Cultuur en leven in Maldegem, interviews en herinneringen.
13-05-2018
âGetuigenissen over 100 jaar kerk.â Deel 14.
MARIANNE
POSMAN brengt Getuigenissen over 100 jaar kerkin Maldegem.
Getuigenissen
over 100 jaar kerk. Deel 14.
J.P. getuigt: Eigenlijk waren de meeste Maldegemnaars bezig goed
hun brood te verdienen voor hun meestal groot gezin. Toen de vrouwen ook aan t
werk mochten blijven na hun huwelijk, bleef er weinig vrije tijd over. Slechts
enkelen waren echt bezig met politiek, de verdere ontvoogding van de arbeider
en van de Vlaming.
De parochiepriesters waren de herders van een grote kudde
gelovigen, allen met hun eigen gaven en gebreken. De meeste mensen waren al dan
niet diepgelovig maar toch overwegend kerkgangers. Om de samenleving van vorige
eeuw te begrijpen wordt een fractie van de politieke en sociale situatie van
die periode geschetst.
Op
politiek gebied ging de eerste helft van de twintigste eeuw in België gepaard
met Katholicisme, Flamingantisme en Modernisme, vaak weerspiegeld en verspreid
in kunst en cultuur. De bevolking in ons land evolueerde naar een modernere en
rechtvaardiger samenleving en de Vlaming en het Vlaams kwamen meer ter sprake,
geleid door intellectuele voorgangers.
Na
de Eerste Wereldoorlog werden toegevingen gedaan aan de Socialistische j en aan de Christelijke
Arbeidersbeweging. De arbeiders kregen eindelijk meer rechten.
De
eisen van de Vlamingen werdenechter meestal onder de mat geveegd door
de Franstalige machthebber, ondanks het feit dat er onrechtvaardige toestanden
heersten tegenover de Vlaming.
Op
de achtergrond moeten we ook bedenken dat het onderwijs in de middelbare
scholen en de universiteiten overwegend Franstalig was tot ongeveer de jaren
dertig en dat het grootste deel van de bevolking, zich soms geen lagere school,
laat staan middelbare studies, universiteit of hogeschool kon veroorloven. De gezinnen waren groot en konden amper de kinderen
herbergen, laat staan plaats voorzien om te studeren. De elite van de samenleving, dus een beperkte
groep was Franstalig en zag niet echt heil in het Vlaams en een Vlaamse
beweging.
De Vlaamse Beweging bleef echter actief ijveren voor meer Vlaamse
zelfstandigheid. Sommigen namen daarbij een radicaal anti-Belgisch standpunt
in, anderen wilden gewoon hun eisen ingewilligd zien binnen een unionistische
staatsstructuur. Het bracht gewoon heel veel meningsverschillen in het leven
van de mens. Het grootste deel van de bevolking bleef afzijdig en koos geen
partij uit voorzichtigheid. De huisvaders gingen ijverig werken om brood op de
plank te krijgen voor de meestal grote gezinnen en hadden geen tijd noch zin om
te vechten tegen onrecht, maar toch waren er enkelingen die het niet opgaven en
streefden naar een verandering in de maatschappij op politiek vlak.
Soms koppelde men de Vlaams gezindheid aan een communistisch
internationalisme wat hier zeker geweerd werd. Men was des doods voor het
communisme dat godsdienst is opium voor het volk predikte, dus meteen
gevreesd door alle lagen van de bevolking die hoofdzakelijk katholiek was.
Anderen verbonden die overdreven Vlaams gezindheid aan een
conservatief katholicisme wat zorgde voor
een meer emotionele religiebeleving in Vlaanderen. Deze houding verklaart
grotendeels waarom niet iedereen angstig wegdook als de Duitse bezetter er aan
kwam in onze streken voor en tijdens W.O. II.De Vlaming verwachtte heel veel van de ontvoogding en het verklaarde
ten dele waarom sommige overtuigde katholieken samenwerkten met de katholieke
Duitsers, ook in Maldegem, die toen Klein Berlijn genoemd werd. Een beperkte
groep zag eindelijk het licht en de verlossing tijdens de bezetting, met alle
gevolgen van dien voor de gemeenschap. Er kwam tweedracht. Vele overtuigde
jonge Vlamingen trokken naar het Oostfront om te vechten tegen de Russen en
lieten er het leven. Vlaamse verpleegsters trokken naar het front om de
gewonden te verzorgen. Het werd hen niet in dank afgenomen na de oorlog. Op
politiek, sociaal en cultureel vlak kwamen de Vlamingen op voor hun rechten,
soms geruggesteund door enkelepriesters
eigenlijk, want de mensen bleven overwegend christelijk in de eerste helft van
de vorige eeuw.
Heel veel mensen waren echter behoedzaam, zij spraken zich niet
echt uit en hielden zich afzijdig.
Foto M.J. De Clerck. Tekst Marianne Posman.
13-05-2018 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
12-05-2018
âGetuigenissen over 100 jaar kerk.â Deel 15.
MARIANNE POSMAN brengt Getuigenissen over 100
jaar kerk in Maldegem.
Getuigenissen
over 100 jaar kerk. Deel15.
Om de samenleving van de vorige eeuwte begrijpen wordt een fractie van de politieke en sociale situatie
geschetst. De Vlamingen en het Vlaams kwam meer en meer aan bod. Er was een
soort machtsstrijd gaande in onze regio, bestaande uit een massa Vlamingen
bestuurd door een Franstalige elite. Bovendien deden in de jaren
twintig vele katholieke
Vlaamsgezindener alles aan om religie
in stand te houden in een moderne
wereld, viacultuur en kunst.
Deze internationale open houding bewijst de oneliner Vlaming zijn om Europees te worden van
August Vermeylen. Hijwas politicus voor de Belgische
Werkliedenpartij (BWP).
