in Maldegem.
  • MORGEN Zondag om 17 uur, allen naar het gemeentehuis!
  • ‘NUT & VERMAAK’ Wak 2018.
  • Catherine Martens en de WAK 2018
  • Noël Ryheul haalt 500 000 kijkers voor zijn films!
  • Startschot en verloop VAN DE WAKWEEK in Maldegem 2018
  • Medard De WINDT Deel I
  • Familie DE WINDT/DE PAUW Moerhuize.
  • Medard De Windt, familie van familie DE PAUW, Moerhuize Deel III
  • Medard De Windt, zoon van Désiré De Windt. Deel IV.
  • Kinderen Désiré De Windt. Deel V.
  • Irena De Windt. Deel VI.
  • Medard De WINDT en PAULA CALLEEUW. DEEL VII.
  • Richard De Windt en Julia De Windt. Deel VIII.
  • Julia De Windt en familie. Slot.
  • Medard VERCRUYSSE en familie Deel I.
  • Medard VERCRUYSSE en familie. Deel II.
  • Medard VERCRUYSSE en familie. SLOT.
  • HOMESTORE VAN CANNEYT MALDEGEM december 2017
  • AUTOSTANDPLAATS VERHUURD, centrum Maldegem.
  • VERHUURD, Maldegem centrum.
  • Bedankt voor de stem op de foto van Anna!
  • EETBAAR Park in Maldegem. Diego Van de Keere.
  • 11 november 2017 : Kinderen en oorlog en vrede
  • www.eyehopefoundation.org Foto’s Els Stevens.
  • De mens en de kerkgang 1.
  • DE GILDE MALDEGEM, tegen de vlakte .......
  • Huwelijksviering in de kerk.
  • Intieme uitvaart in de kerk.
  • Uitvaart in de kerk van Maldegem.
  • Doopselviering in Maldegem.
  • Herdenkingsmis in Maldegem.
  • Broederlijk Delen in Maldegem.
  • Zondagsdienst, Kerk in Maldegem.
  • Paashaas rond de toren in Maldegem
  • In Memoriam Liliana Mitu, december 2017.
  • Zuster Maria, Edith Claeys geboren in Maldegem.
  • Eerste Communie in de kerk Maldegem.
  • MariChoir, Maldegem. WAK 2017.
  • Noël Ryheul filmt bijna 50 jaar lang ...
  • Norbert De Coster en het Kindeke Jezus.....
  • Peter VAN HECKE en het slotevent van de WAK 2017
  • Dag van de Gever, K.W. Maldegem.
  • Trui Hoste in Huis Wallyn.
  • Cathérine Martens exposeert!
  • Startschot WAK 2017 Maldegem.
  • HUIS WALLYN, kunsttempel!
  • VERHUURD Flat in de Noordstraat 111 Maldegem
  • Omer Van Caeseele, kunstzinnig houtdraaier.
  • Janneke Kramer en de WAK2017.
  • An Vermeulen WAK 2017.
  • Ingrid Fevery en de WAK 2017
  • Jan Posman wint de Aspe Award!
  • Luc Heysse en de WAK 2017!
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Blog als favoriet !
    Blog als favoriet !
    Marianne Posman en Maldegem in de kijker!
    Cultuur en leven in Maldegem, interviews en herinneringen.
    11-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In Memoriam DENIS CHISHOLM, 1925 2015
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Regina veteran

    Denis Chisholm's story lives beyond his death



    Reported by Murray Wood

    This is a copy of an artcile! Not my text!

    His ability to play the bugle was his ticket into the Second World War. The fact that Denis Chisholm was only 16 was something the Canadian Army was willing to pretend it didn't know.

    Chisholm was a storyteller who recalled his experiences for students and members of the community. It was important to him that Canadians know what happened.

    He passed away with his family by his side on Saturday, Jan. 3 at the age of 90.

    But his story remains.

    Chisholm was in Prince Albert when the Second World War broke out. And he wanted to go.

    "'D' company regiment mobilized in PA. We were just kids in high school," said Chisholm.

    "Most of our fathers, mine included, had been in WWI and I don't know at that time it was kind of a patriotic thing you know, the mother country was threatened, Germany was at war and so when the regiment mobilized, a bunch of us went down and we joined up! You were supposed to be 19 years of age. I was a whole 16."

    But it wasn't quite as easy as that. The army sent Chisholm home at first. Then it turned out the Regina Rifles needed a bugler.

    "In those days I'd had a little militia training in the Prince Albert Volunteers and I learned to play a bugle," he said.

    "In those days, in the old army, the army responded to the bugle calls. So I went down and they knew I was underage, so they said you better go home and grow up! So I went home disappointed.

    "The phone rang a day or two later and they said 'Kid, you play the bugle?' I said 'Yessir.' He said, 'How old are ya?' I said '19' and he said, 'C'mon down!'"

    Chisholm landed in Normandy shortly after D-Day, on the same beaches the Regina Rifles had stormed just days earlier. His unit fought through France, Belgium and Holland, where the Canadians fought through mud and water to clear the Scheldt Estuary and a path to the port of Antwerp.

    The Germans destroyed the dykes, flooding the region. It was brutal, dirty, wet fighting for every muddy foot, and is regarded as one of the most arduous battles of the war.

    Chisholm recalled it all too well.

    "At times we used amphibious vehicles called Buffaloes and the others were Weasels and we attacked the dykes, what they called the polders, along the dykes. Most difficult, it was most difficult.

    "We were soaked a lot of the time; most-difficult fighting conditions. Kind of funny, we got the name The Water Rats. The 3rd Infantry Division was called The Water Rats because in North Africa, the big fight down there was Rommell and the British troops were called The Desert Rats so we were called The Water Rats and we were proud of it."

    But if the Canadian soldiers were suffering, Chisholm remembered it was nothing compared to the misery of the Dutch people.

    "It was the coldest winter Europe had experienced in years and those poor people, y'know the Germans, I don't know why or how, but getting towards the end of the war and they were strippping the Dutch of just about everything they had, clothing, furniture. It was awful and they were starving."

    Chisholm said farmers at least had some food but those in the city weren't as fortunate.

    "People were actually starving. I can remember days my own crew, I was a Sargeant and had a crew, and we gave our rations away at times. You couldn't handle it. It was hard to take."

    Chisholm says the Canadian Army and Air Force brought food by truck and parachuted behind German lines to save thousands of lives.

    After going into the war as a 16-year-old and coming out at the age of 22, Chisholm returned, joined the RCMP, then moved to the Regina Police Service where he rose to the rank of Deputy Chief.

    But as always, he was restless, he says, wondering about the countries they had fought to liberate. How had they made out?

    So in 1970, he returned with his wife and they rented a car.

    "We drove the entire route. We started up in Holland, went into Germany, came all the way back to the beaches, all the battle sites we were in. It was really a moving experience."

    Chisholm went back for the 40th and 50th anniversaries of VE-Day as well and was struck by the reception the veterans received.

    "I couldn't believe it. We'd march down the streets and just thousands and thousands of people yelling and throwing flowers and running out and kissing us. It's just hard to describe."

    Chisholm was active in the Royal Canadian Legion and for many years spoke to school children around Remembrance Day, delivering what he felt was an important message.

    "One thing they can never forget, you don't glorify war. War is the most horrible thing there ever was. You don't glorify but you must remember what happened in the past so you don't repeat it again."

    Regina Rifle known for sharing his war experiences with students.
     

    MWood@rawlco.com

    Follow on Twitter: @saskmur



    Bijlagen:
    Denis, Edith, Carol and Marianne.jpg (55.5 KB)   
    denis.bmp (11 KB)   

    11-07-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heinar en Juta Kudevita uit Estland.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ik heb ook heel interessante mensen, Heinar en Juta KUDEVITA  uit Estland leren kennen.

    Ik heb zijn website, http://heinar.webs.com, zijn boeiend levensverhaal vertaald uit het Engels naar het Nederlands.
    Het is echt de moeite waard om eens te lezen.

    Hij heeft zijn levensverhaal geschreven en het is echt interessant om te leren hoe die mensen in Estland behandeld werden de afgelopen eeuw.
    Wij kunnen ons toch maar gelukkig prijzen dat wij in een vrij land wonen.

    Als je de moeite neemt om zijn website te lezen in het Nederlands, dan begrijp je ook beter wat die mensen die eigenlijk niet zo ver hier vandaan wonen, meegemaakt hebben.

    Je kan dan ook beter begrijpen waarom zo veel vreemdelingen hier willen komen.
    Waarom zij hun geboorteland, hun stad of dorp, hun familie verlaten hebben om hier een ander leven op te bouwen.
    Het maakt je deemoedig en meedogend.

    Heinar KUDEVITA kan bijna perfect Engels, heeft eigenlijk zijn land bijna nooit verlaten en kwam nooit in contact met Engelsen of mensen die Engels spraken. Hij heeft nooit Engels horen spreken en toch kan hij perfect Engels. Heel interessant.

    Heinar Kudevita, Tallinn, Estonia.


    11-07-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    10-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kathi en Maria Wipf uit Zwitserland.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Institut St. Michel, 12, rue d’Orléans, Pâturages

    In Pâturages kwam ik terecht in een pensionaat waar ook tijdens de vakantie meisjes logeerden. Ik weet niet hoe dat kwam, er waren Italiaanse meisjes, andere nationaliteiten, de priester van het klooster was een Spanjaard en er waren een twintigtal Zwitserse Duitsprekende meisjes die er één jaar lang kwamen om Frans te leren. Zij waren wat ouder dan ik en zij ontfermden zich over mij.

    Ik mocht tijdens de vakantie naar een speelplein met de tram in Hornu maar zij moesten van ’s morgens tot ’s avonds werken, zolders leeghalen, poetsen en andere karweien,.
    Het is vijftig jaar geleden maar ik vond toen toch dat die meisjes een hondenleven hadden bij sommige van die krengen die hen bevelen gaven. Een religieuze in de keuken sprak Vlaams, soeur Pharahilde, ik ben haar nog niet vergeten. Zij maakte wel lekker eten klaar, bijna zoals thuis.

    Soit door al die Franse kruistochten kwam ik heel bijzondere mensen tegen.

    Het eerste jaar leerde ik de Zwitserse KATHI WIPF kennen. Zij woont nu in Genève. Door haar kwam ik dan weer in contact met Sophia Akopova uit Rusland, maar over haar schrijf ik later nog eens.
    Het volgend schooljaar leerde ik de zus van Kathi kennen, MARIA WIPF.

    De eerste jaren sliepen alle  meisjes in “chambrettes” en we konden elkaar elke avond horen huilen in bed. We huilden van heimwee tot we in slaap vielen. Maria en Kathi troostten mij hoewel ze zelf hunkerden naar de Zwitserse bergen. Het was niet zo erg als in de tijd van Charles Dickens maar bijna zo erg. Later hadden we elk een kamertje. We dronken kraantjeswater dat smaakte naar regenwater. Waarschijnlijk was het regenwater. Op de speelplaats stond een grote boom met bessen. Ik had nog nooit een bessenboom gezien. Thuis had ik vier broers en ik ging in bad met mijn ondergoed aan. Ik herinner me nu nog die natte onderkledij als ik in het pensionaat in bad ging, waar ik nadien niet goed weg mee wist om te drogen. De andere meisjes keken me vreemd aan toen ik uit de badkamer kwam met een stapel natte kleren. Ik dacht dat het zo hoorde.

    Meer dan vijftig jaar lang schreven Kathi, Maria en ik elkaar brieven of telefoneerden elkaar. Het eerste kaartje van Kathi heb ik altijd bewaard. Het was een tekening met lieveheerbeestjes in prachtige kleuren.

    Toen ik in Zwitserland was met de C.M. in 1962 kwam ze mij samen met haar moeder en haar jongste broertje bezoeken. Zij woonden in MURI.

    Toen ik enkele jaren later een groep Maldegemse jongeren vergezelde als onbezoldigde begeleidster (ik betaalde wel mijn reis en hielp de vaat doen van 100 man samen met enkele andere zeer gelovige collega’s, M.-M Audenaert, Adrienne en Clara De Smet, prachtdames trouwens) kwam Maria Wipf mij opnieuw bezoeken.

    Later zijn we een keer langs geweest op reis in Zwitserland en zij heeft enkele dagen bij ons verbleven met haar kinderen op doorreis. Zij hield niet van België. Het was zo een beetje zoals in de film “Heidi”, Zwitsers uit de bergen opgesloten in klooster in de Borinage.

    Tot voor twee jaar kreeg ik elk jaar een prachtige kalender met bergen en handgemaakte cadeautjes voor mijn verjaardag begin januari, altijd heel speciaal een leuk cadeautje te krijgen uit een ver, mooi land. Ze zond me regelmatig pakken chocolade.

    Zij werd later bediende en trouwde met een aannemer KARL GISI (zie internet, hun zoon doet de zaak verder) uit DOTTIKON. Ze hadden drie jongens. Wij schreven elkaar meer dan vijftig jaar lang minstens tien keer per jaar. Ik spaarde postzegels en later nam een van mijn kinderen die hobby over en zij zond altijd de laatste uitgaven, een achttal per stuk zodat er tenminste één postzegel ongehavend bewaard kon blijven.

    Kathi en Maria Wipf maakten mijn verblijf ver van huis draaglijk. Heimwee werd verzacht door blijvende vriendschap.

    Ik kan me nog die grenzeloze, verstikkende eenzaamheid en de eindeloze verveling herinneren van mijn verblijf in Wallonië. Ik had geen lectuur in het Nederlands, geen broers, geen echte familie, geen buren, geen vriendinnen. Het verblijf buiten ons gezin was een nachtmerrie van het begin tot het einde.
    Ik leerde al heel vroeg dat de wereld groter was dan het dorp, de straat waar ik woonde maar hoe meer en hoe verder ik weg van huis vertoefde hoe groter mijn verlangen werd naar “thuis”, hoe meer het heimwee me kwelde.

    Ik kon er de tram nemen, de bus, de trein. Dit lijkt me nu een hele klus maar blijkbaar speelde ik dit ginder klaar.

    Hoe onze moeder de reisweg van Wallonië of van het buitenland naar huis uitstippelde zonder te beschikken over een eigen transportmiddel en de soms zware bagage thuis besteld kreeg is een raadsel.
    Ik raakte toch altijd op een of andere manier terug in het dorp Maldegem en de koffers ook. In Maldegem stond de fiets klaar bij Gustje Blomme, later bij Chris Blomme in de Noordstraat en kon ik zachtjes en verwachtingsvol terugrijden naar “huis”. Al in de tweede bocht van de Rapenbrugstraat voorbij Martha Cochuyt, aan het huis van Zulma Van den Bossche verwelkomde mijn hart en mijn gevoel telkens weer de krom gewaaide bomen langs de weg en het gevoel dat het zicht van die bomen me gaf was werkelijk onbeschrijfelijk. Ik was op weg naar huis, naar mijn ouders en mijn broers, ik was verlost van die andere onbekende en onbeminde wereld en kon me opnieuw onderdompelen in de warmte van mijn eigen omgeving en het normale levenspatroon hervatten bij de familie, de buren en de wijk.

    Dit gevoel is blijven bestaan. Telkens ik huiswaarts keerde van gelijk welk adembenemend, historisch of comfortabel oord in het buitenland of van een ander werelddeel, werd ik gekoesterd, verwelkomd en omarmd door mijn thuishaven, waar de scheef gewaaide bomen en de groene struiken een belangrijk onderdeel vormden van het vertrouwelijk decor.

    Ik kwam van Moerhuize, ik verhuisde naar de Brugsesteenweg in Maldegem en woonde heel mijn leven tussen krom gewaaide bomen, struiken van diverse soorten groen en hagen. In de herfst van mijn leven ben ik verhuisd naar het centrum van het dorp maar ik heb een beetje aarde en struiken meegebracht van “thuis”. De hortensia’s van grootmoeder Livina Colman, de seringen van moeder Bertha, de laurierkers van schoonmoeder Augusta en talrijke andere planten en bloemen die me herinneren aan vroeger, kan ik zien groeien en bloeien als ik door het raam van de woonkamer kijk. Ik heb de moeders meegebracht en kan met dankbaarheid aan hen terugdenken als ik naar de zon kijk.


     

    Bijlagen:
    Kaartje van Soeur Marie-José.jpg (345.8 KB)   
    kamer pensionaat.jpg (502.6 KB)   
    Paturages 1.jpg (101.9 KB)   
    paturages 2.jpg (104.7 KB)   
    St Michel Pâturages.jpg (493.3 KB)   

    10-07-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    09-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Djamel uit Tsjetsjenië in Maldegem.

    DJAMEL UIT TSJETSJENIË IN MALDEGEM.


    Djamel stapte elke week met mij op de bus in de Brugsesteenweg, Maldegem. Hij volgde een cursus Nederlands en ik een cursus Russisch in dezelfde school niet zo ver van het station in Brugge. Zijn moedertaal was Tsjetsjeens, hij kon perfect Russisch, de taal van de bezetter in zijn land en kon zich verstaanbaar maken in het Engels.

    Aangezien we steeds op dezelfde bus zaten heen en terug en ik die man ook al had gezien aan de school toen hij op zijn kinderen wachtte, maakten wij af en toe een praatje tijdens de rit. Hij stapte uit eind Brugsesteenweg, hij woonde in de vroegere rijkswachterkazerne. Hij en zijn gezin stelden het goed hier in Maldegem. Ik had ondertussen ook zijn stralende echtgenote Jamila leren kennen aan de school waar ze de kinderen afhaalde, zij verwachtte toen haar vierde kind, een meisje.

    Djamel was niet echt gemotiveerd om Nederlands te leren, zijn einddoel was Engeland waar zijn broer een bestaan had opgebouwd.

    Naar Engeland, dat schone land, dat ik de laatste 45 jaar zo dikwijls heb doorkruist met hartzeer, want behalve een minderheid heel welstellende mensen zijn de meeste inwoners doodarm. De armoede in de pittoreske plattelandsdorpjes werd in je gezicht gedrukt en de steden met glorieuze historische centra werden omgeven door identieke woningblokken, die ik al kende eind 1966. Telkens werd ik er getroffen door de armoede, de leraren werkten er aan een hongerloontje, de arbeiders en bedienden zaten urenlang op de metro op weg naar hun droevige egale Victoriaanse rijhuisje of naar de troosteloze appartementsblokken in de voorsteden om ’s morgensvroeg weer op te staan en urenlang te metro-en om acht werkuren of meer te kloppen aan naar wat ik vermoed, een hongerloontje.


    Djamel droomde van een veilig verblijf in Engeland voor zijn gezin, in de buurt van zijn broer en ik liet hem in die waan, hij zou het niet begrepen hebben.
    Niet dat hij klaagde over zijn domicilie in Maldegem. Ons dorp was een springplank naar de weelde en de luxe die hem te beurt zou vallen van zodra hij over de nodige papieren beschikte om het Kanaal over te steken met zijn groot gezin.

    Hij legde mij uit dat hij X euro ontving per hoofd en aangezien ik snel kan hoofdrekenen had hij ongeveer een licentiaatwedde zonder een klap te doen. Hij kreeg zelfs 1000 euro per jaar terug van de belastingen hoewel hij nooit belastingen betaalde. Alle herstellingskosten in en rond zijn woning en alle energiekosten werden betaald door de instanties, openbaar vervoer was voor het hele gezin gratis, evenals doktersbezoek en medicijnen voor zes personen. Ik zegde niets maar dacht aan de honderdduizenden mensen die heel hun leven hadden gewerkt en belastingen hadden betaald en nauwelijks rondkwamen met hun pensioentje sinds de economische crisis enkele jaren geleden.

    Het was niet aan mij om te oordelen maar ik vroeg mij af of hij doorhad dat dit schoon liedje niet kon blijven duren. Ik begreep eigenlijk niet waarom een dergelijk jonge man, in de kracht van zijn leven niet mocht werken als asielzoeker zolang hij in België verbleef. Akkoord er is hier weinig werk, maar hier en daar wat bijklussen, een handje toesteken  in een tuin of bij een verhuis bij een bejaarde, om zijn fysieke conditie op peil te houden, kon toch geen kwaad? Hun situatie was irreëel maar blijkbaar gingen zij niet gebukt onder de zorgen. Hij en zijn gezin zongen uiterlijk toch van vreugde en geluk en hadden hoop op de toekomst.

    Buiten de Rijkswachtkazerne hadden ze een mooie moestuin aangelegd en met wat zuinige aankopen in de Aldi kon Djamel zelfs goed sparen. Zijn echtgenote kon heel goed koken en slaagde er in een gezellige sfeer te scheppen op een beperkte ruimte en nodigde anderen uit om eens “Tsjetsjeense” gerechten te proeven. Kortom een gewoon gezellig, jong gezin dat zich goed voelde gedurende enkele jaren in ons dorp. We stonden samen enthousiast te wuiven met ons Belgisch vlaggetje in de Markstraat naar ons Koningspaar Albert en Paola op bezoek in Maldegem enkele jaren geleden. Zij voelden zich thuis, vol vertrouwen en aanvaard omdat zij vriendelijk waren en zich integreerden.

