Inhoud blog
  • Jacqueline Goossens, Maldegem - New York!
  • Ivo Vermeersch en Raf Heyde. (10 a)
  • Ivo Vermeersch 10B.
  • Jan van de Putte Monica Cattoor en anderen
  • Barbara TAS, veelzijdig talent! Klik rechts op bovenste datum
  • Jef Van Maldegem 'Oud Maldegems Meester
  • Modest HUYS, een Meester in de schilderkunst.
  • De 17de editie van ‘De nacht van de geschiedenis. 4.
  • Maldegems Meester Kristien Lippens.
  • Fien DEZWAEF in GENT.
  • Fien DEZWAEF & RAGHEL
  • Let's dance ... in de Kaba!
  • Chambres d'hôtes Maldegem.
  • Janel DHAENENS AMBACHT EN KUNST.
  • SOFIE VAN DEN DRIESSCHE REIST DE WERELD ROND!
  • Pascale Wille en de muziekwereld!
  • Zuster Gemma en Fien DEZWAEF.
  • VOORSTELLING 'TALENT in MALDEGEM' juni 2015
  • Chantal Sinave en overbodige spullen in Maldegem.
  • Mijnheerke Van Maldegem, de Tuinvogel.
  • Victor De Lille uit Maldegem. De Tuinvogel.
  • Bart HULLE in de kijker in TAPTOE! Auteur Piet De Baets
  • Bomvolle zaal voor de nieuwe burgemeester Bart Van Hulle.
  • Nieuwjaarsreceptie van Open Vld Groot-Maldegem
  • Op 07 01 2019 om 20 UUR is elke MALDEGEMMENAAR WELKOM
  • Bart Van Hulle en zijn team.
  • Verkiezingsdebat van de jeugdige verkiezingskandidaten in JH De Redekiel op 29 september.
  • Bart Van Hulle, burgemeester van Groot-Maldegem 01 01 2019
  • Maldegemse gemeenteraadsverkiezingen en politieke partijen 1830-2018
  • Terugblik op de gemeenteverkiezingen vanaf 1830. Deel III a
  • Terugblik op de gemeenteverkiezingen vanaf 1830. Deel II
  • Terugblik op de gemeenteverkiezingen vanaf 1830. Deel III c
  • Terugblik op de gemeenteverkiezingen vanaf 1830. Deel III b
  • Terugblik op de gemeenteverkiezingen vanaf 1830. Deel IV
  • Terugblik op de gemeenteverkiezingen vanaf 1830. Deel V.
  • Nieuwjaarsreceptie van de K.V.L.V.
  • Middelburgse gemeentepolitiek. Deel VI.
  • De fusie Maldegem, Adegem, Middelburg. Deel VII.
  • Politieke dynastieën in Maldegem. Deel IX.
  • Propaganda en politiek in Maldegem.
  • DE GROTE INTERNATIONALE VN-KLIMAATTOP!
  • K.V.L.V. of de Vrouwen met Vaart, Maldegem organiseerden een sfeervolle kerstviering.
  • De Sint in de Noordstraat december 2018
  • Waanzinnig Gedroomd. Nocturne 2018.
  • Homestore Van Canneyt & Huyze De Baere
  • Parkwachter netheidwerker vuilnisophaler
  • TUTTI COLORI, DE MUZIEKGROEP VAN DE VZW DE VIERKLAVER
  • Eye for Hope, Maldegem.
  • Compostpaviljoen Courtmans Groot-Maldegem
  • MICK MATTHYS! NIEUWE UITGAVE! TE KOOP IN MALDEGEM;
  • Dichteres Maria Sesselle en haar dichtbundel VUUR.
  • Te huur Noordstraat 111 9990 Maldegem.
  • Sorry, maar er is iets mis met mijn blog
  • Getuigenissen over 100 jaar kerk in Maldegem. Deel 1.
  • Afscheid van E.H. Pastoor-Moderator, ere-deken Stefaan DE PAEPE
  • E.H. Stefaan DE PAEPE neemt afscheid van Groot-Maldegem eind september 2018.
  • Getuigenissen 100 jaar kerk in Maldegem. Deel 2.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk in Maldegem.” Deel 3.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk in Maldegem.” Deel 4.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 5.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 6.
  • Getuigenissen 100 Jaar Kerk en Leven in Maldegem. Deel 7.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 8.
  • Getuigenissen over 100 jaar kerk. Deel 9.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 10.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 11.
  • Armoede in Maldegem. Deel 12. Priester Daens.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 13.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 14.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 15.
  • WIES DE ROO. Deel 16.
  • De katholieke actie. Deel 17.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 18.
  • E.H. Paul Henri Van Overbeke in Maldegem van 1948 tot 1979. Deel 19.
  • Onderpastoors in Maldegem na 1950. Deel 20.
  • E.H. Van Cauteren in Kaprijke
  • E.H. A. Van Cauteren in Kaprijke. Deel 22.
  • E.H. Antoon Van Cauteren pastoor in WAARSCHOOT
  • E.H. Van Cauteren Slot.
  • Jos Paridaen en Dominik Hasekamp in Huis Hans Dobbelaere in de Noordstraat.
  • Rohnny Massin stelt tentoon tijdens de WAK 2018 in Maldegem.
  • WAK 2018 MALDEGEM van 27 april TOT 6 mei 2018.
  • ROOS NUYTENS neemt deel aan de WAK 2018.
  • Rita Longueville en de WAK 2018.
  • Keramiek Veronique tijdens de Wak 2018 in MALDEGEM.
  • Anny Matthys stelt tentoon tijdens de WAK 2018 in Maldegem.
  • Lucie PUTZEYS laat Sint-Anna aan 't woord.
  • CATHÉRINE MARTENS stelt tentoon tijdens de WAK 20018 in Maldegem.
  • Marie Paule Martens tijdens de WAK.
  • Anita Verbiest en de WAK 2018.
  • Vera De Deurwaerdere en de WAK 2018
  • Noël RYHEUL en www.camob.be
  • Jos Pardiaen en de WAK 2017
  • Films van eigen bodem.
  • Diego Van de Keere en het Smoefelpark.
  • Marc Martens in Maldegem.
  • MORGEN Zondag om 17 uur, allen naar het gemeentehuis!
  • ‘NUT & VERMAAK’ Wak 2018.
  • Catherine Martens en de WAK 2018
  • Noël Ryheul haalt 500 000 kijkers voor zijn films!
  • Startschot en verloop VAN DE WAKWEEK in Maldegem 2018
  • Medard De WINDT Deel I
  • Familie DE WINDT/DE PAUW Moerhuize.
  • Medard De Windt, familie van familie DE PAUW, Moerhuize Deel III
  • Medard De Windt, zoon van Désiré De Windt. Deel IV.
  • Kinderen Désiré De Windt. Deel V.
  • Irena De Windt. Deel VI.
  • Medard De WINDT en PAULA CALLEEUW. DEEL VII.
  • Richard De Windt en Julia De Windt. Deel VIII.
  • Julia De Windt en familie. Slot.
  • Medard VERCRUYSSE en familie Deel I.
  • Medard VERCRUYSSE en familie. Deel II.
  • Medard VERCRUYSSE en familie. SLOT.
  • HOMESTORE VAN CANNEYT MALDEGEM december 2017
  • AUTOSTANDPLAATS VERHUURD, centrum Maldegem.
  • VERHUURD, Maldegem centrum.
  • Bedankt voor de stem op de foto van Anna!
  • EETBAAR Park in Maldegem. Diego Van de Keere.
  • 11 november 2017 : Kinderen en oorlog en vrede
  • www.eyehopefoundation.org Foto’s Els Stevens.
  • De mens en de kerkgang 1.
  • DE GILDE MALDEGEM, tegen de vlakte .......
  • Huwelijksviering in de kerk.
  • Intieme uitvaart in de kerk.
  • Uitvaart in de kerk van Maldegem.
  • Doopselviering in Maldegem.
  • Herdenkingsmis in Maldegem.
  • Broederlijk Delen in Maldegem.
  • Zondagsdienst, Kerk in Maldegem.
  • Paashaas rond de toren in Maldegem
  • In Memoriam Liliana Mitu, december 2017.
  • Zuster Maria, Edith Claeys geboren in Maldegem.
  • Eerste Communie in de kerk Maldegem.
  • MariChoir, Maldegem. WAK 2017.
  • Noël Ryheul filmt bijna 50 jaar lang ...
  • Norbert De Coster en het Kindeke Jezus.....
  • Peter VAN HECKE en het slotevent van de WAK 2017
  • Dag van de Gever, K.W. Maldegem.
  • Trui Hoste in Huis Wallyn.
  • Cathérine Martens exposeert!
  • Startschot WAK 2017 Maldegem.
  • HUIS WALLYN, kunsttempel!
  • VERHUURD Flat in de Noordstraat 111 Maldegem
  • Omer Van Caeseele, kunstzinnig houtdraaier.
  • Janneke Kramer en de WAK2017.
  • An Vermeulen WAK 2017.
  • Ingrid Fevery en de WAK 2017
  • Jan Posman wint de Aspe Award!
  • Luc Heysse en de WAK 2017!
  • Lucie Putzeijs en betoverende woorden ......
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Blog als favoriet !
    Blog als favoriet !
    Marianne Posman en Maldegem in de kijker!
    Cultuur en leven in Maldegem, interviews en herinneringen.
    20-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Valeer Josef Posman, Maldegem.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    VALEER JOSEF POSMAN, 25 juli 1922 – 18 juni 2013.

    "IN MEMORIAM VIRI INSIGNIS”, als aandenken aan een bijzonder man.<

     

    Toen ik vol enthousiasme mijn eerste boek “Herinneringen aan Jozef Posman en zijn vijftien kinderen”, voorstelde vroeg iemand mij: “De Posmannen, heb jij over hen een boek geschreven? Wat is er dan voor speciaals aan de Posmannen?”

    “Niets,” antwoordde ik, “je hoeft toch niet speciaal te zijn opdat iemand over jou zou willen schrijven?” Ieder mens heeft gaven, talenten en gebreken en leeft een lang of een kort leven. Sommigen geven kleur aan hun bestaan, scheppen, creëren of doen gewoon andere dingen die het leven boeiend maken. In de familie Posman en ook in andere families beschikken verrassend veel leden over aparte gaven die zij doorgeven in muziek, theater, film, fotografie, literatuur, zelfs in beeldhouwkunst en architectuur. Anderen genieten gewoon van hun baan, hun gezin, van hun huis, hun tuin of hun moestuin, hun stukje grond op onze grote aardbol.

    Tenslotte worden heel dikke boeken geschreven over heiligen, uitstekende en wansmakelijke wereldleiders en andere personaliteiten waarom niet eens iets schrijven over gewone mensen? Het is ook interessant en gemakkelijker om te lezen.

    Valeer Posman voelde zich gelukkig als hij tijdschriften, kranten en boeken kon lezen.

    Hij was belezen. Hij had veel boeken, onze gemeenschappelijke vrienden.
    Op een dag vroeg hij mij: "Paul De Wispelaere, wordt er nog over hem gesproken of geschreven?"
    Eigenlijk niet, neen. Ik greep mijn kans toen ik WAK reporter was in april -mei 2013.
    We hebben samen Paul De Wispelaere in Moerhuize bewierookt. Paul De Wispelaere beschreef zijn tuin en zijn wereld (Moerhuize) en de mensen om hem heen. Plattelandsbewoners weten en horen alles van elkaar en vertellen alles verder dus wij kenden iedereen die Paul De Wispelaere beschreef en we konden eens glimlachen

    Hij hield van gedichten. De geheimtaal van poëzie was noodzakelijk voedsel voor hem. Het leven moest een beetje een mysterie blijven. Elke brief eindigde met een gedichtje, de dichter werd zelfs in 't kort toegelicht.
    Hij hield van klassieke en hedendaagse muziek, van poëzie en van schilderkunst. De fraaie schilderijen van Jef Van Maldegem, van schoonzoon Marc Martens en schoondochter Mia Rooze koesterde hij.

    De mensen glimlachten en zegden: “Valeer Posman is hier geweest”. Wonderschoon als de mensen zoiets zeggen over jou. Hij was een aantrekkelijk man, hij had de gave te luisteren en hij wist heel veel boeiende dingen te vertellen, met een kwinkslag er tussen. Hij was een vriend van de mens, een humanist, een filosoof en hij veroordeelde niemand.

    Hij was de eerste kleinzoon van Jozef Posman en zijn tweede echtgenote Leonie Laureyns, in België (twee ooms Leopold en Hector waren uitgeweken naar de Verenigde Staten en hadden al kinderen). Hij heeft Jozef Posman nog gekend.

    Zijn tante Marie Thijs (moeder van Nelly Impens, Bloemestraat) woonde naast mijn andere grootmoeder, Livina Colman in Broekhuize. Op die manier heeft hij nog gespeeld met mijn tante, Mariëtte Cochuyt (°23 augustus 1923), dochter van Livina Colman en August Cochuyt.

    René Posman en Célina Thijs woonden aanvankelijk in een klein huisje waar nu de garage van Jackie De Jaeger is, in de Noordstraat. Valeer Posman is daar geboren. Later is het gezin verhuisd naar de woning enkele tientallen meter verder die ze tot het eind van hun leven bewoond hebben. De tweewoonst staat er nog en wacht gewoon tot iedereen klaar is om een periode af te sluiten en definitief afscheid te nemen.

    Het Molentje en de Molenberg waren honderden jaren de spil van sociale contacten voor de inwoners van de omgeving. Het erf van vader René Posman kwam uit op de Molenberg, dus zijn kinderen,Valeer, Denis (1924 1930), Simone, Georges en Denis (1931 - 1991) hebben het leven rond de molen meegemaakt.

    Hij koesterde de foto’s van zijn achterkleinkinderen Jacob, Helena, Bastian en Anne-Laure en schreef kinderliedjes voor hen. Prachtig zo oud worden en je gezin zien groeien! Hij was fier op de kleinkinderen die elk op hun manier hun weg gevonden hadden. Hij hield van allen, had het beste met hen voor, deed zijn best om de contacten te onderhouden en genoot van alles wat goed was. Hij was trots op alle verwezenlijkingen van zijn familie, concerten, reünies, uitgaven van dichtbundels of boeken. Hij was aanwezig op huwelijken, herdenkingsmissen en begrafenissen van de familie. Hij leefde mee met het wel en wee van zijn kringen.

    Hij hield ook contact met de uitgeweken familietak Posman in Newark, de Verenigde Staten (de kinderen, kleinkinderen van Leopold en Hector Posman).

    Zijn echtgenote Bertha Van Rie ging heen (22 11 2008) en werd gemist in dit hechte gezin. Elk overlijden slaat diepe wonden.

    Ik heb Valeer bewonderd tot op het einde. Hij wist dat het niet goed ging, zijn hart was verzwakt door een hevige verkoudheid tijdens de laatste lange winter en hij wist dat het einde naderde. Hij had tranen in zijn ogen want tot voor kort voelde hij zich behoorlijk goed, hij had nog heel veel plannen. Hij werd omringd door alle goede zorgen en de allesomvattende liefde van zijn kinderen en kleinkinderen en hun gezin. Hij was terecht fier op hen.

    Hij kon heel goed schrijven ook. Hij schreef artikeltjes voor diverse bladen en gaf interviews ten beste op Radio Saturnus.