August Vermeylen was kunsthistoricus, politus, letterkundige, hoogleraar en schrijver en hij had een grote invloed op het culturele leven in
Vlaanderen. Hij verdedigde de visie dat de toekomst van Vlaanderen in Europees verband gezien moest worden
en gebouwd moest zijn op culturele en economische krachten. Elk volk, elke taal
moest een gelijkwaardige plaats krijgen in een groot geheel, West-Europa, geleid door een rechtvaardig
en democratischbestuur dat oog heeft
voor de waardigheid van elk mens. Eenzoektocht naar eigenheid in een
maatschappij in volle ontwikkeling.
Na W O I groeidede weerzin voor
het individualisme en het liberalisme [1] die
voor velen gesneuveld waren. De schok die de Eerste Wereldoorlog veroorzaakte
een gevoel van reddeloosheid en
verwarring.
Katholicisme en nationalisme boden
de nodige ondersteuning in een maatschappij in verandering. De kerkgang bleef
en de parochiepriesters werden gesteund door bijna alle lagen van de bevolking.
Het geloof werd massaal beleefd in alle kerken, in bijna alle gezinnenen verenigingen. Er heersteook een algemeen gevoel van opluchting en een
geloof in een betere toekomst.
Om de tijdsgeest van de vorige eeuw te begrijpen moeten we de
verschillen in de stad en het plattelandontwarren. Tegenover het leven in de stad kende het leven op het
platteland weinig spectaculaire veranderingen.
Tijdens de jaren twintig
bleef dit idee doorleven maar langzamerhand trok ook hier op het platteland de
modernisering door. Het is nu wel zo dat men de benaming platteland kan
indelen in twee delen: mensen die in het centrum van een dorp woonden, dus
vlakbij cinemazalen of andere zaaltjes, zalen zoals De Gilde of de
Schouwburg en dergelijke in Maldegem meer betrokken waren met het
uitgangsleven dan bijvoorbeeld mensen die buiten het centrum woonden. Voor hen
waren de centrale gebeurtenissen een ver van mijn bed bedoening en moeilijk
bereikbaar indien ze s avonds laat plaatsgrepen. Er dient zich dan nog een
onderscheid aan, tussen de mensen die heel zware arbeid leverden zes dagen op
zeven en hen die hun brood verdienden op een makkelijker manier, kleine
zelfstandigen, onderwijzers, bedienden, zaakvoerders van kleine zaken enz .De
meeste mensen op de buiten hadden een klein landbouwbedrijfje, grond die
bewerkt moest worden, een moestuin die zij onderhieldenof dieren die moesten verzorgd worden Die
mensen hadden geen tijd voor vrijetijdsbesteding. Als er dus sprake is van
kunst en cultuur op het platteland gaat het vooral om de centrumbewoners die de
afstand konden overbruggen naar een bijeenkomst, vergaderzaal,
amusementscentrum en vrije tijd hadden na hun dagtaak. Zij betrokken dan
meestal een huis bij hun zaak in het centrum. Centrumwoningen beschikten vaak
niet over een tuin, laat staan een moestuin of stallen . Na de dagtaak van de
centrumbewoner was het werk voorbij en stonden zij open voor vertier en
vernieuwingen.
Velen betreurden de verstedelijking van onze streek, deze teloorgang van
de authenticiteit maar anderen bekeken het positief. Alle communicatiemiddelen
verruimden de horizon en brachten moderniteit en vooruitgang in alle lagen van
de bevolking.
Foto Platteland Els Stevens.
Tekst Marianne Posman.
12-05-2018 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
11-05-2018
WIES DE ROO. Deel 16.
Getuigenissen over 100 jaar kerkin Groot-Maldegem.
EEN MISSIONARIS VAN EIGEN BODEM: WIES DE ROO. Deel
16.
Quote. L.C.
getuigt: Ontelbare mensen zetten zich nu ook in voor de verdrukten in heel de
wereld, maar zij worden er meestal voor betaald. Ik kon samen met mijn broer
lesgeven in Congo eind jaren 60. Wij tekenden voor twee jaar, wij werden toen
dubbel betaald, wij kregen ginder kost en inwoon met een salaris, hetzelfde
bedrag werd hier in België gestort en tijdens de schoolvakanties kregen we een gratis rondreis door t land.
We weten
niet hoe het er voor kloosterlingen aan toeging, zij kregen alleszins niet het
loon van een leek. Mijn tante was religieuze en gaf jarenlang les, het klooster
kreeg 2/3 van het loon van een niet-geestelijke met hetzelfde diploma. Zelf
kreeg ze kost en inwoon en 500 frank voor haar Nieuwjaar, zowat 1 euro per
maand nu. Goed, zij had de eed van armoede afgelegd, maar het contrast was wel
groot. Het getuigde wel van grote edelmoedigheid om geestelijke te worden.
Heel veel oudere
mensen herinneren zich nog wel de geestelijken, de priesters, de broeders, de
paters en de zusters die naar de Derde Wereld trokken om er het evangelie te
verspreiden, ook hier in Maldegem was het aantal indrukwekkend. Hoogopgeleide
jonge mensen, vooral van Vlaanderen vertrokken voor jaren naar die landen waar
er reeds kloosters en orden bestonden om er te werken, om de levenskwaliteit en
-omstandigheden van de arme autochtonen te verbeteren daar waar mogelijk en om
er de christelijke leer te verspreiden! Er werd massaal aan missionering
gedaan, aangemoedigd door de lokale geestelijken en door de priesters die
lesgaven in katholieke colleges of door zusters in de schoolkloosters.
Onze
parochiepriester E.H. Stefaan De Paepe ging enkele jaren geleden op inleefreis
naar India, naar de miljoenenstad Hyderabad, waar hij kennismaakte met de
National Domestic Workers Movement (Nationale Huishoudhulp Beweging) van de Vlaamse Zuster Jeanne De Vos.