    Djamel kwam uit Tsjetsjenië. Noodgedwongen hadden hij en zijn gezin het land verlaten. Hij was lijfwacht geweest van de voorlaatste dictator en na de regeringswissel werden zij bedreigd. Hij was er gerust in dat niemand zijn gezin zou terugsturen waar vervolging en marteling hen wachtte. Hij had gegronde reden om te vluchten ver weg van zijn geboorteland, gescheiden van zijn echte familie en vrienden. Hij was bang voor repressie en terreur.

    Zij waren gematigde moslims. Zij hadden hier geen moskee om te bidden maar af en toe zag ik hen allemaal samen op een rijtje gewoon in de kerk in het centrum zitten in stil gebed voor een goede afloop van hun avontuur in het buitenland, het rijke Westen. Zij pasten zich aan de omstandigheden en mogelijkheden ter plaatse aan. Het sierde hen.

    Wat op zekere dag gebeurde deed me denken aan de Franse film La Rafle (Roselyn Bosch 2010) en Schindler’s List (S. Spielberg 1993), twee epische filmdrama’s die de vervolging, de arrestatie en de uitroeiing schetsen van Joden tijdens de Duitse bezetting bijna drie kwart eeuw geleden.

    In mei, een maand voor het einde van het schooljaar had het gezin een brief ontvangen met de melding dat zij niet erkend werden als politieke vluchtelingen  en dat zij de nodige voorzorgen moesten nemen om zo snel mogelijk te vertrekken naar hun geboorteland. Blijkbaar hadden zij het niet helemaal begrepen, zij bleven ter plaatse. 

    Op een avond in mei, werd hun woonruimte  bestormd door een politiekorps om Djamel in de boeien te slaan voor de ogen van zijn kinderen en om hem in een politie combi weg te brengen naar een gesloten asielcentrum. Zij werden bovendien beschuldigd van diefstal van de spullen in hun flat.

    Ik had Djamel regelmatig richting Kringloop zien rijden om iets te kopen  en zij hadden zeker niets gestolen. Zij hadden trouwens niets moeten kopen want zij kregen alles gratis van allerlei instanties.

    Jamila kon haar krijsende kroost niet bedaren en begon in paniek enkele spullen te pakken. De kinderen waren panisch. Zij kregen de gelegenheid niet om afscheid te nemen van hun vriendjes op school en in de buurt. Zij konden hun rapport niet ophalen op het eind van het schooljaar. Jarenlange studie in een vreemde taal werd niet beloond met een getuigschrift, zodat ze elders verder konden. De kleinsten begrepen er nog niets van maar ze volgden hun moeder naar de bushalte, richting Brugge station, beladen met rugzakjes. En je kan je ook de vraag stellen wat de klasgenootjes van die kinderen denken en voelen als er regelmatig een mede scholiertje uit de klas geplukt en weggezonden wordt zonder rapport? Geven wij als volwassenen dan het goede voorbeeld?

    Waarschijnlijk verblijven zij ergens ondergedoken maar waar? Wie verwelkomt een gezin met vier kinderen? Waar konden zij heen? Ik had zelf vier kinderen toen ik jong was en kon op één hand het aantal gezinnen tellen waar wij welkom waren voor een paar uurtjes.

    Waar moet je aankloppen met vier verwarde kinderen voor lange tijd? Nergens waarschijnlijk. Jamila heeft me nog één keer opgebeld dat ze tijdelijk een adres had gevonden waar ze allemaal voorlopig terecht konden. Ik heb daarna nooit meer iets van hen gehoord, ze zijn verdwenen van de aardbodem, ondergedoken, verscholen. Het contact is volledig verbroken. Djamel en zijn gezin zijn in rook opgegaan.

    Stel dat onze emigranten naar de V.S. en Canada in de jaren 1900 op die manier behandeld werden? Twee broers van mijn vader, Hector en Leopold vertrokken honderd jaar geleden uit Moerhuize, Maldegem, weg van de armoede en werkloosheid na W.O.I. Zij vonden werk, stichtten een gezin in de V.S. en waren nooit verplicht om terug te keren naar Moerhuize. Zij waren des doods voor de armoede in ons land, ons noodlijdende dorp en zonden pakjes kleren en geschenkjes naar de “behoeftigen” in Maldegem. Stel dat zij teruggezonden werden met hun gezin (Hector had acht kinderen, Leopold vier - zestien Posmannen) na enkele jaren, wat moesten zij hier nog aanvangen, jaren  30? Leopold werd 92 jaar oud, hij heeft 70 jaar contact gehouden met de familie in Moerhuize maar kwam nooit meer terug uit angst opnieuw ondergedompeld te worden in armoede en oorlog.

    Ik doe niet aan research, ik constateer gewoon. 

    Met mijn beperkte talenten en mogelijkheden  kon ik enkel 80 uur per week werken voor school (vak-, vakoverschrijdende personeels-, projectvergaderingen te pas en te onpas, spoedvergaderingen voor allerlei onbenulligheden, administratie, lesvoorbereidingen, jaarplanning per vak, per leerjaar, verbeteringen van toetsen en taken, effectief 22 uur lesgeven en twee uur gratis, leerlingen ronselen, zieke leerlingen begeleiden thuis, afwezige collega's vervangen, talrijke oudercontacten per trimester, eetfestijnen om de zwarte kas te spekken, bijscholingen woensdagnamiddag of tijdens 't weekend godweetwaar, zonder de tijd te rekenen die je moest spenderen aan de confrontatie met weerspannige en school vermoeide leerlingen en hun dreigende, soms onrespectvolle  en agressieve ouders, enz..), de rest van de tijd besteedde ik aan mijn huishouden van zes (soms meer), aan onderhoud van huis en tuin  en inkomsten en uitgaven probeerde ik in evenwicht te houden. Ik was jong en moest vooruit.

    Een maatschappij beheren is waarschijnlijk ingewikkelder dan dat maar een leek kan zien en vaststellen dat er veel geld besteed wordt aan uiterlijk vertoon, brood en spelen voor 'het volk', aan uitzonderlijke lonen voor één kleine groep mensen die het land besturen zodat er onvoldoende middelen overblijven om mensen op de vlucht en anderen in nood daadwerkelijk te helpen. Het is gewoon onaanvaardbaar en onrechtvaardig.

    De situatie van Djamel doet je denken aan de pogroms. We herdenken het eind van de beide wereldoorlogen elk jaar met veel tromgeroffel en uiterlijk vertoon waar niemand aandacht aan besteed maar werken onbewust mee aan de vervolging of de uitzetting van heel veel vluchtelingen, gewone mensen die van een beter leven dromen zonder geweld en honger, een opleiding voor de kinderen en meer sociale zekerheid, weg van een fanatiek, onvrij beleid.


    De aarde, de wereld is van iedereen, elk mens verdient een plekje waar hij zich veilig en goed voelt. Jonge mensen werken voor de zieken, de bejaarden en de kinderen en betalen belastingen. De mensen die wel een goed inkomen hebben, verwachten een rechtvaardige besteding van hun belastingen. Het moet toch mogelijk zijn dat het intellect echt werkt aan de zinvolle verdeling van die gelden voor serieuze opvang van mensen in nood?

    Intussen worden zij soms wel geholpen door vrijwilligers en idealisten die zich inzetten voor de armen, die een onderkomen zoeken soms in leegstaande en verlaten panden, waar ze dan weer verjaagd worden. De huizen horen een ander toe, zijn vaak onbewoonbaar en ongezond. Al die huizen staan gewoon te wachten op een project ontwikkelaar en verschaffen niemand enig comfort. De daklozen zoeken een dak, maar dit is hen niet altijd gegund. Ik beken het eerlijk, als ik een leegstaand huis of flat zou hebben wil ik eigenlijk ook wel huurgeld, ik moet het onderhouden, vernieuwen, leegstand of tweede verblijf taks betalen, belasting op eigendom, ik zou ook niet graag krakers in mijn eigendom hebben. Mits creatief denken en handelen kan ook aan die toestand een mouw  gepast worden. Elkaars noden en belangen laten kruisen.

    Mensen opgegroeid tijdens en na de oorlog hadden zich een andere, betere wereld voorgesteld waar het goed was om te leven voor iedereen na de bezetting. Ogenschijnlijk ging alles goed, arbeiders konden zich een mooi huisje met tuintje veroorloven, bijna iedereen had een autootje, de kinderen hadden de kans om een opleiding te volgen en verder te studeren, er was weinig werkloosheid en armoede te bespeuren, alles ging goed na de oorlog. Bijna iedereen kon leven zonder veel grote (geld)zorgen.

     Heel langzaam is alles aan het veranderen, talloze bedelaars duiken op in het straatbeeld, vreemdelingen niet altijd asielzoekers worden verspreid over het hele land en de meesten onder hen worden meedogenloos en wantrouwig behandeld.

    Vijftig jaar geleden was de bevolking van het centrum van Londen kleurrijk en niemand had er last van. Iedereen paste zich aan en leefde en werkte  broederlijk samen. Waarom is dit hier niet mogelijk een halve eeuw later? 

    Gewone mensen willen niet dagelijks geconfronteerd worden met onmenselijke en onterende situaties van de burger. Je moet je ogen dichtknijpen en alles negeren, maar dit is niet altijd mogelijk. Niet iedereen kan dit.

    Het is verontrustend dat dergelijke hallucinante toestanden nog mogelijk zijn in een democratisch land in het Westen. Ergens is er een ernstige wanverhouding die kan hersteld worden mits logisch en altruïstisch denken, zonder geweld.

    Reactie van de Tuinvogel: Echt mooie realistische tekst, genuanceerd en toch op slakken zout leggende die in heilige huisjes ongestoord rondkruipen, die bevestigt dat je op de rand van de cirkel zit en van daar met verwondering de boel binnenin observeert en er een eigen mening over heeft. Iedereen is op reis of ligt kattenlam van de warmte op apengaaien, te luizig om een poot te verzetten (juli 2013).

     

    09-07-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    20-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Valeer Josef Posman, Maldegem.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    VALEER JOSEF POSMAN, 25 juli 1922 – 18 juni 2013.

    "IN MEMORIAM VIRI INSIGNIS”, als aandenken aan een bijzonder man.<

     

    Toen ik vol enthousiasme mijn eerste boek “Herinneringen aan Jozef Posman en zijn vijftien kinderen”, voorstelde vroeg iemand mij: “De Posmannen, heb jij over hen een boek geschreven? Wat is er dan voor speciaals aan de Posmannen?”

    “Niets,” antwoordde ik, “je hoeft toch niet speciaal te zijn opdat iemand over jou zou willen schrijven?” Ieder mens heeft gaven, talenten en gebreken en leeft een lang of een kort leven. Sommigen geven kleur aan hun bestaan, scheppen, creëren of doen gewoon andere dingen die het leven boeiend maken. In de familie Posman en ook in andere families beschikken verrassend veel leden over aparte gaven die zij doorgeven in muziek, theater, film, fotografie, literatuur, zelfs in beeldhouwkunst en architectuur. Anderen genieten gewoon van hun baan, hun gezin, van hun huis, hun tuin of hun moestuin, hun stukje grond op onze grote aardbol.

    Tenslotte worden heel dikke boeken geschreven over heiligen, uitstekende en wansmakelijke wereldleiders en andere personaliteiten waarom niet eens iets schrijven over gewone mensen? Het is ook interessant en gemakkelijker om te lezen.

    Valeer Posman voelde zich gelukkig als hij tijdschriften, kranten en boeken kon lezen.

    Hij was belezen. Hij had veel boeken, onze gemeenschappelijke vrienden.
    Op een dag vroeg hij mij: "Paul De Wispelaere, wordt er nog over hem gesproken of geschreven?"
    Eigenlijk niet, neen. Ik greep mijn kans toen ik WAK reporter was in april -mei 2013.
    We hebben samen Paul De Wispelaere in Moerhuize bewierookt. Paul De Wispelaere beschreef zijn tuin en zijn wereld (Moerhuize) en de mensen om hem heen. Plattelandsbewoners weten en horen alles van elkaar en vertellen alles verder dus wij kenden iedereen die Paul De Wispelaere beschreef en we konden eens glimlachen

    Hij hield van gedichten. De geheimtaal van poëzie was noodzakelijk voedsel voor hem. Het leven moest een beetje een mysterie blijven. Elke brief eindigde met een gedichtje, de dichter werd zelfs in 't kort toegelicht.
    Hij hield van klassieke en hedendaagse muziek, van poëzie en van schilderkunst. De fraaie schilderijen van Jef Van Maldegem, van schoonzoon Marc Martens en schoondochter Mia Rooze koesterde hij.

    De mensen glimlachten en zegden: “Valeer Posman is hier geweest”. Wonderschoon als de mensen zoiets zeggen over jou. Hij was een aantrekkelijk man, hij had de gave te luisteren en hij wist heel veel boeiende dingen te vertellen, met een kwinkslag er tussen. Hij was een vriend van de mens, een humanist, een filosoof en hij veroordeelde niemand.

    Hij was de eerste kleinzoon van Jozef Posman en zijn tweede echtgenote Leonie Laureyns, in België (twee ooms Leopold en Hector waren uitgeweken naar de Verenigde Staten en hadden al kinderen). Hij heeft Jozef Posman nog gekend.

    Zijn tante Marie Thijs (moeder van Nelly Impens, Bloemestraat) woonde naast mijn andere grootmoeder, Livina Colman in Broekhuize. Op die manier heeft hij nog gespeeld met mijn tante, Mariëtte Cochuyt (°23 augustus 1923), dochter van Livina Colman en August Cochuyt.

    René Posman en Célina Thijs woonden aanvankelijk in een klein huisje waar nu de garage van Jackie De Jaeger is, in de Noordstraat. Valeer Posman is daar geboren. Later is het gezin verhuisd naar de woning enkele tientallen meter verder die ze tot het eind van hun leven bewoond hebben. De tweewoonst staat er nog en wacht gewoon tot iedereen klaar is om een periode af te sluiten en definitief afscheid te nemen.

    Het Molentje en de Molenberg waren honderden jaren de spil van sociale contacten voor de inwoners van de omgeving. Het erf van vader René Posman kwam uit op de Molenberg, dus zijn kinderen,Valeer, Denis (1924 1930), Simone, Georges en Denis (1931 - 1991) hebben het leven rond de molen meegemaakt.

    Hij koesterde de foto’s van zijn achterkleinkinderen Jacob, Helena, Bastian en Anne-Laure en schreef kinderliedjes voor hen. Prachtig zo oud worden en je gezin zien groeien! Hij was fier op de kleinkinderen die elk op hun manier hun weg gevonden hadden. Hij hield van allen, had het beste met hen voor, deed zijn best om de contacten te onderhouden en genoot van alles wat goed was. Hij was trots op alle verwezenlijkingen van zijn familie, concerten, reünies, uitgaven van dichtbundels of boeken. Hij was aanwezig op huwelijken, herdenkingsmissen en begrafenissen van de familie. Hij leefde mee met het wel en wee van zijn kringen.

    Hij hield ook contact met de uitgeweken familietak Posman in Newark, de Verenigde Staten (de kinderen, kleinkinderen van Leopold en Hector Posman).

    Zijn echtgenote Bertha Van Rie ging heen (22 11 2008) en werd gemist in dit hechte gezin. Elk overlijden slaat diepe wonden.

    Ik heb Valeer bewonderd tot op het einde. Hij wist dat het niet goed ging, zijn hart was verzwakt door een hevige verkoudheid tijdens de laatste lange winter en hij wist dat het einde naderde. Hij had tranen in zijn ogen want tot voor kort voelde hij zich behoorlijk goed, hij had nog heel veel plannen. Hij werd omringd door alle goede zorgen en de allesomvattende liefde van zijn kinderen en kleinkinderen en hun gezin. Hij was terecht fier op hen.

    Hij kon heel goed schrijven ook. Hij schreef artikeltjes voor diverse bladen en gaf interviews ten beste op Radio Saturnus.

    Hij had een mooi handschrift, al zijn teksten waren overzichtelijk gestructureerd met zeer informatieve inhoud en heel wijze en grappige bedenkingen. Hij hield de stambomen van alle verwante families nauwkeurig bij en vulde die aan bij elke geboorte of overlijden. Hij noteerde al zijn herinneringen aan zijn leven, aan zijn dorp en zijn geliefde wijk, ’t Molentje, de Noordstraat in Maldegem.

    Valeer was gastvrij. Je hoefde geen weken op voorhand af te spreken om eens langs te komen. De achterdeur was altijd open en je werd altijd verwelkomd met een glanzende blauwe ogen glimlach.

    Voor mijn boek II “Nostalgie naar het levendige dorp”, overhandigde hij mij geestdriftig zijn notities over de bewoners van de Noordstraat vanaf beginjaren 1900. Samen reconstrueerden wij min of meer de gezelligheid, de sociale betrokkenheid tussen de gezinnen en de winkeliers die een dorp levendig maken. Hij was een verwante ziel. Hij kon goed vertellen want hij had een enorm geheugen.

    Hij was een fervent voetbalfan. Hij was voorzitter van de K.S.K. Maldegem. Tot voor kort woonde hij al de voetbalmatchen bij op het voetbalveld dat hij zag liggen vanuit zijn keukenraam. Hij ontmoette er andere sportliefhebbers, hij bleef jong van hart. Hij analyseerde deskundig een wedstrijd bij voorkeur tegen de mening van de supporters en van de trainer in.

    Valeer Posman heeft zelfs een boek geschreven over de “K.S.K. Maldegem 1920 – 1995”, over de geschiedenis van het voetbal in Maldegem, samen met Jozef Van Craenenbroeck. Het is een opmerkelijk werk vol foto’s waar talrijke Maldegemnaars in woord en beeld werden gebracht. Een document over een eeuw Maldegem met heel bekende namen die nu nog voortleven in ons dorp.

    Hij voelde zich goed als hij anderen een plezier kon doen dus was hij eigenlijk bijna van een andere wereld in onze maatschappij. Tot enkele maanden geleden bezocht hij zijn broer Georges, zijn kinderen, zijn kleinkinderen, zijn vele neven en nichten in Maldegem, de nazaten van zijn grootvader Jozef Posman. De aanverwante familie Thijs droeg hem op handen en ook bij de familie van zijn echtgenote Bertha Van Rie was hij een graag geziene gast. Hij bleef in contact met allen die hij graag zag.

    Valeer Posman was bovendien een edelmoedig mens. De voorbije twintig jaar ontmoette ik hem regelmatig in ziekenhuizen in de buurt en verder. Hij bracht vrienden en kennissen die niet over een auto beschikten naar het ziekenhuis en wachtte geduldig tot zij terug kwamen na de raadpleging van een of andere specialist. Waar vind je nog zo’n mensen?

    Hij stond altijd klaar voor zijn groot gezin, zijn familie en zijn kennissenkring was enorm uitgebreid mede door een van zijn verwoede hobby’s: bijen kweken. Hij was imker. Zijn tuin staat vol met bloemetjes voor de bijen.

    Hij had de microbe geërfd van zijn vader René en zijn nonkel Ferdinand om bijen te verzorgen en te kweken. Valeer en zijn broer Denis waren enthousiaste imkers, zij hielpen hun vader en hebben later de vrijetijdsbesteding overgenomen. De zomer stond in het teken van de zoemende en dansende “bijen” en hun productie. Ze hadden bijenkorven in alle windstreken van de gemeente, Vake, Butswerve, Prinsenveld, de Fortuinstraat, Moerhuize, op alle bloemenrijke plekjes in hun geliefd Meetjesland. Na maandenlange zorg voor de bijtjes werd de honing puur natuur verkocht in bokalen.

    Op die manier hadden beide broers een uitgebreide kring vrienden en kennissen in en rond Maldegem. Zij konden het landschap lezen. Zij associeerden hun bedrijvigheid met dienstbaarheid. Zij hadden een soort embleem, een wapenschild“D’GEKROONDE BYE-KORF”. Al zijn brieven zelfs zijn rouwbrief, werden ingeleid met het embleem als laatste eerbetoon. Ontroerend hoe de kinderen hun vader omarmen tot bij zijn heengaan.

    Valeer Posman werd geboren kort na Wereldoorlog I als oudste zoon van René Posman en Célina Thijs op het Molentje, Noordstraat Maldegem.

    Valeer ging naar school in de Broederschool en volgde zijn middelbare studies in het K.A. in Maldegem en in de normaalschool in Gent tijdens Wereldoorlog II. Hij had les van Achilles Mussche. Het was toen eigenlijk een hele prestatie èn voor de ouders èn voor de kinderen om verder te studeren. Het was niet zo evident om als kind van gewone mensen een plaats te verwerven bij de ‘intellectuelen’ van het dorp. Maar hij en zijn broers slaagden er in. Zij waren een stimulans voor de andere familieleden.

