Op
weg naar OMER CLYNCKE. I.
De
Noordstraat deel XXXIX.

Hoewel de
Noordstraat nog verder doorloopt tot aan nummer 238
met in de jaren 50, Amedé De Smet - Cromheeke, Maurice Ronse - De Lille,
Charles - Louis Van De Voorde - Van Dycke, Marcel Claeys - Roegiers, René de
Vreeze - Van Den Steen, stappen we aan de toegang naar de Rapenbrugstraat naar
de andere kant van de straat, hoewel de Noordstraat daar ook verder
loopt tot aan de voormalige woning van de postbode Alfons Marclé (22 01 1894)
en Martha Goegebuer nummer 271 in 1950, nu woning
Walter Marclé. Op de weide van Omer Clyncke rechtover
de eigendom Marclé was na de oorlog, een
noodsoldatenkerkhof.
Walter
Marclé woont nu nog in het laatste huis van de Noordstraat.

Op
de foto van het krantenknipsel vooraan liggen de graven van de gesneuvelde
soldaten op het voorlopig kerkhof in de Aardenburgkalseide, de macadam aan de
overkant van de weg ziet u de laatste woning van de Noordstraat, nl. het huis
van Walter Marclé.
De gesneuvelde
soldaten werden langs de kanaaloever gesleept en voorlopig begraven in een put,
de gewonden werden afgevoerd met de tram naar een zaal die dienst deed als
hospitaal. Het bloed van de gewonden sijpelde op de tramsporen langs het
Molentje. Later werden de lijken opgegraven en naar een voorlopig Canadees
kerkhof gebracht op een weide van Omer
Clyncke
die hij pachtte aan juffrouwen uit Gent (nu
woning en tuin van Mevrouw Georges Boes - Marcella Calleeuw), rechtover
het geboortehuis van Walter Marclé. Omer Clyncke stelde zijn weide ter
beschikking als voorlopig veldgraf, een tientallen gesneuvelde soldaten vonden
er hun eerste rustplaats en verschillende Maldegemnaren hielpen de Canadezen
hun talrijke doden begraven. Na de oorlog trokken notabelen, belangstellenden
en scholieren naar dit eerste Canadees
kerkhof om eer te betonen aan hen die ons land bevrijdden. Later werden de
soldaten ontgraven en naar het huidige Canadees militair kerkhof aan de
Adegemse Prins Boudewijnlaan gebracht.
In de herfst
van 1944 voerden de Canadezen wekenlang en slopende strijd voor de vrijmaking
van de Scheldemonding (the Scheldt
Pocket). Vanaf de kust baanden de Canadezen een kilometerlange weg naar de bevrijding
af tot in het Meetjesland. Met dit doel werd een speciale operatie in het leven geroepen the Switch Back of de Sla
terug operatie. Op 6 oktober 1944 stak de 7de Infanterie
Brigade na een voorbereidend artillerievuur rechts van Strobrugge het
Leopoldkanaal over. Het werd een afschuwelijk strijdtoneel, waarbij de
Canadezen tot aan hun middel door de overstroomde polders moesten waden terwijl
zij met vlammenwerpers de sterke Duitse weerstand probeerden te breken. Zij
slaagden er in de oppositie te verbreken en verder te trekken om Nederland te
bevrijden.

Een van die
Canadezen, Denis Chisholm kwam eind
jaren 60 de tocht vanaf Duinkerken tot in Moerhuize herbeleven, samen met zijn
echtgenote, Edith. Wijlen Marc De Pauw,
toen nog een kleine jongen kwam mij halen omdat die onbekenden in de
Rapenbrugstraat Engels spraken. Op die manier leerde ik Denis en Edith
Chisholm kennen, ik nodigde hen uit bij mijn moeder, waar ze natuurlijk eten
kregen en bleven slapen. Op die manier ontstond er een jarenlange vriendschap
tussen deze Canadese veteraan en zijn vrouw en mijn gezin die pas verbroken
werd bij het overlijden van Denis in 2015 en het overlijden van Edith begin
2016, beiden meer dan negentig jaar. Georges
Spittael die onlangs overleden is heeft boeken geschreven over de
bevrijding en de gesneuvelde soldaten
en ik had hem aangesproken om Denis en Edith te begeleiden langs de
bevrijdingslinie aan het Leopoldkanaal. Met Georges Spittael bleven wij in
contact.
Tussen
de woning van Walter Marclé en de hoekwoning Guillaume Verstraete (later van
bakker Armand Savat), woonden in de jaren 50, dus 65 jaar geleden
achtereenvolgens: Clément Verdonck - de Jong, Camiel Groosman - Van Eenaeme, in
nr. 265 zaadhandelaar Honoré Cauwels (1883) en Irma of Zulma Hudders, Leon De
Backer Van Ootegem, Aaron De Lille Calie, Remi De Coster (1905) en Marcella Maenhout,
Armand De Lille Wallemacq, Désiré De Decker De Schepper, eierhandelaar
Petrus De Beir (1892) en Ludwina Van Landschoot in nr. 253. In nummer 255
woonden meubelhandelaar Jozef Ieserbiet (1884) en de naaister Anna De Schepper.
Armand De Lille (1892)
schrijnwerker-meubelmaker en Ida Wallemacq, woonden in de Noordstraat 241.
Hij was een sociaal voorvechter en verzette zich
tegen wantoestanden (belastingen op uurlonen die aangerekend werden en nooit
doorgegeven). Armand De Lille (1892) werkte voor René De Meulenaere, aannemer
van timmerwerken in de Noordstraat. Hij zou dan een afstammeling geweest zijn
van bierhuis De Lille.

Schuin tegenover de slagerij van Omer Van Kerckhove in nr. 243 was de garage Martin en Raymonda Taveirne. Hun enige dochter Vivianne
Taveirne woont nu in Spanje. Met Freddy Boes heeft zij drie kinderen. Later namen Firmin Blomme
en Cecile Lazoen, dochter van André Lazoen de garage over. Alex De Krijger baatte er later Kruger
Motoren - Generatoren Tuinmachines uit. Alex De Krijger en Marlies De
Windt hebben nu een nieuwe vestiging in de Noordstraat nummer 222, er praktisch
rechtover. Zij kochten de woning van
Medard Van de Voorde in 1999. Zij hebben de oude woning volledig
gerenoveerd met respect voor het verleden en drijven een bloeiende handel in
motoren. Een van de weinige zaken die stand gehouden hebben in de Noordstraat.

Op die hoek aan
de Rapenbrugstraat in de Noordstraat 241 woonden bakker Armand Savat (pasfoto),
en zijn echtgenote Ivonna Vermeulen (1910).
Armand en Norbert Savat waren bakkers en vulden hun
nachtwerk aan met het rondbrengen van brood op het platteland, enkele dagen per
week. De bakkers waren overal welkom in elk gezin. Zij waren altijd
vriendelijk, hadden een luisterend oor en brachten afwisseling en het laatste
nieuws in een eentonig landelijk leven. Hun huis was voordien eigendom van Guillaume
Verstraete. Er wonen nog leden van de familie Verstraete langs de
Rapenbrugstraat, de hoek om.
Daarnaast
woonde Cyriel Brande - Blomme in een nogal hoog woonhuis. In het kleine huisje
woonde Jeanelle Laureyns, dochter
van Triphon Laureyns en haar gezin. We bollen zachtjes verder met een paar
tussenstops naar Dagbladhandel t Hoekje.
Met dank voor de info aan Louis
Posman, Walter Marclé, Theo de Vreeze, Marlies De Windt, Madeleine en Myrèse
Clyncke, Vera Van Kerrebrouck, Jacky Lazoen (Klapper 1950), Erik Blomme van het Archief Maldegem en de jaarboeken t Ambacht.
Boek II Nostalgie naar het Levendige dorp, De
Noordstraat en inwoners.
Boek III Moorden in t Molentje, een misdaadverhaal
dat zich afspeelt rond Huyze De Baere in de Noordstraat, Maldegem. De 2 boeken
samen: 13 euro.
Taha POSMAN schreef een boek voor de
jeugd: Rinian. 5 euro.
Indien
interesse bestellen via email: livinaleonie@live.be
of telefoneren naar Marianne Posman: 050 71 29 11, 0 484 79 78 16 of 0 486 45
38 69.
23-01-2017 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
|