Hij bezocht er enkele van de honderden sloppenwijken en kon ervaren hoe
de beweging doordrong bij de armsten der
armen, hen mondigheid en zelfrespect bijbracht, hen overtuigde van het belang van
scholing van hun kinderen. Hij kon vaststellen hoe de medewerkers zich uitsloofden
om zelf schooltjes te maken in de gammele krotten ...
Wie denkt aan missionarissen uit onze streek, denkt automatisch aan de
moed die er nodig was in die tijd, dus voor en na 1950 om have en goed te
verlaten, om afscheid te nemen van een grote familie, om vaarwel te zeggen
tegen een dorp dat toch een groot vertrouwen schonk, om voor lange tijd te
verblijven en te werken in een ander land met een ander klimaat, een andere
nationaliteit, taal en godsdienst, naar andere steden of dorpen, in een milieu
waar comfort die toen al eigen was aan de mens in België, totaal ontbrak. Zonder moderne media. Hoeveel liefde er
in die religieuzen verborgen zat om hun leven niet te wijden aan een gezin, dat
toen nog stabiel was, om de genegenheid van een partner en kinderen te moeten
missen daar was veel opoffering en liefde voor nodig om die grote stap te
zetten naar het totaal onbekende. Maar het was zo.
Talrijke jonge mensen, broer of zus van iemand, zoon of dochter van een
warm gezin, vertrokken meestal definitief, namen afscheid van allen met wie zij
opgegroeid waren en lief en leed hadden gedeeld, zegden hun dorp of stad
vaarwel om hun kennis en vaardigheden te benutten in landen, steden en dorpen
die het nodig hadden en dat was meestal bij de armen, de weerlozen, de
minstbedeelden, de mensen met een beperking enz. . om te bouwen aan een betere
wereld ook voor hen, om op die manier een hemel op aarde te creëren, gesteund
door hun geloof in God. Door hun handelen verspreidden zij als gelovig mens,
liefde in naam van God.
Maria-Louisa De Roo
werd geboren op 8 augustus 1930 in een gezin van zes, Julia, Edgard, Remi,
Louis en Aline.
De ouders van Wies waren landbouwer Clement De Roo (21 08 1890) en Elisa
Coene (19 04 1888) van Vake, nu de Vakebuurtstraat 131 (later 211).
Maria-Louisa De Roo trok naar de lagere school in Maldegem op de markt. Wies De
Roo had een dynamische rol in de jeugdbeweging KLJ. De jeugdbewegingen kenden
toen een overweldigend succes in alle lagen van de bevolking. Zij vormden hun
leden, doordrongen hen met de katholieke leer en organiseerden
sportmanifestaties, een gezonde geest in een gezond lichaam en vergaderden en
voerden toneelvoorstellingen op in De Gilde. Onderpastoor Pieter Geerts (1944
1952) was toen proost van de jeugdbeweging en hij had een enorme invloed op
de jeugd en de kerkgangers.
Wies De Roo werd
landbouw - huishoudregentes in Kwatrecht. Zij had er enkele levenslange
jeugdvriendinnen Wies Cuelenaere, M.M. Audenaert, haar nicht Esther De Roo
enz.Na haar studies gaf Wies enkele
jaren les in de katholieke school in Adegem maar trok daarna naar de
kloostergemeenschap De Jacht op 6 november 1958. Ze was toen 28 jaar. Ze werd
geprofest in 1961. Ze werd voorbereid op een missie in India, ze kreeg een
opleiding om doven te onderwijzen in Sint-Michiels Gestel in Nederland en
volgde een taalcursus Engels in London. Ze was klaar voor het grote avontuur in
India.
Heel haar leven
stond in teken van de dove kinderen in India, zij werd er op handen gedragen en
gekoesterd. Zij zorgde ervoor samen met Zuster Jeanne De Vos dat het
onderdrukte huispersoneel op de hoogte was van hun rechten en plichten, zij
bezorgden hen waardigheid. Een lang leven volledig in dienste van de ander.
In Jaarboek Ambacht 1996 werd het leven beschreven vanPater Omer Jonckheere uit Donk
die zich inzette voor de armen in de Filipijnen door onderwijzer Paul De
Ceuninck. Heel veel gezinnen in Maldegem hadden een familielid die de wijde
wereld introk om anderen te helpen. Marianne Posman.
https://photos.app.goo.gl/U1QiIfrTUvLhTuv93
11-05-2018 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
10-05-2018
De katholieke actie. Deel 17.
Getuigenissen over 100 jaar
kerk. Deel 17.
De Katholieke actie, priesterwijdingen,
kloosterlingen en de missies.
Quote: Wij werden grootgebracht
op het platteland, boerderijen, velden, vaartkanten waren ons speelterrein.
Thuis waren er zes kinderen die zich warmden, studeerden, aten en wasten rond
de kachel, er was maar één verwarmingstoestel in huis. Toen bleek dat ik een
uitstekende leerling was in de broederschool, ging ik in op de propaganda van een
pater op school. Bijna gratis onderwijs en kans om Grieks-Latijnse te volgen. Het
internaat was een bittere beproeving en ik leefde zes jaar lang met de nare
gedachte dat moeder
en vader mij ergens gedropt,
achtergelaten hadden. Mijn ouders waren
van een deel van de kinderlast vanaf .
Moeder was ons liever kwijt dan rijk, eens we lastiger en veeleisender werden,
waren we opgeborgen in een veilig en godsdienstig oord .
Overal plukten die missionarissen-propagandisten in samenspraak met de
plaatselijke geestelijkheid en de bestaande scholen - intelligente jongens en meisjes al dan niet met 'roeping'
uit het Vlaamse platteland. De jongeren volgden
goedkoop onderwijs in een
middelbare richting, in een college, een missieseminarie of in een
meisjesinternaat, ze waren lid van een katholieke, goed getrainde
jeugdbeweging, kregen gratis turn- toneel-, zang-, woord- en pianolessen in t
weekend en exact tot se jaren 60 bracht dat systeem veel priesters, zusters en
veel kerkgang mee.