    Toen de laatste windmolen in Maldegem werd afgebroken en de Molenberg met de grond werd gelijk gemaakt rond 1946 hebben de zonen van René Posman, de broers Denis en Valeer Posman de bouwgrond gekocht. Na zijn huwelijk op 14 juli 1949 woonden Valeer Posman en Bertha Van Rie aanvankelijk in een van de woningen rechtover Tandarts Smitz (vroeger ’t Schortje). Na het huwelijk van Denis hebben ze samen een mooie tweegezinswoning laten optrekken op de “Molenberg”.

    Nu staan overal mooie huizen in ons dorp, maar toen, beginjaren 50 was dit moderne hoge huis heel speciaal, je zag dat nergens. Het dak reikte hoog naar de top van de molen. Als ik er voorbij sjokte door regen en wind met mijn krakkemikkig fietsje, dacht ik altijd, ik ga ook verder studeren dan woon ik ook in een mooi huis.

    Valeer gaf les in het K.A. Maldegem en zijn oud-leerlingen herinneren zich zijn gedrevenheid, zijn enthousiasme, zijn aanmoediging om te studeren maar vooral ook de aangename verteluurtjes op vrijdagnamiddag.

    Valeer was trots op zijn familie en hield contact met alle familieleden. Ik weet niet hoe hij het durfde in het drukke verkeer maar als negentigjarige, trok hij tot eind 2012 met zijn auto her en der om iemand te bezoeken of om gewoon eens te informeren hoe het met iedereen ging. Hij had zich een glanzende nieuwe wagen gekocht. Hij voelde zich meestal jong van hart en had een druk leven.

    Hij was trots op zijn kinderen Martine, Dirk en Luc en hun gezin, op zijn kleinkinderen, Sarah, Willem, Annemie, Michaël, Gerlind, Florian, Bart en Steven en hun gezin. Hij volgde bezorgd en fier hun leven. Hij was fier op zijn dochter Martine die elke dag langs kwam, na een drukke dag op het gemeentehuis, op weg naar Middelburg waar de zorg van haar groot gezin op haar wachtte. Zijn zonen en schoondochters hielden van hem en stonden hem bij in woord en daad.

    Elk leven gaat gepaard met vreugde en verdriet. De jongste zoon Luc is plots overleden op 18 mei 2008. Luc was een gedreven leraar in de Rijksmiddelbare school, het K.A. in Maldegem. Luc was geliefd. Valeer en zijn gezin hadden ontzettend verdriet bij het onherroepelijk heengaan van Luc. Tijdens een aangrijpende kerkdienst nam de familie sereen afscheid van een geliefde echtgenoot, zoon en vader.

    Mijn mentor Valeer Josef Posman is overleden op 18 juni 2013. Hij wordt 91 jaar op 25 juli 2013. Hij was de motor van mijn boeken, de levensvreugde van mijn oude dag. Ik startte met vijftien bladzijden met zijn goedkeuring en heel enthousiast fluisterden hij, zijn broer, zijn neven en nichten veel herinneringen in mijn oor en haalden prachtige foto’s en documenten uit de kast. Hij had ontzettend veel interessant materiaal, foto's en postkaarten van Maldegem centrum door de eeuwen heen. Ergens dook er een postkaart op met de "Berlinstrasse" in Maldegem...... Hij had zoveel meegemaakt.

    We waren zo ontgoocheld als om een of andere reden een postkaart niet was ingelast in het boek tijdens het drukken.

    "Het Schortje" in de Noordstraat bijvoorbeeld stond er niet in. Het was dan wel moeilijk voor de lezer om een beschrijving te lezen van een straatgedeelte, zonder de foto.

    Ik had ook de molen van de Molenberg niet teruggevonden voor de kaft van mijn boek III. Op een of andere manier was ik het spoor bijster tussen mijn duizenden gescande en andere familiefoto's, maar ik vond het jammer toen ik zijn ontgoochelde blik zag. Ik had beter mijn best moeten doen. Geduld is jammer genoeg niet een van mijn eigenschappen. Als ik de kaft zie van mijn "misdaad"verhaaltje zie, spijt het me nog dat ik niet beter had gezocht.

    Op 7 juli 2011 na de uitgave van mijn eerste boek schreef hij me:

    "Het moet moeilijk geweest zijn om alle nazaten van Jozef Posman op te sporen. Ik kon niet vermoeden dat er zoveel waren. Jan Posman tekent ze allemaal in zijn artikel over het “Posmaniërisme” als hij over Lucien Posman schrijft: “Had ik maar de eigenschappen die van de maestro zo’n aangenaam en geliefd mens maken, die ouderwetse levensvreugde, die verblijdende sociabiliteit, dat fascinerend samengaan van intellect en hartwarmte! Voilà, daar staan ze, de eigenschappen van de Posmannen.”

    “Het is goed dat het boek geschreven is. Misschien wekt het hier of daar gevoelens van genegenheid en toenadering op." schrijft Valeer. “Ik zal het boek Jozef Posman een plaats geven bij mijn bijbel, tussen het Oud en Nieuw testament. Het Oud voor hen die ons zijn voorgegaan. Het Nieuw voor de komende generatie, opdat ze hun weg zouden vinden.” (07 07 2011)

    En inderdaad, door hem, zijn inspirerende en enthousiaste kracht ontmoette ik een hartverwarmende groep familieleden en heel veel andere vriendelijke mensen. De laatste zin was ook typisch voor Valeer. Hij was een gelovig man en hij was bezorgd over het welzijn en het geluk van de volgende generatie. Hij bracht glans in de ogen van een ander.

    Rust zacht, Valeer, je was een bijzonder man. Je blijft voor altijd in ons hart. (verwoord door en met de hulp van D. M. J. L. en M. Posman).

    Link naar de foto's Noordstraat van Valeer:

    https://plus.google.com/photos/116688562905656264433/albums/5890791773231729809

    https://plus.google.com/photos/116688562905656264433/albums/5890791773231729809

    https://plus.google.com/photos/116688562905656264433/albums/5890791773231729809

    Met dank aan ons regionaal blad “Vrij Maldegem” voor het publiceren van de reportages (Drukkerij-Uitgeverij Van Hoestenberghe N.V. Boudewijn Lippensstraat 11, Maldegem).

     

     

     

     

     

    Bijlagen:
    2011 Boek Jozef Posman (1).JPG (2.3 MB)   
    De Molen, Molenberg.jpg (46.6 KB)   
    Denis Posman 2.jpg (7.1 KB)   
    Denis Posman.jpg (9.4 KB)   
    Hoekje Molenberg (1).jpg (92.9 KB)   
    IMG.jpg (583.8 KB)   
    IMG_0001.jpg (1.2 MB)   
    IMG_0001.jpg (1.2 MB)   
    IMG_0002.jpg (634.4 KB)   
    IMG_0002.jpg (634.4 KB)   
    IMG_0010.jpg (235.9 KB)   
    Leonie Laureyns 25 02 1959-24 97 1935.jpg (6.7 MB)   
    René Posman.jpg (634.4 KB)   
    Simone Posman dochter René 22 06 1947.jpg (765.5 KB)   
    Valeer en Bertha Posman - Van Rie.jpg (535.8 KB)   
    Valeer Posman (14.1 KB)   
    Valeer Posman en zijn overleden klein broertje Denis..jpg (5.6 KB)   
    Valeer, afscheid.jpg (4.6 KB)   

    20-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    19-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In memoriam Georges Posman.

    GEORGES POSMAN, 28 juni 1929 – 26 oktober 2013.

    "IN MEMORIAM VIRI INSIGNIS”, als aandenken aan een bijzonder man.

    Georges Posman is geboren op 28 juni 1929 als vierde en voorlaatste kind van schoenmaker René Posman en Celina Thijs uit de Noordstraat, Maldegem. Hij bracht zijn jeugd door rond de Molen in ’t Molentje en die is altijd belangrijk gebleven tijdens zijn leven.

    Georges deed zijn legerdienst in Turnhout, Vilvoorde en Antwerpen. Hij werkte in een schoenenfabriek, een vleeswarenfabriek en de laatste 30 jaar van zijn loopbaan was hij bediende bij de Bank van de Post in Brussel. Hij vertrok om half zeven in Maldegem en kwam rond zeven uur thuis. Veel vrije tijd was er niet maar hij las boeken op de trein. Georges Posman was getrouwd met Henriëtte Van Dingenen. Henriëtte werkte vroeger in een textielweverij in Waarschoot en zorgde daarna voor haar gezin.

    Ze hadden een zoon Nico (28 december 1956), hun oogappel en later hun rots in de branding. Nico was getrouwd met Christine Dauwens Nico en Christine  hadden een zoon Jonas.

    Georges was een heel sportieve man. Bij de Bank van de Post werd er elke zaterdagnamiddag een voetbalmatch gespeeld. Op die manier verkende hij het hele land. Hij speelde voetbal voor S.K. Melda tot 1980, toen hij 50 werd. Tijdens de vakantie gingen hij en zijn vrouw wandelen in de mooiste streken van Vlaanderen. Zij woonden in een gezellige wijk, ze hadden veel vrienden en goede buren en samen trokken zij er tot enkele jaren geleden op uit. Na gezondheidsproblemen ging hij revalideren in Sijsele om te trainen en hij was daar een voorbeeld voor de anderen. Als tachtiger kon hij alle oefeningen perfect en moeiteloos uitvoeren.

    Georges en zijn echtgenote waren een knap koppel, modern, vriendelijk en gastvrij  voor familieleden, vrienden en buren. Zij woonden in een rustige wijk, in een gezellige thuis. Hij hield van herinneringen aan vroeger, mooie kunstvoorwerpen en boeken. Hij had een groot terrein met een diepe tuin, annex moestuin. Hij was ook imker. Hij genoot van het buitenleven. Georges en zijn vrouw waren nog altijd een knap koppel. Ik keek altijd naar hen op als ik hen eens toevallig ontmoette.

    Hun enige zoon, Nico blonk uit in elke sport. Alle sporttakken waren voor hem een uitdaging. Na zijn legerdienst werd hij Paracommando en behaalde talrijke brevetten in Marche-les-Dames, Schaffen, St. Hubert, Lombardzijde, Leopoldsburg, Texel en Turnhout. Valschermspringen was zijn droom en zijn beroep. In Vicenza, Italië haalde hij het Amerikaans brevet van parachutist. Hij werd ingezet in de Corsicaanse bergen, in Turkije en in talrijke andere landen. Met de glimlach haalde Georges alle documenten uit met de sportieve prestaties van zijn zoon. Ouders zijn fier op alles wat hun kinderen verwezenlijken. Na zijn militaire loopbaan, doorkruiste Nico heel Europa met zijn truck, een heel avontuurlijk maar zwaar beroep, lange en drukke werkdagen, onregelmatige etenstijden, te weinig rust onderweg en veel stress in het verkeer.
    Niet iedereen heeft een gemakkelijk en gezond beroep.

    Kleinzoon Jonas Posman is fotograaf. Hij bezocht Zuid-Afrika voor een fotoreportage over de townships terwijl een Zuid-Afrikaans fotograaf, de arme steegjes en beluiken in Gent fotografeerde. Samen hebben zij een tentoonstelling georganiseerd in Gent over de armoede in België en in Zuid-Afrika. De schrijnende armoede van Afrikanen in Afrika en van Belgen in België was schokkend en confronterend. Georges was fier op zijn kleinzoon die er ook was voor zijn grootouders. Jonas was de glans in hun ogen.

    Georges had ook veel bezoek. Je hoefde geen afspraak te maken, je voelde dat je bezoekje aangenaam was voor hen. Je was welkom. Zoiets word je gewaar. Tijdens mijn bezoekjes waren zij vriendelijk en behulpzaam. Ik vond dat echt hartverwarmend dat zij mij erkenden. Het is belangrijk dat je elkaar erkent tijdens het leven. Nadien is alles toch voorbij en hebben de mensen er niets meer aan, behalve de begrafenisondernemers die inspelen op het grote verdriet van de mensen.

    Op oudejaarsavond enkele jaren geleden werd zijn echtgenote Henriëtte getroffen door een hersenbloeding. Haar ziekte stabiliseerde maar Georges nam de meeste huishoudelijke taken op zich, zorgde voor haar en maakte het gezellig thuis. Hij was een wijs en zachtaardig mens, vol goede moed bij zijn zware beproevingen de laatste jaren. Het is opvallend hoe al de kleinkinderen van Jozef Posman zo zorgzaam en beschermend omgaan/omgingen met hun zieke partner.  De ziekte van zijn echtgenote heeft hij moedig gedragen en als hij de zorg uit handen moest geven voelde hij zich schuldig maar dankbaar. Hij verzorgde haar liefdevol en trouw, met de nodige humor. Hij was bewonderenswaardig.

    Nico overleed plots in Calais op 23 september 2011. Het verdriet van de familie was immens. Het overlijden van zijn enige zoon Nico overschaduwde zijn leven. Henriëtte besefte het heengaan van Nico niet tenvolle maar toch glansden de tranen in haar ogen als haar zoon ter sprake kwam. Wij kunnen niet alles doorgronden wat speelt in het hoofd van een mens.

    Niemand kan je echt helpen na bodemloos verdriet. Een deel van je leven wordt bruusk weggerukt en de pijn en de onmacht verminderen je krachten, fysisch en ook psychisch. Zijn broer Valeer van wie hij zo veel hield ging heen enkele maanden geleden, op 18 juni 2013. Hij miste zijn oudste broer en hun geruststellende en boeiende gesprekken. Zijn zus Simone en broer Denis waren al vroeger overleden. Als je ouder wordt, is het eigen aan een mens dat een grote brok liefde en warmte stapsgewijs verdwijnt uit je leven, ouders, broers, zussen, vrienden, ooms en tantes, maar je blijft hen missen.

    Je enige kind verliezen is de onoverbrugbare klap, waar je maar langzaam van herstelt, als het ooit lukt. De laatste maanden werd hij opnieuw op de proef gesteld. Zijn geliefde Henriëtte werd opgenomen in het ziekenhuis. Hij wist dat ze nooit meer thuis zou komen. Hulp kwam van zijn schoondochter, zijn kleinzoon en echtgenote, zijn vrienden en buren, zijn familie om hem naar het ziekenhuis en naar het RVT in Sint Laureins te brengen. Georges wist wat de mensen voor hem deden niet echt evident was. Waar vind je nog  goede en hulpvaardige mensen?

    Georges heeft zijn verdriet en zorgen heel waardig gedragen. Het werd zwaar voor hem de laatste maanden. Hij heeft psychisch enorm afgezien. Het overlijden van zijn enig kind heeft Georges waarschijnlijk gebroken maar toch bleef hij moedig verder vechten om er nog te zijn voor zijn hulpbehoevende echtgenote en de familie.

    Georges is zachtjes heengegaan zonder zwaar fysiek lijden en dat is een grote troost voor zijn familie. Hij was heel trots en dankbaar voor de bereidwilligheid waarmee zijn schoondochter en allen die hem regelmatig naar het ziekenhuis en naar het rust- en verzorgingstehuis in Sint-Laureins brachten waar zijn geliefde echtgenote Henriëtte sinds kort verbleef. Het is troost gevend dat Georges fysiek niet erg geleden heeft. Zijn lijdenskelk was vol.

    Ik had grote bewondering voor hem, hoe hij zijn echtgenote liefdevol verzorgde al die jaren met de steun van zijn familie, zijn buren, zijn kennissen en ook van familiezorg. Hij stelde elke vorm van hulp heel erg op prijs. Ik heb ook voor onze moeders gezorgd en ik weet hoe lastig en verdrietig het is om dagelijks met een geliefde dementerende persoon om te gaan. Ik was toen 45 jaar maar werd elke dag verpletterd als mijn verstandige moeder kinderlijke vragen stelde. Het schokte me telkens weer. Ik kon jarenlang niet meer lachen of blij zijn met die grote last in mijn nek. Voor een ouder mens is het waarschijnlijk tien keer zo zwaar.

    Georges had een schoon gezellig leven omringd door zijn gezin, trouwe vrienden en goede buren maar hij heeft enorm afgezien de laatste jaren en niemand kon die last wegnemen of verzachten. Verdriet draag je alleen.

    De familie Posman, stoer uitgedrukt de Posmannen, zijn nog eens samen geweest in Moerhuize in december 2011 en midden 2012, bij het publiceren van “mijn boeken”.

    Op die manier waren ze vlakbij het huisje van onze grootvader Jozef Posman en liepen ze op de weg die de oude man, die nog kinderen maakte toen hij 65 was en tot het einde van zijn dagen, te voet ging werken voor zijn hongerige kroost, in weer en wind.

    Georges en Nico waren op de familiebijeenkomst. Nico torende hoog boven iedereen uit met een glimlach voor de hoofden van de Posmannen. Ik vond dat reuze tof van hen, die erkenning en de glimlach van de familie voor de ‘boeken’, ontstaan door het enthousiasme van Valeer Posman en de hulp van vele familieleden. Het feestje was eenvoudig, koffie, fruitsap en speculaaskoekjes zoals bij tante Marie Posman van weleer. De koffie was waarschijnlijk beter, want tante Marie liet hem de hele dag op de kachel staan pruttelen.

    De Posmannen zijn nog eens gezellig samen geweest en genoten van hun herinneringen en hun foto’s in mijn boeken.

    Rust zacht Georges.

    Je hebt het heel goed gedaan. Je hebt je strijd gestreden als een moedig man.

     

    Het versje op het rouwbericht is heel mooi:

    Herinner mij, niet in sombere dagen.

    Herinner mij in de stralende zon, hoe ik was, toen ik nog alles kon.

     

     

     

    Bijlagen:
    voorstelling boek 013.JPG (1.8 MB)   

    19-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    18-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stamboom 2: kinderen Jozef en Barbara Posman

    B. DE DERDE EN VIERDE GENERATIE

    B.1  POSMAN Jozef, Maldegem °14 03 1840 † 03 08 1926,

    volgens meting op 31 mei 1919 was hij 1,62 meter groot. Hij was de zoon van Posman Andreas ( A.1.3 ).

    EERSTE HUWELIJK VAN JOZEF POSMAN MET:

    AMÉLIE LELOUP°16 01 1849, getrouwd op 27 04 1881 en overleden op 12 04 1887 in het Hospice van Sint-Laureins enkele dagen na de geboorte van het jongste kind Hector (05 april1887).

    Kinderen:

    B.1.1  POSMAN Louise ° 16 07 1882 † 11 12 1968, getrouwd met Edmond De Baets ° 18 04 1872   † 23 04 1952.

    B.1.2  POSMAN Barbara ° 21 08 1883 † 23 07 1915.

    B.1.3  POSMAN Hector ° 05 04 1887 te Sint-Laureins, † 23 10 1975, getrouwd met Regina de Blaey ° 25 02 1891  † 01 02 1935, later getrouwd met een tweede vrouw.

    TWEEDE HUWELIJK VAN JOZEF POSMAN MET:

    LEONIE LAUREYNS° 25 02 1859  † 24 07 1935, gehuwd vrijdag 03 02 1888 volgens Telling 1901 Deel 5, Blad 12. Negen maanden later is het vierde kind Camiel geboren.

    Kinderen:

    B.1.4  POSMAN Camiel  ° 05 11 1888  † 15 11 1972, ongehuwd.

    B.1.5  POSMAN Gustaaf ° 04 02 1890  † 20 03 1892.

    B.1.6  POSMAN Leopold ° 21 04 1891,  in 1910 uitgeweken naar Amerika,

    †in mei 1983, getrouwd met (voornaam onbekend) De Roo.

    B.1.7  POSMAN René ° 14 06 1892  † 07 10 1972.

    getrouwd met Celina Thys ° 09 05 1895  † 16 12 1973.

    B.1.8  POSMAN Marie ° 21 06 1894  † 11 08 1983, ongehuwd.

    B.1.9  POSMAN Magdalena ° 15 06 1895  † 05 04 1995.

    getrouwd met August Claeys ° 01 11 1887  † 30 09 1974.

    B.1.10 POSMAN Emma ° 15 06 1895  † 02 04 1958, tweelingzus Magdalena kloosterzuster.

    B.1.11 POSMAN Juliana ° 01 10 1896  † 03 11 1976.

    getrouwd met Frans Ballegeer ° 12 02 1901  † 05 02 1970.

    B.1.12 POSMAN Ferdinand ° 20 05 1898  † 24 01 1989.

    getrouwd met Emma Van den Abeele ° 26 02 1900  † 28 10 1957.

    B.1.13 POSMAN Henri  ° 11 02 1900  † 27 01 1972,

    getrouwd met Gabriëlla Raeman ° 20 02 1893  † 25 10 1959.

    B.1.14 POSMAN Blanca ° 08 04 1901  † 27 02 1986.

    getrouwd met Richard Timmerman ° 18 06 1902  † 06 03 1970.

    B.1.15 POSMAN Modest ·° 23 11 1905  † 03 01 1969.

    getrouwd met Bertha Cochuyt ° 03 11 1913  † 31 12 1995.

    Met dank aan Louis Posman voor de stamboom.


    B.2 POSMAN Barbara Theresia ° 04 09 1846
    † 02 11 1936

    getrouwd met Ferdinand Gaelens  ° 29 11 1825 † 02 02 1905.

    Kinderen:

    B.2.1 Camiel Gaelens 1876 – 1899

    B.2.2 Marie-Louise Gaelens 14 09 1878 - 25 01 1942

    B.2.3 Ida Gaelens 29 05 1881 - 17 12 1903

    B.2.4 Amelia Gaelens 22 01 1884 - 01 11 1970

    B.2.5 Helena Gaelens 10 08 1886 - 12 11 1976

    B.2.6 Blanca Gaelens 30 05 1891 - 04 01 1919

    MARIANNE POSMAN, geboren op 7 januari 1948.

    Ze bracht haar kinder- en jeugdjaren door in het landelijke Maldegem, in Moerhuize, aan het Schipdonk- en Leopoldkanaal, omringd door haar ouders, haar vier broers en ontzettend veel ooms, tantes, neven en nichtjes.

    Zij heeft een schets gemaakt van haar ouders en voorouders en van haar schoonouders en hun voorouders in de volgende drie boeken. Onderaan volgt de link naar foto's van de families Posman, Cochuyt, Van de Straete, Vande Velde en aanverwanten.


    Boek I : “Het leven in ’t Molentje, Moerhuize, Broekhuize, Strobrugge aan de kanalen en HERINNERINGEN AAN GROOTVADER JOZEF POSMAN, zijn vijftien kinderen en verder".


    Boek II : “NOSTALGIE NAAR HET LEVENDIGE DORP.” Herinneringen aan Moerhuize, Broekhuize, de Rapenbrugstraat, het Molentje en de Noordstraat in Maldegem en aan de Kapellestraat in Aartselaar.

    Biografie, herinneringen en stambomen van de families Cochuyt, Colmann, Van de Straete en Van de Velde.”


    Boek III : “MOORDEN IN ’T MOLENTJE”, is een misdaadverhaal.

    dat zich afspeelt in de wijk ’t Molentje in Maldegem. Dit landelijk dorp in Oost-Vlaanderen wordt opgeschrikt door een reeks verontrustende sterfgevallen. Oudere mensen sterven schijnbaar een natuurlijke dood, maar de frequentie stijgt plots onrustwekkend. De speurders starten met het onderzoek maar zij staan voor een reeks ogenschijnlijke onoplosbare moorden………

    Wie graag een boek leest kan er nog altijd een bestellen via email: livinaleonie@live.be

    Als je de teksten leuk vindt dan geef je de tekst onderaan een stem (liefst 5/5, met slechte punten heb ik het echt gehad).

    Ik heb altijd geleefd voor een ander, dus misschien heb ik ooit een van u een plezier gedaan, doe mij dan ook eens plezier en geef de artikeltjes een stem, onderaan.
    Het duurt maar eventjes.

    Vind je de tekst niet leuk dan lees je snel een ander.


    In elk geval, veel leesplezier. Bedankt!

    Marianne

    Foto's boek Jozef Posman: klik op de link:

    https://plus.google.com/photos/116688562905656264433/albums/5891473131414708673?authkey=Gv1sRgCPXsxqvdgvDg8gE

    ps://plus.google.com/photos/116688562905656264433/albums/5891182259556083297?authkey=COKhj-GAuNrAWg

    De kopjes van de familie: Van Jozef Posman (1840), Maria Theresia Leloup (1853) uit Broekhuize en Moerhuize, Maldegem, van Rosalia Genijn (1844), Angelina Geeraerts (1872) uit Aartselaar tot 2013. Van Broekhuize, Moerhuize, Maldegem, van Aartselaar tot in Moermansk Rusland, Canada, Amerika, de familie kopjes. Posman, Layreyns, Cochuyt, Colman, Van de Straete, Van de Velde, Dremina, Subota, Matthys, Van Durme zeker 300 kopjes, allemaal mooie mensen.
    Zuster Amelberga en zuster Blandina, begijntje Leloup, Denis Chisholm, Fraser H., Dennis Crocket, Patsy en Len, Liliana en nog enkele anderen zitten er ook bij, zij waren ook onze familie.


    Klik op de link:

    https://plus.google.com/photos/116688562905656264433/albums/5891182259556083297?authkey=COKhj-GAuNrAWg






     

    18-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stamboom 1 Posman.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    JOZEF POSMAN, de stamboom van 1757 tot 2013.

    De stamboom heb ik in verschillende versies moeten doen, ik heb er nu tientallen uren aan opgemaakt, ingelast, geknipt, geplakt maar het lukt niet. Ik krijg er de nakomelingen van Jozef  Posman niet in op een behoorlijke manier. Jammer want er zijn intussen reeds wijzigingen die ik makkelijk kon aanpassen hier. Raar maar waar, er zullen toch moeilijker mensen bij zitten dan ik denk. Ik probeer eens een andere stamboom in te voegen, eens zien als dat lukt. Niet echt mijn ding, hier. Nu wie de stamboom wil zien kan mijn boek raadplegen.

     

    DE VOOROUDERS

    De voorouders en hun familie worden omschreven in de volgende documenten:

    Bronnen:

    <!--[if !supportLists]-->ú  <!--[endif]-->Parochieregisters van Middelburg 1616 - 1796.

    <!--[if !supportLists]-->ú  <!--[endif]-->Parochieregisters van Maldegem 1616 - 1796.

    <!--[if !supportLists]-->ú <!--[endif]-->Volkstelling Middelburg 1796.

    <!--[if !supportLists]-->ú <!--[endif]-->GeneaNet.

    De namen Posman en Postman zijn door elkaar geregistreerd.

    Alle afstammelingen van Jozef Posman wonen nog in en rond Maldegem (behalve André, Lucien, Dirk  en Eric Posman)

    De kinderen van Hector en Leopold Posman uitgeweken naar de V.S. zijn daar uiteraard gebleven.)

    A. DE EERSTE EN TWEEDE GENERATIE

    A.1 POSMAN Bernard, ° Lapscheure omstreeks 1757.

    Eerste huwelijk met: Verheecke Joanna Catharina, ° Zomergem omstreeks 1760, getrouwd op 03-05-1786, gestorven op 30-jarige leeftijd op 13 03 1790 (Vader: Jan Verheecke - Moeder: Anna de Beir).

    Kinderen:

    A.1.1 POSMAN Jozef, ° Maldegem 11 03 1788 (Peter: Bernard Verheecke wonend te Maldegem. Meter: Petronella POSMAN wonend te Maldegem). Hij is waarschijnlijk niet getrouwd of jong gestorven.

    Tweede huwelijk met: (van ) Hauwenhuyze Emiliana, ° Maldegem 23 02 1766, getrouwd op 18-05-1790.

    Kinderen:

    A.1.2 POSMAN Constant, ° Maldegem 11 03 1791, † 17 05 1791, dus 2 m oud. (Peter: David POSMAN wonend te Moerkerke. Meter: Barbara Hauwenhuyze wonend te Adegem)

    A.1.3 POSMAN Andreas, ° Maldegem (Moerhuize) 09-04-1792, (Peter: Andreas POSMAN wonend te Middelburg - Meter Jacoba Hauwenhuyze wonend te Maldegem), † 18 08 1858. Hij heeft gezorgd dat de levenslijn doorgaat. Getrouwd met Marie-Thérèse Verstraete ° 1800 † 23 10 1865.

    A.1.4 POSMAN Ambroos, ° Maldegem 26-01-1794 (Peter: Frans Hauwenhuyze wonend te Maldegem - Meter: Barbara van de Genachte wonend te Maldegem ).

    Gesneuveld in het leger van Napoleon Bonaparte op 20 08 1813, op negentienjarige leeftijd te Firenze, Italië.

    A.1.5 POSMAN Barbara Theresia, ° Maldegem 30 10 1795 ( Peter: Bernard Hauwenhuyze wonend te Adegem - Meter: Petronella Boerjan wonend te Maldegem ), waarschijnlijk niet getrouwd of jong gestorven.

    Derde Huwelijk met: Rijckaert Joanna Maria.

    Kinderen:

    A.1.6 POSMAN Joannes, ° Maldegem omstreeks 1801, overleden te Sluis op 21-06-1844. Hij was dagloner en werkman, gestorven op 43- jarige leeftijd. Hij was getrouwd met Anna-Maria Verbeke (1792 -1832).

    Kinderen:

    A.1.6.1 POSMAN Sophia Francisca, ° omstreeks 1827 te Eede en overleden op 14 04 1854 te Aardenburg, ze was dienstbode.

    A.1.6.2 POSMAN Petrus, ° Aardenburg omstreeks 1829 en overleden op 01 01 1862 te Waterlandkerkje. Hij was landmanknecht, werkman en arbeider. Gehuwd met Coleta Francisca van Pamel (1832 1862) te Oostburg op 01 09 1858.

    Kind:

    A.1.6.2.1 POSMAN Maria Antonia ° 20 07 1859 te Waterlandkerkje en er overleden op
    14 09 1859, net geen 2 maand oud.

    Opmerkingen:

    De tak van A.1.3 POSMAN Andreas loopt door naar onze familie.

    Bij de peters en meters van de kinderen van POSMAN Bernard komen de namen:

    POSMAN Petronella, POSMAN Andreas en POSMAN David voor.

    Het is nagenoeg dat zeker zij de broers en zus van Bernard Posman zijn.

    Over David hebben wij niets teruggevonden.

    Over POSMAN Petronella en POSMAN Andreas hebben wij wel gegevens gevonden in de bevolkingsregisters van Middelburg. De ouders van Posman Bernard hebben wij niet teruggevonden, ook hun oorsprong niet. We vinden de naam Posman overal terug, vooral in Nederland, Duitsland en Amerika.

    De oudste die we vinden is Posman Paul, geboren op 05 06 1569 te Sankt-Jacob, Chemnitz-Sachsen.

    A.2  POSMAN Petronella, ° Lapscheure omstreeks 1757. Dagloonster en werkvrouw.
    Gehuwd met Jacobus Franciscus Bernardus Hendrickx, ° 04 12 1751, houtzager. Ze woonden in Eede (1779 1793 ) en in de Oosthoek te Sint- Laureins (1793 1800 ), dit is de wijk aanleunend bij Moerhuize.

    Kinderen:

    A.2.1 Anna Maria Francisca Hendrickx °1779  †1779

    A.2.2 Jacobus Bernardus Hendrickx °1780 † 1784

    A.2.3 Bernardus Franciscus Hendrickx °1782

    A.2.4 Joanna Cornelia Hendrickx °1784

    A.2.5 Francisca Hendrickx °1786

    A.2.6 Franciscus Bernardus Hendrickx °1788 † 1789

    A.2.7 Franciscus Bernardus Hendrickx °1790

    A.2.8 Regina Francisca Hendrickx (1793 1794)

    A.2.9 Josephus Hendrickx °1796

    A.2.10 Anna Maria Hendrickx °1798

    A.2.11 Hendrica Hendrickx °1800 † 1883. Wij tellen 11 kinderen op 11 jaar waarvan 4 zeer jong gestorven zijn.

    A.3  POSMAN Andreas ° Lapscheure omstreeks 1765, volgens de volkstelling omstreeks 1761.

    Gehuwd met: Roels Barbara, ° Moerkerke omstreeks 1761, getrouwd op 01-05-1792.

    In 1796, tijdens de volkstelling woonden zij in de Kloosterstraat in Middelburg.

    Kinderen:

    A.3.1 POSMAN Joanna Cornelia °09-03-1793 (Peter: Fernand Gernaey wonend te Middelburg - Meter: Coleta Willems wonend te Middelburg).

    A.3.2 POSMAN Maria Theresia °24-12-1795 (Peter: Jan Frans de Craene wonend te Middelburg - Meter Christina POSMAN wonend te Middelburg).

    Opmerkingen: ·

    Aangezien de kinderen dochters zijn is de naamlijn Posman hier uitgestorven.

    Er duikt een nieuwe naam op als meter, namelijk Christina POSMAN.

    Ze is heel wat ouder dan Bernardus, Petronella, Andreas en David, dus waarschijnlijk was ze een tante. Uit de volkstelling van Middelburg in 1796 zien wij dat POSMAN Christina dan 54 jaar was, geboren omstreeks 1742. Ze was getrouwd met Goemaere Jean, in 1796 was hij 59 jaar, dus geboren omstreeks 1737. Hij was kunstdraaier. Ze woonden in Dorp, Middelburg.

    18-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    17-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Denis en Valeer Posman, imkers op 't Molentje.

    Prachtig filmpje van Noël Ryheul, www.camob.be.

    Hier kan je Valeer en Denis en hun echtgenotes nog eens  aan 't werk zien als "imkers".

    Heel mooie herinnering, zo jammer toch dat de tijd voorbij vliegt.

    FOLKLORE ERFGOED: http://www.camob.be/#post218

    Denis en Valeer Posman waren ervaren imkers.

    De productie van honing was voor de gebroeders Denis en Valeer Posman op de wijk het Molentje te Maldegem een heel ambachtelijke bezigheid.

    Als marsmannetje verklede imkers openden zij voorzichtig de bijenkasten en bedwelmden zij de bijen met rook.

    De afgesloten honingraten werden opengesneden en gecontroleerd.

    Met de middelpunt vliegende kracht van een zwierder werd de honing uit de raten geslingerd.

    De honing werd gezeefd en in potjes gegoten. (film Maldegem een dorp om in te wonen - film super8).

    Een 5/5 voor N. Ryheul, voor alles wat hij heeft vastgelegd op beeld, heel zijn leven lang, zodat wij nog eens kunnen nagenieten, van de "tijden van toen" …

    17-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bij de dood van Valeer, Dirk Posman.

    Bij de dood van Valeer Posman, Dirk POSMAN.

     

    Het moet zowat een jaar geleden zijn. We reden kriskras door zijn geliefde Meetjesland op weg naar nergens. Plotseling draait mijn vader zich half om naar mij en vertelt over zijn oud-leraar aan de Normaalschool, Achilles Mussche. Die had hem eens tijdens een les grammatica gezegd: ‘Posman, gij zijt een schilderij zonder kader.’ Meneer Mussche, streng en deskundig, dus alom gevreesd. Daar kon je als student niets tegen zeggen. Het moet in 1943 geweest zijn.

    Daarna zweeg pa en zocht in het landschap naar plekken met een verhaal. Hij kon als geen ander de streek lezen  en interessant maken met vertelselkens.
    Ik wist niet meteen wat ik daarop moest antwoorden, ook omdat pa de voorkeur had om mij als chauffeur langs de meest landelijke weggetjes te sturen, waar de laatste tien jaar niemand meer was gepasseerd.

    Toch dacht ik eraan terwijl ik mijn tekst aan het schrijven was. Wat zou meneer Mussche bedoeld hebben met ‘zonder kader’? Ik wist dat pa uitblonk in Nederlands, maar dat kader zat mij dwars. Ik heb het antwoord nooit van hem gehoord. Pa vond dat oké, het leven moest een beetje een mysterie blijven en de geheimtaal van de poëzie was als noodzakelijk voedsel voor hem.
    Hij vond boeken met gedichten erin geen echte boeken, want niemand nam ze mee uit de bibliotheek, behalve hij. Daar was hij trots op. Hij deed dan ook geen moeite om ze op tijd terug te brengen naar de bib.

    Poëzie, klassieke muziek en schilderkunst betekenden alsmaar meer voor hem, toen de tragiek van het leven hem onverwachts bij het nekvel had gegrepen.
    Een leven zonder stem moet hard geweest zijn, maar klagen deed hij niet. Je kon je tijd wel beter gebruiken, vond hij.
    Langs het voetbalveld bijvoorbeeld, deskundig een wedstrijd analyserend, bij voorkeur tegen de mening van de supporters en van de trainer in.

    Gaandeweg werd hij zwakker en kostte het spreken met een provox hem meer moeite. Het is dan dat hij koortsachtig begon te schrijven: dagboekfragmenten, kopieën van gedichten en honderden brieven. Want een mens kan niet zonder communicatie, en dit was zijn poging om in contact te blijven met de mensen die hij graag zag. Het waren en zijn er veel en ik zie ze hier allemaal graag terug in de kerk.

    Hoe zullen we aan hem terugdenken? Wel, stap het schilderij binnen. Hij zal je vriendelijk meetronen naar zijn geliefde plekjes: een stoffig stukje straat met een beetje steenklaver aan de rand en zoemende bijen, een voetbalveld met het staccatogeroep van jonge spelers, een bibliotheek zonder echte boeken, een verloren stuk bos in Drongengoed, een café uit de jaren 50 waar hij de tango danste met Bertha, een schilderij van Jef Van Maldegem, of van Marc, zijn schoonzoon, of van Mia, zijn schoondochter, een verwilderde tuin (ge moet uwen tuin niet te proper maken, Dirk jongen, geef de beestjes en de natuur nog een kans), een flardje Mozart, het gefluit van een doodgewone merel en bijen, veel zoemende en dansende bijen, de geur van verse honing.

    Als je uit het schilderij stapt, ben je weer opgemonterd en kun je de wereld misschien wat beter de baas. Doe het maar een paar keer, hij zou het graag gezien hebben en ik weet zeker dat het hem gelukkig zou maken.

    Hij was een vriend van de mens, een humanist, een filosoof. Iemand die bitter en zoet met elkaar kon mengen, zoals zijn generatiegenoot en beroemde Belg Toots Thielemans.
    En dat kader? Ach, dat heeft hij ons meegegeven, zodat we allemaal een beetje zinvoller zouden kunnen leven, weg van de waan van de dag.

    Bedankt pa, en blijf schrijven jong. We horen nog van jou wanneer we in de straat van je herinnering aan het wandelen zijn: versjes,  overpeinzingen, kinderliedjes voor de achterkleinkinderen, grapjes. Misschien zien we je wel nog eens. Dat zal deugd doen.

    17-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dirk Posman, Afscheid van ons vader.

    Afscheid van ons vader. Dirk Posman.

     

    Hier staan we nu, vlak voor Valeer niet meer zichtbaar zal zijn. Als oudste van de dichte familie had ik graag nog iets willen zeggen.

    Ik zou namelijk een aantal mensen special willen bedanken omdat zij zo onbaatzuchtig en liefdevol pa hebben bijgestaan in de laatste, moeilijke weken, maanden en zelfs jaren.


    Ik besef natuurlijk dat iedereen zijn best heeft gedaan, elk naar eigen vermogen, maar Martine en Mia hebben samen met Greta, als leeuwinnen gevochten en gezorgd voor pa, onvermoeibaar en met een allesomvattende liefde.

    Het heeft hem veel deugd gedaan. En ons ook. Merci daarvoor.

    We zullen het nooit vergeten.

    Hoe moet het nu verder met onze familie? De verbindingsfactor, die vader was, is er niet meer. We zullen dus goed ons best moeten doen om ervoor te zorgen dat er nog wat van die Valeer-factor overblijft. Samen zijn, samen iets doen. Ik weet zeker dat iedereen zijn best zal doen om dat te realiseren. We zullen ons best doen.

     

    Maar eerst zullen we nog rouwen om wie nu onherroepelijk weg is: vader, pa, pepe.
    Iedereen doet dat op zijn eigen manier.

    Ik probeer dat via gedichtjes.
    Hier volgt er eentje.

    Daarna laat ik jullie met veel respect over aan jullie eigen gedachten. Ik weet wel zeker dat Valeer voor altijd in jullie hart zit.

     

    De definitieve reis

    En ik zal weggaan. En de vogels

    blijven zingend achter;

    en mijn tuin blijft achter, met zijn
    groene boom, en zijn witte put.

     

    Alle middagen zal de hemel

    blauw en vredig zijn;

    en zullen de klokken van de

    klokkentoren luiden zoals nu.

     

    Die van mij hielden, zullen sterven;

    en het dorp zal elk jaar anders zijn;

    en in die hoek van mijn bloeiende,

    witte tuin zal mijn geest dwalen, vol

    heimwee.

     

    En ik zal weggaan; en ik zal alleen

    zijn, zonder huis, zonder groene

    boom, zonder witte put, zonder

    blauwe, vredige hemel …

    En de vogels blijven zingend achter.

    Juan Ramon Jiménez, Spaanse Nobelprijswinnaar literatuur 1956

    17-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Marie Posman uit Moerhuize, Maldegem.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MARIE POSMAN (15 06 1894 - 11 08 1983) Moerhuize Maldegem.

    Leuke herinneringen aan vroeger, aan alle mensen die deel uitmaakten van ons leven. De kinderen van onze grootvader Jozef Posman en hun wederhelft waren stuk voor stuk, knappe, onberispelijke en heel vriendelijke mensen. Ik heb hen gemist toen ze heengingen. Ik heb altijd hun hartelijkheid gemist.

    Marie Posman was het achtste kind van grootvader Jozef Posman. Zij was een van de oudere zussen van vader. Onze grootouders waren overleden in 1926 en 1935 dus wij hebben hen nooit gekend. Tante Marie was een echte grootmoeder voor ons. Wij waren de kinderen van haar jongste broertje Modest die ze vertroeteld en gekoesterd had tot hij zesendertig jaar was. We woonden in de buurt en kwamen dus vaak langs of staken een handje toe. Toen ze zich niet meer kon verplaatsen met haar heel grote zwarte fiets had wel een van ons een auto en werd ze overal gebracht.

    Ze was dienstbode geweest bij een neus- keel- en oorspecialist in Brugge, Dokter Van De Calseyde. Ze vertelde veel verhalen over haar diensttijd. Ze was huishoudster, kinderverzorgster en ze mocht de arts ook assisteren. Ze kon daar heel gewichtig over doen. Toen ik een baby had kwam ze soms bij ons en ze stak een handje toe. Ze beweerde dat je linnen moest strijken om te ontsmetten. Ik denk altijd aan haar als ik aan het strijken ben om te ‘ontsmetten’. Marie kwam terug thuis wonen toen haar zus Magdalena trouwde in 1923. Zij zorgde verder voor haar bejaarde ouders en de kinderen van het gezin die nog thuis woonden.

    Tante Marie straalde warmte uit. Ik vond haar heel mooi. Ze had het grijze haar in een dot. Ze zag er altijd precies hetzelfde uit. Ze leefde heel sober. In het huisje waren vijf lampen met blakertjes. Stopcontacten had ze niet want ze beschikte over geen enkel elektrisch apparaat. Zij was zuinig op kleren. Op de begrafenis van vader in 1969 droeg ze dezelfde mantel als op zijn huwelijk, 28 jaar eerder.

    De oudste zoon van Jozef Posmans tweede huwelijk, Camiel en de oudste dochter Marie Posman waren allebei ongehuwd en bleven in het ouderlijk huis wonen. Tegen ons zegde ze altijd: “Ik heb mijn kuipje niet buitengezet toen het ventjes regende.”

    Met Nieuwjaar gaf Marie weinig of niets aan haar talrijke neefjes en nichtjes. Ik denk dat zij weinig geld had. Vrouwen deden vroeger het huishouden, streken wat huishoudgeld op waar ze nauwelijks mee rondkwamen en de kostwinner beheerde het spaarboekje. Vele neefjes en nichtjes hadden Marie als meter en met Nieuwjaar verwachtten zij dan ook een centje na het voorlezen van de Nieuwjaarsbrief. Marie gaf wat ze kon, een lege koekendoos, gevuld met noten en één frank op de bodem. Het hoefde eigenlijk niet echt.

    Tante Marie betekende voor ons hartverwarmende liefde. Wij wisten dat zij ons heel graag zag. Rond de Leuvense stoof warmden we onze voetjes en slurpten koffie die de hele dag op de kachel stond te pruttelen. Celesta Vlaminck en Arthur De Pauw, waren de buren van tante Marie. Rechts van Celesta woonden de ouders van arts specialist Jacques Versieck, René Van Deursen, August Claeys en Magdalena Posman, Robert Savat, de vader van Rosa’tje Savat, nu echtgenote Medard Seselle. Links van tante Marie woonden Willy Van Hecke en Lisette De Smet en hun ouders, twee gezinnen Leloup, Jozef De Windt, Modest De Pauw en Emiel Claeys.

    Als we op bezoek gingen dan zat tante Marie zat links van de stoof in een hoge leunstoel en Pitje Miel, aan de rechterkant. Ik heb hen nooit tegen elkaar horen praten. Camiel had het afgeleerd om tegen haar te praten omdat zij niet te stuiten was. Vader vroeg aan elk iets afzonderlijk en zij gaven antwoord. Vader was eigenlijk hun communicatiemiddel. Als Marie wou dat Camiel iets wist dan vertelde zij het aan haar jongste broer zodat de andere broer het kon horen. Heel merkwaardig en triestig die relatie, zij zorgde voor haar broer, hij gaf haar wat geld maar sprak geen woord tegen haar.

    Zij deed het huishouden. In de winter maakte ze eten klaar op de Leuvense stoof in de voorplaats en in de zomer in het achterhuis op een platte stoof die in de haard geplaatst was.

    In de voorkamer stond een kleerkast links en rechts een etagère met de spullen van pitje Miel. Verder stonden er enkele stoelen en een tafel. Aan de voordeur hingen de jassen aan haken. In de achterkamer stonden twee tafeltjes, één voor het raam, het ander tegen de muur onder een rek waar de borden gestapeld stonden.

    Op de “pad” achter het huis was een soort terras dat ze schuurde met bleekwater in de zomer. Bij de achterdeur was een regenput. ’s Zomers krioelde het water van maden. Zij kookte de was met regenwater. Er was een grote pomp buiten met putwater voor het eten. In een hokje achter de regenput zaten konijnen onder de bakoven. Het toilet stond ernaast. Het was een klein vertrek, een verhoog, een plank met een rond gat. Een doorslechte geur vulde je neusgaten. De vloer van brede balken bedekten de beerput. Tante Marie was er eens in gevallen. Naast het toilet zaten konijnen die gevoederd werden met hooi.

    Tussen dit gebouwtje en de stal was een kort stukje omheining waar buurvrouw Celesta Vlaminck, echtgenote Arthur De Pauw, soms wachtte voor een babbeltje. Tante Marie wou niet dat ik met Celesta praatte dus rende ik rechtstreeks van de achterkeuken naar de stallen. In de eerste stal rechts stond een fornuis waar zij om de veertien dagen flanellen linnen weekte, kookte, spoelde en waste. Bij het raam lag een hoop kolen met een schop, betonnen bakken met voeder, gereedschap. Alles was magisch bij tante Marie. Naast dit hok was een paadje naar de koeienstallen. Verder was nog een stal, een machine om handmatig bieten te malen voor veevoeder, een hooizolder, een trekwagen en ander landbouwmateriaal. De indrukwekkende notenboom ervoor droeg elk jaar manden noten.
    Rechts was de weelderige moestuin. Helemaal op het einde van het ‘domein’ was de weide voor de koeien.

    In de hagen onderaan stonden platte manden voor de kippen om eieren te leggen. Soms verdwenen die eieren. Een onbekend persoon stak zijn hand door de haag om de eieren weg te nemen. Een ‘visseslag’ werd geplaatst in de kippennesten en de kippen werden opgesloten om de dief te ontmaskeren. Wie ’s anderendaags met een gekwetst hand rondliep was de eierdief.

    Zij had een omheind voortuintje met struikjes en bloemetjes, en een klein hekje die leidde naar de voortuin. Opzij van het huisje stond een bank waar haar broer Camiel en enkele buren, Richard Matthijs o.a. zaten te roddelen waarschijnlijk. Zij luisterde hen soms af op het terras achteraan of aan het luikje van de voordeur. Ze rolde met haar grote blauwe ogen als ze ons vertelde wat ze allemaal gehoord had. Er groeiden mooie struiken, witte welriekende bloemen aan de gevel. Wij hebben die houtsoort bloemen ook en ik denk altijd aan haar als ze bloeien.

    Onze oudste broer Leopold was koewachter bij Pitje Miel. Hij heeft foto’s met de wagen van Pitje Miel getrokken door koeien. De enige mogelijkheid die de mens ter beschikking had om ploegen, eggen of wagens te trekken was eigen lichaamsenergie, koeien, ossen, ezels, paarden of honden. Wie geen trekpaard had, had een gespan met koeien.

    Toen Camiel stierf in 1972, was Marie 78 jaar oud en ze was bang alleen. Ze trok tijdelijk bij Louis Posman en zijn vrouw Christine in en ging later naar het rustoord. Haar lange haar werd er onmiddellijk geknipt. Het was te moeilijk om het te wassen.

    Ze heeft zich snel aangepast, ze had veel bezoek en ze stelde het eigenlijk goed. Tante Marie was meter van Louis Posman, mijn tweede broer en zij hadden een nauwe band. Hij heeft voor haar gezorgd tot ze stierf in 1983. Ze was 89.

    De foto's in bijlage:
    Leopoldje Posman ment het gespan van Camiel Posman.
    Marie Posman aan de Leuvense stoof.

    Bijlagen:
    Bernard, Mathias, Pol, Marie en sandra Posman en Imelda.jpg (570.8 KB)   
    grootvader Jozef Posman.jpg (580.6 KB)   
    IMG.jpg (326.9 KB)   
    IMG_0002.jpg (770.7 KB)   
    IMG_0029.jpg (1 MB)   
    IMG_0064.jpg (1.1 MB)   
    tante marie 38 jaar.jpg (60.4 KB)   

    17-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jan Posman uit Maldegem.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    JAN POSMAN (°1963):

    Posmaniërisme, een verrassende visie op de “Posmannen”

    JAN POSMAN is geboren en opgegroeid in de wijk het Molentje, Molenberg, Maldegem. Hij is de zoon van de legendarische Denis Posman die de wijk het Molentje een ziel gaf en vreugdevolle evenementen. Jan werkte na zijn studies aan de Gentse universiteit, in het bedrijfsleven tot hij het aparte voorstel kreeg om in Nederland docent Nederlands te worden. Hij woont aan de vaart wijk Strobrugge in Maldegem. Hij leest, schrijft en zingt in het experimentele folkgroepje Sundance.

    Bibliografie:

    Hij debuteerde met ‘Een brief aan Jack Nicholson”, een roman over de reclamewereld, uitgegeven door Manteau bekroond met de Gouden Gids Manuscriptprijs 2001.

    Bij dezelfde uitgeverij verscheen ook “Waterman en linkshandig”, over een tocht langs de Route 66.

    Bij “De lege verzameling”, een eigen uitgeefproject, verschenen de dichtbundels “Vertellementen” en “Wie ben je en wat is je verhaal.”

    Jan Posman zond me enkele jaren geleden een soort introductie voor mijn boek over grootvader “Jozef Posman en zijn 15 kinderen”, heel schoon en grappig. Hen die mijn boek niet gelezen hebben, laat ik nog even meegenieten.

    Het Posmaniërisme, een verrassende visie op de “Posmannen”,
    “Wreed schoon of affreus” door Jan Posman
    .

    Een jaar of zeven geleden kreeg ik in Oostburg, waar ik Nederlands geef, tijdens de middagpauze een vraag van een mooi twijfelend meisje. Ze gleed door de laatste weken van haar laatste jaar en kon maar niet beslissen of ze Frans of piano ging studeren. Ik mocht haar adviseren, terwijl ik nooit Frans of piano had gestudeerd. Ik heb haar uiteraard het conservatorium aangeraden en een paar jaar geleden haar eindexamen bijgewoond tussen ernstige mensen in een sfeervolle Gentse zaal.
    We hielden regelmatig contact. Toen ze bij het begin van haar studie Lucien Posman had meegemaakt, mijn achterneef die in het Gentse conservatorium aanvuurt en enthousiasmeert zoals niemand dat kan, sms’te ze: “Nu ben ik van jou af maar die Lucien is toch van hetzelfde laken een pak.” Ik heb dat bericht met plezier gelezen en gedacht: “Had ik maar die eigenschappen die van de maestro zo’n aangenaam en geliefd mens maken, die ouderwetse levensvreugde, die verblijdende sociabiliteit, dat fascinerend samengaan van intellect en hartwarmte.

    Wat zou Aukje, zo heet het pianomeisje, bedoeld hebben? Waarop kwam die gelijkenis neer? Wat is het posmaniërisme? Ze herkende haar vroegere leraar Nederlands overduidelijk en onmiddellijk in de Posman van het conservatorium en ze had zich geen moment afgevraagd of we familie waren. Maar waardoor?

    Wellicht moeten we die vraag niet zelf beantwoorden en wellicht moet je een buitenstaander zijn om het goed te onderscheiden. Nochtans hoorde ik van mijn zus Marleen een tiental jaar geleden, dat ze op een feest van nonkel Valeer, Amerikaanse Posmannen had ontmoet, en dat die op ons leken. “Hoezo”, vroeg ik, “in welke zin?” “Gewoon”, antwoordde ze en haalde haar schouders op. Gewoon. Daar ben ik niet veel verder mee gekomen.

    Naar aanleiding van een uitspraak van mij bracht een oud lief van Lucien ooit bij een gezellige toogsituatie in Studio Scoop uit:

    “Bij de Posmannen is altijd alles wreed en erg. Als iets mooi is, is het wreed schoon en anders is het affreus. Als ze een snotvalling hebben, denken ze echt dat ze op sterven liggen en in de gewone gang van zaken zien ze snel een complot.”

    Je leven lang heb je vooral met twee families te maken, die van je vader en die van je moeder. Als je een partner hebt, komt er na je eerste kwarteeuw nog een complex netwerk bij maar dat kan je uitstellen of weigeren. Hoe dan ook, in alle families heb je die gelijkenissen, die trekken, de onhebbelijkheden en de eigenschappen die ze graag in de verf zetten.

    Over de gemeenschappelijke kenmerken in mijn moeders familie heb ik zelden horen praten. Als het daarover ging, ging het over mijn vaders struik. Ik heb er vaker over nagedacht, temeer omdat ik vond dat mijn vader eigenlijk weinig op mijn grootvader leek.

    Misschien was mijn grootvader al te oud toen ik hem leerde kennen. Zijn schoenmakerij was nog intact maar werken was iets van vroeger. Hij werd steeds dover en sleepte zich letterlijk voort. Ik hoorde dat hij wat accordeon had gespeeld en dat hij alle kinderen van de buurt met bizarre verhalen onderhield. Hij had rond zijn zestigste op de terugweg van zijn bijen in Kleit een ongeval gehad met zijn Solex en dat was hij nooit meer helemaal te boven gekomen. Een grappig fait divers is dat hij ooit naar de tandarts moest en dat zijn dochter Simone met hem mee moest voor morele steun. Dat heb ik allemaal van horen zeggen. Hij stierf door een bloedklonter in 1972. Daarbij komt dat mijn vader bij zijn heengaan, in 1991, nog lang geen oud mannetje was, pas zestig was hij geworden. Dat maakt de vergelijking nog moeilijker. De twee dingen die me bij beide mannen meteen te binnen schieten: de ironiserende preoccupatie met de dood en daarnaast hun blik. Mijn grootvader, René Posman, had een kiezerslijst en bij elk sterfgeval zocht hij de ongelukkige op en voorzag zijn of haar coördinaten van een kruisje in potlood en enkele randnotities over zijn of haar eigenschappen:

    • dronkaardeke, veel bij “de zatten André” gezeten (dat was een café op het Molentje),
    • een kwene met een slecht been,
    • nog 15 frank tegoed voor verhalvezolen,
    • zo rijk als Frederik Dhondt, eigenaar van het Sint-Anna Kasteeltje en het Sint-Anna Park, centrum van Maldegem.
    • nog mee op school gezeten,
    • nooit veel stro van d’aarde geraapt,
    • mismeesterd in het Minnewater.

    Zulke dingen stonden bij die namen geschreven. Frederik Dhondt bewoonde het Sint-Anna Kasteeltje, het gemeentepark was zijn tuin. Als mijn grootvader iets duurs aangeboden werd, zei hij steevast: “Als Frederik Dhondt mijn vader was geweest …”  Hij had ook een theorie over sterfgevallen op het Molentje, waar hijzelf en bijna al zijn kinderen een woning hadden: als er op het Molentje iemand het loodje legde, stierven er binnen veertien dagen nog twee.

    Doodgaan was altijd een item. Het leek alsof erover praten je ervoor behoedde. Bezwering. Bij mijn vader waren de vele verwijzingen naar de dood veeleer excuses voor genotzucht. Stel dat het hiernamaals iets mocht betekenen, dan is er kans dat daar niets mag. Wie zal het zeggen? Dat soort overwegingen.

    Als Posmannen geen filosofen zijn, dan op zijn minst zondagsdenkers met een eigen taal. Posmannen zijn taalmensen. Toen ik op de lagere school zat, had elk huis van mijn klasgenoten zijn eigen helden. Bij Giovanni De Mey waren dat motorcrossers, bij Eugeen De Lille hartchirurgen en bij ons waren het schrijvers, Elsschot, Walschap, Louis Paul Boon en ook de taaltovenaar Guido Gezelle. Die laatste droeg weliswaar een zwarte rok maar hij kon er volgens mijn vader ook niet aan doen dat zijn moeder zo smartelijk graag een pastoor in de familie had.

    In Maldegem waren er twee socialisten en mijn vader was daar één van. Hij heeft heel zijn leven in de dorpspolitiek tegen de bierkaai gevochten, strijdschriften geschreven, verkiezingskandidaten geronseld, affiches geplakt, het sociale leven verpersoonlijkt.
    Als ik het woord sociaal hoor, dan staat prompt mijn vader daar, aan een toog met een stompje van een sigaar en een glas bier dat hij in twee teugen zou leegmaken omdat iedereen hem wilde trakteren. Het moest een beetje vooruit gaan voor de vaderfiguur. Als er ergens een vereniging opgericht werd, was er veel kans dat hij er voorzitter werd. Op een bepaald moment was hij voorzitter van de hondenclub “Hond en Meester”, terwijl ik mijn kindertijd lang om een hond heb gezaagd en altijd hetzelfde antwoord kreeg: “Op mijn hof komt er geen hond.” Hij was ook voorzitter van de Verenigde Winkeliers der Noordstraat, terwijl wij geen winkel hadden, alleen in het zwart, kilo’s en halve kilo’s honing verkochten.

    Erg posmaniëristisch waren mijn vaders activiteiten naar mijn bescheiden mening niet. Volgens het posmaniërisme moet je met onbaatzuchtigheid (zijn voorzitterschappen kostten hem alleen maar geld) toch ook niet overdrijven. Er mag al eens wat eer en een som geld tegenover staan. Toch? Of zie ik dat verkeerd? Een van de jongste broers van mijn grootvader schijnt de eerste dopper in Maldegem te zijn geweest. Hij heeft daar een heuse carrière van gemaakt maar niettemin zijn kinderen een klein fortuintje nagelaten. Lucratieve nevenactiviteiten. Niet dat volle engagement in dat ene, je niet laten opslorpen, energie sparen voor wat zich onverwacht aandienen kan.

    Toen ik klein was, ging ik met mijn vader bij zijn ooms en tantes nieuwjaren, bij nonkel Fernand en tante Julienne en in Moerhuize bij tante Blanca en Marie en nonkel Camiel. Taaie speculooskoekjes. Gezapige taal. Gemeenschappelijk kenmerk nummer één: eigenzinnigheid.

    De blik die mijn vader en grootvader deelden, zie ik in de ogen van opmerkelijk veel achternaamgenoten. Hij is niet geruststellend, die blik. Hij zegt veel te weten maar er het liefst over te willen zwijgen. Hij is oceaanblauw en zodanig eerlijk dat de drager altijd op zijn hoede is voor misbruik.

    Ik had ooit een vriendin met een stevig psychologisch inzicht. Zij zei vaak tegen me: “Doe weer niet zo posman-achtig.” Volgens haar maakten wij situaties graag ingewikkelder dan ze waren en ook konden wij nooit de zon zien zonder de wolken erbij te denken. Posmannen leden aan een wat ingeperkte Weltschmerz, een lijden aan de wereld door hun verbeeldingskracht, enigszins ingeperkt door trots. Door hun verbeeldingskracht zien ze hun ideale wereld scherper, gedetailleerder en levendiger maar ook de kloof tussen dat ideaal en de bestaande wereld is pijnlijk apert. Het inzicht in die kloof verpest aardig wat, maar het maakt ons ook gevoeliger voor de band die we hebben met al datgene dat al in ons leven is en ook mee zou mogen naar die ideale wereld. We zijn ons voortdurend diepbewust van de waarde van alles waarvan we houden maar een inzinking op zijn tijd behoort altijd tot de mogelijkheden.

    Hoe dieper je over het posmaniërisme nadenkt, hoe moeilijker je het verwoordt. Laten we onze verbeeldingskracht in dienst stellen van schoonheid en troostende lach.

    Met dank aan Jan Posman voor zijn heldere visie op de Posmannen en hun nuchtere, beheerste, veelzeggende en afstandelijke blauw-ogen-kijk op de dingen en de mensen.

    17-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Modest Posman uit Maldegem.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MODEST POSMAN (1905 1969) geschreven door LOUIS POSMAN.

    Een beeld van een vader vorm geven is geen eenvoudige opgave. 

    Toch is Louis Posman (° 1944) er in geslaagd een beschrijving te tekenen van zijn vader Modest (° 1905 V 1969).

    Beiden zijn geboren en opgegroeid in de wijk Moerhuize tussen de twee kanalen. Het is een beschrijving toepasselijk op heel wat vaders opgegroeid in dit uitzonderlijk mooi stukje Maldegem, Moerhuize.

    Modest Posman was getrouwd met Bertha Cochuyt (° 1913 V 1995) en zij hadden vijf kinderen: Leopold, Louis, André, Marianne en Lucien Posman.

    Louis lijkt in alle opzichten op zijn vader.
    Een hard werker, zwijgzaam, ernstig en hulpvaardig.

    Mijn broer Louis heeft een overzichtelijk en ontroerend relaas geschreven over onze vader. Eigenlijk geldt die beschrijving voor alle leden van de familie Posman.
    Ik heb het integraal ingelast omdat het duidelijk verwoordt hoe de kinderen en kleinkinderen Posman geleefd hebben in Moerhuize of dicht in de buurt van Moerhuize, welke vaardigheden zij hadden en hoe zij die hebben benut om hun dromen te verwezenlijken.

    Louis Posman schrijft:

    Zijn verste herinnering:

    Vader heeft dikwijls gezegd dat hij “als kleuter” de indruk had dat hij niet echt welkom als jongste was in het groot gezin van vijftien. Hij bedoelde dat hij de indruk had dat zijn oudste broers (twintigers) hem nogal scheef bekeken en hem beschouwden als nog een die erbij kwam om de schaarse maaltijden te verorberen. Het zou ook kunnen dat die indruk verkeerd was en dat hij gewoon een beetje bang was van zijn zes oudere broers. Zijn zeven oudere zussen woonden niet allemaal meer thuis want zij waren op tien- of twaalfjarige leeftijd gaan “dienen” bij het rijke volk. Zijn vader was oud toen hij geboren werd (65) en zijn moeder (toen 46 jaar oud) zorgde voor hem. Hij heeft zijn moeder altijd heel graag gezien. Elke avond moesten wij een ‘tientje’ bidden voor haar.

    Zijn jeugd:

    Wij weten niet veel over zijn jeugd. Ik geloof niet dat hij als kind uitgeleend is aan een of andere boer om koewachter te spelen. Hij is tot zijn tien of twaalf jaar naar de broederschool geweest. Tijdens de oorlog (1914-1918) konden de kinderen van de wijk af en toe les volgen in het hoevetje van Honoré De Pauw, naast het Mariakapelletje. Hij kon goed lezen, schrijven en rekenen. Zijn verhalen over de rijke boerenzonen die ‘meester Arthur Dierickx’ van de Broederschool een hesp konden geven in ruil voor goede punten, waren hartverscheurend. Over de wreedheid en de meedogenloosheid van ‘meester’ Dierickx (onderwijzer van 1905 tot 1935) vertelde hij hartbrekende verhalen.

    Hij was negen jaar toen de eerste wereldoorlog uitbrak en dertien op het einde van de oorlog.

    Hij moest van zijn moeder een vak leren. Hij leerde voor schoenmaker in een schoenenwinkel links van de markt in Eeklo. Hij kon schoenen maken en herstellen maar hij deed dat niet graag en hij wou zijn broer René Posman, schoenmaker in de Noordstraat, ’t Molentje geen concurrentie aan doen. Hij heeft behalve voor de schoenen van zijn eigen gezin nooit schoenen hersteld. Wij stonden er niet bij stil maar hij kon uitstekend ‘halve zolen’ op onze schoenen plaatsen. Zijn gereedschap lag op het kleine zoldertje boven het washuis.

    De hiërarchie in het gezin Jozef Posman:

    In de jaren twintig was vader Jozef oud (1840 - 1924). Na het overlijden van Jozef Posman werd de leiding van het gezin overgenomen door de oudste zoon Camiel Posman (1888 - 1972), Pitje Miel, een algemeen verschijnsel in grote gezinnen. Daarover is nooit discussie geweest. In deze periode begon men, zoals overal in het Meetjesland, vlas te bewerken. Vier sterke broers Camiel, Ferdinand, Henri en Modest werkten samen. Er werd veel geld verdiend en dat werd door Camiel geïncasseerd en gespaard. Waarschijnlijk is daarover toch enige wrevel ontstaan. Ferdinand en Henri wilden eind jaren twintig trouwen en alleen gaan wonen. Zij hebben niets gekregen als ze het ouderlijk huis verlieten. Ze zochten ander werk want er moest brood op de plank komen voor hun eigen gezin.

    Ondertussen waren de crisisjaren ’30 aangebroken en was er geen vraag meer naar vlas. Modest ging noodgedwongen als vrijwilliger in het leger in Limburg, Maaseik. Hij werd uiteindelijk ontslagen omdat er geen geld meer was om de vrijwilligers te betalen. Dat is zijn geluk geweest want op die manier is hij ontsnapt aan het actief deelnemen aan de verdediging van ons land tijdens de Tweede Wereldoorlog.

    Bij het overlijden van Camiel Posman stelde men vast dat hij omstreeks de jaren dertig, negentig duizend frank spaargeld op zijn boekje had. Ferdinand trouwde in 1927 en Henri in 1930 en zij hadden graag hun deel van het spaargeld ontvangen. Camiel gaf hen niets. Een arbeiderswoning kostte toen, volgens nonkel Ferdinand, vijftien duizend frank. De broers van Camiel hadden recht op elk vijftien duizend frank. Ze hadden er ten slotte voor gewerkt. Helaas heeft Camiel dat toen niet gedaan.
    Enkele jaren na het overlijden van Camiel Posman is de eigendom verkocht en netjes verdeeld onder zijn neven en nichten. Uiteindelijk is gerechtigheid toch geschied.

     

    De eigenschappen en karaktertrekken van vader:

    Alle eigenschappen en karaktertrekken zijn feitelijk nagenoeg geldig voor alle leden van het gezin.

    Rechtvaardigheidsgevoel:

    Over gelijk welk onrecht was hij zeer kwaad. Het is een typisch karaktertrekje van de familie Posman. Onrechtvaardigheid gelijk waar ter wereld of onrecht persoonlijk ervaren kon een uitzonderlijke woede opwekken.

    Eerlijkheid: Hij moest niets hebben wat niet van hem was.

    Streng maar rechtvaardig:

    We kregen wel een klap, maar uiterst zelden en enkel als het nodig was. Als we aan het vechten waren in ons bed werd van beneden geroepen dat het moest gedaan zijn. Als dat niet gebeurde na een verwittiging of drie kwam hij boven gerend met zijn stokje. Ondertussen zaten wij volledig onder de dekens en hij sloeg eens op de dekens, wij voelden dat niet. Over het algemeen had hij autoriteit genoeg om de zaak onder controle te houden.

    Werkzaam en zorgzaam:

    Hierover valt veel te zeggen. Zijn vak was het vlas, hij kon dit als de beste en hij deed dat graag al was het onmenselijk lastig werk. Hij was groot en sterk en had nooit rugpijn. Ik heb hem nooit horen klagen. Al was hij elke avond doodmoe. Zolang hij dit werk heeft kunnen doen was hij gelukkig. Hij kon veel sneller werken dan een ander. Nadat hij als zelfstandige gestopt was heeft hij een tijd in Eede bij vlasbazen gewerkt en later bij de buren. Als er in groep gewerkt werd was hij altijd de voorman, hij gaf het tempo aan, de anderen kwamen achter hem aan. Tijdens de vakantie gingen zijn zonen mee, hij leerde hen alles. Vlas trekken, stuiken, schelven, booten (dat is het zaad er af slaan), leggen (velten), keren en rapen, repelen (ontdoen van zaden) en zwingelen.
    Bij al dat werk werd je omringd door stof. Het droog polderstof was zo fijn dat het diep doordrong in de longen. In het begin van het seizoen kregen de vlasbewerkers  koorts, na een tijdje ging het over. Het was allemaal zomerwerk behalve brakelen en zwingelen.
    Het winterwerk hebben wij niet gedaan maar wel zien doen in onze prille jeugd.
    Bij het brakelen werd bij het droog vlas de binnenbast gebroken en de buitenvezels niet beschadigd. Bij het zwingelen werd de gebroken houtachtige binnenbast (de lemen) verwijderd en de vezels bleven over, die vezels (klodden) hadden waarde en werden in heel grote balen opgeborgen en verkocht. De lemen waren brandstof voor de fornuizen of werden gedumpt.

    Hoe ging men te werk?

    De zelfstandige vlasser kocht en betaalde bij de rijke polderboeren het vlas op het veld als het ongeveer veertig centimeter groot was. Het geld om vlas te kopen leende vader bij zijn buren, Georges Boes (24 07 1915 - 02 07 1991) en zijn vrouw, zonder papieren en zonder voorwaarden. De enige voorwaarde was het geld teruggeven als het vlas verkocht was. In die tijd vertrouwden de mensen elkaar honderd procent. De ellende begon als het 's nacht slecht weer was. Bij regen en wind, bestond de kans dat het vlas plat op de grond lag en ging rotten op het veld. Als dit gebeurde lag vader de hele nacht wakker. Heel vroeg 's morgens sprong hij op zijn fiets om soms twintig tot dertig kilometer te fietsen om het vlasveld te controleren. Als het vlas plat lag was de opbrengst met vijftig procent verminderd in waarde. Als hij thuis kwam kroop hij van doffe ellende enkele dagen in zijn bed. In de zomer werd het vlas geoogst en daarna startte het winterwerk.

    Het vlas werd gebrakeld en gezwingeld in een zwingelkot waar het dwars doorheen waaide. Dagenlang werkte hij aan een stuk in het stof en in de bittere vrieskou. Hij werd soms zo ziek dat het weken duurde voor hij erdoor kwam. Als de balen vlas verkoopbaar waren in het vroege voorjaar kwamen de Zuid-West-Vlaamse vlasbazen het vlas opkopen. Zij wisten dat de uitgeputte vlasser bijna een jaar lang geen inkomen had gehad. De Meetjeslandse vlasser was dus een gemakkelijke prooi. De vlasbazen werden smoorrijk.

    In de jaren dertig stond de markt van Kortrijk vol met grote auto’s. Het waren niet alleen de natuurelementen die de vlasser moest trotseren maar ook de prijs op de internationale markten. Vader zag tamelijk vlug in dat de strijd ongelijk was. Later werden de prijzen voor afgewerkt vlas zo laag dat bijna iedereen stopte. Er was geen werk meer in het vlas. Enkele jaren na de tweede wereldoorlog, als de oorlogsschade uitbetaald was, stopte hij als zelfstandige. Hij kocht met het geld een stuk grond van drie duizend zevenhonderd vierkante meter inde Rapenbrugstraat en bouwde er een nieuw huis op in 1951. Hij was de eerste in Moerhuize en Broekhuize met een nieuwe woning, gebouwd volgens de wet De Taeye.

    Het zwingelkot verhuisde hij van Moerhuize naar de Rapenbrugstraat. Hij ging werken naar Eede en hier en daar in het vlas. De sociale wetten, de 'ziekenkas' en het 'kindergeld' werden ingevoerd. In het zwingelkot kweekte hij in zijn vrije tijd, varkens, meerdere schapen, geiten, kippen en konijnen. We hadden altijd eten in overvloed.

    Vader zocht ander werk, bij de gemeente, in de rozenkwekerij van Adolphe Hendrickx - De Coninck (De Coninck - Dervaes) en bij allerlei aannemers. Daarna was zijn arbeidsvreugde afgelopen. Hij kon niet omgaan met pesterijen op het werk. Hij kon er niet tegen.

    Hij werd moedeloos, soms opstandig en lastig en dat waren ook voor moeder moeilijke jaren. De kinderen begonnen meer en meer geld te kosten. Hij kon dat niet alleen meer opbrengen. Hij heeft daar onder geleden. Gelukkig kwam zijn oudste zoon Leopold eraan om mee te helpen om zaad in het bakje te brengen.

    Vaardigheid en handigheid

    Met weinig middelen kon hij veel maken. Hij leerde alles met zijn ogen en als hij het niet wist informeerde hij bij stielmannen.

    Wat betreft zijn handvaardigheid herinneren wij ons het volgende:

    Hij maakte de kerststal in het zwingelkot. Wij zaten rond hem te kijken hoe hij het deed. Hij maakte een wagentje (kar) voor de kinderen en een massa mooie, gladde blokken om mee te spelen, een kleine dorsvlegel voor de jongste Lucientje, stelten, sleeën en ijsstoelen om te glijden (slieren) op de besneeuwde kasseistenen.

    Hij maakte een ladder van ongeveer zes meter lang om vlasmijten te maken.

    Hij kocht een rechte spar en zaagde die in de lengterichting in twee delen. Hij liet de sporten maken, in droog eikenhout, in een schrijnwerkerij, bij René (Neetje) Van Canneyt, zijn vriend en raadgever. René en Anna Van Canneyt-Tilleman hadden een prachtige meubelzaak langs de Noordstraat.

    Hij kocht een beitel van de juiste maat en kapte daarmee de uitsparingen voor de sporten in de ladderbomen (de halve sparren). Hij stelde de ladder samen tot een stabiel en stevig geheel. De ladder heeft lang meegegaan en hij zou nog bestaan ware het niet dat er geen plaats was om hem op te bergen.

    Hij maakte een zoldertrap in zijn huis: Het opmeten en tekenen, het laten zagen van de beuken elementen en het maken en plaatsen, was helemaal niet eenvoudig. Het was een volledig gesloten trap, onder de juiste helling, met de juiste opstap en de juiste trapbreedte. De trap kraakte nooit en was absoluut veilig, ook voor de kinderen. Hij droeg zijn oogst, zakken rogge van 70 à 80 kg naar de zolder om te drogen, vijftig zakken na elkaar. Als de rogge twee dagen op zolder lag kwamen de muizen en moesten ze gevangen worden. Het graan was voor de varkens, schapen en konijnen.

    Hij maakte een mooi toiletkastje voor de keuken van ongeveer 1,5 meter lang, 50 cm hoog en 20 cm diep. Het was voorzien van een scheerspiegel aan de buitenkant, deurtjes en kastjes voor zijn scheergerief, geneesmiddelen en beleg voor de boterham. Bovenaan was er plaats voor de radio en de boeken, onderaan waren er kleerhaken. Het geheel oogde mooi, het was zeer praktisch en multifunctioneel.

    Het heeft altijd in de keuken gehangen. Later is het bij onze oudste broer Leopold beland die er tot op heden voor gezorgd heeft.

    Vader heeft het kastje gemaakt eind maart 1952, dus meer dan 60 jaar geleden. Ik zie hem nog aan het werk. Moeder was naar het moederhuis om te bevallen van haar jongste zoon, Lucien. Zus Marianne was nog klein en was ergens bij een tante opgevangen. Vader was thuis met zijn drie oudste zonen, hij was in het washok zijn kastje aan het maken en wij zaten gespannen te kijken. We moesten hem soms een spijkertje of een schroefje aangeven. Hij concentreerde zich op zijn werk.

    Hij vertelde ondertussen een beetje en plots zei hij:
    “ Jullie hebben de beste moeder van heel Maldegem. “

    Dat was zijn uitdrukking van liefde. Toen begrepen we niet waarom hij dat zei, maar het heeft ons toch aangegrepen want we zouden het anders niet zolang onthouden hebben.

    Hij maakte een garage: Een van vaders laatste werkgevers, was de aannemer die de bunkers langs het Schipdonkkanaal moest afbreken.

    Het zand en het betonijzer die de Duitsers niet gebruikt hadden lag verspreid langs de muren van de bunkers. Het kwam bloot tijdens de afbraak. ‘s Avonds na zijn werk haalde hij met zijn kar het zand en het ijzer. Hij tekende een plan op de muur van zijn hok met potlood, zette de maten van platen en palen erbij. Hij kocht cement en goot de palen en platen plat op de grond in zijn hok. Als alles klaar was werden de stukken netjes buiten gestapeld. Hij heeft het niet mogen meemaken dat we een auto hadden. De auto kwam er pas kort na zijn overlijden nà 1969. Zijn zonen bouwden de garage. Alles klopte als een bus, een dak erop, een raam erin, een vloer en een poort. (Camiel Posman) Pitje Miel reed langs en hij kwam kijken, kroop op de ladder en zei dat we moesten oppassen voor ongevallen. Hij zag dat het goed was en dacht waarschijnlijk: “Die mannen zullen wel hun plan trekken.”

    Ergernis en frustraties:

    Bij vaders schoonfamilie waren er regelmatig feestjes. Het was een vrolijk en uitbundig volk en dat was zijn stijl niet. Moeder moest altijd alleen naar het feest met haar kinderen. Hij vergezelde haar nooit. Moeder heeft daarvan afgezien.

    Vader zag wel graag zijn schoonmoeder, Livina Colman. Toen vader gestorven was, kocht moeder de grond van het graf van haar moeder om hem bij haar te laten begraven.

    De laatste jaren van zijn leven kwam hij tot het besef dat hij niet geprofiteerd had van het leven. Hij was zelden naar de cinema geweest, nooit op café, nooit naar een feestje en nooit op reis. Hij had zich geen enkel luxe artikel aangeschaft, geen televisie, amper een radio.

    Het geld had hij goed beheerd en eigendom gekocht. Hij zette moeder altijd kort en ze was dan verplicht om uiterst zuinig te leven, dat was haar stijl niet en dat heeft tot frustraties geleid. We zagen wel de spanning maar begrepen de achtergrond niet.

    Met sparen en verwerven van eigendom wou hij hogerop komen en dat is voor zijn kinderen een goede levensles geweest.

    Fierheid en bescheidenheid:

    Hij was fier op zijn gezin. Als kind moesten we allemaal samen met vader naar de elf uur mis. We zaten netjes op een rij vooraan in de kerk naast hem.

    Later was hij fier op zijn studenten maar toonde dat niet.  Hij werd zwaar ziek, heeft maandenlang geleden en stierf aan kanker toen hij 64 was. Hij heeft het niet meegemaakt dat zijn “studenten” afgestudeerd waren, de jongste was pas 16. (Tekst geschreven door Louis Posman.)

     

    Vader had hard gewerkt, gezorgd voor vrouw en kinderen, gespaard om eigendom te verwerven en voor de toekomst van de kinderen maar hij had geen vrolijk, uitbundig leven geleid.
    Hij had te lang gewacht om iets voor zijn eigen genoegen te doen en hij heeft die levensvisie doorgegeven. Niet al zijn kinderen hebben zijn voorbeeld gevolgd, gelukkig maar.
    Hij helde naar het weemoedige. Jammer genoeg lijk ik op hem, dwaasdroevig. (Marianne Posman).

    Foto's in bijlage:
    Het huis en tuin van Modest Posman (het huis ligt zijwaarts).
    De broers en zussen Modest Posman in leven, tijdens bezoek van Hector Posman uit Amerika.
    Huwelijksfoto Modest en Bertha Posman - Cochuyt (1951).
    De vijf kinderen van Modest Posman (1955).
    Modest Posman 1950.
    Modest Posman 1923.
    Leopold en Louis Posman (1954).
    Modest op weg naar de ingang van de kerk in Maldegem.
    Zoon van Modest Posman, Louis Posman en echtgenote Christine Debaets.
    Modestje als klein ventje (1912??) en zijn grote zus Blanca Posman.

     


     

     

     


    Bijlagen:
    broekhuize en huwelijksverjaardag 016.JPG (1.9 MB)   
    Familie Posman.jpg (8.3 KB)   
    IMG.jpg (705.8 KB)   
    IMG.jpg (705.8 KB)   
    IMG_0002.jpg (927.9 KB)   
    IMG_0002.jpg (585.1 KB)   
    IMG_0003.jpg (212.8 KB)   
    IMG_0006.jpg (355.2 KB)   
    IMG_0034.jpg (184.7 KB)   
    Louis Posman.jpg (94.8 KB)   
    Modestje en zus Blanca.jpg (9.3 KB)   

    17-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lucien Posman uit Maldegem (internetbio)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    VLAS en LINKS NAAR HET INTERNET BIO VAN LUCIEN POSMAN 

    http://www.matrix-new-music.be/componist/posman-lucien-1952

    Of naar zijn vioolconcert; Vioolconcerto, Het Kamerorkest & Ning Kam:

    http://www.filmit.be/Creatie_Posman_2012.html

    of naar een opname waarop hij zingt: Via Crucis, AQUARIUS ensemble:

    http://www.filmit.be/aquarius_liszt.html

    Surf eens naar de link hieronder: het gaat over de creatie van zijn laatste werk, VLAS, er is een nostalgische tekst bij over zijn vaag Vlasverleden.

    De creatie VLAS voor orgel "Ter nagedachtenis van mijn beminde vader" heeft hij opgedragen aan zijn twee oudste broers, Leopold en Louis Posman.

    http://www.comav.be/?page=14&newsId=709  

     

    LUCIEN POSMAN & DE ZONDAGSE ORGELBESPELINGEN TE KORTRIJK

    Op 2, 9, 16 en 13 juni om 16:30 u is er een nieuwe reeks orgelbespelingen in de Sint-Maartenskerk te Kortrijk. De bezielende kracht van deze ondertussen befaamde reeks is Dirk Blockeel.

    Alle organisten zetten hun tanden in Vlas van Lucien Posman...

     

    ZONDAGSE ORGELBESPELINGEN OM 16:30 IN DE SINT-MAARTENSKERK TE KORTRIJK

    Het circulaire thema dit jaar is VLAS van Lucien Posman (1952), deze nostalgisch kronkelende grondbasvariaties wordt telkens weer gecreëerd door de verschillende organisten.

    Gast is ook Sigfrid Karg-Elert (1877-1933); daarnaast speelt elke organist een keuze uit het gouden orgelrepertoire.

    De toegang is gratis, wel wordt een vrije bijdrage op prijs gesteld.

    Concerten:

    16 juni 2013: Bart Naessens (Brugge).

    23 juni 2013: Mattijs Louwye (Veurne)

    15 september 2013: Denis Roosen (Diest).

    22 september 2013: Erwin Van Bogaert (Melsele) en Katrijn Aper.

    29 september 2013: coda van de jaarlijkse orgelapotheose met prijsuitreiking.


    De kerk ligt op wandelafstand van het station, niet ver van de mooie grote markt met het torentje. De ziel van het gebeuren is de dichter-organist Dirk Blockeel

    ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

    VLAS, VOOR ORGEL, IN MEMORIAM AMANS PATER MEUM KORTRIJK…

    THE GOLDEN RIVER… VLAS…

    Dit orgelwerk is een ode aan het voor mij nogal mistige vlasverleden van vader zaliger, een ‘vlasbewerker’ geboren in 1905. Zijn vader, mijn grootvader (1840 1926) stierf bijna letterlijk al zwingelend, hij was van 1840. Het kot achteraan ons hof heette ‘‘t zwingel kot’, hij bouwde een machtige schommel voor mij met de robuuste restanten van zijn ‘bootmachine’, hij vertelde over pijnlijke verhalen over de vlasslijterij, over zijn laatste goede partij waarvan de opbrengst ons een huis opleverde, over het failliet daarna van vele kleine ‘vlasboerkes’ in de streek.

    Zijn enige gedeelde muzikale herinnering uit zijn jonge jaren was het machtige orgelspel van de organist dat de kerk van Maldegem op haar grondvesten deed daveren; ik vermoed dat het de organist Jef Tinel was.

    De vlasarbeid was voor de jongeren uit onze contreien het ultieme initiatieritueel naar volwassenheid: de heroïek van het veel te zware werk, het hoge loon, de polderakkers waarvan het einde zich verborg achter de horizon, het gezeul met vlasbonden.

    De streuvelsiaanse zonnegloed, de wrange dorst, het hete stof in de puntige nok van Hollandse schuren, het knippen van koordjes bij de repelmachine van onze buurman, het heldhaftig tillen van loodzware zakken lijnzaad, bleekweiden en kromme keer-persen geweven tussen ons hekken.

    Gans dit vlasgebeuren stond in het teken van het vage Kortrijk, in mijn kinderverbeelding een immens dal volgestouwd met Babelse vlastorens, aangeleverd door honderdduizenden indrukwekkende camions.

    Daarom sleept dit orgelwerk zich voort in een gestaag en traag voortschrijdend tempo, grillig van stemming, gebouwd op een dwarsliggende cantus firmus die zich voortsleept naar de eindeloos verre finale van de werkdag.

    Er is de verre glinstering van het rootwater in de Golden River, de nooit gehoorde zang van de vlasvink, de nooit geroken stank der rootputten, de frisheid van lauwe jaren-zestig- limonade, de zuinige bedwelming van een fris pintje Hollands bier.

    'The Golden River' is de Leie in Kortrijk waar het vlas in werd geroot (= rotten) om verder te bewerken. Wellicht zal het water daardoor een bruinachtig kleurtje gekregen hebben; maar het bracht ook voorspoed en geld in de lade.

    (Mooi zoals Lucien Posman een muzikale ode brengt aan zijn overleden vader, vooral nu in de vaderkesdagperiode, juni 2013)

     

    Bijlagen:
    foto412.jpg (914.3 KB)   

    17-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lucien Posman uit Moerhuize, Maldegem
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MOERHUIZE EN BROEKHUIZE (1952-1964) DOOR LUCIEN POSMAN.

    Mijn jongste broer beschreef zijn geboortestreek voor mijn BOEK I “Herinneringen aan grootvader Jozef Posman en zijn vijftien kinderen". Lucien studeerde muziek en vulde zijn leven en werk met muziek. Fantastisch gewoon.

     

    Kleuterschool Strobrugge

    De vroegste herinnering is mijn blijde intrede in de kleuterschool in Strobrugge. Het schooltje ligt nu verborgen onder de grote brug over de twee vaarten, het Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal. Ik herinner me de zwarte sintels op de speelplaats, de meisjes van wie ik de naam vergeten ben, de broodmaaltijd ‘s middag als het teveel sneeuwde in de winter, de helse tochten naar school langs een zandweggetje langs de nieuwe vaart onder leiding van mijn grote zus. Of hand in hand met mijn eerste geliefde Magda (waarschijnlijk Magda Cuelenaere) en de witte gloed van Sint Jansbloemen op de dijken in de lente. De strenge maar prettige juffrouw Anna Standaert en hoe spijtig ik het vond dat mijn vriend Eric Cuelenaere gaatjes mocht prikken op een prikmat en ik niet. Er was iets met zijn ogen.

    Vermist

    In mijn prilste jeugd was ik ook eens vermist. Er waren al zoekacties op touw gezet en gans de buurt stond in rep en roer. Door de grote hitte was ik na het middagmaal in slaap gevallen op de pot in “ het vertrek”.

    De nieuwe vaart

    Ons belangrijkste speelterrein was de nieuwe vaart en de ‘baggering’. In mijn verste herinnering stond de dijk vol brem wat een geweldige bloesem gaf. Met mijn broers en later met Luc De Smet, mijn beste kameraad en andere leden van de bende van de Zwarte Hand, bouwden we talloze kampen met verborgen wapenvoorraden uit hout gesneden. We hadden ooit zelfs een kamp volledig onder de grond gegraven waarin we vuurtje stookten en sigaretten rookten. Vaak werden de kampen vernietigd door de vijand. Uren speelden we hier ‘hantsjoep’ (hands up), kapten hout voor onze kampen, trokken braambessen, wandelden kilometers langs de vaart en de meersen, verkenden de overgebleven bunkers, bouwden dijken op de ‘watergang’, een diepe beek langs de vaart of bespiedden we vrijende koppels. Eenmaal verloren we de controle over een vuurtje en stond de dijk in brand. Hoe dit afliep weet ik niet meer.

    We werden ook eens beschoten door een jager en vluchtten toen in shock naar huis. Ons speelterrein was blijkbaar een jachtgebied waar onze activiteiten het wild verjoegen. Groter en luier geworden was de nieuwe vaart een ideaal terrein om stiekem sigaretten te ‘smoren’, soms een hele pak ‘tabak’ (toebak) te roken op een paar uren. Een zitting met Guido De Smet herinner ik me nog levendig.

    Zolder

    We hadden thuis een vrij grote zolder waar van alles te beleven viel. Er lagen appelen, vergeelde boeken van het Davidsfonds, ongelezen ‘prijskamp’ boeken en graan. De oude wieg was ons speelgoed bij uitstek. In die wieg speelde ik vaak kindje van mijn grote zus Marianne. Soms lieten we de wieg zodanig kantelen tot er een van beiden uitviel op het graan in de bâche, zeer tot ongenoegen van vader als hij ons hoorde. We speelden er uren monopolie met een zelfgemaakt spel.

    Moeders roep

    We konden moeder horen roepen tot in de ‘baggering’. Eens negeerde ik haar gebrul en kwam te laat naar huis. Ze was zo kwaad dat ze me schreeuwend en huilend achterna zat met een natte dweil. Dit is de enige keer dat er een vertroebeling was in onze relatie. Ik hielp haar bij de was, het voeren van konijnen, kippen en varkens, het schoonmaken van de varkenshokken (koten), het schuren van de vloeren op vrijdag, de grote kuis, ik deed de boodschappen. Zalig de geur van verse bananen in combinatie met de nageur van zeepsop.

    De oude vaart

    De ‘ouwe’ vaart was vooral in de winter en in de hete zomers ons actieterrein. Ik herinner mij heroïsche schaatstochten naar onbekende gebieden in de winter van 1963. De oude vaart bevroor nogal vlug en het was altijd spannend om na te gaan of het ijs al ‘droeg’. Iemand bond zich met een touw vast aan een boom en testte voetje voor voetje het ijs. We hebben nooit een ongeval gehad.

    De zomer was de tijd voor verboden zwempartijtjes en verboden visvangst. Ooit werden we betrapt terwijl we aan het vissen waren met een bonenstaak (boneperse). De veldwachter kieperde gewoon onze vis terug in de vaart en gaf ons een zware uitbrander.

    Vlas

    Onze twee buren waren beide vlasboeren. We mochten op zeer jonge leeftijd helpen bij het ‘booten’. Dat gebeurde met een razende machine. We mochten de touwtjes doorsnijden van de bonden vlas. Later rond mijn veertiende mochten we echt voor geld werken in het vlas bij familie Medard De Jaeger in Strobrugge. Dit was de heldhaftige inwijdingsritus voor het volle leven. Ik herinner me de eerste ochtend dat ik niet meer kon opstaan van stijfheid. Moeder moest me voorzichtig uit mijn bed trekken. De vlasakkers in Holland strekten zich uit tot achter de horizon. Soms viel ik, zeulend met bonden vlas, in slaap. Na enkele dagen stonden we echter op scherp. Als ik uitgedaagd werd om wat vlugger ‘op te geven’ kon ik in een razend tempo de bonden tot over een volle vrachtwagen kieperen. Het ergste was de berging van vlas in die immense Hollandse schuren. Soms ging het vlas in vier etappes de stoffige bloedhete nok in. Een seizoen deed vader ook mee en had soms medelijden met mij. Ooit schold hij een vrachtwagenchauffeur uit die geen stro verlegde terwijl ‘da manneke’ zich aan het afbeulen was. Zalig was het om opgenomen te worden in de grotemensenwereld, veel geld te verdienen, want Medard De Jaeger betaalde goed en ’s avonds als een echte man thuis te komen om ons te verzadigen aan moeders ‘gebreneerde toaten’ en haar zalige zomersla met ajuin, tomaten en gekookte eieren.

    Het hof van Edmond Cuelenaere

    De grote boerderij van familie Edmond (Montje) Cuelenaere, aan de Rapenbrug, maakte nogal indruk op me als klein kind. Marianne en ik gingen er vaak melk kopen. In de winter had die een vreemd wintersmaakje, in de zomermaanden was het godendrank. Er huisden ook bijzondere mensen zoals een lerares (tante Marie-Louise, kortweg tante Wies) die me ooit een dik pak onbeschreven schrijfpapier cadeau deed. Ik ervoer dit als een godsgeschenk. Er huisde ook een priester, Marcel Cuelenaere die we soms zagen jagen en waar we bang voor waren. Zoon Eric was ook een goede vriend. De moestuin of de ‘lochtink’ die we samen aanlegden is nog steeds in gebruik. We zaaiden zelfs rogge die we dorsten met de kindervlegel die vader voor me gemaakt had. Samen genoten we van de heerlijke geuren van varkens- koe- en paardenstront terwijl we stallen uitmestten. Het domein was omheind met een meidoornhaag. Urenlang zochten we meikevers. In de herfst gingen we soms de koeien wachten langs de vaart. Zijn moeder gaf ons dan zelfgebakken boterhammen mee met smout en bruine suiker; daar kon niets tegen op. Samen met al de zussen van Eric dolden wij in de stroschuren.

    Het hof van Remi Van Deynse

    Het Hof Remi Van Deynse werd minder gefrequenteerd maar was des te spectaculairder. Mijn grootste doelstelling was een ritje te mogen maken in de gocart die hun vader Remi had gemaakt.
    Soms maakten we met zijn allen een avontuurlijke en ijskoude wintertocht door de meersen.

    Vijf frank pré

    De zondag kregen we 5 frank pré of zakgeld. Dit bedrag was goed voor twintig snoepjes uit het winkeltje van Maria Versieck tegen de ouwe vaart. Soms bezochten we ook het cafeetje van Emiel De Sloovere in de bocht. Zolang er snuifdozen van de grootmoeder beschikbaar waren en we geld genoeg overhielden voor fusees organiseerden we wedstrijden om zo’n witte snuifdoos om het hoogst de lucht in te blazen. Tijdens de kermis in Moerhuize was er soms een “wielerwedstrijd” voor de inwoners (fietskoers). Onze Pol heeft er eens een bos platte sleutels mee gewonnen of dit de eerste prijs weet ik niet meer.

    Smokkelen

    Het jonge volkje van Maldegem ging tijdens de zomermaanden zwemmen in Aardenburg. De herinnering van de geur van de achteraf-friet met Hollandse mayonaise brengt me nog steeds in vervoering. Als we terugkeerden van het zwembad smokkelden we boter of een ander duurder product. We kochten alles in de winkel van ‘Delphine’ of bij ‘Rooze’ in Ede. De boter werd her verpakt in boterpapier zoals bij de boeren en in onze natte handdoek gedraaid. Een keer ben ik gepakt. Luc en ik hadden een volle winkeltas (een redekiel, réticule) kruidenierswaren gekocht en reden langs de oude vaart naar huis. Van ver zagen we douaniers per fiets aankomen. We doken met hebben en houwen diep weg langs de landdijk, maar vergeefs; de douaniers namen onze boodschappentassen gewoon af.

    De vreugde van de landarbeid

    Vader had een stukje landbouwgrond langs de waterweg of beek richting Strobrugge. Hij had er een grote moestuin en akker. In het seizoen laadde hij de ‘steekkar’ graag opzichtig vol om indruk te maken op de voorbijgangers. Andijvie, spinazie, salade, tomaten, peterselie, kervel, prei, selder, witte kool, rode kool, groene kool, emmers bonen en erwten, ajuin, sjalotten een hele groentenwinkel werd uitgestald op het wagentje. Als de loftrompet op zijn groenten groot genoeg was deelde hij wat uit. De rogge werd gemaaid met de ‘pik’. Ik mocht al vroeg helpen met binden (met een ingewikkelde knoop), daarna werden schelven gemaakt waarvan vader nadien een mooie opper maakte. Bij de bovenste lagen kreeg hij altijd hoogtevrees. Als laatste etappe moest ik helpen toekijken bij het dorsen met de vlegel op onze grote witte bâche (volgens de legende zelf gemaakt van een parachute). Vaak viel ik van verveling in slaap, ik ging liever zwemmen. Vader zei dat hij geen winst maakte als hij voor alles machines huurde. Toch herinner ik me een dorsmachine. Om het graan en stro naar huis te brengen huurde hij soms een paard voor twintig frank bij Edmond Cuelenaere. Het paard werd voor de wagen van pitje Miel gespannen denk ik.

    Tante Marie en Pitje Miel

    Dit stukje negentiende eeuw uit mijn jeugd maakt me nog steeds nostalgisch. Om het samenleven mogelijk te maken praatten ze niet met elkaar. Op zaterdag deed ik soms de boodschappen. Beiden zaten doorgaans elk aan hun kant van hun handgemaakte Leuvense stoof. Tante Marie vroeg dan aan mij om aan Pitje Miel, aan de overkant van de stoof, te vragen welk vlees hij moest hebben de volgende dagen. Miel antwoordde dan dat ze dat toch wel kon weten aangezien ze al vijftig jaar hetzelfde aten, gehakt en worst. In de zomer, op zondag bleef ik soms ‘s middag. Als Pitje van het café thuis kwam kreeg ik altijd een reep chocolade (een latje sjokla). Op hete zomerdagen na het eten deden Pitje Miel en ik een dutje ( tukje) op de strozolder; ik heb nog altijd de gewoonte om na het eten een dutje te doen. Bij gewoon bezoek vroeg Tante Marie om de twee minuten of ik geen koekje wilde. Als ik positief antwoordde kreeg ik een slap speculoosje.

    Meimaand

    Heerlijk waren de bidstonden aan het kapelletje in de maand mei. Alle moeders en kinderen togen in de vroege avond naar het kapelletje waar een Paternoster en een litanie gebeden werden.
    Het was altijd spannend als er een auto voorbijreed. Je hoorde hem komen aanrijden vijf minuten op voorhand en heel voorzichtig week de menigte dan langzaam naar voor en terug. Vanaf een zekere leeftijd mocht ik de mannen vervoegen die aan de andere kant van de weg op de grachtberm zaten.

    Broederschool

    Ik ging naar de Broederschool vanaf het derde leerjaar. In dankbare herinnering denk ik soms terug aan meester Telesfoor Debbaut die ons op zaterdagvoormiddag een spannend vervolgverhaal vertelde. Ook meester Paul Standaert is me dierbaar. Ik mocht in zijn koortje meezingen toen we de grote ‘Mevrouw Courtmans-stoet’ muzikaal opfleurden met het lied ‘Mijnheerke van Maldegem’. Op kerstnacht zong ik ook een solootje op het doksaal samen met Piet Standaert. Ik had hoge koorts maar versaagde niet. Samen met moeder ben ik toch door de sneeuw gesukkeld om mijn eerste muzikale heldendaad op het doksaal uit te voeren. Piet en ik zingen sindsdien nog steeds in een koor.

    Einde verhaal.

     

    Tot zover de schets van het leven van de kinderen in Moerhuize en omgeving, jaren meer dan een halve eeuw geleden. Wij leidden een leven zoals de andere kinderen in de buurt en hadden dezelfde kansen en mogelijkheden. Het was er leuk om te wonen en te leven met af en toe een prettige afwisseling. (wordt vervolgd)

     

    17-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    16-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moerhuize en Broekhuize na 1945.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MOERHUIZE EN BROEKHUIZE een groen domein, toen nog geen beton, geen kabels, iedereen was gezond en vrolijk.

    GEZINNEN UIT MOERHUIZE EN BROEKHUIZE, 20ste eeuw.

    (hier is nog veel werk aan, je kan met Moerhuize een volledig boek vullen, ik moet die tekst volledig herwerken, als ‘t regent).:

     

    MOERHUIZE.

    Enkele familienamen die eeuwenlang in Moerhuize leefden en werkten worden hier voorgesteld. Zij vertegenwoordigden alle landbewerkers, vlasbewerkers en - handelaars, die trots waren op hun afkomst, die fier waren op hun kostwinning en die de gevoelens overdroegen op hun kinderen die nu her en der verspreid zijn.

    Alle inwoners van de “Moerhuizeweg” moesten hard werken voor hun gezin. Ze hadden bijna geen vrije tijd en in weer en wind zorgden zij voor mens en dier. Het dagelijks leven voor de inwoners van de wijk was lastig en moeilijk.

    Slechts enkele afstammelingen van deze talrijke landbouwbedrijfjes hebben de zaak in handen gehouden en met de vele moderne landbouwmachines het levenswerk van hun voorouders intact gehouden en het erfgoed in de familie bewaard. André De Clerck, Eric Cauwels, Ivan Haelemeesch, Marcel Vandijcke, Eric Cuelenaere, Victor Cuelenaere in Broekhuize en enkele anderen wonen nog altijd op de ouderlijke hoeve en zetten het werk van hun ouders verder met echter moderne en aangepaste landbouwmachines.

    De kinderen van al deze landbouwers kregen kansen om hun kennis en vaardigheden als werknemer of als werkgever te ontplooien en hebben zich verspreid in en rond Maldegem of wat verder. De hoeven van de andere inwoners werden verkocht en gerenoveerd tot woningen.

    De familie De Pauw.

    De kinderen van Richard De Pauw.

    Jacques De Pauw heeft me veel in mijn oor gefluisterd toen ik informatie verzamelde over de inwoners van Moerhuize. Jacques kan ook heel mooi schrijven.

    Antoon De Pauw kocht mijn eerste boek en ik merkte dat hij heel veel wist over Moerhuize. Hij was zo enthousiast, hij sprak met zoveel liefde over zijn familie, zijn kinderjaren en Moerhuize dat ik besliste om ook over de “pauwkes” een beetje informatie te verzamelen voor mijn boek.

    Hij is onlangs gestorven. Heel jammer want hij was een ingoede man.

    Hij herinnerde zich zijn grootmoeder heel goed. Hij moest haar altijd helpen de scheuten van de aardappels te trekken. Het was een leuke bezigheid, ik heb dat ook nog gedaan als kind. Hadden wij geen speelgoed of toch weinig, dan werden wij betrokken in het werk op het erf en sommige taken waren een ontspannend tijdverdrijf. Wij voelden ons ook verantwoordelijk voor de goede gang van zaken van het huishouden en het werk buitenshuis. De aardappelen werden bewaard in een kuil bedekt met aarde. Halfweg in de grond was een muurtje gemetst met een deurtje. Men had dergelijke koele plaatsen ook soms onder een huis.

    In bijlage zitten heel leuke foto’s van de familie De Pauw. In mijn boek is het een beetje overzichtelijker. Ik zal er nog wat aan werken binnenkort

    De familie Cuelenaere.

    Even over de 'Rapenbrug' was de hoeve van Henri Cuelenaere en Bertha De Roo. De foto's tonen de oude hoeve, evenwijdig met de 'vaart'. Na de oorlog werd de oude hoeve vervangen door de nieuwbouw waar Eric Cuelenaere nu woont (dit huis is intussen ook al meer dan 60 jaar oud). De oude hoeve werd omgebouwd tot stal.

    Henri Cuelenaere was een verwoed jager (heel mooie foto van Henri, zijn gezellen en zijn hond). Op het hof was een hondenhok en ze hadden altijd een mooie jachthond. De zoon-priester Marcel Cuelenaere, de trots van de familie, staat apart en tussen zijn ouders. Er is ook een foto van een huwelijksfeest (achteraan staat Henri Cuelenaere – Lieve Cuelenaere kent de namen).

    Een van de laatste foto's stelt Marie-Louise Cuelenaere voor, lerares, ongehuwd, tante Wies voor de 10 kinderen van Edmond en Rachel Cuelenaere. In gezelschap van Remi De Roo, kozijn van Wies.

    De “Cuelenaerkes”, de kinderen van Edmond en Rachel Cuelenaere uit Moerhuize vormden een vrolijke, levendige groep kinderen uit een warm nest.

    Zij straalden goedheid en optimisme uit. Zij hebben allemaal hun weg gevonden en vormen samen met hun partners, de kinderen, de kleinkinderen een enorme mooie mensengroep. De oudste zoon Eric en zijn echtgenote Christine Roels hebben het landbouwbedrijf overgenomen en zijn een van de weinige landbouwers in Moerhuize die alles trotseerden om het erfgoed te bewaren. (de rest van de stamboom staat in boek II)

    De kinderen van Edmond en Rachel Cuelenaere.

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2.1. Godelieve Cuelenaere 18 09 1949 is getrouwd met Adelain Van de Moere (geboren 17 11 1945) op 6 juni 1971.

    Ze hebben vijf dochters en zes kleinkinderen.

    Kinderen van Godelieve Cuelenaere en Adelain Van de Moere. A.1.1.3.X.X.2.4.1.2.1.1. Veerle 09 04 1973 gehuwd met Jaghadisch Singh Sole Calcutta India 02 01 1967. Zij hebben twee kinderen Romy Brugge 24 09 1992 en Kiran Brugge 14 03 1997.

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2.1.2. Els Brugge 27 02 1976 is gehuwd met Geert Van Rie, Gent 15 07 1967. Ze hebben twee kinderen Céline, Knokke 30 09 1999 en Cédric Knokke 04 06 2003.

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2.1.3. Hilde Brugge 15 11 1978 is de partner van Pol Davinder India 12 09 1961 en ze hebben een kind Apsara Brugge 19 08 2005.

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2.1.4. Greet Brugge 19 01 1982 is de partner van Peter Sturtewagen. Ze hebben een kind Camée, Knokke 21 08 2006.

     A.1.1.3.X.X.2.4.1.2.1.5. Sofie Brugge 17 01 1985

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2.2. Marie-Christine Cuelenaere Eeklo 31 08 1950 getrouwd met Johan Van Waes 24 01 1950. Ze hadden drie kinderen.

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2.2.1. Lieven Van Waes Gent 26 03 1976. is de partner van Marjan Van Den Bossche en ze hebben een kind Fleur, Gent 07 05 07.

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2.2.2. Steven Van Waes Gent 29 11 1977 is getrouwd met Heidi Stoop, Lokeren 27 02 1981 en ze hebben twee kinderen Jasper, Lokeren 29 03 2006 en Lisa, Lokeren 24 01 2008.

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2.2.3. Maarten Van Waes, Gent 10 12 1980 is de partner van Latonia.

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2.3. Magda Cuelenaere geboren in Maldegem op 9 november 1951, heeft twee kinderen.

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2.3.1. Stefaan, Brugge 17 01 1972 heeft drie kinderen, Jonas en Joris, Leuven 19 07 1995 en Jonathan, Gent 27 03 2002.

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2.3.2. Heidi, Brugge 05 11 1973 is de partner van Bart Dumon 06 06 1969. Ze hebben twee kinderen, Joren, Brugge 11 12 1998 en Anke Brugge 20 06 2004

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2. 4. Eric Cuelenaere, Eeklo 21 09 1952 gehuwd te Maldegem op 28 01 1978 met Christine Roels, Eeklo, 18 06 1953. Ze hadden twee dochters.

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2. 4.1. Ruth Cuelenaere, Eeklo 20 07 1983 is getrouwd met Bart Van de Veire en heeft twee kinderen, Hanne Eeklo, 22 06 2006 en Sander Eeklo, 01 09 2008.A.1.1.3.X.X.2.4.1.2. 4.2. Kim Cuelenaere Eeklo 28 04 1988 is de partner van Jeroen Janssens Knokke 23 12 1986.

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2. 5. Marleen Cuelenaere Eeklo 21 12 1953 is getrouwd met Roger Veirman 24 09 1954. Ze hadden drie kinderen.

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2. 5.1. Nele, Eeklo 24 09 1976 is de partner van Aldo Kunst, Terneuzen 27 06 1977. Ze hebben een kind Gioia, Terneuzen 04 09 2008. A.1.1.3.X.X.2.4.1.2. 5.2. Jelle, Eeklo, 13 11 1978 is de partner van Sophie Dhoore. A.1.1.3.X.X.2.4.1.2. 5.3. Eve, Eeklo 29 04 1981 is getrouwd met Tim Delange, Torhout 20 11 1981 en ze hebben drie kinderen, Seppe, Torhout 23 03 2005, Rune, Torhout 21 03 2007 en Jade.

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2.6. Johan Cuelenaere, Eeklo 3 november 1955 is getrouwd met Rita Devalcke, Oostburg 20 10 1957 te Aardenburg op 22 12 1978. Ze hebben twee kinderen.

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2. 6.1. Davy Cuelenaere 19 11 1980

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2. 6.2. Lindsay Cuelenaere, Eeklo 18 09 1982 is getrouwd met Pieter Vandemaele Kortrijk 28 03 1976. Ze hebben twee kinderen Mats, Eeklo 19 01 2009 en Sies.

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2. 7. Marc Cuelenaere 16 12 1955 is de partner van Diane Mouton. Ze hebben twee kinderen.

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2. 7. 1. Stijn Cuelenaere Brugge 20 08 1982 is getrouwd met Hilde Verwilst Eeklo 12 02 1976. Ze hebben twee kinderen Luca Knokke 13 02 2007 en Hannes Knokke 31 10 2008.

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2. 7. 2. Brecht Cuelenaere Brugge 08 06 1984 is getrouwd met Yentel Vanhuyse Roeselaere 04 04 1985 en ze hebben twee kinderen Levi Brugge 25 08 2006 en Leu, Eeklo 31 10 2008.

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2. 8. Katrien Cuelenaere geboren Eeklo op 22 12 1956 en overleden te Brugge 11 12 1980.

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2. 9. Paul Cuelenaere Eeklo 25 04 1959 is getrouwd met Nicole Slabbinck geboren te Knokke. Ze hebben twee kinderen. 1. Frauke Cuelenaere Brugge 02 08 1982 is getrouwd met Kris Dumont Brugge 17 01 2008. Ze hebben een kind Mila, geboren te Brugge 17 01 2008.

    2. Niels Cuelenaere Brugge 01 12 1986.

    A.1.1.3.X.X.2.4.1.2.10. Marijke Cuelenaere Gent 23 09 1962 is de partner van Derek Janssens Geraardsbergen 24 06 1956 en heeft een zoon Jens Verbeke Eeklo 07 01 1982.

     

    Broekhuize.

    De foto stelt de weg naar Broekhuize voor, minder beton, meer natuur. Hij werd genomen door Mariëtte Cochuyt, jaren 40-50.

     

    De Familie De Baets.

    De zes zonen van Jan De Baets en Marie Dhont zijn allemaal geboren te Adegem. Later zijn zij verhuisd naar een Hofstede in Broekhuize 17, als pachter.

    Edgard, Marcel (Noordstraat), Maurits, Cyriel, Edmond, vooraan de ouders Jan De Baets en Marie Dhont en zoon Richard. (foto staat in bijlage)

    https://plus.google.com/photos/116688562905656264433/albums/5890795343446364097?authkey=CLSmmZK9y6DHPQ

    De link toont een foto van het gezin van Jan De Baets uit Broekhuize. De zonen trouwden en gingen elders wonen. Marcel De Baets en zijn echtgenote hadden een groentewinkel in de Noordstraat, stallen op het erf dat uitmondde in de dreef en landbouwgrond langs de dreef (nu voetbalterrein).

    Het fotootje met de vier meisjes stelt de echtgenote voor van Marcel met haar vier dochtertjes (..., Elise, Lisette en Christine). Later kochten zij het gebouw ernaast. Een vijftiental jaar geleden werden beide gebouwen afgebroken en vervangen door een mooi appartementsblok.

    Jan De Baets en zijn zes zonen baatten de hoeve, nu eigendom van Aimé De Brabander, in Broekhuize uit met vereende krachten.

    Het was een uitgestrekt en vruchtbaar landbouwbedrijf waar er hard gewerkt werd en de opbrengst loonde. Toen de zes zonen het hof verlieten om een eigen gezin te stichten konden zij allen een eigen woning kopen met landbouwgrond. Elk van de zes zonen had een eigen bedrijf in Adegem, in de Fortuinstraat en in de Noordstraat in Maldegem, Sint Laureins en in Donk.

    Familie Dhaenens.

    In de hoeve van Hector Cuelenaere woonde de familie Dhaenens, Janel en Carlos gingen mee naar school met Mariëtte Cochuyt, mijn tante. Ik wist dat ik in een ver verleden die mannen nog gekend had. Inderdaad op weg naar mijn grootmoeder ontmoette ik hen af en toe.

    Bijlage: foto’s

    De familie Richard De Pauw en hun buurkinderen. (de foto's volgen in webalbum)

    In de tuin van Richard De Pauw op de achtergrond, rechts is een deel van de schuur en de stallen van het Hof van Emiel Van Landschoot. (foto volgt)

    Meer dan een halve eeuw geleden poseerde de jeugd van Moerhuize: Jacques, Jacqueline De Pauw, Marcella Vandijcke, Antoon De Pauw rechts, vooraan Maria Vandijcke en Dorine De Pauw, het wit schortje is het blonde Francientje De Pauw. Zijn ze niet schattig de jonge inwoners van Moerhuize? (foto volgt, moet hem nog zoeken tussen de andere 20 000)

    Foto van Lucske De Pauw en zijn moeder voor hun huisje op het einde van Moerhuize.

    Foto van Richard De Pauw, vader van Jacques, Jacqueline, Antoon, Luc, Dorine en Francine de Pauw.

    Richard als jongeman bij zijn ouders en familie.

    Het gezin Arthur De Pauw - Celesta Vlaeminck (woonden naast Marie Posman, foto in bijlage).

    De kranige oma Bertha De Roo omringd door de kroost van Edmond en Rachel Cuelenaere - Van de Velde, Christine en Lieve, Marleen, Mark, Katrien, Johan, Eric en Magda vooraan. (foto in bijlage)

    Bijlagen:
    Cyriel De Pauw.bmp (92.9 KB)   
    Cyriel De Pauw.bmp (92.9 KB)   
    de baets familie.bmp (8 MB)   
    familie de pauw.bmp (94.2 KB)   
    IMG_0001.jpg (1.1 MB)   
    IMG_0002.jpg (654.5 KB)   
    IMG_0003.jpg (1.1 MB)   
    IMG_0004.jpg (741.8 KB)   
    IMG_0004.jpg (741.8 KB)   
    IMG_0006.jpg (466.9 KB)   
    IMG_0007.jpg (1 MB)   
    IMG_0007.jpg (1 MB)   
    IMG_0008.jpg (1.6 MB)   
    IMG_0010.jpg (1006.2 KB)   
    IMG_0011.jpg (423 KB)   
    IMG_0012.jpg (659.2 KB)   
    IMG_0013.jpg (1.4 MB)   
    IMG_0015.jpg (555.1 KB)   
    Ivonne en Lucske de pauw.bmp (96.1 KB)   
    Richard D pauw met eersteborene, foto genomen door Mariëtte Cochuyt.bmp (49.4 KB)   

    16-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    09-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Natasha 13 mei 2008.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Natasha, een glanzend juweeltje dat alle zintuigen verblijdt!

    Bijlagen:
    Natasha rond 10 februari met Anna's ballonnen.jpg (8.9 KB)   

    09-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    31-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Alex Martens, kunstschilder.

    ALEX MARTENS, STUDENT AAN DE KUMA, MALDEGEM.

     

    Perfecte combinatie van abstracte en figuratieve schilderkunst met eigentijdse thema’s.

     

    Tijdens de Week van de Amateurkunsten 2013 waren er enkele werken van ALEX MARTENS te bezichtigen in de KUMA en in het gemeentehuis. Ongeveer dezelfde periode liep zijn eerste duo tentoonstelling in de galerij van het gemeentehuis te Kaprijke.

    Hij is geboren in Eeklo op 13 januari 1961 en heeft er zijn eerste levensjaren doorgebracht. Hij woonde later langs de Aalterbaan, Maldegem, in de Oude Staatsbaan, Adegem en in 1986 betrok hij en zijn gezin een nieuwe woning in Zandakkers. Dit jaar starten de aanpassingswerken voor het uitbreiden van een eigen schilder atelier.

    Van jongs af sluimerde al een artistieke interesse. Op 13 jarige leeftijd volgde hij de techniek-kunst afdeling in het Koninklijk Atheneum te Maldegem. Jammer genoeg werd deze richting stopgezet en moest hij voor een technische opleiding kiezen die hij afwerkte als elektricien A2 in het PTI, Eeklo. Gedurende zijn verdere studies en later bij het uitoefenen van zijn beroep was er weinig of geen vrije tijd voor het ontplooien van zijn artistieke gaven.

    Zijn loopbaan startte  in de Volvo automobiel productieplant te Oostakker. Na enkele jaren bestond zijn functie eruit in het zoeken, analyseren en oplossen van lakfouten in het proces. Op die manier kwam Alex voor de eerste keer in contact met verf en verfapplicatie, echter op industriële basis. In zijn huidige functie bij een Zweeds bedrijf Beckers AB, komt hij nog dichter in contact met verf, applicatie en productie van deze lakken. Het corrigeren van kleuren bij de klanten was en is nog steeds een leerrijk proces. Wonderlijk genoeg, maar door zijn specifieke functie in Volvo was het makkelijker bepaalde kleuren te mengen op het schilderspalet in de artistieke sfeer van de KUMA.

    Waar het wijzigen van kleuren in het lakproces soms de nodige stress met zich meebracht, gaf het werken met kleuren op doek net iets meer ontspanning. Toen zijn vader overleed in 2001, was Alex Martens 40 jaar en hij realiseerde zich dat het leven niet enkel bestond uit het noodzakelijke werk. Hetzelfde jaar gaf hij toe aan zijn artistieke verlangen en schreef hij zich in aan de KUMA te Maldegem.

    Het realiseren van het idee dat je voor ogen hebt, is niet altijd eenvoudig. Het is soms een lang proces om een denkbeeld over te brengen op doek. Alex Martens ervaart dit niet negatief, maar eerder stimulerend. Het bereikte resultaat kan dan opnieuw worden toegepast in het volgende werk en maakt het draagkrachtiger.

    Na 6 jaar opleiding aan de KUMA heeft hij zijn eigen schriftuur en werkmethodes gevonden, die hij verder kan uitwerken en naar een hoger niveau brengen. Zijn huidige werken zijn allen uitgevoerd in olieverf en variëren tussen abstract en figuratief.

    Momenteel volgt hij de opleiding beeldhouwen in de KUMA, die opnieuw een sprong in het duister betekent. Het wordt een nieuwe uitdaging om het juiste spoor te vinden met dit nieuwe medium. In plaats van 2dimensionele werken kunnen beeldhouwwerken in 3D worden weergegeven. Nieuwe materialen zoals klei, metaal, hout, kunststof worden aangewend in combinatie met de verworven verf ervaring. Hij staat voor zes jaar opleiding en evolutie van zijn talenten.

     

    In 2012 heeft hij deelgenomen aan de Canvas collectie en was met één abstract werk door de eerste ronde. De laatste twee jaren is hij meer figuratief aan het schilderen en tracht hij verschillende menselijke verslavingen weer te geven.

     

    Zijn eerste contact met de academie was Mevrouw Monique Schotte, lerares tekenen in de Kuma. Ze was een zeer gedreven mentor, die het artistieke maximum uit haar leerlingen kon halen. Gedurende zijn tekenopleiding van 6 jaar werd hij steeds optimaal begeleid door een zeer gedreven lerarenkorps van de KUMA, waaronder Mevrouw Chantal Van Landschoot en de heren Igor Calsyn en Piet Hoens.

    Daarna startte hij met de opleiding schilderen in de Kuma en rondde dit eind juni 2013 af.

    De meeste inspiratie komt zowel door abstract of figuratief werkende kunstenaars, zoals Victor Servranckx, René Margritte en Francis Bacon.

    In de beginperiode was het vooral een zoeken, aftasten en veelvuldig experimenteren met de materialen en de verscheidenheid van kleuren. De abstracte beeldtaal leende zich perfect voor dit mengsel van feiten en gissingen die uiteindelijk resulteerden in het voor ogen hebbende doel.

    Bij de eerste jury beoordeling in 2011 had hij echter gemengde gevoelens. De evaluatie was niet bemoedigend en bracht hem aan het twijfelen over het verdere verloop van zijn opleiding.

    Doch bij de tweede jury evaluatie en de Canvas collectie beoordeling stelde hij vast dat ook jury leden er verschillende meningen op na houden. Dit gaf hem terug vertrouwen om de ingeslagen weg verder te bewandelen en verder te experimenteren met verschillende materialen.

    Opmerkingen van de jury waren:

    -       Intensief en geconcentreerd werk en de kunstenaar gaat tot het uiterste.

    -       Goed werk, dit is wat schilderkunst kan zijn, een boeiend onderzoek naar vorm en materie.

    -       Positieve uitwerking, perfecte combinatie van abstractie en figuratief.

    -       Ordening en compositie zitten goed.

     

    Het recentere figuratieve werk is geïnspireerd op tal van verslavingen waaraan de hedendaagse samenleving is blootgesteld.

    Een afgeleid project is “IDENTITEIT” en het verlies ervan. Dit is volgens Alex Martens tweeledig. Enerzijds overheerst het gevoel dat de mens momenteel slechts een nummer meer is, maar anderzijds staan mensen met problemen met hun identiteit meer open voor verslavingen.

    Momenteel heeft hij enkel de verslavingen drank, drugs, gokken en seks aangesneden. De personen worden steeds naakt afgebeeld, om de nadruk te leggen dat zij alles verloren hebben door hun verslaving. De afgebeelde naakten stellen zich zeer kwetsbaar op.

    Het is altijd een zenuwslopend proces om de beelden een zekere sereniteit te laten uitstralen en om bepaalde emoties op te roepen bij de toeschouwer.

    De werken dragen bewust geen titel, en laten de kunstliefhebber toe door middel van zijn of haar eigen verbeelding de titel in te vullen. Alex Martens heeft een verfijnd, sprekend en eigentijds palet. Zijn talrijke doeken trekken de aandacht en laten de toeschouwer nadenken.

    Opleiding

    Deeltijds Kunstonderwijs in de KUMA te Maldegem.

    Optie tekenen 2001-2006.

    Optie schilderkunst 2007-2013.

    Tentoonstellingen

    2010 Groepstentoonstelling KUMA Maldegem met 9 afgestudeerde collega’s.

    2011 Week van de Amateurkunsten Maldegem.

    2012 Weerhouden preselectie Gent Canvascollectie.

    2012 Week van de Amateurkunsten Maldegem.

    2013 Galerij Stadhuis Kaprijke, WAK Maldegem.

    2013 (oktober) Galerij Art Hill Stalhille.

    (verwoord aan de hand van notities van Alex Martens).

    Met dank aan ons regionaal blad “Vrij Maldegem” voor het publiceren van de reportages (Drukkerij-Uitgeverij Van Hoestenberghe N.V. Boudewijn Lippensstraat 11, Maldegem).

    31-05-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Alex MARTENS, kunstschilder.
    Alex MARTENS.

    Tijdens de WAK zullen er enkele werken van ALEX MARTENS te bezichtigen zijn in de KUMA en één werk in het gemeentehuis. Momenteel werkt hij zijn laatste jaar schilderkunst aan het KUMA af. Zijn werken zijn allen uitgevoerd in olieverf en variëren tussen abstract en figuratief. In 2012 heeft hij deelgenomen aan de canvascollectie en was met één abstract werk door de eerste ronde. De laatste twee jaar is hij meer figuratief aan het schilderen en tracht hij verschillende menselijke verslavingen weer te geven. Enkele van zijn werken zal hij tijdens de Week van Amateurkunsten exposeren. Ongeveer dezelfde periode loopt zijn eerste duo tentoonstelling in de galerij van het gemeentehuis te Kaprijke.

    31-05-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1




    Archief per week
  • 09/12-15/12 2024
  • 27/05-02/06 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 26/01-01/02 2009

    Foto

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    liefdenetwerk
    www.bloggen.be/liefden
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs