
De geest van katholiek burgemeester-arts-brouwer
DÉSIRÉ VAN MULLEM komt opnieuw TOT LEVEN!
De
oer-katholieke arts - brouwer en aristocraat DÉSIRÉ VAN MULLEM was een interessant, dynamisch
man, die niet bang was om serieus actie te voeren om te protesteren tegen
verkeerde en onrechtvaardige beslissingen van het beleid in Maldegem. Désiré Van
Mullem was burgemeester van 1871 - 1879 en
van 1885 - 1889. Hippoliet Cuelenaere sr.
(1848-1903) en Charles Rotsart de Hertaing
(1867-1925) volgden hem op.
Désiré Van Mullem (Maldegem, 20 augustus 1827 - Maldegem, 29
september 1911) was
een christen politicus,
doctor in de geneeskunde en bierbrouwer.
Désiré Van Mullem beoefende
zijn praktijk als arts in Maldegem, onder meer in 1866, toen er in België een cholera-epidemie heerste. Hij zette
zijn eigen leven op spel voor het verzorgen van mensen met een besmettelijke
ziekte. De moeder
van Désiré Van Mullem, een aristocrate in hart en nieren, Antonia de Muynck
heeft een belangrijke rol als verzetsstrijdster gespeeld in de oorlog tegen de
Hollanders bij de gevechten in Strobrugge in augustus 1831.
In 1859 trouwde Désiré met Gudule Van de Velde die overleed in 1871 en Désiré bleef achter met vijf kinderen die allemaal geestelijken
werden, vier nonnetjes en een priester, een christelijker opvoeding bestond
er niet. Désiré Van Mullem hertrouwde met Mathilde Van Troostberge in 1879
met wie hij nog één dochter had Alice
Van Mullem. Alice Van Mullem was ook een zeer godsdienstige dame, werd de echtgenote van notaris Armand Bouckaert in 1906 en zij overleed
kinderloos op 9 mei 1966. De derde dochter van de eerste vrouw van
Désiré Van Mullem, Maria Van Mullem, (07 08 1863) was
kloosterzuster bij de Orde van Vincentius a Paulo in Leuven, als zuster
Antoinette. Toen haar zuster Adelaide stierf op 5 maart 1943, kreeg zuster Antoinette de toelating van het klooster om naar
het ouderlijk huis in de Noordstraat terug te keren om te beletten dat de
Duitsers het huis zouden in beslag nemen. De zusters van deze orde, behouden en
beheren hun eigen bezit ook na de toetreding in het klooster.
Gedurende zijn leven verzette Désiré Van Mullem zich tegen talrijke beslissingen van het gemeentebestuur:
het vergroten van het marktplein (afbreken historische gebouwen), de bouw van
een nieuw burgerlijk kerkhof (1873), het
slopen van de Sint-Barbarakerk enz.
Alhoewel Désiré VAN MULLEM (1827 - 1911) reeds
ontslag had genomen als raadslid werd op 30 december 1904 meer dan honderd jaar geleden, de gemeenteraad buiten spel gezet door een deur die het
(Oud) Stadhuis en het schepenhuis verbond, dicht te laten metsen zodat de
burgemeester en de raad niet konden vergaderen om de Sint-Barbara kerk in Maldegem te laten afbreken. Hij verzette zich met klem tegen de
afbrekerspartij. De gemeente-in-geldnood had in 1834 het Oud Stadhuis
verkocht aan zijn vader Pieter.
Na een grote volksbetoging op 22 februari 1905
op het domein Van Mullem werd beslist
dat kerk en toren bleven, kwam er een kerkhof in de Katsweg, een nieuw
marktplein en in 1907 begon men met de bouw van een nieuw gemeentehuis.
Toen de dochter van Désiré,
Antoinette Van Mullem stierf op 27 september 1948, erfde het bisdom haar
fortuin.

ALLE BEZITTINGEN VAN DE FAMILIE VAN
MULLEM WERDEN AAN DE KERK GESCHONKEN, uitgebaat onder leiding van de vele en
actieve parochiegeestelijken en op die manier kunnen wij verklaren hoe het
statige huis met uitgestrekt domein en
met gebouwen in de Noordstraat kon ingepalmd worden door de jeugd en hoe de
infrastructuur verfraaid en uitgebreid kon worden ten voordele van de jeugd
onder leiding van de dynamische onderpastoors Doom, De Waele en Van Cauteren. Onderpastoor Van Cauteren, een
dynamisch en geliefd priester liet er een sporthal optrekken in de jaren 70 en
veel jaren heeft de Maldegemse jeugd en de sportbeoefenaars er naar hartenlust
kunnen spelen, sporten en zelfs zwemmen. Het spreekt vanzelf dat het
voormalige Jeugdhuis met achtergrond jarenlang een begeerlijke plek werd voor
de jeugd.
Toen de wetgeving op de veiligheid
verscherpt werd, voldeden de gebouwen niet meer aan de normen, werden enkele
gebouwen (Zaal Doom, de kelder, de oorspronkelijke brouwerij) afgebroken, werd
een parkeerplaats aangelegd en verhuisde de jeugdwerking naar De Redekiel
een nieuw gebouw achteraan het domein (1992). De site Van Mullem werd door erfenis eigendom van de Maldegemse belastingbetaler.
Oorspronkelijk was het dus een geschenk van
de kinderen Van Mullem aan het volk. De site VAN MULLEM is dus eigendom van de bevolking
door erfenis.
Het herenhuis werd afgebroken en
vervangen door een mooi appartementsgebouw en garages met op de
benedenverdieping enkele drukke handelszaken. Het terrein achter de garages
werd een publieke parking met veilige uitrit in de Bloemestraat. Handig voor
vele inwoners en werknemers uit de Noordstraat, mensen met een beperking,
mensen van het platteland, om er de
wagen te parkeren en te voet naar een ere- of begrafenisdienst in de kerk of
naar het centrum stappen. De afstand is haalbaar voor jong en oud, met kinderen
aan de hand en zware boodschappentassen, voor de vele oude mensen in Maldegem
die vanaf de parking Van Mullem op loopafstand het centrum en de kerk willen
bereiken.
De geest van weldoener voor de armen en actievoerder Désiré VAN
MULLEM is in het actiecomité P49 moet
blijven gevaren. De parking moet blijven voor de honderden kerkgangers komende
uit het Noorden en die te voet naar de kerk gaan voor een begrafenisdienst of
een andere eredienst. Plastisch kan je de verkoop van P49 Van Mullem vergelijken
met het nutteloze slopen van een bestaand mooi kerkje in de jaren 1900 in de
dorpskern.
De site, de erfenis en de eigendom van de bevolking dreigt
verkocht te worden aan de hoogste bieder. Hoe deze onrechtvaardige en
mensonterende situatie zal aflopen ligt in handen van het beleid van de
gemeente, zij beslissen uiteraard, maar die beslissing indien positief zal niet in dank afgenomen worden door een
groot deel van de bevolking-eigenaars Van Mullem.
Bron Jaarboek Ambacht 2014, p
46/70.
15-12-2016 om 18:36
geschreven door Marianne Posman 1
|