Heel veel kinderen kwamen van het platteland naar de lagere school in het centrum en toen was
het niet zo evident om zonder straatverlichting tijdens de lange, donkere toen nog barre wintermaanden te voet, met de
fiets langs slechte wegen of met het openbaar vervoer middelbaar onderwijs te volgen in een
dichtbijgelegen stad. Er waren wel colleges in de steden in de buurt maar voor
de meeste gezinnen was het schoolgeld te hoog en daarom kozen sommige ouders
voor een kleinseminarie allicht, waar de schooltarieven en -rekeningen
aanzienlijk lager waren voor kost en inwoon. Heel veel twaalfjarigen trokken
naar een kostschool soms in een verafgelegen stad en kwamen om de twee maanden
eens een weekend naar huis. Velen vervreemden van hun ouders, broers en zussen,
buren, vriendjes en hun dorp. Het gezin had een ander aangezicht. De meest
assertieve kinderen konden de bijna militaire discipline en het soms strenge
internaat leven wel aan, anderen vergingen van heimwee in de soms harde
leerschool. Discipline en structuur waren zeer waarschijnlijk nodig om die
grote groep jongeren, meisjes of jongens 24 uur op 24 uur in toom te houden en
te behoeden voor gevaren, maar sommige kinderen misten daarom wel de
geborgenheid van een warm en liefdevol huisgezin.
Aangezien in dergelijke kostscholen de meest intelligente leerlingen
werden aangetrokken, die heel vaak Grieks-Latijnse volgden, werden in de retorica
bijna altijd briljante studenten aangereikt die overal terecht konden. Velen
trokken richting universiteit, waar ze anders nooit terecht gekomen zouden zijn,
anderen kozen voor een opleiding in een hogeschool en verkregen mooie jobs die
zij anders nooit gehaald zouden hebben. Anderen volgden hun roeping. In die
tijden waren veel leerkrachten priesters of zusters en het sprak van zelf dat
sommige van die beïnvloedbare, goed afgeschermde jongeren die onder hun hoede
waren, een dergelijk leven eigenlijk ook wel wilden in een veilige, geborgen en
soms weelderige omgeving. Het onderwijs was in die tijd doorweven van het
geloof, de erediensten, het gebed, de eerbied, de schuldgevoelens, de
boetedoening en de evangelisatie. De
sfeer in de kloosters en scholen was sacraal en meestal rustgevend en
betrouwbaar, zodat het op zich niet moeilijk was om de weg van de geestelijken
te volgen en de meesten voelden zich er goed bij en bleven heel hun leven trouw
aan hun roeping.
Anderen voelden zich gemanipuleerd, haakten af met een gevoel van
ergernis en levenslange rancune. Misschien was het beter geweest om niet zo
vroeg de beïnvloedbare kinderen te benaderen, we zullen het nooit weten. Er
waren in elk geval veel priesters en religieuzen die het overal goed deden, in
rustoorden, in scholen, in ziekenhuizen, in de parochie en in de missies. Laten
we maar zeggen dat de meeste geestelijken 24 uur op 24 uur ter beschikking
stonden van de ander.
Het maakt het er momenteel voor de jeugd niet makkelijk en aantrekkelijk
uit op om die richting religieuze te
kiezen, van onbaatzuchtige liefde voor de medemens. Zonder te spreken van een laatste
hindernis, het celibaat. Wie kiest voor een leven als religieuze staat er
helemaal alleen voor, er is geen kans op een leven met een partner. Vroeger was
dit misschien niet zon groot probleem, het seksuele speelde zich af in het
verborgene, nu wordt het leven en de geest van de mens overspoeld door seksueel
getinte boodschappen. Het seksuele is
een essentieel aspect van het leven geworden.
Vanaf de jaren zestig werden de geestelijken langzamerhand vervangen
door leken, die elke dag of nacht acht uur brommen. Waarom klaagt men steen en
been over de hoge dagprijzen in de rustoorden? De geestelijken die dag en nacht
paraat stonden en praktisch gratis werkten zijn verdwenen in de zorg. Hetzelfde
fenomeen in de ziekenhuizen, waar de rekeningen hoog kunnen oplopen. Het is
misschien een eenzijdig opinie maar de psychiatrische instellingen zitten
barstensvol en de problematiek voor de
jeugd met psychische problemen haalt regelmatig het nieuws. Idem dito in de
scholen waar heel veel meer personeel nodig is dan vroeger om moeilijke
kinderen op te vangen. Hangjongeren, spijbelen, straatgevechten, pesterijen die
uit de hand lopen, destructieve en depressieve jongeren daar hoorde je niet of nauwelijks van
vroeger Er werd nauwelijks gespijbeld, je zag geen jongeren in het
straatbeeld tijdens de schooluren, er werd niet gepest op een niveau zoals nu.
De school zorgde bovendien vaak voor een job voor hen die vroeger
afhaakten of afstudeerden. Relaties waren er in overvloed en toen ook al had je
altijd een lange arm nodig om een betrekking te vinden. De geestelijken
hadden veel relaties die er op rekenden een betrouwbaar persoon in dienst te
nemen met hun voorspraak. t Was dus niet allemaal kommer en kwel zoals wel
eens beweerd wordt.
Foto
Els Stevens.
10-05-2018 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
09-05-2018
âGetuigenissen over 100 jaar kerk.â Deel 18.
Getuigenissen over 100 jaar kerk.Deel 18.
Tussen
de Wereldoorlogen en nà WO II.
A.P.70 jaar geleden
eindigde voor West-Europa W.O. II maar in andere landen is er nog heel vaak
oorlog en eenimmens aantal
vluchtelingen overspoelt Europa. Ze worden niet
altijd gastvrij onthaald en soms wordenze teruggezonden maar rechtvaardigheidsgevoel
en gezond verstand houden rekening met de extreem onmenselijke situaties in de
thuislanden. Als je t goed
hebt, ga je je
land, je huis, je dorp, je stad, je familie
en vrienden, je taal, je cultuur, toch niet achterlaten om hier terecht te komen? Mensen op de vlucht willen enkel een vredevol leven voor hun
gezin en velen steunen en helpen hen, ook de kerk helpt nog altijd heel veel
mensen in nood. Er is een immense weerstand onder de bevolking om alle
vluchtelingen op te vangen en te onderhouden met het belastinggeld van de
mensen met een inkomen. Iedereen begrijpt dat. Politici zijn er om een
menswaardige oplossing te vinden.
Soms
worden miljarden besteed aan oorlogstuigen om hier oorlogen te vermijden, wat
de burger hier wel begrijpt, Europa heeft haar deel gehad. Misschien kan men overwegen een deel van die gelden gebruiken
voor het bouwen van grote scholen wereldwijd, omalle kinderen alle vormen van opvoeding, onderwijs en ontspanning aan te bieden,
kennis, vaardigheden, sport, dans, muziek, woord, allemaal gratis in prachtige
grote nieuwe gebouwen met speelterreinen en sportvelden, zodat ze zich allemaal
goed voelen en ook goed doen als ze volwassen worden. Misschien meer gelden
besteden aan mensen in nood in hun eigen land (bv Broederlijk Delen, Oxfam
enz.), zodat allen kunnen groeien en bloeien in eigen land en cultuur. Nu
splijt opgekropte woede en haat de wereld uiteen. Alle berichten via de media
overstelpen de huiskamers met angstwekkend nieuws.
Godsdienstenbrengen ons een zienswijze over de schepping,
het leven en de dood. Meestal klinkt er een boodschap van vrede en naastenliefde
door. Maar in de praktijk leiden en leidden verschilpunten tot discussies of
conflicten. Godsdienstige overtuigingen resulteren gemakkelijk tot een
wij/zij-houding, meestal door stellingen, geërfd uit andere tijden. Komen we
met atheïsme verder? Of heeft dat ook zijn beperkingen? Velen zijn zoekende
naar de zin van het leven en een betere
en mooiere wereld en een rechtvaardiger maatschappij ongeacht de overtuiging.
Tussen
de twee wereldoorlogen ziet de kerk het falen van de encycliek Rerum Novarum, zoals die
aanvankelijk uitgewerkt werd in 1891 door Paus
Leo XIII en die zich bezig
hield met de situatie van de arbeidersklasse. Het grootste deel van de
bevolking was toen arbeider, arm, analfabeet en uitgebuit, ook hier. De kerk
reageerde met RerumNovarum,
maar wel veel te laat. Met het op gang komen van het dagelijks leven na WO I
werd toch het sociaal leven gestimuleerd zoals eerder vermeld door de vele
Christelijke verenigingen en andere die opgericht werden en groeiden en
bloeiden als nooit tevoren in diverse locaties ook hier in Maldegem. Men mag
stellen dat honderden jaren lang de Kerk verweven was met de politiek, ook in
Maldegem. Vanaf 1830 was het gemeentebeleid overwegend katholiek. Via de
scholen, de verenigingen en andere oefende de Kerk haar invloed uit op de gelovigen om toch maar te stemmen voor
de katholieke partijen. Na W.O.II bloeide ook het nationalisme nog gelinkt aan
het katholicisme.
Opnieuw
was er een priester Mgr. Kardinaal Cardijn (1882 - 1967), een van de grootsten die het Vlaamse christendom ooit heeft
voortgebracht en in België op de voorgrond trad en invloed kreeg op
politiek en sociaal vlak. Hij stichtte de K.A.J. een katholieke arbeiders
beweging overal ter wereld ook in Maldegem. Veel van onze ouders waren
kajotters of kajotsters, een soort jeugdbeweging die jonge arbeiders, mondig maakte, scholingen gaf, hielp op te komen voor hun rechten en plichtenzodat zij alles wat ze er leerden konden
doorgeven aan hun kinderen. Die kinderen zijn wij, intussen ook oude
mensen, maar mede dank zij de emancipatie, de ontvoogding van de arbeider
hadden de kinderen een degelijke scholing en hadden zij een beter laten we
zeggen een comfortabelerleven dan hun
ouders. Vele oudere mensen van Maldegem en omgeving zijn kinderen van die
kajotters en kajotsters. Het centrale thema van Mgr. Kardinaal Cardijn was waardigheid. De arbeiders en
arbeidsters dienden hun eigen waarde en waardigheid te ontdekken, via allerlei
activiteiten en vormingen. Dit contact met Monseigneur Cardijn heeft hen
gemaakttot die personen die hun
kinderen hebben opgevoed, in een open,
hartelijke, menslievende en positieve no nonsens atmosfeer, zonder enige
weeklacht, met lekker eten, dat ze brouwden met het kookboek van de
Boerinnenbond, in een weliswaar arme maar waardige omgeving. De kerk had wel
degelijk een goede invloed op de medemens en die waardigheid zindert nog door
in alle lagen van de bevolking, ook in de laagste klassen. Kardinaal
Cardijn slaagde in zijn opzet. Deze toekomstige ouders slorpten zijn zienswijze
op, rechtten het hoofd en gingen voor een betere en rechtvaardiger samenleving voor
hun kinderen. Elk mens in deze grote wereld heeft daar recht op.
De
Kerk heeft zachtjes aan misschien haar immenseinvloed verloren door diverse omstandigheden maar het goede zaad is gezaaid bij de vorige generaties en heel veel
liefdevolle nakomelingen blijven ijverenvoor een betere wereld, de Sponsorloop, Dwars door Maldegem, Kom op
tegen Kanker, Broederlijke Delen, Eye for Hope, Make a Wish, 11.11.11, Music
for life en andere acties brengen ook veel jonge mensen samen die ijveren voor een
betere en waardige wereld voor iedereen.Het is echt nodig dat de mens opkomt tegen onrecht en de wereld
verbetert voor iedereen.
Kajotsers
Maldegem 1948: Suzanne Bollé, Nelly Claeys, Georgette Van Hooreweder, Simonne
Van den Bossche, Ivonne Colpaert, Irène Braet, Jeannine, Diane De Windt,
Madeleine Van Landschoot, Mariëtte Cochuyt, Delphine De Bruycker, Julia
Matthys, Thelma Rotsaert, Jeannette De Loof, Maria Maenhout, Emma Sikaet,
Rozanne Deyne, Maria Cochuyt, Grammens, Emma Sikaet, Jenny Standaert, Denise De
Sloovere, José De Bruyckere, Annie Verdonck, Gilberta Cochuyt, Marcella Matthys,
Diane Dhoore, Mariëtte De Smet.
Bron
internet en kerkarchief. M. Posman
09-05-2018 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
08-05-2018
E.H. Paul Henri Van Overbeke in Maldegem van 1948 tot 1979. Deel 19.
E.H.
Paul Henri Van Overbeke, Pastoor/Deken in Maldegem van 1948 tot 1979. Deel 19.
Quote: E.D. Toen mijn moeder haar tranen niet kon stelpen omdat er geen
geld genoeg was om de koffers met kledij te vullen voor het college, nam Pastoor
Van Overbeke zijn portemonnee uit en legde 5000 frank op tafel, dat was toen
een maandloon van een arbeider. De zorgen waren van de baan. Moeder kon weer
verder.
Begin vorige eeuw zaten de kerken bomvol en koesterden en verspreidden
de opvattingen van het Christelijke Vlaamse volk. W.O. II bracht veranderingen. Na de oorlog kwam een nieuw economisch-politiek
model, met een samenleving die
confereert i.p.v. elkaar uitmoordt, met voornamelijk de collectieve
arbeidsovereenkomsten. Tijdens de oorlog waren er al geheime bijeenkomsten
geweest tussen vertegenwoordigers van de naoorlogse staat, de vakbonden en de
patroon organisaties, onder het motto van 'dat nooit meer', om tweejaarlijks
'overeen te komen', loonsopslag te
regelen, sociale verbeteringen in te stellen enz. De basis werd gelegd voor
de 'welvaartstaat', met
rechtvaardige verdeling van de lasten, een steeds stijgend inkomen voor de
eenvoudige arbeider en dat is goed gegaan tot eind jaren zeventig. De naoorlogse verstandhouding bracht naast
welvaart een onvermijdelijke verandering van het bewustzijn, in het
bijzonder het geloof in God.E.H.
Paul Henri Van Overbeke maakte de evolutie mee die plaatsgreep in de kerk.Het is pas vanaf de jaren zestig, zeventig
dat er moeilijkheden rezen in de kerkgemeenschap, waar niemand tegenop kon.
In die naoorlogse periode kreeg Maldegem
een nieuwe parochieherder. Op 25 juni 1948 werd E.H. Paul Henri Van Overbeke aangesteld door Monseigneur Caelewaert. Hij
werd afgehaald met een open koets door de toenmalige burgemeester Hector
Cuelenaere en vol vreugde ontvangen door zijn toekomstige parochianen met een
grote stoet.
E.H. Paul Henri Van Overbeke was toen 53, nog in de volle bloei van zijn
leven. Hij was geboren in Assenede op 29 september 1895. Hij werd kandidaat
letteren en wijsbegeerte en werd priester gewijd in 1921 in Gent.Hij was leraar in de Normaalschool in
Sint-Niklaas, vanaf 1923 leraar in het Sint-Lievenscollege in Gent en in 1935
was hij directeur, de eerste directeur met een universitair diploma, van het
Instituut van de Zusters van Liefde in het klooster annex pensionaat en
dorpsschool in Zaffelare en in 1936 werd hij dekenaal inspecteur voor het lager
onderwijs.
Hij had dus heel wat jaren contact gehad met de jeugd na zijn
priesterwijding en dat liet sporen na toen hij werd aangesteld als pastoor in
Maldegem. Hij had interesse voor alle generaties en vooral voor de jeugd, de
jeugdbewegingen en de studies van de getalenteerde jongeren in Maldegem.
E.H. Paul Henri Van Overbeke was welkom in Maldegem en hij betrok de
pastorij op het kerkplein die toen een grote gesloten unit, woonhuis en tuin
vormde. Zijn zuster Maria zorgde voor de huishouding en waakte streng over zijn
doen en laten. Je kwam er niet binnen langs de tuinpoort zoals nu, alles was
goed afgesloten en de voordeur was langs de zijingang van de Deken de
Fonteynestraat en iedereen betrad de pastorij/later dekenij met een zekere
schroom en eerbied.
Het was niet dat hij afstandelijk was
integendeel, zijn legendarische zwarte vrouwenfiets stond er altijd gestald aan
de zij ingang en als hij niet aan t werk was tijdens de vele dagelijkse
uitvaart-, huwelijks-, week- en zondagdiensten dan doorkruiste hij met zijn
fiets de omstreken van Maldegem en bezocht er heel wat parochianen, waar hij
welkom werd geheten en luisterde naar de mensen wat hen bezighield bij een kop
koffie en een koekje.Daar waar nodig
hielp hij de mensen met goede raad, daar waar nodig hielp hij hen financieel,
om bij te springen bij hen die t nodig hadden, bij ziekte en tegenslag, bij de
studies van de kinderen waarvan de kosten voor sommige ouders zwaar doorwogen.
Twee verdieners in een gezin waren toen nog uitzonderlijk. De meeste getrouwde
vrouwen stopten met werken zodra er kinderen kwamen kinderopvang bestond toen
nog niet echt en de huisvader ging werken zes dagen per week.
De pastoor, later deken had eigenlijk enkel
de parochie Maldegem centrum als werkgebied. Donk, Kleit, Adegem, Middelburg
hadden hun eigen pastoors en/of onderpastoors. Ook moet vermeld worden dat
Maldegem toen enkel huizen telde, flatgebouwen zoals nu waren onbestaande, dus
was het aantal inwoners niet zo groot zoals nu. De vele verkavelingen bestonden
toen ook nog niet. Maldegem was eigenlijk nog een open gemeente met open deuren
en achterdeuren, niet zoals nu, anno 2018 waar de mensen angstvallig hun deuren
op slot doen, waar je soms kan dwalen door de straten zonder een kat te zien,
waar de vele flatgebouwen tal van gezinnen herbergen maar die je eigenlijk
zelden of nooit ziet in het straatbeeld, behalve bij feesten in t centrum. Tegenwoordig
gaan de partners van een gezin allebei uit werken, ook op verplaatsing, dus het
beeld van vrouwen die boodschappen doen in t centrum of bij elkaar langs gaan
is ook bijna verdwenen. De auto is het vervoermiddel bij uitstek geworden, dus
de mensen doen hun boodschappen per auto of in de talrijke goedkope warenhuizen
en ketens op de rand van Maldegem.
(Wordt vervolgd).
Wie E.H. Van Overbeke
nog eens in levenden lijve wil zien, kan surfen naar Noël Ryheul, camob.
Maldegem.
FP-S8-3140 Afscheid
van E.H. deken Paul Van Overbeke (film super8).
De Heemkundige Kring het Ambacht Maldegem gaf
prachtige publicaties uit, die nog altijd te verkrijgen zijn en zelfs digitaal
kunnen worden geraadpleegd.
Bronnen en fotos: Liber Memorialis,
kerkarchief.
Karen Armstrong De Strijd om God.
08-05-2018 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
07-05-2018
Onderpastoors in Maldegem na 1950. Deel 20.
Getuigenissen over 100 jaar
kerk. Deel20.
E.H. Paul Henri Van Overbeke,
Pastoor/Deken in Maldegem van 1948 tot 1979.
Quote. V.S. Hij
was een kind van zijn tijd, zoals wij allen kinderen zijn van onze tijd. Hoe
je opgroeit en watje leert tijdens de
eerste levensjaren drukt een stempel op de rest van je leven. Pastoor/deken Van
Overbeke werd geboren in de negentiende eeuw, maakte twee wereldoorlogen mee en
bleef een kerkelijk leiderschap uitoefenen in Maldegem tot eindjaren 70, de
gloriejaren, de gouden tijd van de twintigste eeuw maar de crisisjaren voor de
kerk. We kunnen ons voorstellen dat het voor allen, de kerkelijke leiders en de
bevolking soms moeilijk was de evolutie van de arme, onderdrukte naar een
glorieuze mens te volgen. We gaan ervan uit dat elk mens zijn best deed.
E.H. Paul Henri Van Overbeke(°1895+1980) werd ingehuldigd in Maldegem op 25
juni 1948. De parochie Maldegem was heel groot maar de pastoor later deken had
heel wat hulp van verschillende onderpastoors. Het
was waarschijnlijk een hele organisatie om allen een eigen taak te geven
tijdens de vele erediensten en buiten de kerk. Alles verliep vroeger mondeling,
schriftelijk of telefonisch, dus het vroeg wel een inspanning om alle
kerkelijke activiteiten te coördineren. Als buitenstaander heb je daar
eigenlijk geen idee van hoeveel mensen betrokken waren of zijn bij de
erediensten en de andere taken binnen en buiten de kerk.
De mede-pastoors of de onderpastoors.
Het is weleens interessant om de
onderpastoors of de medepastoors te vernoemen want velen van de derde
leeftijd hebben hun ouders over hen horen spreken of hen zelfs gekend.
Groot-Maldegem heeft vijf kerken, centrum, Kleit, Adegem, Donk en Middelburg.
Vroeger had elke kerk een pastoor en ook soms onderpastoors. De centrumkerk had
toen één pastoor en drie onderpastoors. Anno 2018 werden alle priesters
vervangen door één pastoor/moderator. Alle zondagsmissen in de vijf kerken van
Groot-Maldegem worden voorgedragen door de centrumparochiepriester,
pastoor/moderator E.H. Stefaan De Paepe,waar en wanneer de erediensten plaatsgrijpen, kan geraadpleegd worden in
het parochieblad en op de website van Kerknet:Website Kerk: https://www.kerknet.be/ zoek naar
vieringen.
Alle
onderpastoors werden aangemoedigd om zich in te zetten voor een bepaalde
leeftijdsgroep, de jeugd, de verenigingen voor volwassenen, de mensen met een
beperking, de gepensioneerden enz. De onderpastoors waren meestal proost van
een of andere beweging of vereniging en werden op handen gedragen, omdat de
mensen wel ondervonden dat de priesters een meerwaarde vormden voor de
gemeenschap, ook in de scholen. Zij hoorden er gewoon bij.
Kerk, geloof,
bedienaars waren een deel van het leven van de parochiaan.De meeste onderpastoors waren altijd vrolijk
en blijgezind en hielpen waar mogelijk.
Onderpastoors in Maldegem 1948 - 1979:
E.H. Frans De Vleeschouwer, Hector Geerts,
Marcel Snoeck, Maurits Doom, Stefaan De Waele, Antoon Van Cauteren, Amandus Broodcorens,
Karel Maenhout en Guido De Jaeger. Intussen werden er ook diakens aangesteld.
E.H. Frans De Vleeschouwer
(22 12 1910) (Maldegem 1944 - 1951). werd opgevolgd in 1951 door onderpastoor Maurits
Doom. Zette zich in voor de kajotsters.
E.H. Hector Geerts, (Maldegem
1944 -1952), werd na 14 jaar vurig
onderpastoor in Maldegem, aangesteld als pastoor in Vurste.E.H. Hector Geerts was dagdagelijks betrokken
geweest in de parochie en had overal een stempel nagelaten. Jarenlang sprak men
nog over hem, dus zijn woorden werden niet snel vergeten. Hij deed dus heel
hard zijn best op de preekstoel en buiten de kerk en de parochianen konden de
raad aanvaarden of hun eigen zin doen, daar had E.H.
Hector Geerts, niet echt een zicht op.
Hij werd opgevolgd
door E.H. Vedast Van der Poorten
(1958 1968), geboren op 9 mei 1921, een zeer werkzaam maar rustiger priester.
E.H. Marcel Snoeck (22 07
1912) (Maldegem 1945 1954 was bijna 10 jaar onderpastoor geweest in Maldegem, zelfs jaren later werd nog over hem gesproken, dus hij liet sporen na
.
E.H.
Maurits Doom (08 11 1918) (Maldegem 1951 -
1966). was heel
begaan met de jeugd en de jeugdbewegingen tijdens zijn vijftienjarig leven in
Maldegem. In 1952 werd de meisjes-Chiro gesticht en in 1958, de jongens-Chiro.
E.H. Doom was proost en was erg betrokken bij de jeugd. Hij liet filmpjes,
meestal godsdienstig getinte voorstellingen afdraaien in de oude brouwerij,
boven de kelder van de voormalige brouwerij Van Mullem. In die kelder waar
vroeger tonnen alcohol werden opgeslagen, werd een fuiflokaal opgericht waar er
gedanst werd of geluisterd werd naar kleinkunstenaars die toen erg in trek
waren. Dit gebouw werd afgebroken en vervangen door twee gloednieuwe lokalen
aan de overkant, de Doomzaal. Intussen afgebroken en vervangen door openbare
parkeerplaatsen voor de Noordstraat bewoners. In 1966 werd Onderpastoor Doom na
veertien jaar Maldegem, aangesteld als pastoor in Rieme-Ertvelde. E.H. Stefaan De Waele
(20 02 1918) (Maldegem 1954 - 1966). Op 20 december in 1954 volgde Onderpastoor
Etienne of Stefaan De Waele E.H. Marcel Snoeck op. Onderpastoor Etienne De
Waele was een heel, knap en zeer vriendelijk priester en nam al de taken van
zijn voorganger over maar deed het op een rustiger manier. Hij was ook alom
aanwezig, hij was zelfs zeer sportief, deed vurig aan sport in zwarte soutane,
soms in de snikhete zon. Onderpastoors M. Doom en S. De Waele brachten
vrolijkheid en vreugde in de parochie. Het was zoals het was.
(Onderpastoors
in Maldegem 1948 -1979 wordt vervolgd).
De kerkelijke gebouwen zoals alle openbare gebouwen werden
opgetrokken met de gelden en de giften van de inwoners van een dorp of een stad
en horen toe aan de bevolking en worden onderhouden met het belastinggeld. De
bedienaars van gelijk welke godsdienst worden betaald door de staat,zoals ook
de directies, personeel en leekrachten op scholen betaald worden dus door de burgers, omdat zij helpen waken
over de geestelijke behoeften van een mens. Soms worden gelden en eigendommen
geschonken aan de kerk die worden beheerd door een kerkraad die de gebouwen helpt
onderhouden, het personeel in de kerk betaalt en de mensen in nood soms helpt.
Vanouds werd de zorg voor de arme medemens overgelaten aan talloze kerkelijke
en particuliere liefdadige instellingen,
soms gebonden aan voorschriften van stedelijke overheden. Gemeenten konden soms
subsidies verlenen, op voorwaarde dat dan ook de niet-kerkelijke armen werden
bedeeld, dat is logisch.
Vóór de Franse Revolutie (17891799) werd de
armenzorg meestal als een specifiek kerkelijke zaak beschouwd. De tijden zijn
veranderd, er werd gezorgd voor allen door hen die werkten en hespaard en
belegdhadden door belastingen te innen.
Na de Tweede Wereldoorlog ontstond de
benaming Gemeentelijke Sociale Dienst, de burger
zorgde voor de ander. Momenteel wordt dit armoede beleid, geleid door een
bolwerk Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW)
een openbare instantie per gemeente dat tot doel heeft elk persoon in de
mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke
waardigheid en diensten verstrekt aan armen, zorg aan ouderen en mensen met een
handicap. Alles is uiteindelijk goed gekomen, de militante vorm van
godsvrucht is verdwenen maar elk mens zorgt door zijn bijdragen voor de ander,de grootste armoede wordt geniveleerd. Op die
manier komen alle mensen in de hemel terecht want ze delen hun weelde op aarde,
ze leven volgens de Bijbel.
Eens scrollen over de tekst, dan worden de lettertjes zichtbaar.
Filmpje van de deken Van Overbeke en de Leo De
Kesel hulpbisschop, zicht op de tuin van de dekenij met een grote serre opzij. https://www.youtube.com/embed/LvUCMBVRLLE.
Filmpje met Bisschop, wandelingetje rond de
Sint-Barbara kerk.
Begrafenis Alfons Verstuyf: E.H. M. Doom, E.H.
P. Van Overbeke, E.H. Stefaan De Waele, koster René Verhaegen. Achtergrond
geschenken en papierhandel Verhoeyen en Onderpastoors M. Doom en S. De Waele, Bronnen:
kerkarchief, info Liber memorialis.Verwoord M. Posman.
07-05-2018 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1