    Hij had een mooi handschrift, al zijn teksten waren overzichtelijk gestructureerd met zeer informatieve inhoud en heel wijze en grappige bedenkingen. Hij hield de stambomen van alle verwante families nauwkeurig bij en vulde die aan bij elke geboorte of overlijden. Hij noteerde al zijn herinneringen aan zijn leven, aan zijn dorp en zijn geliefde wijk, ’t Molentje, de Noordstraat in Maldegem.

    Valeer was gastvrij. Je hoefde geen weken op voorhand af te spreken om eens langs te komen. De achterdeur was altijd open en je werd altijd verwelkomd met een glanzende blauwe ogen glimlach.

    Voor mijn boek II “Nostalgie naar het levendige dorp”, overhandigde hij mij geestdriftig zijn notities over de bewoners van de Noordstraat vanaf beginjaren 1900. Samen reconstrueerden wij min of meer de gezelligheid, de sociale betrokkenheid tussen de gezinnen en de winkeliers die een dorp levendig maken. Hij was een verwante ziel. Hij kon goed vertellen want hij had een enorm geheugen.

    Hij was een fervent voetbalfan. Hij was voorzitter van de K.S.K. Maldegem. Tot voor kort woonde hij al de voetbalmatchen bij op het voetbalveld dat hij zag liggen vanuit zijn keukenraam. Hij ontmoette er andere sportliefhebbers, hij bleef jong van hart. Hij analyseerde deskundig een wedstrijd bij voorkeur tegen de mening van de supporters en van de trainer in.

    Valeer Posman heeft zelfs een boek geschreven over de “K.S.K. Maldegem 1920 – 1995”, over de geschiedenis van het voetbal in Maldegem, samen met Jozef Van Craenenbroeck. Het is een opmerkelijk werk vol foto’s waar talrijke Maldegemnaars in woord en beeld werden gebracht. Een document over een eeuw Maldegem met heel bekende namen die nu nog voortleven in ons dorp.

    Hij voelde zich goed als hij anderen een plezier kon doen dus was hij eigenlijk bijna van een andere wereld in onze maatschappij. Tot enkele maanden geleden bezocht hij zijn broer Georges, zijn kinderen, zijn kleinkinderen, zijn vele neven en nichten in Maldegem, de nazaten van zijn grootvader Jozef Posman. De aanverwante familie Thijs droeg hem op handen en ook bij de familie van zijn echtgenote Bertha Van Rie was hij een graag geziene gast. Hij bleef in contact met allen die hij graag zag.

    Valeer Posman was bovendien een edelmoedig mens. De voorbije twintig jaar ontmoette ik hem regelmatig in ziekenhuizen in de buurt en verder. Hij bracht vrienden en kennissen die niet over een auto beschikten naar het ziekenhuis en wachtte geduldig tot zij terug kwamen na de raadpleging van een of andere specialist. Waar vind je nog zo’n mensen?

    Hij stond altijd klaar voor zijn groot gezin, zijn familie en zijn kennissenkring was enorm uitgebreid mede door een van zijn verwoede hobby’s: bijen kweken. Hij was imker. Zijn tuin staat vol met bloemetjes voor de bijen.

    Hij had de microbe geërfd van zijn vader René en zijn nonkel Ferdinand om bijen te verzorgen en te kweken. Valeer en zijn broer Denis waren enthousiaste imkers, zij hielpen hun vader en hebben later de vrijetijdsbesteding overgenomen. De zomer stond in het teken van de zoemende en dansende “bijen” en hun productie. Ze hadden bijenkorven in alle windstreken van de gemeente, Vake, Butswerve, Prinsenveld, de Fortuinstraat, Moerhuize, op alle bloemenrijke plekjes in hun geliefd Meetjesland. Na maandenlange zorg voor de bijtjes werd de honing puur natuur verkocht in bokalen.

    Op die manier hadden beide broers een uitgebreide kring vrienden en kennissen in en rond Maldegem. Zij konden het landschap lezen. Zij associeerden hun bedrijvigheid met dienstbaarheid. Zij hadden een soort embleem, een wapenschild“D’GEKROONDE BYE-KORF”. Al zijn brieven zelfs zijn rouwbrief, werden ingeleid met het embleem als laatste eerbetoon. Ontroerend hoe de kinderen hun vader omarmen tot bij zijn heengaan.

    Valeer Posman werd geboren kort na Wereldoorlog I als oudste zoon van René Posman en Célina Thijs op het Molentje, Noordstraat Maldegem.

    Valeer ging naar school in de Broederschool en volgde zijn middelbare studies in het K.A. in Maldegem en in de normaalschool in Gent tijdens Wereldoorlog II. Hij had les van Achilles Mussche. Het was toen eigenlijk een hele prestatie èn voor de ouders èn voor de kinderen om verder te studeren. Het was niet zo evident om als kind van gewone mensen een plaats te verwerven bij de ‘intellectuelen’ van het dorp. Maar hij en zijn broers slaagden er in. Zij waren een stimulans voor de andere familieleden.

    Toen de laatste windmolen in Maldegem werd afgebroken en de Molenberg met de grond werd gelijk gemaakt rond 1946 hebben de zonen van René Posman, de broers Denis en Valeer Posman de bouwgrond gekocht. Na zijn huwelijk op 14 juli 1949 woonden Valeer Posman en Bertha Van Rie aanvankelijk in een van de woningen rechtover Tandarts Smitz (vroeger ’t Schortje). Na het huwelijk van Denis hebben ze samen een mooie tweegezinswoning laten optrekken op de “Molenberg”.

    Nu staan overal mooie huizen in ons dorp, maar toen, beginjaren 50 was dit moderne hoge huis heel speciaal, je zag dat nergens. Het dak reikte hoog naar de top van de molen. Als ik er voorbij sjokte door regen en wind met mijn krakkemikkig fietsje, dacht ik altijd, ik ga ook verder studeren dan woon ik ook in een mooi huis.

    Valeer gaf les in het K.A. Maldegem en zijn oud-leerlingen herinneren zich zijn gedrevenheid, zijn enthousiasme, zijn aanmoediging om te studeren maar vooral ook de aangename verteluurtjes op vrijdagnamiddag.

    Valeer was trots op zijn familie en hield contact met alle familieleden. Ik weet niet hoe hij het durfde in het drukke verkeer maar als negentigjarige, trok hij tot eind 2012 met zijn auto her en der om iemand te bezoeken of om gewoon eens te informeren hoe het met iedereen ging. Hij had zich een glanzende nieuwe wagen gekocht. Hij voelde zich meestal jong van hart en had een druk leven.

    Hij was trots op zijn kinderen Martine, Dirk en Luc en hun gezin, op zijn kleinkinderen, Sarah, Willem, Annemie, Michaël, Gerlind, Florian, Bart en Steven en hun gezin. Hij volgde bezorgd en fier hun leven. Hij was fier op zijn dochter Martine die elke dag langs kwam, na een drukke dag op het gemeentehuis, op weg naar Middelburg waar de zorg van haar groot gezin op haar wachtte. Zijn zonen en schoondochters hielden van hem en stonden hem bij in woord en daad.

    Elk leven gaat gepaard met vreugde en verdriet. De jongste zoon Luc is plots overleden op 18 mei 2008. Luc was een gedreven leraar in de Rijksmiddelbare school, het K.A. in Maldegem. Luc was geliefd. Valeer en zijn gezin hadden ontzettend verdriet bij het onherroepelijk heengaan van Luc. Tijdens een aangrijpende kerkdienst nam de familie sereen afscheid van een geliefde echtgenoot, zoon en vader.

    Mijn mentor Valeer Josef Posman is overleden op 18 juni 2013. Hij wordt 91 jaar op 25 juli 2013. Hij was de motor van mijn boeken, de levensvreugde van mijn oude dag. Ik startte met vijftien bladzijden met zijn goedkeuring en heel enthousiast fluisterden hij, zijn broer, zijn neven en nichten veel herinneringen in mijn oor en haalden prachtige foto’s en documenten uit de kast. Hij had ontzettend veel interessant materiaal, foto's en postkaarten van Maldegem centrum door de eeuwen heen. Ergens dook er een postkaart op met de "Berlinstrasse" in Maldegem...... Hij had zoveel meegemaakt.

    We waren zo ontgoocheld als om een of andere reden een postkaart niet was ingelast in het boek tijdens het drukken.

    "Het Schortje" in de Noordstraat bijvoorbeeld stond er niet in. Het was dan wel moeilijk voor de lezer om een beschrijving te lezen van een straatgedeelte, zonder de foto.

    Ik had ook de molen van de Molenberg niet teruggevonden voor de kaft van mijn boek III. Op een of andere manier was ik het spoor bijster tussen mijn duizenden gescande en andere familiefoto's, maar ik vond het jammer toen ik zijn ontgoochelde blik zag. Ik had beter mijn best moeten doen. Geduld is jammer genoeg niet een van mijn eigenschappen. Als ik de kaft zie van mijn "misdaad"verhaaltje zie, spijt het me nog dat ik niet beter had gezocht.

    Op 7 juli 2011 na de uitgave van mijn eerste boek schreef hij me:

    "Het moet moeilijk geweest zijn om alle nazaten van Jozef Posman op te sporen. Ik kon niet vermoeden dat er zoveel waren. Jan Posman tekent ze allemaal in zijn artikel over het “Posmaniërisme” als hij over Lucien Posman schrijft: “Had ik maar de eigenschappen die van de maestro zo’n aangenaam en geliefd mens maken, die ouderwetse levensvreugde, die verblijdende sociabiliteit, dat fascinerend samengaan van intellect en hartwarmte! Voilà, daar staan ze, de eigenschappen van de Posmannen.”

    “Het is goed dat het boek geschreven is. Misschien wekt het hier of daar gevoelens van genegenheid en toenadering op." schrijft Valeer. “Ik zal het boek Jozef Posman een plaats geven bij mijn bijbel, tussen het Oud en Nieuw testament. Het Oud voor hen die ons zijn voorgegaan. Het Nieuw voor de komende generatie, opdat ze hun weg zouden vinden.” (07 07 2011)

    En inderdaad, door hem, zijn inspirerende en enthousiaste kracht ontmoette ik een hartverwarmende groep familieleden en heel veel andere vriendelijke mensen. De laatste zin was ook typisch voor Valeer. Hij was een gelovig man en hij was bezorgd over het welzijn en het geluk van de volgende generatie. Hij bracht glans in de ogen van een ander.

    Rust zacht, Valeer, je was een bijzonder man. Je blijft voor altijd in ons hart. (verwoord door en met de hulp van D. M. J. L. en M. Posman).

    Link naar de foto's Noordstraat van Valeer:

    https://plus.google.com/photos/116688562905656264433/albums/5890791773231729809

    https://plus.google.com/photos/116688562905656264433/albums/5890791773231729809

    https://plus.google.com/photos/116688562905656264433/albums/5890791773231729809

    Met dank aan ons regionaal blad “Vrij Maldegem” voor het publiceren van de reportages (Drukkerij-Uitgeverij Van Hoestenberghe N.V. Boudewijn Lippensstraat 11, Maldegem).

     

     

     

     

     

    Bijlagen:
    2011 Boek Jozef Posman (1).JPG (2.3 MB)   
    De Molen, Molenberg.jpg (46.6 KB)   
    Denis Posman 2.jpg (7.1 KB)   
    Denis Posman.jpg (9.4 KB)   
    Hoekje Molenberg (1).jpg (92.9 KB)   
    IMG.jpg (583.8 KB)   
    IMG_0001.jpg (1.2 MB)   
    IMG_0001.jpg (1.2 MB)   
    IMG_0002.jpg (634.4 KB)   
    IMG_0002.jpg (634.4 KB)   
    IMG_0010.jpg (235.9 KB)   
    Leonie Laureyns 25 02 1959-24 97 1935.jpg (6.7 MB)   
    René Posman.jpg (634.4 KB)   
    Simone Posman dochter René 22 06 1947.jpg (765.5 KB)   
    Valeer en Bertha Posman - Van Rie.jpg (535.8 KB)   
    Valeer Posman (14.1 KB)   
    Valeer Posman en zijn overleden klein broertje Denis..jpg (5.6 KB)   
    Valeer, afscheid.jpg (4.6 KB)   

    20-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    19-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In memoriam Georges Posman.

    GEORGES POSMAN, 28 juni 1929 – 26 oktober 2013.

    "IN MEMORIAM VIRI INSIGNIS”, als aandenken aan een bijzonder man.

    Georges Posman is geboren op 28 juni 1929 als vierde en voorlaatste kind van schoenmaker René Posman en Celina Thijs uit de Noordstraat, Maldegem. Hij bracht zijn jeugd door rond de Molen in ’t Molentje en die is altijd belangrijk gebleven tijdens zijn leven.

    Georges deed zijn legerdienst in Turnhout, Vilvoorde en Antwerpen. Hij werkte in een schoenenfabriek, een vleeswarenfabriek en de laatste 30 jaar van zijn loopbaan was hij bediende bij de Bank van de Post in Brussel. Hij vertrok om half zeven in Maldegem en kwam rond zeven uur thuis. Veel vrije tijd was er niet maar hij las boeken op de trein. Georges Posman was getrouwd met Henriëtte Van Dingenen. Henriëtte werkte vroeger in een textielweverij in Waarschoot en zorgde daarna voor haar gezin.

    Ze hadden een zoon Nico (28 december 1956), hun oogappel en later hun rots in de branding. Nico was getrouwd met Christine Dauwens Nico en Christine  hadden een zoon Jonas.

    Georges was een heel sportieve man. Bij de Bank van de Post werd er elke zaterdagnamiddag een voetbalmatch gespeeld. Op die manier verkende hij het hele land. Hij speelde voetbal voor S.K. Melda tot 1980, toen hij 50 werd. Tijdens de vakantie gingen hij en zijn vrouw wandelen in de mooiste streken van Vlaanderen. Zij woonden in een gezellige wijk, ze hadden veel vrienden en goede buren en samen trokken zij er tot enkele jaren geleden op uit. Na gezondheidsproblemen ging hij revalideren in Sijsele om te trainen en hij was daar een voorbeeld voor de anderen. Als tachtiger kon hij alle oefeningen perfect en moeiteloos uitvoeren.

    Georges en zijn echtgenote waren een knap koppel, modern, vriendelijk en gastvrij  voor familieleden, vrienden en buren. Zij woonden in een rustige wijk, in een gezellige thuis. Hij hield van herinneringen aan vroeger, mooie kunstvoorwerpen en boeken. Hij had een groot terrein met een diepe tuin, annex moestuin. Hij was ook imker. Hij genoot van het buitenleven. Georges en zijn vrouw waren nog altijd een knap koppel. Ik keek altijd naar hen op als ik hen eens toevallig ontmoette.

    Hun enige zoon, Nico blonk uit in elke sport. Alle sporttakken waren voor hem een uitdaging. Na zijn legerdienst werd hij Paracommando en behaalde talrijke brevetten in Marche-les-Dames, Schaffen, St. Hubert, Lombardzijde, Leopoldsburg, Texel en Turnhout. Valschermspringen was zijn droom en zijn beroep. In Vicenza, Italië haalde hij het Amerikaans brevet van parachutist. Hij werd ingezet in de Corsicaanse bergen, in Turkije en in talrijke andere landen. Met de glimlach haalde Georges alle documenten uit met de sportieve prestaties van zijn zoon. Ouders zijn fier op alles wat hun kinderen verwezenlijken. Na zijn militaire loopbaan, doorkruiste Nico heel Europa met zijn truck, een heel avontuurlijk maar zwaar beroep, lange en drukke werkdagen, onregelmatige etenstijden, te weinig rust onderweg en veel stress in het verkeer.
    Niet iedereen heeft een gemakkelijk en gezond beroep.

    Kleinzoon Jonas Posman is fotograaf. Hij bezocht Zuid-Afrika voor een fotoreportage over de townships terwijl een Zuid-Afrikaans fotograaf, de arme steegjes en beluiken in Gent fotografeerde. Samen hebben zij een tentoonstelling georganiseerd in Gent over de armoede in België en in Zuid-Afrika. De schrijnende armoede van Afrikanen in Afrika en van Belgen in België was schokkend en confronterend. Georges was fier op zijn kleinzoon die er ook was voor zijn grootouders. Jonas was de glans in hun ogen.

    Georges had ook veel bezoek. Je hoefde geen afspraak te maken, je voelde dat je bezoekje aangenaam was voor hen. Je was welkom. Zoiets word je gewaar. Tijdens mijn bezoekjes waren zij vriendelijk en behulpzaam. Ik vond dat echt hartverwarmend dat zij mij erkenden. Het is belangrijk dat je elkaar erkent tijdens het leven. Nadien is alles toch voorbij en hebben de mensen er niets meer aan, behalve de begrafenisondernemers die inspelen op het grote verdriet van de mensen.

    Op oudejaarsavond enkele jaren geleden werd zijn echtgenote Henriëtte getroffen door een hersenbloeding. Haar ziekte stabiliseerde maar Georges nam de meeste huishoudelijke taken op zich, zorgde voor haar en maakte het gezellig thuis. Hij was een wijs en zachtaardig mens, vol goede moed bij zijn zware beproevingen de laatste jaren. Het is opvallend hoe al de kleinkinderen van Jozef Posman zo zorgzaam en beschermend omgaan/omgingen met hun zieke partner.  De ziekte van zijn echtgenote heeft hij moedig gedragen en als hij de zorg uit handen moest geven voelde hij zich schuldig maar dankbaar. Hij verzorgde haar liefdevol en trouw, met de nodige humor. Hij was bewonderenswaardig.

    Nico overleed plots in Calais op 23 september 2011. Het verdriet van de familie was immens. Het overlijden van zijn enige zoon Nico overschaduwde zijn leven. Henriëtte besefte het heengaan van Nico niet tenvolle maar toch glansden de tranen in haar ogen als haar zoon ter sprake kwam. Wij kunnen niet alles doorgronden wat speelt in het hoofd van een mens.

    Niemand kan je echt helpen na bodemloos verdriet. Een deel van je leven wordt bruusk weggerukt en de pijn en de onmacht verminderen je krachten, fysisch en ook psychisch. Zijn broer Valeer van wie hij zo veel hield ging heen enkele maanden geleden, op 18 juni 2013. Hij miste zijn oudste broer en hun geruststellende en boeiende gesprekken. Zijn zus Simone en broer Denis waren al vroeger overleden. Als je ouder wordt, is het eigen aan een mens dat een grote brok liefde en warmte stapsgewijs verdwijnt uit je leven, ouders, broers, zussen, vrienden, ooms en tantes, maar je blijft hen missen.

    Je enige kind verliezen is de onoverbrugbare klap, waar je maar langzaam van herstelt, als het ooit lukt. De laatste maanden werd hij opnieuw op de proef gesteld. Zijn geliefde Henriëtte werd opgenomen in het ziekenhuis. Hij wist dat ze nooit meer thuis zou komen. Hulp kwam van zijn schoondochter, zijn kleinzoon en echtgenote, zijn vrienden en buren, zijn familie om hem naar het ziekenhuis en naar het RVT in Sint Laureins te brengen. Georges wist wat de mensen voor hem deden niet echt evident was. Waar vind je nog  goede en hulpvaardige mensen?

    Georges heeft zijn verdriet en zorgen heel waardig gedragen. Het werd zwaar voor hem de laatste maanden. Hij heeft psychisch enorm afgezien. Het overlijden van zijn enig kind heeft Georges waarschijnlijk gebroken maar toch bleef hij moedig verder vechten om er nog te zijn voor zijn hulpbehoevende echtgenote en de familie.

    Georges is zachtjes heengegaan zonder zwaar fysiek lijden en dat is een grote troost voor zijn familie. Hij was heel trots en dankbaar voor de bereidwilligheid waarmee zijn schoondochter en allen die hem regelmatig naar het ziekenhuis en naar het rust- en verzorgingstehuis in Sint-Laureins brachten waar zijn geliefde echtgenote Henriëtte sinds kort verbleef. Het is troost gevend dat Georges fysiek niet erg geleden heeft. Zijn lijdenskelk was vol.

    Ik had grote bewondering voor hem, hoe hij zijn echtgenote liefdevol verzorgde al die jaren met de steun van zijn familie, zijn buren, zijn kennissen en ook van familiezorg. Hij stelde elke vorm van hulp heel erg op prijs. Ik heb ook voor onze moeders gezorgd en ik weet hoe lastig en verdrietig het is om dagelijks met een geliefde dementerende persoon om te gaan. Ik was toen 45 jaar maar werd elke dag verpletterd als mijn verstandige moeder kinderlijke vragen stelde. Het schokte me telkens weer. Ik kon jarenlang niet meer lachen of blij zijn met die grote last in mijn nek. Voor een ouder mens is het waarschijnlijk tien keer zo zwaar.

    Georges had een schoon gezellig leven omringd door zijn gezin, trouwe vrienden en goede buren maar hij heeft enorm afgezien de laatste jaren en niemand kon die last wegnemen of verzachten. Verdriet draag je alleen.

    De familie Posman, stoer uitgedrukt de Posmannen, zijn nog eens samen geweest in Moerhuize in december 2011 en midden 2012, bij het publiceren van “mijn boeken”.

    Op die manier waren ze vlakbij het huisje van onze grootvader Jozef Posman en liepen ze op de weg die de oude man, die nog kinderen maakte toen hij 65 was en tot het einde van zijn dagen, te voet ging werken voor zijn hongerige kroost, in weer en wind.

    Georges en Nico waren op de familiebijeenkomst. Nico torende hoog boven iedereen uit met een glimlach voor de hoofden van de Posmannen. Ik vond dat reuze tof van hen, die erkenning en de glimlach van de familie voor de ‘boeken’, ontstaan door het enthousiasme van Valeer Posman en de hulp van vele familieleden. Het feestje was eenvoudig, koffie, fruitsap en speculaaskoekjes zoals bij tante Marie Posman van weleer. De koffie was waarschijnlijk beter, want tante Marie liet hem de hele dag op de kachel staan pruttelen.

    De Posmannen zijn nog eens gezellig samen geweest en genoten van hun herinneringen en hun foto’s in mijn boeken.

    Rust zacht Georges.

    Je hebt het heel goed gedaan. Je hebt je strijd gestreden als een moedig man.

     

    Het versje op het rouwbericht is heel mooi:

    Herinner mij, niet in sombere dagen.

    Herinner mij in de stralende zon, hoe ik was, toen ik nog alles kon.

     

     

     

    Bijlagen:
    voorstelling boek 013.JPG (1.8 MB)   

    19-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    18-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stamboom 2: kinderen Jozef en Barbara Posman

    B. DE DERDE EN VIERDE GENERATIE

    B.1  POSMAN Jozef, Maldegem °14 03 1840 † 03 08 1926,

    volgens meting op 31 mei 1919 was hij 1,62 meter groot. Hij was de zoon van Posman Andreas ( A.1.3 ).

    EERSTE HUWELIJK VAN JOZEF POSMAN MET:

    AMÉLIE LELOUP°16 01 1849, getrouwd op 27 04 1881 en overleden op 12 04 1887 in het Hospice van Sint-Laureins enkele dagen na de geboorte van het jongste kind Hector (05 april1887).

    Kinderen:

    B.1.1  POSMAN Louise ° 16 07 1882 † 11 12 1968, getrouwd met Edmond De Baets ° 18 04 1872   † 23 04 1952.

    B.1.2  POSMAN Barbara ° 21 08 1883 † 23 07 1915.

    B.1.3  POSMAN Hector ° 05 04 1887 te Sint-Laureins, † 23 10 1975, getrouwd met Regina de Blaey ° 25 02 1891  † 01 02 1935, later getrouwd met een tweede vrouw.

    TWEEDE HUWELIJK VAN JOZEF POSMAN MET:

    LEONIE LAUREYNS° 25 02 1859  † 24 07 1935, gehuwd vrijdag 03 02 1888 volgens Telling 1901 Deel 5, Blad 12. Negen maanden later is het vierde kind Camiel geboren.

    Kinderen:

    B.1.4  POSMAN Camiel  ° 05 11 1888  † 15 11 1972, ongehuwd.

    B.1.5  POSMAN Gustaaf ° 04 02 1890  † 20 03 1892.

    B.1.6  POSMAN Leopold ° 21 04 1891,  in 1910 uitgeweken naar Amerika,

    †in mei 1983, getrouwd met (voornaam onbekend) De Roo.

    B.1.7  POSMAN René ° 14 06 1892  † 07 10 1972.

    getrouwd met Celina Thys ° 09 05 1895  † 16 12 1973.

    B.1.8  POSMAN Marie ° 21 06 1894  † 11 08 1983, ongehuwd.

    B.1.9  POSMAN Magdalena ° 15 06 1895  † 05 04 1995.

    getrouwd met August Claeys ° 01 11 1887  † 30 09 1974.

    B.1.10 POSMAN Emma ° 15 06 1895  † 02 04 1958, tweelingzus Magdalena kloosterzuster.

    B.1.11 POSMAN Juliana ° 01 10 1896  † 03 11 1976.

    getrouwd met Frans Ballegeer ° 12 02 1901  † 05 02 1970.

    B.1.12 POSMAN Ferdinand ° 20 05 1898  † 24 01 1989.

    getrouwd met Emma Van den Abeele ° 26 02 1900  † 28 10 1957.

    B.1.13 POSMAN Henri  ° 11 02 1900  † 27 01 1972,

    getrouwd met Gabriëlla Raeman ° 20 02 1893  † 25 10 1959.

    B.1.14 POSMAN Blanca ° 08 04 1901  † 27 02 1986.

    getrouwd met Richard Timmerman ° 18 06 1902  † 06 03 1970.

    B.1.15 POSMAN Modest ·° 23 11 1905  † 03 01 1969.

    getrouwd met Bertha Cochuyt ° 03 11 1913  † 31 12 1995.

    Met dank aan Louis Posman voor de stamboom.


    B.2 POSMAN Barbara Theresia ° 04 09 1846
    † 02 11 1936

    getrouwd met Ferdinand Gaelens  ° 29 11 1825 † 02 02 1905.

    Kinderen:

    B.2.1 Camiel Gaelens 1876 – 1899

    B.2.2 Marie-Louise Gaelens 14 09 1878 - 25 01 1942

    B.2.3 Ida Gaelens 29 05 1881 - 17 12 1903

    B.2.4 Amelia Gaelens 22 01 1884 - 01 11 1970

    B.2.5 Helena Gaelens 10 08 1886 - 12 11 1976

    B.2.6 Blanca Gaelens 30 05 1891 - 04 01 1919

    MARIANNE POSMAN, geboren op 7 januari 1948.

    Ze bracht haar kinder- en jeugdjaren door in het landelijke Maldegem, in Moerhuize, aan het Schipdonk- en Leopoldkanaal, omringd door haar ouders, haar vier broers en ontzettend veel ooms, tantes, neven en nichtjes.

    Zij heeft een schets gemaakt van haar ouders en voorouders en van haar schoonouders en hun voorouders in de volgende drie boeken. Onderaan volgt de link naar foto's van de families Posman, Cochuyt, Van de Straete, Vande Velde en aanverwanten.


    Boek I : “Het leven in ’t Molentje, Moerhuize, Broekhuize, Strobrugge aan de kanalen en HERINNERINGEN AAN GROOTVADER JOZEF POSMAN, zijn vijftien kinderen en verder".


    Boek II : “NOSTALGIE NAAR HET LEVENDIGE DORP.” Herinneringen aan Moerhuize, Broekhuize, de Rapenbrugstraat, het Molentje en de Noordstraat in Maldegem en aan de Kapellestraat in Aartselaar.

    Biografie, herinneringen en stambomen van de families Cochuyt, Colmann, Van de Straete en Van de Velde.”


    Boek III : “MOORDEN IN ’T MOLENTJE”, is een misdaadverhaal.

    dat zich afspeelt in de wijk ’t Molentje in Maldegem. Dit landelijk dorp in Oost-Vlaanderen wordt opgeschrikt door een reeks verontrustende sterfgevallen. Oudere mensen sterven schijnbaar een natuurlijke dood, maar de frequentie stijgt plots onrustwekkend. De speurders starten met het onderzoek maar zij staan voor een reeks ogenschijnlijke onoplosbare moorden………

    Wie graag een boek leest kan er nog altijd een bestellen via email: livinaleonie@live.be

    Als je de teksten leuk vindt dan geef je de tekst onderaan een stem (liefst 5/5, met slechte punten heb ik het echt gehad).

    Ik heb altijd geleefd voor een ander, dus misschien heb ik ooit een van u een plezier gedaan, doe mij dan ook eens plezier en geef de artikeltjes een stem, onderaan.
    Het duurt maar eventjes.

    Vind je de tekst niet leuk dan lees je snel een ander.


    In elk geval, veel leesplezier. Bedankt!

    Marianne

    Foto's boek Jozef Posman: klik op de link:

    https://plus.google.com/photos/116688562905656264433/albums/5891473131414708673?authkey=Gv1sRgCPXsxqvdgvDg8gE

    ps://plus.google.com/photos/116688562905656264433/albums/5891182259556083297?authkey=COKhj-GAuNrAWg

    De kopjes van de familie: Van Jozef Posman (1840), Maria Theresia Leloup (1853) uit Broekhuize en Moerhuize, Maldegem, van Rosalia Genijn (1844), Angelina Geeraerts (1872) uit Aartselaar tot 2013. Van Broekhuize, Moerhuize, Maldegem, van Aartselaar tot in Moermansk Rusland, Canada, Amerika, de familie kopjes. Posman, Layreyns, Cochuyt, Colman, Van de Straete, Van de Velde, Dremina, Subota, Matthys, Van Durme zeker 300 kopjes, allemaal mooie mensen.
    Zuster Amelberga en zuster Blandina, begijntje Leloup, Denis Chisholm, Fraser H., Dennis Crocket, Patsy en Len, Liliana en nog enkele anderen zitten er ook bij, zij waren ook onze familie.


    Klik op de link:

    https://plus.google.com/photos/116688562905656264433/albums/5891182259556083297?authkey=COKhj-GAuNrAWg






     

    18-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stamboom 1 Posman.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    JOZEF POSMAN, de stamboom van 1757 tot 2013.

    De stamboom heb ik in verschillende versies moeten doen, ik heb er nu tientallen uren aan opgemaakt, ingelast, geknipt, geplakt maar het lukt niet. Ik krijg er de nakomelingen van Jozef  Posman niet in op een behoorlijke manier. Jammer want er zijn intussen reeds wijzigingen die ik makkelijk kon aanpassen hier. Raar maar waar, er zullen toch moeilijker mensen bij zitten dan ik denk. Ik probeer eens een andere stamboom in te voegen, eens zien als dat lukt. Niet echt mijn ding, hier. Nu wie de stamboom wil zien kan mijn boek raadplegen.

     

    DE VOOROUDERS

    De voorouders en hun familie worden omschreven in de volgende documenten:

    Bronnen:

    <!--[if !supportLists]-->ú  <!--[endif]-->Parochieregisters van Middelburg 1616 - 1796.

    <!--[if !supportLists]-->ú  <!--[endif]-->Parochieregisters van Maldegem 1616 - 1796.

    <!--[if !supportLists]-->ú <!--[endif]-->Volkstelling Middelburg 1796.

    <!--[if !supportLists]-->ú <!--[endif]-->GeneaNet.

    De namen Posman en Postman zijn door elkaar geregistreerd.

    Alle afstammelingen van Jozef Posman wonen nog in en rond Maldegem (behalve André, Lucien, Dirk  en Eric Posman)

    De kinderen van Hector en Leopold Posman uitgeweken naar de V.S. zijn daar uiteraard gebleven.)

    A. DE EERSTE EN TWEEDE GENERATIE

    A.1 POSMAN Bernard, ° Lapscheure omstreeks 1757.

    Eerste huwelijk met: Verheecke Joanna Catharina, ° Zomergem omstreeks 1760, getrouwd op 03-05-1786, gestorven op 30-jarige leeftijd op 13 03 1790 (Vader: Jan Verheecke - Moeder: Anna de Beir).

    Kinderen:

    A.1.1 POSMAN Jozef, ° Maldegem 11 03 1788 (Peter: Bernard Verheecke wonend te Maldegem. Meter: Petronella POSMAN wonend te Maldegem). Hij is waarschijnlijk niet getrouwd of jong gestorven.

    Tweede huwelijk met: (van ) Hauwenhuyze Emiliana, ° Maldegem 23 02 1766, getrouwd op 18-05-1790.

    Kinderen:

    A.1.2 POSMAN Constant, ° Maldegem 11 03 1791, † 17 05 1791, dus 2 m oud. (Peter: David POSMAN wonend te Moerkerke. Meter: Barbara Hauwenhuyze wonend te Adegem)

    A.1.3 POSMAN Andreas, ° Maldegem (Moerhuize) 09-04-1792, (Peter: Andreas POSMAN wonend te Middelburg - Meter Jacoba Hauwenhuyze wonend te Maldegem), † 18 08 1858. Hij heeft gezorgd dat de levenslijn doorgaat. Getrouwd met Marie-Thérèse Verstraete ° 1800 † 23 10 1865.

    A.1.4 POSMAN Ambroos, ° Maldegem 26-01-1794 (Peter: Frans Hauwenhuyze wonend te Maldegem - Meter: Barbara van de Genachte wonend te Maldegem ).

    Gesneuveld in het leger van Napoleon Bonaparte op 20 08 1813, op negentienjarige leeftijd te Firenze, Italië.

    A.1.5 POSMAN Barbara Theresia, ° Maldegem 30 10 1795 ( Peter: Bernard Hauwenhuyze wonend te Adegem - Meter: Petronella Boerjan wonend te Maldegem ), waarschijnlijk niet getrouwd of jong gestorven.

    Derde Huwelijk met: Rijckaert Joanna Maria.

    Kinderen:

    A.1.6 POSMAN Joannes, ° Maldegem omstreeks 1801, overleden te Sluis op 21-06-1844. Hij was dagloner en werkman, gestorven op 43- jarige leeftijd. Hij was getrouwd met Anna-Maria Verbeke (1792 -1832).

    Kinderen:

    A.1.6.1 POSMAN Sophia Francisca, ° omstreeks 1827 te Eede en overleden op 14 04 1854 te Aardenburg, ze was dienstbode.

    A.1.6.2 POSMAN Petrus, ° Aardenburg omstreeks 1829 en overleden op 01 01 1862 te Waterlandkerkje. Hij was landmanknecht, werkman en arbeider. Gehuwd met Coleta Francisca van Pamel (1832 1862) te Oostburg op 01 09 1858.

    Kind:

    A.1.6.2.1 POSMAN Maria Antonia ° 20 07 1859 te Waterlandkerkje en er overleden op
    14 09 1859, net geen 2 maand oud.

    Opmerkingen:

    De tak van A.1.3 POSMAN Andreas loopt door naar onze familie.

    Bij de peters en meters van de kinderen van POSMAN Bernard komen de namen:

    POSMAN Petronella, POSMAN Andreas en POSMAN David voor.

    Het is nagenoeg dat zeker zij de broers en zus van Bernard Posman zijn.

    Over David hebben wij niets teruggevonden.

    Over POSMAN Petronella en POSMAN Andreas hebben wij wel gegevens gevonden in de bevolkingsregisters van Middelburg. De ouders van Posman Bernard hebben wij niet teruggevonden, ook hun oorsprong niet. We vinden de naam Posman overal terug, vooral in Nederland, Duitsland en Amerika.

    De oudste die we vinden is Posman Paul, geboren op 05 06 1569 te Sankt-Jacob, Chemnitz-Sachsen.

    A.2  POSMAN Petronella, ° Lapscheure omstreeks 1757. Dagloonster en werkvrouw.
    Gehuwd met Jacobus Franciscus Bernardus Hendrickx, ° 04 12 1751, houtzager. Ze woonden in Eede (1779 1793 ) en in de Oosthoek te Sint- Laureins (1793 1800 ), dit is de wijk aanleunend bij Moerhuize.

    Kinderen:

    A.2.1 Anna Maria Francisca Hendrickx °1779  †1779

    A.2.2 Jacobus Bernardus Hendrickx °1780 † 1784

    A.2.3 Bernardus Franciscus Hendrickx °1782

    A.2.4 Joanna Cornelia Hendrickx °1784

    A.2.5 Francisca Hendrickx °1786

    A.2.6 Franciscus Bernardus Hendrickx °1788 † 1789

    A.2.7 Franciscus Bernardus Hendrickx °1790

    A.2.8 Regina Francisca Hendrickx (1793 1794)

    A.2.9 Josephus Hendrickx °1796

    A.2.10 Anna Maria Hendrickx °1798

    A.2.11 Hendrica Hendrickx °1800 † 1883. Wij tellen 11 kinderen op 11 jaar waarvan 4 zeer jong gestorven zijn.

    A.3  POSMAN Andreas ° Lapscheure omstreeks 1765, volgens de volkstelling omstreeks 1761.

    Gehuwd met: Roels Barbara, ° Moerkerke omstreeks 1761, getrouwd op 01-05-1792.

    In 1796, tijdens de volkstelling woonden zij in de Kloosterstraat in Middelburg.

    Kinderen:

    A.3.1 POSMAN Joanna Cornelia °09-03-1793 (Peter: Fernand Gernaey wonend te Middelburg - Meter: Coleta Willems wonend te Middelburg).

    A.3.2 POSMAN Maria Theresia °24-12-1795 (Peter: Jan Frans de Craene wonend te Middelburg - Meter Christina POSMAN wonend te Middelburg).

    Opmerkingen: ·

    Aangezien de kinderen dochters zijn is de naamlijn Posman hier uitgestorven.

    Er duikt een nieuwe naam op als meter, namelijk Christina POSMAN.

    Ze is heel wat ouder dan Bernardus, Petronella, Andreas en David, dus waarschijnlijk was ze een tante. Uit de volkstelling van Middelburg in 1796 zien wij dat POSMAN Christina dan 54 jaar was, geboren omstreeks 1742. Ze was getrouwd met Goemaere Jean, in 1796 was hij 59 jaar, dus geboren omstreeks 1737. Hij was kunstdraaier. Ze woonden in Dorp, Middelburg.

    18-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    17-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Denis en Valeer Posman, imkers op 't Molentje.

    Prachtig filmpje van Noël Ryheul, www.camob.be.

    Hier kan je Valeer en Denis en hun echtgenotes nog eens  aan 't werk zien als "imkers".

    Heel mooie herinnering, zo jammer toch dat de tijd voorbij vliegt.

    FOLKLORE ERFGOED: http://www.camob.be/#post218

    Denis en Valeer Posman waren ervaren imkers.

    De productie van honing was voor de gebroeders Denis en Valeer Posman op de wijk het Molentje te Maldegem een heel ambachtelijke bezigheid.

    Als marsmannetje verklede imkers openden zij voorzichtig de bijenkasten en bedwelmden zij de bijen met rook.

    De afgesloten honingraten werden opengesneden en gecontroleerd.

    Met de middelpunt vliegende kracht van een zwierder werd de honing uit de raten geslingerd.

    De honing werd gezeefd en in potjes gegoten. (film Maldegem een dorp om in te wonen - film super8).

    Een 5/5 voor N. Ryheul, voor alles wat hij heeft vastgelegd op beeld, heel zijn leven lang, zodat wij nog eens kunnen nagenieten, van de "tijden van toen" …

    17-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bij de dood van Valeer, Dirk Posman.

    Bij de dood van Valeer Posman, Dirk POSMAN.

     

    Het moet zowat een jaar geleden zijn. We reden kriskras door zijn geliefde Meetjesland op weg naar nergens. Plotseling draait mijn vader zich half om naar mij en vertelt over zijn oud-leraar aan de Normaalschool, Achilles Mussche. Die had hem eens tijdens een les grammatica gezegd: ‘Posman, gij zijt een schilderij zonder kader.’ Meneer Mussche, streng en deskundig, dus alom gevreesd. Daar kon je als student niets tegen zeggen. Het moet in 1943 geweest zijn.

    Daarna zweeg pa en zocht in het landschap naar plekken met een verhaal. Hij kon als geen ander de streek lezen  en interessant maken met vertelselkens.
    Ik wist niet meteen wat ik daarop moest antwoorden, ook omdat pa de voorkeur had om mij als chauffeur langs de meest landelijke weggetjes te sturen, waar de laatste tien jaar niemand meer was gepasseerd.

    Toch dacht ik eraan terwijl ik mijn tekst aan het schrijven was. Wat zou meneer Mussche bedoeld hebben met ‘zonder kader’? Ik wist dat pa uitblonk in Nederlands, maar dat kader zat mij dwars. Ik heb het antwoord nooit van hem gehoord. Pa vond dat oké, het leven moest een beetje een mysterie blijven en de geheimtaal van de poëzie was als noodzakelijk voedsel voor hem.
    Hij vond boeken met gedichten erin geen echte boeken, want niemand nam ze mee uit de bibliotheek, behalve hij. Daar was hij trots op. Hij deed dan ook geen moeite om ze op tijd terug te brengen naar de bib.

    Poëzie, klassieke muziek en schilderkunst betekenden alsmaar meer voor hem, toen de tragiek van het leven hem onverwachts bij het nekvel had gegrepen.
    Een leven zonder stem moet hard geweest zijn, maar klagen deed hij niet. Je kon je tijd wel beter gebruiken, vond hij.
    Langs het voetbalveld bijvoorbeeld, deskundig een wedstrijd analyserend, bij voorkeur tegen de mening van de supporters en van de trainer in.

    Gaandeweg werd hij zwakker en kostte het spreken met een provox hem meer moeite. Het is dan dat hij koortsachtig begon te schrijven: dagboekfragmenten, kopieën van gedichten en honderden brieven. Want een mens kan niet zonder communicatie, en dit was zijn poging om in contact te blijven met de mensen die hij graag zag. Het waren en zijn er veel en ik zie ze hier allemaal graag terug in de kerk.

    Hoe zullen we aan hem terugdenken? Wel, stap het schilderij binnen. Hij zal je vriendelijk meetronen naar zijn geliefde plekjes: een stoffig stukje straat met een beetje steenklaver aan de rand en zoemende bijen, een voetbalveld met het staccatogeroep van jonge spelers, een bibliotheek zonder echte boeken, een verloren stuk bos in Drongengoed, een café uit de jaren 50 waar hij de tango danste met Bertha, een schilderij van Jef Van Maldegem, of van Marc, zijn schoonzoon, of van Mia, zijn schoondochter, een verwilderde tuin (ge moet uwen tuin niet te proper maken, Dirk jongen, geef de beestjes en de natuur nog een kans), een flardje Mozart, het gefluit van een doodgewone merel en bijen, veel zoemende en dansende bijen, de geur van verse honing.

    Als je uit het schilderij stapt, ben je weer opgemonterd en kun je de wereld misschien wat beter de baas. Doe het maar een paar keer, hij zou het graag gezien hebben en ik weet zeker dat het hem gelukkig zou maken.

    Hij was een vriend van de mens, een humanist, een filosoof. Iemand die bitter en zoet met elkaar kon mengen, zoals zijn generatiegenoot en beroemde Belg Toots Thielemans.
    En dat kader? Ach, dat heeft hij ons meegegeven, zodat we allemaal een beetje zinvoller zouden kunnen leven, weg van de waan van de dag.

    Bedankt pa, en blijf schrijven jong. We horen nog van jou wanneer we in de straat van je herinnering aan het wandelen zijn: versjes,  overpeinzingen, kinderliedjes voor de achterkleinkinderen, grapjes. Misschien zien we je wel nog eens. Dat zal deugd doen.

    17-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dirk Posman, Afscheid van ons vader.

    Afscheid van ons vader. Dirk Posman.

     

    Hier staan we nu, vlak voor Valeer niet meer zichtbaar zal zijn. Als oudste van de dichte familie had ik graag nog iets willen zeggen.

    Ik zou namelijk een aantal mensen special willen bedanken omdat zij zo onbaatzuchtig en liefdevol pa hebben bijgestaan in de laatste, moeilijke weken, maanden en zelfs jaren.


    Ik besef natuurlijk dat iedereen zijn best heeft gedaan, elk naar eigen vermogen, maar Martine en Mia hebben samen met Greta, als leeuwinnen gevochten en gezorgd voor pa, onvermoeibaar en met een allesomvattende liefde.

    Het heeft hem veel deugd gedaan. En ons ook. Merci daarvoor.

    We zullen het nooit vergeten.

    Hoe moet het nu verder met onze familie? De verbindingsfactor, die vader was, is er niet meer. We zullen dus goed ons best moeten doen om ervoor te zorgen dat er nog wat van die Valeer-factor overblijft. Samen zijn, samen iets doen. Ik weet zeker dat iedereen zijn best zal doen om dat te realiseren. We zullen ons best doen.

     

    Maar eerst zullen we nog rouwen om wie nu onherroepelijk weg is: vader, pa, pepe.
    Iedereen doet dat op zijn eigen manier.

    Ik probeer dat via gedichtjes.
    Hier volgt er eentje.

    Daarna laat ik jullie met veel respect over aan jullie eigen gedachten. Ik weet wel zeker dat Valeer voor altijd in jullie hart zit.

     

    De definitieve reis

    En ik zal weggaan. En de vogels

    blijven zingend achter;

    en mijn tuin blijft achter, met zijn
    groene boom, en zijn witte put.

     

    Alle middagen zal de hemel

    blauw en vredig zijn;

    en zullen de klokken van de

    klokkentoren luiden zoals nu.

     

    Die van mij hielden, zullen sterven;

    en het dorp zal elk jaar anders zijn;

    en in die hoek van mijn bloeiende,

    witte tuin zal mijn geest dwalen, vol

    heimwee.

     

    En ik zal weggaan; en ik zal alleen

    zijn, zonder huis, zonder groene

    boom, zonder witte put, zonder

    blauwe, vredige hemel …

    En de vogels blijven zingend achter.

    Juan Ramon Jiménez, Spaanse Nobelprijswinnaar literatuur 1956

    17-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Marie Posman uit Moerhuize, Maldegem.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MARIE POSMAN (15 06 1894 - 11 08 1983) Moerhuize Maldegem.

    Leuke herinneringen aan vroeger, aan alle mensen die deel uitmaakten van ons leven. De kinderen van onze grootvader Jozef Posman en hun wederhelft waren stuk voor stuk, knappe, onberispelijke en heel vriendelijke mensen. Ik heb hen gemist toen ze heengingen. Ik heb altijd hun hartelijkheid gemist.

    Marie Posman was het achtste kind van grootvader Jozef Posman. Zij was een van de oudere zussen van vader. Onze grootouders waren overleden in 1926 en 1935 dus wij hebben hen nooit gekend. Tante Marie was een echte grootmoeder voor ons. Wij waren de kinderen van haar jongste broertje Modest die ze vertroeteld en gekoesterd had tot hij zesendertig jaar was. We woonden in de buurt en kwamen dus vaak langs of staken een handje toe. Toen ze zich niet meer kon verplaatsen met haar heel grote zwarte fiets had wel een van ons een auto en werd ze overal gebracht.

    Ze was dienstbode geweest bij een neus- keel- en oorspecialist in Brugge, Dokter Van De Calseyde. Ze vertelde veel verhalen over haar diensttijd. Ze was huishoudster, kinderverzorgster en ze mocht de arts ook assisteren. Ze kon daar heel gewichtig over doen. Toen ik een baby had kwam ze soms bij ons en ze stak een handje toe. Ze beweerde dat je linnen moest strijken om te ontsmetten. Ik denk altijd aan haar als ik aan het strijken ben om te ‘ontsmetten’. Marie kwam terug thuis wonen toen haar zus Magdalena trouwde in 1923. Zij zorgde verder voor haar bejaarde ouders en de kinderen van het gezin die nog thuis woonden.

    Tante Marie straalde warmte uit. Ik vond haar heel mooi. Ze had het grijze haar in een dot. Ze zag er altijd precies hetzelfde uit. Ze leefde heel sober. In het huisje waren vijf lampen met blakertjes. Stopcontacten had ze niet want ze beschikte over geen enkel elektrisch apparaat. Zij was zuinig op kleren. Op de begrafenis van vader in 1969 droeg ze dezelfde mantel als op zijn huwelijk, 28 jaar eerder.

    De oudste zoon van Jozef Posmans tweede huwelijk, Camiel en de oudste dochter Marie Posman waren allebei ongehuwd en bleven in het ouderlijk huis wonen. Tegen ons zegde ze altijd: “Ik heb mijn kuipje niet buitengezet toen het ventjes regende.”

    Met Nieuwjaar gaf Marie weinig of niets aan haar talrijke neefjes en nichtjes. Ik denk dat zij weinig geld had. Vrouwen deden vroeger het huishouden, streken wat huishoudgeld op waar ze nauwelijks mee rondkwamen en de kostwinner beheerde het spaarboekje. Vele neefjes en nichtjes hadden Marie als meter en met Nieuwjaar verwachtten zij dan ook een centje na het voorlezen van de Nieuwjaarsbrief. Marie gaf wat ze kon, een lege koekendoos, gevuld met noten en één frank op de bodem. Het hoefde eigenlijk niet echt.

    Tante Marie betekende voor ons hartverwarmende liefde. Wij wisten dat zij ons heel graag zag. Rond de Leuvense stoof warmden we onze voetjes en slurpten koffie die de hele dag op de kachel stond te pruttelen. Celesta Vlaminck en Arthur De Pauw, waren de buren van tante Marie. Rechts van Celesta woonden de ouders van arts specialist Jacques Versieck, René Van Deursen, August Claeys en Magdalena Posman, Robert Savat, de vader van Rosa’tje Savat, nu echtgenote Medard Seselle. Links van tante Marie woonden Willy Van Hecke en Lisette De Smet en hun ouders, twee gezinnen Leloup, Jozef De Windt, Modest De Pauw en Emiel Claeys.

    Als we op bezoek gingen dan zat tante Marie zat links van de stoof in een hoge leunstoel en Pitje Miel, aan de rechterkant. Ik heb hen nooit tegen elkaar horen praten. Camiel had het afgeleerd om tegen haar te praten omdat zij niet te stuiten was. Vader vroeg aan elk iets afzonderlijk en zij gaven antwoord. Vader was eigenlijk hun communicatiemiddel. Als Marie wou dat Camiel iets wist dan vertelde zij het aan haar jongste broer zodat de andere broer het kon horen. Heel merkwaardig en triestig die relatie, zij zorgde voor haar broer, hij gaf haar wat geld maar sprak geen woord tegen haar.

    Zij deed het huishouden. In de winter maakte ze eten klaar op de Leuvense stoof in de voorplaats en in de zomer in het achterhuis op een platte stoof die in de haard geplaatst was.

    In de voorkamer stond een kleerkast links en rechts een etagère met de spullen van pitje Miel. Verder stonden er enkele stoelen en een tafel. Aan de voordeur hingen de jassen aan haken. In de achterkamer stonden twee tafeltjes, één voor het raam, het ander tegen de muur onder een rek waar de borden gestapeld stonden.

    Op de “pad” achter het huis was een soort terras dat ze schuurde met bleekwater in de zomer. Bij de achterdeur was een regenput. ’s Zomers krioelde het water van maden. Zij kookte de was met regenwater. Er was een grote pomp buiten met putwater voor het eten. In een hokje achter de regenput zaten konijnen onder de bakoven. Het toilet stond ernaast. Het was een klein vertrek, een verhoog, een plank met een rond gat. Een doorslechte geur vulde je neusgaten. De vloer van brede balken bedekten de beerput. Tante Marie was er eens in gevallen. Naast het toilet zaten konijnen die gevoederd werden met hooi.

    Tussen dit gebouwtje en de stal was een kort stukje omheining waar buurvrouw Celesta Vlaminck, echtgenote Arthur De Pauw, soms wachtte voor een babbeltje. Tante Marie wou niet dat ik met Celesta praatte dus rende ik rechtstreeks van de achterkeuken naar de stallen. In de eerste stal rechts stond een fornuis waar zij om de veertien dagen flanellen linnen weekte, kookte, spoelde en waste. Bij het raam lag een hoop kolen met een schop, betonnen bakken met voeder, gereedschap. Alles was magisch bij tante Marie. Naast dit hok was een paadje naar de koeienstallen. Verder was nog een stal, een machine om handmatig bieten te malen voor veevoeder, een hooizolder, een trekwagen en ander landbouwmateriaal. De indrukwekkende notenboom ervoor droeg elk jaar manden noten.
    Rechts was de weelderige moestuin. Helemaal op het einde van het ‘domein’ was de weide voor de koeien.

    In de hagen onderaan stonden platte manden voor de kippen om eieren te leggen. Soms verdwenen die eieren. Een onbekend persoon stak zijn hand door de haag om de eieren weg te nemen. Een ‘visseslag’ werd geplaatst in de kippennesten en de kippen werden opgesloten om de dief te ontmaskeren. Wie ’s anderendaags met een gekwetst hand rondliep was de eierdief.

    Zij had een omheind voortuintje met struikjes en bloemetjes, en een klein hekje die leidde naar de voortuin. Opzij van het huisje stond een bank waar haar broer Camiel en enkele buren, Richard Matthijs o.a. zaten te roddelen waarschijnlijk. Zij luisterde hen soms af op het terras achteraan of aan het luikje van de voordeur. Ze rolde met haar grote blauwe ogen als ze ons vertelde wat ze allemaal gehoord had. Er groeiden mooie struiken, witte welriekende bloemen aan de gevel. Wij hebben die houtsoort bloemen ook en ik denk altijd aan haar als ze bloeien.

    Onze oudste broer Leopold was koewachter bij Pitje Miel. Hij heeft foto’s met de wagen van Pitje Miel getrokken door koeien. De enige mogelijkheid die de mens ter beschikking had om ploegen, eggen of wagens te trekken was eigen lichaamsenergie, koeien, ossen, ezels, paarden of honden. Wie geen trekpaard had, had een gespan met koeien.

    Toen Camiel stierf in 1972, was Marie 78 jaar oud en ze was bang alleen. Ze trok tijdelijk bij Louis Posman en zijn vrouw Christine in en ging later naar het rustoord. Haar lange haar werd er onmiddellijk geknipt. Het was te moeilijk om het te wassen.

    Ze heeft zich snel aangepast, ze had veel bezoek en ze stelde het eigenlijk goed. Tante Marie was meter van Louis Posman, mijn tweede broer en zij hadden een nauwe band. Hij heeft voor haar gezorgd tot ze stierf in 1983. Ze was 89.

    De foto's in bijlage:
    Leopoldje Posman ment het gespan van Camiel Posman.
    Marie Posman aan de Leuvense stoof.

    Bijlagen:
    Bernard, Mathias, Pol, Marie en sandra Posman en Imelda.jpg (570.8 KB)   
    grootvader Jozef Posman.jpg (580.6 KB)   
    IMG.jpg (326.9 KB)   
    IMG_0002.jpg (770.7 KB)   
    IMG_0029.jpg (1 MB)   
    IMG_0064.jpg (1.1 MB)   
    tante marie 38 jaar.jpg (60.4 KB)   

    17-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jan Posman uit Maldegem.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    JAN POSMAN (°1963):

    Posmaniërisme, een verrassende visie op de “Posmannen”

    JAN POSMAN is geboren en opgegroeid in de wijk het Molentje, Molenberg, Maldegem. Hij is de zoon van de legendarische Denis Posman die de wijk het Molentje een ziel gaf en vreugdevolle evenementen. Jan werkte na zijn studies aan de Gentse universiteit, in het bedrijfsleven tot hij het aparte voorstel kreeg om in Nederland docent Nederlands te worden. Hij woont aan de vaart wijk Strobrugge in Maldegem. Hij leest, schrijft en zingt in het experimentele folkgroepje Sundance.

    Bibliografie:

    Hij debuteerde met ‘Een brief aan Jack Nicholson”, een roman over de reclamewereld, uitgegeven door Manteau bekroond met de Gouden Gids Manuscriptprijs 2001.

    Bij dezelfde uitgeverij verscheen ook “Waterman en linkshandig”, over een tocht langs de Route 66.

    Bij “De lege verzameling”, een eigen uitgeefproject, verschenen de dichtbundels “Vertellementen” en “Wie ben je en wat is je verhaal.”

    Jan Posman zond me enkele jaren geleden een soort introductie voor mijn boek over grootvader “Jozef Posman en zijn 15 kinderen”, heel schoon en grappig. Hen die mijn boek niet gelezen hebben, laat ik nog even meegenieten.

    Het Posmaniërisme, een verrassende visie op de “Posmannen”,
    “Wreed schoon of affreus” door Jan Posman
    .

    Een jaar of zeven geleden kreeg ik in Oostburg, waar ik Nederlands geef, tijdens de middagpauze een vraag van een mooi twijfelend meisje. Ze gleed door de laatste weken van haar laatste jaar en kon maar niet beslissen of ze Frans of piano ging studeren. Ik mocht haar adviseren, terwijl ik nooit Frans of piano had gestudeerd. Ik heb haar uiteraard het conservatorium aangeraden en een paar jaar geleden haar eindexamen bijgewoond tussen ernstige mensen in een sfeervolle Gentse zaal.
    We hielden regelmatig contact. Toen ze bij het begin van haar studie Lucien Posman had meegemaakt, mijn achterneef die in het Gentse conservatorium aanvuurt en enthousiasmeert zoals niemand dat kan, sms’te ze: “Nu ben ik van jou af maar die Lucien is toch van hetzelfde laken een pak.” Ik heb dat bericht met plezier gelezen en gedacht: “Had ik maar die eigenschappen die van de maestro zo’n aangenaam en geliefd mens maken, die ouderwetse levensvreugde, die verblijdende sociabiliteit, dat fascinerend samengaan van intellect en hartwarmte.

    Wat zou Aukje, zo heet het pianomeisje, bedoeld hebben? Waarop kwam die gelijkenis neer? Wat is het posmaniërisme? Ze herkende haar vroegere leraar Nederlands overduidelijk en onmiddellijk in de Posman van het conservatorium en ze had zich geen moment afgevraagd of we familie waren. Maar waardoor?

    Wellicht moeten we die vraag niet zelf beantwoorden en wellicht moet je een buitenstaander zijn om het goed te onderscheiden. Nochtans hoorde ik van mijn zus Marleen een tiental jaar geleden, dat ze op een feest van nonkel Valeer, Amerikaanse Posmannen had ontmoet, en dat die op ons leken. “Hoezo”, vroeg ik, “in welke zin?” “Gewoon”, antwoordde ze en haalde haar schouders op. Gewoon. Daar ben ik niet veel verder mee gekomen.

    Naar aanleiding van een uitspraak van mij bracht een oud lief van Lucien ooit bij een gezellige toogsituatie in Studio Scoop uit:

    “Bij de Posmannen is altijd alles wreed en erg. Als iets mooi is, is het wreed schoon en anders is het affreus. Als ze een snotvalling hebben, denken ze echt dat ze op sterven liggen en in de gewone gang van zaken zien ze snel een complot.”

    Je leven lang heb je vooral met twee families te maken, die van je vader en die van je moeder. Als je een partner hebt, komt er na je eerste kwarteeuw nog een complex netwerk bij maar dat kan je uitstellen of weigeren. Hoe dan ook, in alle families heb je die gelijkenissen, die trekken, de onhebbelijkheden en de eigenschappen die ze graag in de verf zetten.

    Over de gemeenschappelijke kenmerken in mijn moeders familie heb ik zelden horen praten. Als het daarover ging, ging het over mijn vaders struik. Ik heb er vaker over nagedacht, temeer omdat ik vond dat mijn vader eigenlijk weinig op mijn grootvader leek.

    Misschien was mijn grootvader al te oud toen ik hem leerde kennen. Zijn schoenmakerij was nog intact maar werken was iets van vroeger. Hij werd steeds dover en sleepte zich letterlijk voort. Ik hoorde dat hij wat accordeon had gespeeld en dat hij alle kinderen van de buurt met bizarre verhalen onderhield. Hij had rond zijn zestigste op de terugweg van zijn bijen in Kleit een ongeval gehad met zijn Solex en dat was hij nooit meer helemaal te boven gekomen. Een grappig fait divers is dat hij ooit naar de tandarts moest en dat zijn dochter Simone met hem mee moest voor morele steun. Dat heb ik allemaal van horen zeggen. Hij stierf door een bloedklonter in 1972. Daarbij komt dat mijn vader bij zijn heengaan, in 1991, nog lang geen oud mannetje was, pas zestig was hij geworden. Dat maakt de vergelijking nog moeilijker. De twee dingen die me bij beide mannen meteen te binnen schieten: de ironiserende preoccupatie met de dood en daarnaast hun blik. Mijn grootvader, René Posman, had een kiezerslijst en bij elk sterfgeval zocht hij de ongelukkige op en voorzag zijn of haar coördinaten van een kruisje in potlood en enkele randnotities over zijn of haar eigenschappen:

    • dronkaardeke, veel bij “de zatten André” gezeten (dat was een café op het Molentje),
    • een kwene met een slecht been,
    • nog 15 frank tegoed voor verhalvezolen,
    • zo rijk als Frederik Dhondt, eigenaar van het Sint-Anna Kasteeltje en het Sint-Anna Park, centrum van Maldegem.
    • nog mee op school gezeten,
    • nooit veel stro van d’aarde geraapt,
    • mismeesterd in het Minnewater.

    Zulke dingen stonden bij die namen geschreven. Frederik Dhondt bewoonde het Sint-Anna Kasteeltje, het gemeentepark was zijn tuin. Als mijn grootvader iets duurs aangeboden werd, zei hij steevast: “Als Frederik Dhondt mijn vader was geweest …”  Hij had ook een theorie over sterfgevallen op het Molentje, waar hijzelf en bijna al zijn kinderen een woning hadden: als er op het Molentje iemand het loodje legde, stierven er binnen veertien dagen nog twee.

    Doodgaan was altijd een item. Het leek alsof erover praten je ervoor behoedde. Bezwering. Bij mijn vader waren de vele verwijzingen naar de dood veeleer excuses voor genotzucht. Stel dat het hiernamaals iets mocht betekenen, dan is er kans dat daar niets mag. Wie zal het zeggen? Dat soort overwegingen.

    Als Posmannen geen filosofen zijn, dan op zijn minst zondagsdenkers met een eigen taal. Posmannen zijn taalmensen. Toen ik op de lagere school zat, had elk huis van mijn klasgenoten zijn eigen helden. Bij Giovanni De Mey waren dat motorcrossers, bij Eugeen De Lille hartchirurgen en bij ons waren het schrijvers, Elsschot, Walschap, Louis Paul Boon en ook de taaltovenaar Guido Gezelle. Die laatste droeg weliswaar een zwarte rok maar hij kon er volgens mijn vader ook niet aan doen dat zijn moeder zo smartelijk graag een pastoor in de familie had.

    In Maldegem waren er twee socialisten en mijn vader was daar één van. Hij heeft heel zijn leven in de dorpspolitiek tegen de bierkaai gevochten, strijdschriften geschreven, verkiezingskandidaten geronseld, affiches geplakt, het sociale leven verpersoonlijkt.
    Als ik het woord sociaal hoor, dan staat prompt mijn vader daar, aan een toog met een stompje van een sigaar en een glas bier dat hij in twee teugen zou leegmaken omdat iedereen hem wilde trakteren. Het moest een beetje vooruit gaan voor de vaderfiguur. Als er ergens een vereniging opgericht werd, was er veel kans dat hij er voorzitter werd. Op een bepaald moment was hij voorzitter van de hondenclub “Hond en Meester”, terwijl ik mijn kindertijd lang om een hond heb gezaagd en altijd hetzelfde antwoord kreeg: “Op mijn hof komt er geen hond.” Hij was ook voorzitter van de Verenigde Winkeliers der Noordstraat, terwijl wij geen winkel hadden, alleen in het zwart, kilo’s en halve kilo’s honing verkochten.

    Erg posmaniëristisch waren mijn vaders activiteiten naar mijn bescheiden mening niet. Volgens het posmaniërisme moet je met onbaatzuchtigheid (zijn voorzitterschappen kostten hem alleen maar geld) toch ook niet overdrijven. Er mag al eens wat eer en een som geld tegenover staan. Toch? Of zie ik dat verkeerd? Een van de jongste broers van mijn grootvader schijnt de eerste dopper in Maldegem te zijn geweest. Hij heeft daar een heuse carrière van gemaakt maar niettemin zijn kinderen een klein fortuintje nagelaten. Lucratieve nevenactiviteiten. Niet dat volle engagement in dat ene, je niet laten opslorpen, energie sparen voor wat zich onverwacht aandienen kan.

    Toen ik klein was, ging ik met mijn vader bij zijn ooms en tantes nieuwjaren, bij nonkel Fernand en tante Julienne en in Moerhuize bij tante Blanca en Marie en nonkel Camiel. Taaie speculooskoekjes. Gezapige taal. Gemeenschappelijk kenmerk nummer één: eigenzinnigheid.

    De blik die mijn vader en grootvader deelden, zie ik in de ogen van opmerkelijk veel achternaamgenoten. Hij is niet geruststellend, die blik. Hij zegt veel te weten maar er het liefst over te willen zwijgen. Hij is oceaanblauw en zodanig eerlijk dat de drager altijd op zijn hoede is voor misbruik.

    Ik had ooit een vriendin met een stevig psychologisch inzicht. Zij zei vaak tegen me: “Doe weer niet zo posman-achtig.” Volgens haar maakten wij situaties graag ingewikkelder dan ze waren en ook konden wij nooit de zon zien zonder de wolken erbij te denken. Posmannen leden aan een wat ingeperkte Weltschmerz, een lijden aan de wereld door hun verbeeldingskracht, enigszins ingeperkt door trots. Door hun verbeeldingskracht zien ze hun ideale wereld scherper, gedetailleerder en levendiger maar ook de kloof tussen dat ideaal en de bestaande wereld is pijnlijk apert. Het inzicht in die kloof verpest aardig wat, maar het maakt ons ook gevoeliger voor de band die we hebben met al datgene dat al in ons leven is en ook mee zou mogen naar die ideale wereld. We zijn ons voortdurend diepbewust van de waarde van alles waarvan we houden maar een inzinking op zijn tijd behoort altijd tot de mogelijkheden.

    Hoe dieper je over het posmaniërisme nadenkt, hoe moeilijker je het verwoordt. Laten we onze verbeeldingskracht in dienst stellen van schoonheid en troostende lach.

    Met dank aan Jan Posman voor zijn heldere visie op de Posmannen en hun nuchtere, beheerste, veelzeggende en afstandelijke blauw-ogen-kijk op de dingen en de mensen.

    17-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Modest Posman uit Maldegem.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MODEST POSMAN (1905 1969) geschreven door LOUIS POSMAN.

    Een beeld van een vader vorm geven is geen eenvoudige opgave. 

    Toch is Louis Posman (° 1944) er in geslaagd een beschrijving te tekenen van zijn vader Modest (° 1905 V 1969).

    Beiden zijn geboren en opgegroeid in de wijk Moerhuize tussen de twee kanalen. Het is een beschrijving toepasselijk op heel wat vaders opgegroeid in dit uitzonderlijk mooi stukje Maldegem, Moerhuize.

    Modest Posman was getrouwd met Bertha Cochuyt (° 1913 V 1995) en zij hadden vijf kinderen: Leopold, Louis, André, Marianne en Lucien Posman.

    Louis lijkt in alle opzichten op zijn vader.
    Een hard werker, zwijgzaam, ernstig en hulpvaardig.

    Mijn broer Louis heeft een overzichtelijk en ontroerend relaas geschreven over onze vader. Eigenlijk geldt die beschrijving voor alle leden van de familie Posman.
    Ik heb het integraal ingelast omdat het duidelijk verwoordt hoe de kinderen en kleinkinderen Posman geleefd hebben in Moerhuize of dicht in de buurt van Moerhuize, welke vaardigheden zij hadden en hoe zij die hebben benut om hun dromen te verwezenlijken.

    Louis Posman schrijft:

    Zijn verste herinnering:

    Vader heeft dikwijls gezegd dat hij “als kleuter” de indruk had dat hij niet echt welkom als jongste was in het groot gezin van vijftien. Hij bedoelde dat hij de indruk had dat zijn oudste broers (twintigers) hem nogal scheef bekeken en hem beschouwden als nog een die erbij kwam om de schaarse maaltijden te verorberen. Het zou ook kunnen dat die indruk verkeerd was en dat hij gewoon een beetje bang was van zijn zes oudere broers. Zijn zeven oudere zussen woonden niet allemaal meer thuis want zij waren op tien- of twaalfjarige leeftijd gaan “dienen” bij het rijke volk. Zijn vader was oud toen hij geboren werd (65) en zijn moeder (toen 46 jaar oud) zorgde voor hem. Hij heeft zijn moeder altijd heel graag gezien. Elke avond moesten wij een ‘tientje’ bidden voor haar.

    Zijn jeugd:

    Wij weten niet veel over zijn jeugd. Ik geloof niet dat hij als kind uitgeleend is aan een of andere boer om koewachter te spelen. Hij is tot zijn tien of twaalf jaar naar de broederschool geweest. Tijdens de oorlog (1914-1918) konden de kinderen van de wijk af en toe les volgen in het hoevetje van Honoré De Pauw, naast het Mariakapelletje. Hij kon goed lezen, schrijven en rekenen. Zijn verhalen over de rijke boerenzonen die ‘meester Arthur Dierickx’ van de Broederschool een hesp konden geven in ruil voor goede punten, waren hartverscheurend. Over de wreedheid en de meedogenloosheid van ‘meester’ Dierickx (onderwijzer van 1905 tot 1935) vertelde hij hartbrekende verhalen.

    Hij was negen jaar toen de eerste wereldoorlog uitbrak en dertien op het einde van de oorlog.

    Hij moest van zijn moeder een vak leren. Hij leerde voor schoenmaker in een schoenenwinkel links van de markt in Eeklo. Hij kon schoenen maken en herstellen maar hij deed dat niet graag en hij wou zijn broer René Posman, schoenmaker in de Noordstraat, ’t Molentje geen concurrentie aan doen. Hij heeft behalve voor de schoenen van zijn eigen gezin nooit schoenen hersteld. Wij stonden er niet bij stil maar hij kon uitstekend ‘halve zolen’ op onze schoenen plaatsen. Zijn gereedschap lag op het kleine zoldertje boven het washuis.

    De hiërarchie in het gezin Jozef Posman:

    In de jaren twintig was vader Jozef oud (1840 - 1924). Na het overlijden van Jozef Posman werd de leiding van het gezin overgenomen door de oudste zoon Camiel Posman (1888 - 1972), Pitje Miel, een algemeen verschijnsel in grote gezinnen. Daarover is nooit discussie geweest. In deze periode begon men, zoals overal in het Meetjesland, vlas te bewerken. Vier sterke broers Camiel, Ferdinand, Henri en Modest werkten samen. Er werd veel geld verdiend en dat werd door Camiel geïncasseerd en gespaard. Waarschijnlijk is daarover toch enige wrevel ontstaan. Ferdinand en Henri wilden eind jaren twintig trouwen en alleen gaan wonen. Zij hebben niets gekregen als ze het ouderlijk huis verlieten. Ze zochten ander werk want er moest brood op de plank komen voor hun eigen gezin.

    Ondertussen waren de crisisjaren ’30 aangebroken en was er geen vraag meer naar vlas. Modest ging noodgedwongen als vrijwilliger in het leger in Limburg, Maaseik. Hij werd uiteindelijk ontslagen omdat er geen geld meer was om de vrijwilligers te betalen. Dat is zijn geluk geweest want op die manier is hij ontsnapt aan het actief deelnemen aan de verdediging van ons land tijdens de Tweede Wereldoorlog.

    Bij het overlijden van Camiel Posman stelde men vast dat hij omstreeks de jaren dertig, negentig duizend frank spaargeld op zijn boekje had. Ferdinand trouwde in 1927 en Henri in 1930 en zij hadden graag hun deel van het spaargeld ontvangen. Camiel gaf hen niets. Een arbeiderswoning kostte toen, volgens nonkel Ferdinand, vijftien duizend frank. De broers van Camiel hadden recht op elk vijftien duizend frank. Ze hadden er ten slotte voor gewerkt. Helaas heeft Camiel dat toen niet gedaan.
    Enkele jaren na het overlijden van Camiel Posman is de eigendom verkocht en netjes verdeeld onder zijn neven en nichten. Uiteindelijk is gerechtigheid toch geschied.

     

    De eigenschappen en karaktertrekken van vader:

    Alle eigenschappen en karaktertrekken zijn feitelijk nagenoeg geldig voor alle leden van het gezin.

    Rechtvaardigheidsgevoel:

    Over gelijk welk onrecht was hij zeer kwaad. Het is een typisch karaktertrekje van de familie Posman. Onrechtvaardigheid gelijk waar ter wereld of onrecht persoonlijk ervaren kon een uitzonderlijke woede opwekken.

    Eerlijkheid: Hij moest niets hebben wat niet van hem was.

    Streng maar rechtvaardig:

    We kregen wel een klap, maar uiterst zelden en enkel als het nodig was. Als we aan het vechten waren in ons bed werd van beneden geroepen dat het moest gedaan zijn. Als dat niet gebeurde na een verwittiging of drie kwam hij boven gerend met zijn stokje. Ondertussen zaten wij volledig onder de dekens en hij sloeg eens op de dekens, wij voelden dat niet. Over het algemeen had hij autoriteit genoeg om de zaak onder controle te houden.

    Werkzaam en zorgzaam:

    Hierover valt veel te zeggen. Zijn vak was het vlas, hij kon dit als de beste en hij deed dat graag al was het onmenselijk lastig werk. Hij was groot en sterk en had nooit rugpijn. Ik heb hem nooit horen klagen. Al was hij elke avond doodmoe. Zolang hij dit werk heeft kunnen doen was hij gelukkig. Hij kon veel sneller werken dan een ander. Nadat hij als zelfstandige gestopt was heeft hij een tijd in Eede bij vlasbazen gewerkt en later bij de buren. Als er in groep gewerkt werd was hij altijd de voorman, hij gaf het tempo aan, de anderen kwamen achter hem aan. Tijdens de vakantie gingen zijn zonen mee, hij leerde hen alles. Vlas trekken, stuiken, schelven, booten (dat is het zaad er af slaan), leggen (velten), keren en rapen, repelen (ontdoen van zaden) en zwingelen.
    Bij al dat werk werd je omringd door stof. Het droog polderstof was zo fijn dat het diep doordrong in de longen. In het begin van het seizoen kregen de vlasbewerkers  koorts, na een tijdje ging het over. Het was allemaal zomerwerk behalve brakelen en zwingelen.
    Het winterwerk hebben wij niet gedaan maar wel zien doen in onze prille jeugd.
    Bij het brakelen werd bij het droog vlas de binnenbast gebroken en de buitenvezels niet beschadigd. Bij het zwingelen werd de gebroken houtachtige binnenbast (de lemen) verwijderd en de vezels bleven over, die vezels (klodden) hadden waarde en werden in heel grote balen opgeborgen en verkocht. De lemen waren brandstof voor de fornuizen of werden gedumpt.

    Hoe ging men te werk?

    De zelfstandige vlasser kocht en betaalde bij de rijke polderboeren het vlas op het veld als het ongeveer veertig centimeter groot was. Het geld om vlas te kopen leende vader bij zijn buren, Georges Boes (24 07 1915 - 02 07 1991) en zijn vrouw, zonder papieren en zonder voorwaarden. De enige voorwaarde was het geld teruggeven als het vlas verkocht was. In die tijd vertrouwden de mensen elkaar honderd procent. De ellende begon als het 's nacht slecht weer was. Bij regen en wind, bestond de kans dat het vlas plat op de grond lag en ging rotten op het veld. Als dit gebeurde lag vader de hele nacht wakker. Heel vroeg 's morgens sprong hij op zijn fiets om soms twintig tot dertig kilometer te fietsen om het vlasveld te controleren. Als het vlas plat lag was de opbrengst met vijftig procent verminderd in waarde. Als hij thuis kwam kroop hij van doffe ellende enkele dagen in zijn bed. In de zomer werd het vlas geoogst en daarna startte het winterwerk.

    Het vlas werd gebrakeld en gezwingeld in een zwingelkot waar het dwars doorheen waaide. Dagenlang werkte hij aan een stuk in het stof en in de bittere vrieskou. Hij werd soms zo ziek dat het weken duurde voor hij erdoor kwam. Als de balen vlas verkoopbaar waren in het vroege voorjaar kwamen de Zuid-West-Vlaamse vlasbazen het vlas opkopen. Zij wisten dat de uitgeputte vlasser bijna een jaar lang geen inkomen had gehad. De Meetjeslandse vlasser was dus een gemakkelijke prooi. De vlasbazen werden smoorrijk.

    In de jaren dertig stond de markt van Kortrijk vol met grote auto’s. Het waren niet alleen de natuurelementen die de vlasser moest trotseren maar ook de prijs op de internationale markten. Vader zag tamelijk vlug in dat de strijd ongelijk was. Later werden de prijzen voor afgewerkt vlas zo laag dat bijna iedereen stopte. Er was geen werk meer in het vlas. Enkele jaren na de tweede wereldoorlog, als de oorlogsschade uitbetaald was, stopte hij als zelfstandige. Hij kocht met het geld een stuk grond van drie duizend zevenhonderd vierkante meter inde Rapenbrugstraat en bouwde er een nieuw huis op in 1951. Hij was de eerste in Moerhuize en Broekhuize met een nieuwe woning, gebouwd volgens de wet De Taeye.

    Het zwingelkot verhuisde hij van Moerhuize naar de Rapenbrugstraat. Hij ging werken naar Eede en hier en daar in het vlas. De sociale wetten, de 'ziekenkas' en het 'kindergeld' werden ingevoerd. In het zwingelkot kweekte hij in zijn vrije tijd, varkens, meerdere schapen, geiten, kippen en konijnen. We hadden altijd eten in overvloed.

    Vader zocht ander werk, bij de gemeente, in de rozenkwekerij van Adolphe Hendrickx - De Coninck (De Coninck - Dervaes) en bij allerlei aannemers. Daarna was zijn arbeidsvreugde afgelopen. Hij kon niet omgaan met pesterijen op het werk. Hij kon er niet tegen.

    Hij werd moedeloos, soms opstandig en lastig en dat waren ook voor moeder moeilijke jaren. De kinderen begonnen meer en meer geld te kosten. Hij kon dat niet alleen meer opbrengen. Hij heeft daar onder geleden. Gelukkig kwam zijn oudste zoon Leopold eraan om mee te helpen om zaad in het bakje te brengen.

    Vaardigheid en handigheid

    Met weinig middelen kon hij veel maken. Hij leerde alles met zijn ogen en als hij het niet wist informeerde hij bij stielmannen.

    Wat betreft zijn handvaardigheid herinneren wij ons het volgende:

    Hij maakte de kerststal in het zwingelkot. Wij zaten rond hem te kijken hoe hij het deed. Hij maakte een wagentje (kar) voor de kinderen en een massa mooie, gladde blokken om mee te spelen, een kleine dorsvlegel voor de jongste Lucientje, stelten, sleeën en ijsstoelen om te glijden (slieren) op de besneeuwde kasseistenen.

    Hij maakte een ladder van ongeveer zes meter lang om vlasmijten te maken.

    Hij kocht een rechte spar en zaagde die in de lengterichting in twee delen. Hij liet de sporten maken, in droog eikenhout, in een schrijnwerkerij, bij René (Neetje) Van Canneyt, zijn vriend en raadgever. René en Anna Van Canneyt-Tilleman hadden een prachtige meubelzaak langs de Noordstraat.

    Hij kocht een beitel van de juiste maat en kapte daarmee de uitsparingen voor de sporten in de ladderbomen (de halve sparren). Hij stelde de ladder samen tot een stabiel en stevig geheel. De ladder heeft lang meegegaan en hij zou nog bestaan ware het niet dat er geen plaats was om hem op te bergen.

    Hij maakte een zoldertrap in zijn huis: Het opmeten en tekenen, het laten zagen van de beuken elementen en het maken en plaatsen, was helemaal niet eenvoudig. Het was een volledig gesloten trap, onder de juiste helling, met de juiste opstap en de juiste trapbreedte. De trap kraakte nooit en was absoluut veilig, ook voor de kinderen. Hij droeg zijn oogst, zakken rogge van 70 à 80 kg naar de zolder om te drogen, vijftig zakken na elkaar. Als de rogge twee dagen op zolder lag kwamen de muizen en moesten ze gevangen worden. Het graan was voor de varkens, schapen en konijnen.

    Hij maakte een mooi toiletkastje voor de keuken van ongeveer 1,5 meter lang, 50 cm hoog en 20 cm diep. Het was voorzien van een scheerspiegel aan de buitenkant, deurtjes en kastjes voor zijn scheergerief, geneesmiddelen en beleg voor de boterham. Bovenaan was er plaats voor de radio en de boeken, onderaan waren er kleerhaken. Het geheel oogde mooi, het was zeer praktisch en multifunctioneel.

    Het heeft altijd in de keuken gehangen. Later is het bij onze oudste broer Leopold beland die er tot op heden voor gezorgd heeft.

    Vader heeft het kastje gemaakt eind maart 1952, dus meer dan 60 jaar geleden. Ik zie hem nog aan het werk. Moeder was naar het moederhuis om te bevallen van haar jongste zoon, Lucien. Zus Marianne was nog klein en was ergens bij een tante opgevangen. Vader was thuis met zijn drie oudste zonen, hij was in het washok zijn kastje aan het maken en wij zaten gespannen te kijken. We moesten hem soms een spijkertje of een schroefje aangeven. Hij concentreerde zich op zijn werk.

    Hij vertelde ondertussen een beetje en plots zei hij:
    “ Jullie hebben de beste moeder van heel Maldegem. “

    Dat was zijn uitdrukking van liefde. Toen begrepen we niet waarom hij dat zei, maar het heeft ons toch aangegrepen want we zouden het anders niet zolang onthouden hebben.

    Hij maakte een garage: Een van vaders laatste werkgevers, was de aannemer die de bunkers langs het Schipdonkkanaal moest afbreken.

    Het zand en het betonijzer die de Duitsers niet gebruikt hadden lag verspreid langs de muren van de bunkers. Het kwam bloot tijdens de afbraak. ‘s Avonds na zijn werk haalde hij met zijn kar het zand en het ijzer. Hij tekende een plan op de muur van zijn hok met potlood, zette de maten van platen en palen erbij. Hij kocht cement en goot de palen en platen plat op de grond in zijn hok. Als alles klaar was werden de stukken netjes buiten gestapeld. Hij heeft het niet mogen meemaken dat we een auto hadden. De auto kwam er pas kort na zijn overlijden nà 1969. Zijn zonen bouwden de garage. Alles klopte als een bus, een dak erop, een raam erin, een vloer en een poort. (Camiel Posman) Pitje Miel reed langs en hij kwam kijken, kroop op de ladder en zei dat we moesten oppassen voor ongevallen. Hij zag dat het goed was en dacht waarschijnlijk: “Die mannen zullen wel hun plan trekken.”

    Ergernis en frustraties:

    Bij vaders schoonfamilie waren er regelmatig feestjes. Het was een vrolijk en uitbundig volk en dat was zijn stijl niet. Moeder moest altijd alleen naar het feest met haar kinderen. Hij vergezelde haar nooit. Moeder heeft daarvan afgezien.

    Vader zag wel graag zijn schoonmoeder, Livina Colman. Toen vader gestorven was, kocht moeder de grond van het graf van haar moeder om hem bij haar te laten begraven.

    De laatste jaren van zijn leven kwam hij tot het besef dat hij niet geprofiteerd had van het leven. Hij was zelden naar de cinema geweest, nooit op café, nooit naar een feestje en nooit op reis. Hij had zich geen enkel luxe artikel aangeschaft, geen televisie, amper een radio.

    Het geld had hij goed beheerd en eigendom gekocht. Hij zette moeder altijd kort en ze was dan verplicht om uiterst zuinig te leven, dat was haar stijl niet en dat heeft tot frustraties geleid. We zagen wel de spanning maar begrepen de achtergrond niet.

    Met sparen en verwerven van eigendom wou hij hogerop komen en dat is voor zijn kinderen een goede levensles geweest.

    Fierheid en bescheidenheid:

    Hij was fier op zijn gezin. Als kind moesten we allemaal samen met vader naar de elf uur mis. We zaten netjes op een rij vooraan in de kerk naast hem.

    Later was hij fier op zijn studenten maar toonde dat niet.  Hij werd zwaar ziek, heeft maandenlang geleden en stierf aan kanker toen hij 64 was. Hij heeft het niet meegemaakt dat zijn “studenten” afgestudeerd waren, de jongste was pas 16. (Tekst geschreven door Louis Posman.)

     

    Vader had hard gewerkt, gezorgd voor vrouw en kinderen, gespaard om eigendom te verwerven en voor de toekomst van de kinderen maar hij had geen vrolijk, uitbundig leven geleid.
    Hij had te lang gewacht om iets voor zijn eigen genoegen te doen en hij heeft die levensvisie doorgegeven. Niet al zijn kinderen hebben zijn voorbeeld gevolgd, gelukkig maar.
    Hij helde naar het weemoedige. Jammer genoeg lijk ik op hem, dwaasdroevig. (Marianne Posman).

    Foto's in bijlage:
    Het huis en tuin van Modest Posman (het huis ligt zijwaarts).
    De broers en zussen Modest Posman in leven, tijdens bezoek van Hector Posman uit Amerika.
    Huwelijksfoto Modest en Bertha Posman - Cochuyt (1951).
    De vijf kinderen van Modest Posman (1955).
    Modest Posman 1950.
    Modest Posman 1923.
    Leopold en Louis Posman (1954).
    Modest op weg naar de ingang van de kerk in Maldegem.
    Zoon van Modest Posman, Louis Posman en echtgenote Christine Debaets.
    Modestje als klein ventje (1912??) en zijn grote zus Blanca Posman.

     


     

     

     


    Bijlagen:
    broekhuize en huwelijksverjaardag 016.JPG (1.9 MB)   
    Familie Posman.jpg (8.3 KB)   
    IMG.jpg (705.8 KB)   
    IMG.jpg (705.8 KB)   
    IMG_0002.jpg (927.9 KB)   
    IMG_0002.jpg (585.1 KB)   
    IMG_0003.jpg (212.8 KB)   
    IMG_0006.jpg (355.2 KB)   
    IMG_0034.jpg (184.7 KB)   
    Louis Posman.jpg (94.8 KB)   
    Modestje en zus Blanca.jpg (9.3 KB)   

    17-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lucien Posman uit Maldegem (internetbio)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    VLAS en LINKS NAAR HET INTERNET BIO VAN LUCIEN POSMAN 

    http://www.matrix-new-music.be/componist/posman-lucien-1952

    Of naar zijn vioolconcert; Vioolconcerto, Het Kamerorkest & Ning Kam:

    http://www.filmit.be/Creatie_Posman_2012.html

    of naar een opname waarop hij zingt: Via Crucis, AQUARIUS ensemble:

    http://www.filmit.be/aquarius_liszt.html

    Surf eens naar de link hieronder: het gaat over de creatie van zijn laatste werk, VLAS, er is een nostalgische tekst bij over zijn vaag Vlasverleden.

    De creatie VLAS voor orgel "Ter nagedachtenis van mijn beminde vader" heeft hij opgedragen aan zijn twee oudste broers, Leopold en Louis Posman.

    http://www.comav.be/?page=14&newsId=709  

     

    LUCIEN POSMAN & DE ZONDAGSE ORGELBESPELINGEN TE KORTRIJK

    Op 2, 9, 16 en 13 juni om 16:30 u is er een nieuwe reeks orgelbespelingen in de Sint-Maartenskerk te Kortrijk. De bezielende kracht van deze ondertussen befaamde reeks is Dirk Blockeel.

    Alle organisten zetten hun tanden in Vlas van Lucien Posman...

     

    ZONDAGSE ORGELBESPELINGEN OM 16:30 IN DE SINT-MAARTENSKERK TE KORTRIJK

    Het circulaire thema dit jaar is VLAS van Lucien Posman (1952), deze nostalgisch kronkelende grondbasvariaties wordt telkens weer gecreëerd door de verschillende organisten.

    Gast is ook Sigfrid Karg-Elert (1877-1933); daarnaast speelt elke organist een keuze uit het gouden orgelrepertoire.

    De toegang is gratis, wel wordt een vrije bijdrage op prijs gesteld.

    Concerten:

    16 juni 2013: Bart Naessens (Brugge).

    23 juni 2013: Mattijs Louwye (Veurne)

    15 september 2013: Denis Roosen (Diest).

    22 september 2013: Erwin Van Bogaert (Melsele) en Katrijn Aper.

    29 september 2013: coda van de jaarlijkse orgelapotheose met prijsuitreiking.


    De kerk ligt op wandelafstand van het station, niet ver van de mooie grote markt met het torentje. De ziel van het gebeuren is de dichter-organist Dirk Blockeel

    ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

    VLAS, VOOR ORGEL, IN MEMORIAM AMANS PATER MEUM KORTRIJK…

    THE GOLDEN RIVER… VLAS…

    Dit orgelwerk is een ode aan het voor mij nogal mistige vlasverleden van vader zaliger, een ‘vlasbewerker’ geboren in 1905. Zijn vader, mijn grootvader (1840 1926) stierf bijna letterlijk al zwingelend, hij was van 1840. Het kot achteraan ons hof heette ‘‘t zwingel kot’, hij bouwde een machtige schommel voor mij met de robuuste restanten van zijn ‘bootmachine’, hij vertelde over pijnlijke verhalen over de vlasslijterij, over zijn laatste goede partij waarvan de opbrengst ons een huis opleverde, over het failliet daarna van vele kleine ‘vlasboerkes’ in de streek.

    Zijn enige gedeelde muzikale herinnering uit zijn jonge jaren was het machtige orgelspel van de organist dat de kerk van Maldegem op haar grondvesten deed daveren; ik vermoed dat het de organist Jef Tinel was.

    De vlasarbeid was voor de jongeren uit onze contreien het ultieme initiatieritueel naar volwassenheid: de heroïek van het veel te zware werk, het hoge loon, de polderakkers waarvan het einde zich verborg achter de horizon, het gezeul met vlasbonden.

    De streuvelsiaanse zonnegloed, de wrange dorst, het hete stof in de puntige nok van Hollandse schuren, het knippen van koordjes bij de repelmachine van onze buurman, het heldhaftig tillen van loodzware zakken lijnzaad, bleekweiden en kromme keer-persen geweven tussen ons hekken.

    Gans dit vlasgebeuren stond in het teken van het vage Kortrijk, in mijn kinderverbeelding een immens dal volgestouwd met Babelse vlastorens, aangeleverd door honderdduizenden indrukwekkende camions.

    Daarom sleept dit orgelwerk zich voort in een gestaag en traag voortschrijdend tempo, grillig van stemming, gebouwd op een dwarsliggende cantus firmus die zich voortsleept naar de eindeloos verre finale van de werkdag.

    Er is de verre glinstering van het rootwater in de Golden River, de nooit gehoorde zang van de vlasvink, de nooit geroken stank der rootputten, de frisheid van lauwe jaren-zestig- limonade, de zuinige bedwelming van een fris pintje Hollands bier.

    'The Golden River' is de Leie in Kortrijk waar het vlas in werd geroot (= rotten) om verder te bewerken. Wellicht zal het water daardoor een bruinachtig kleurtje gekregen hebben; maar het bracht ook voorspoed en geld in de lade.

    (Mooi zoals Lucien Posman een muzikale ode brengt aan zijn overleden vader, vooral nu in de vaderkesdagperiode, juni 2013)

     

    Bijlagen:
    foto412.jpg (914.3 KB)   

    17-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lucien Posman uit Moerhuize, Maldegem
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MOERHUIZE EN BROEKHUIZE (1952-1964) DOOR LUCIEN POSMAN.

    Mijn jongste broer beschreef zijn geboortestreek voor mijn BOEK I “Herinneringen aan grootvader Jozef Posman en zijn vijftien kinderen". Lucien studeerde muziek en vulde zijn leven en werk met muziek. Fantastisch gewoon.

     

    Kleuterschool Strobrugge

    De vroegste herinnering is mijn blijde intrede in de kleuterschool in Strobrugge. Het schooltje ligt nu verborgen onder de grote brug over de twee vaarten, het Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal. Ik herinner me de zwarte sintels op de speelplaats, de meisjes van wie ik de naam vergeten ben, de broodmaaltijd ‘s middag als het teveel sneeuwde in de winter, de helse tochten naar school langs een zandweggetje langs de nieuwe vaart onder leiding van mijn grote zus. Of hand in hand met mijn eerste geliefde Magda (waarschijnlijk Magda Cuelenaere) en de witte gloed van Sint Jansbloemen op de dijken in de lente. De strenge maar prettige juffrouw Anna Standaert en hoe spijtig ik het vond dat mijn vriend Eric Cuelenaere gaatjes mocht prikken op een prikmat en ik niet. Er was iets met zijn ogen.

    Vermist

    In mijn prilste jeugd was ik ook eens vermist. Er waren al zoekacties op touw gezet en gans de buurt stond in rep en roer. Door de grote hitte was ik na het middagmaal in slaap gevallen op de pot in “ het vertrek”.

    De nieuwe vaart

    Ons belangrijkste speelterrein was de nieuwe vaart en de ‘baggering’. In mijn verste herinnering stond de dijk vol brem wat een geweldige bloesem gaf. Met mijn broers en later met Luc De Smet, mijn beste kameraad en andere leden van de bende van de Zwarte Hand, bouwden we talloze kampen met verborgen wapenvoorraden uit hout gesneden. We hadden ooit zelfs een kamp volledig onder de grond gegraven waarin we vuurtje stookten en sigaretten rookten. Vaak werden de kampen vernietigd door de vijand. Uren speelden we hier ‘hantsjoep’ (hands up), kapten hout voor onze kampen, trokken braambessen, wandelden kilometers langs de vaart en de meersen, verkenden de overgebleven bunkers, bouwden dijken op de ‘watergang’, een diepe beek langs de vaart of bespiedden we vrijende koppels. Eenmaal verloren we de controle over een vuurtje en stond de dijk in brand. Hoe dit afliep weet ik niet meer.

    We werden ook eens beschoten door een jager en vluchtten toen in shock naar huis. Ons speelterrein was blijkbaar een jachtgebied waar onze activiteiten het wild verjoegen. Groter en luier geworden was de nieuwe vaart een ideaal terrein om stiekem sigaretten te ‘smoren’, soms een hele pak ‘tabak’ (toebak) te roken op een paar uren. Een zitting met Guido De Smet herinner ik me nog levendig.

    Zolder

    We hadden thuis een vrij grote zolder waar van alles te beleven viel. Er lagen appelen, vergeelde boeken van het Davidsfonds, ongelezen ‘prijskamp’ boeken en graan. De oude wieg was ons speelgoed bij uitstek. In die wieg speelde ik vaak kindje van mijn grote zus Marianne. Soms lieten we de wieg zodanig kantelen tot er een van beiden uitviel op het graan in de bâche, zeer tot ongenoegen van vader als hij ons hoorde. We speelden er uren monopolie met een zelfgemaakt spel.

    Moeders roep

    We konden moeder horen roepen tot in de ‘baggering’. Eens negeerde ik haar gebrul en kwam te laat naar huis. Ze was zo kwaad dat ze me schreeuwend en huilend achterna zat met een natte dweil. Dit is de enige keer dat er een vertroebeling was in onze relatie. Ik hielp haar bij de was, het voeren van konijnen, kippen en varkens, het schoonmaken van de varkenshokken (koten), het schuren van de vloeren op vrijdag, de grote kuis, ik deed de boodschappen. Zalig de geur van verse bananen in combinatie met de nageur van zeepsop.

    De oude vaart

    De ‘ouwe’ vaart was vooral in de winter en in de hete zomers ons actieterrein. Ik herinner mij heroïsche schaatstochten naar onbekende gebieden in de winter van 1963. De oude vaart bevroor nogal vlug en het was altijd spannend om na te gaan of het ijs al ‘droeg’. Iemand bond zich met een touw vast aan een boom en testte voetje voor voetje het ijs. We hebben nooit een ongeval gehad.

    De zomer was de tijd voor verboden zwempartijtjes en verboden visvangst. Ooit werden we betrapt terwijl we aan het vissen waren met een bonenstaak (boneperse). De veldwachter kieperde gewoon onze vis terug in de vaart en gaf ons een zware uitbrander.

    Vlas

    Onze twee buren waren beide vlasboeren. We mochten op zeer jonge leeftijd helpen bij het ‘booten’. Dat gebeurde met een razende machine. We mochten de touwtjes doorsnijden van de bonden vlas. Later rond mijn veertiende mochten we echt voor geld werken in het vlas bij familie Medard De Jaeger in Strobrugge. Dit was de heldhaftige inwijdingsritus voor het volle leven. Ik herinner me de eerste ochtend dat ik niet meer kon opstaan van stijfheid. Moeder moest me voorzichtig uit mijn bed trekken. De vlasakkers in Holland strekten zich uit tot achter de horizon. Soms viel ik, zeulend met bonden vlas, in slaap. Na enkele dagen stonden we echter op scherp. Als ik uitgedaagd werd om wat vlugger ‘op te geven’ kon ik in een razend tempo de bonden tot over een volle vrachtwagen kieperen. Het ergste was de berging van vlas in die immense Hollandse schuren. Soms ging het vlas in vier etappes de stoffige bloedhete nok in. Een seizoen deed vader ook mee en had soms medelijden met mij. Ooit schold hij een vrachtwagenchauffeur uit die geen stro verlegde terwijl ‘da manneke’ zich aan het afbeulen was. Zalig was het om opgenomen te worden in de grotemensenwereld, veel geld te verdienen, want Medard De Jaeger betaalde goed en ’s avonds als een echte man thuis te komen om ons te verzadigen aan moeders ‘gebreneerde toaten’ en haar zalige zomersla met ajuin, tomaten en gekookte eieren.

    Het hof van Edmond Cuelenaere

    De grote boerderij van familie Edmond (Montje) Cuelenaere, aan de Rapenbrug, maakte nogal indruk op me als klein kind. Marianne en ik gingen er vaak melk kopen. In de winter had die een vreemd wintersmaakje, in de zomermaanden was het godendrank. Er huisden ook bijzondere mensen zoals een lerares (tante Marie-Louise, kortweg tante Wies) die me ooit een dik pak onbeschreven schrijfpapier cadeau deed. Ik ervoer dit als een godsgeschenk. Er huisde ook een priester, Marcel Cuelenaere die we soms zagen jagen en waar we bang voor waren. Zoon Eric was ook een goede vriend. De moestuin of de ‘lochtink’ die we samen aanlegden is nog steeds in gebruik. We zaaiden zelfs rogge die we dorsten met de kindervlegel die vader voor me gemaakt had. Samen genoten we van de heerlijke geuren van varkens- koe- en paardenstront terwijl we stallen uitmestten. Het domein was omheind met een meidoornhaag. Urenlang zochten we meikevers. In de herfst gingen we soms de koeien wachten langs de vaart. Zijn moeder gaf ons dan zelfgebakken boterhammen mee met smout en bruine suiker; daar kon niets tegen op. Samen met al de zussen van Eric dolden wij in de stroschuren.

    Het hof van Remi Van Deynse

    Het Hof Remi Van Deynse werd minder gefrequenteerd maar was des te spectaculairder. Mijn grootste doelstelling was een ritje te mogen maken in de gocart die hun vader Remi had gemaakt.
    Soms maakten we met zijn allen een avontuurlijke en ijskoude wintertocht door de meersen.

    Vijf frank pré

    De zondag kregen we 5 frank pré of zakgeld. Dit bedrag was goed voor twintig snoepjes uit het winkeltje van Maria Versieck tegen de ouwe vaart. Soms bezochten we ook het cafeetje van Emiel De Sloovere in de bocht. Zolang er snuifdozen van de grootmoeder beschikbaar waren en we geld genoeg overhielden voor fusees organiseerden we wedstrijden om zo’n witte snuifdoos om het hoogst de lucht in te blazen. Tijdens de kermis in Moerhuize was er soms een “wielerwedstrijd” voor de inwoners (fietskoers). Onze Pol heeft er eens een bos platte sleutels mee gewonnen of dit de eerste prijs weet ik niet meer.

    Smokkelen

    Het jonge volkje van Maldegem ging tijdens de zomermaanden zwemmen in Aardenburg. De herinnering van de geur van de achteraf-friet met Hollandse mayonaise brengt me nog steeds in vervoering. Als we terugkeerden van het zwembad smokkelden we boter of een ander duurder product. We kochten alles in de winkel van ‘Delphine’ of bij ‘Rooze’ in Ede. De boter werd her verpakt in boterpapier zoals bij de boeren en in onze natte handdoek gedraaid. Een keer ben ik gepakt. Luc en ik hadden een volle winkeltas (een redekiel, réticule) kruidenierswaren gekocht en reden langs de oude vaart naar huis. Van ver zagen we douaniers per fiets aankomen. We doken met hebben en houwen diep weg langs de landdijk, maar vergeefs; de douaniers namen onze boodschappentassen gewoon af.

    De vreugde van de landarbeid

    Vader had een stukje landbouwgrond langs de waterweg of beek richting Strobrugge. Hij had er een grote moestuin en akker. In het seizoen laadde hij de ‘steekkar’ graag opzichtig vol om indruk te maken op de voorbijgangers. Andijvie, spinazie, salade, tomaten, peterselie, kervel, prei, selder, witte kool, rode kool, groene kool, emmers bonen en erwten, ajuin, sjalotten een hele groentenwinkel werd uitgestald op het wagentje. Als de loftrompet op zijn groenten groot genoeg was deelde hij wat uit. De rogge werd gemaaid met de ‘pik’. Ik mocht al vroeg helpen met binden (met een ingewikkelde knoop), daarna werden schelven gemaakt waarvan vader nadien een mooie opper maakte. Bij de bovenste lagen kreeg hij altijd hoogtevrees. Als laatste etappe moest ik helpen toekijken bij het dorsen met de vlegel op onze grote witte bâche (volgens de legende zelf gemaakt van een parachute). Vaak viel ik van verveling in slaap, ik ging liever zwemmen. Vader zei dat hij geen winst maakte als hij voor alles machines huurde. Toch herinner ik me een dorsmachine. Om het graan en stro naar huis te brengen huurde hij soms een paard voor twintig frank bij Edmond Cuelenaere. Het paard werd voor de wagen van pitje Miel gespannen denk ik.

    Tante Marie en Pitje Miel

    Dit stukje negentiende eeuw uit mijn jeugd maakt me nog steeds nostalgisch. Om het samenleven mogelijk te maken praatten ze niet met elkaar. Op zaterdag deed ik soms de boodschappen. Beiden zaten doorgaans elk aan hun kant van hun handgemaakte Leuvense stoof. Tante Marie vroeg dan aan mij om aan Pitje Miel, aan de overkant van de stoof, te vragen welk vlees hij moest hebben de volgende dagen. Miel antwoordde dan dat ze dat toch wel kon weten aangezien ze al vijftig jaar hetzelfde aten, gehakt en worst. In de zomer, op zondag bleef ik soms ‘s middag. Als Pitje van het café thuis kwam kreeg ik altijd een reep chocolade (een latje sjokla). Op hete zomerdagen na het eten deden Pitje Miel en ik een dutje ( tukje) op de strozolder; ik heb nog altijd de gewoonte om na het eten een dutje te doen. Bij gewoon bezoek vroeg Tante Marie om de twee minuten of ik geen koekje wilde. Als ik positief antwoordde kreeg ik een slap speculoosje.

    Meimaand

    Heerlijk waren de bidstonden aan het kapelletje in de maand mei. Alle moeders en kinderen togen in de vroege avond naar het kapelletje waar een Paternoster en een litanie gebeden werden.
    Het was altijd spannend als er een auto voorbijreed. Je hoorde hem komen aanrijden vijf minuten op voorhand en heel voorzichtig week de menigte dan langzaam naar voor en terug. Vanaf een zekere leeftijd mocht ik de mannen vervoegen die aan de andere kant van de weg op de grachtberm zaten.

    Broederschool

    Ik ging naar de Broederschool vanaf het derde leerjaar. In dankbare herinnering denk ik soms terug aan meester Telesfoor Debbaut die ons op zaterdagvoormiddag een spannend vervolgverhaal vertelde. Ook meester Paul Standaert is me dierbaar. Ik mocht in zijn koortje meezingen toen we de grote ‘Mevrouw Courtmans-stoet’ muzikaal opfleurden met het lied ‘Mijnheerke van Maldegem’. Op kerstnacht zong ik ook een solootje op het doksaal samen met Piet Standaert. Ik had hoge koorts maar versaagde niet. Samen met moeder ben ik toch door de sneeuw gesukkeld om mijn eerste muzikale heldendaad op het doksaal uit te voeren. Piet en ik zingen sindsdien nog steeds in een koor.

    Einde verhaal.

     

    Tot zover de schets van het leven van de kinderen in Moerhuize en omgeving, jaren meer dan een halve eeuw geleden. Wij leidden een leven zoals de andere kinderen in de buurt en hadden dezelfde kansen en mogelijkheden. Het was er leuk om te wonen en te leven met af en toe een prettige afwisseling. (wordt vervolgd)

     

    17-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1




    Archief per week
  • 27/05-02/06 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 26/01-01/02 2009

    Foto

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    fcbriel
    www.bloggen.be/fcbriel
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs