Ondernemingstalent
in Maldegem?
ALPHONSE
STANDAERT AANNEMER VAN BOUWWERKEN.
Deel I,
de Noordstraat, deel XXI.

Het is met respect en
bewondering voor de zakenman, de ondernemer of gewoon de kruidenier dat ik de
handelszaken probeer te reconstrueren in de Noordstraat een halve eeuw en meer
geleden. In de buurt van de handelszaken Van Hecke, De Brée, De Baets, t Schortje, Claeys, De Baere in de
Noordstraat, eigenlijk schuin rechtover nr. 106 (vroeger 102) staat nog altijd de
voormalige woning van Alphonse Standaert, aannemer van bouwwerken (rechts op de
oude prentkaart). Alphonse Standaert (09 10 1880 23 08 1979) was de zoon van Eduard Standaert en Seraphine De Rudder. Hij was de broer van Cordula, Arthur, Mathilde, August, René en Edmond Standaert.
Alphonse
Standaert (1880 - 23 08 1979) was gehuwd met Berthe Bocqué geboren op 21 mei 1880 in Levallois Perret, Frankrijk, als dochter van Eduard Bocqué De Lille (°1858). Berthe is overleden op 15 september 1958.
De
woning van Alphonse en Berthe, die hij waarschijnlijk gebouwd heeft als
jongeman, is dus waarschijnlijk een eeuw oud en staat er nog. Zie foto 2 in t midden, huis
met twee dakkapellen, bepleisterde gevel met garage, vroeger de inrijpoort naar
het achterliggend atelier.
Al
de woningen aan die kant van de Noordstraat hebben een diepe tuin met achteraan
stallingen of werkplaatsen. Alphonse heeft lang zijn beroep kunnen uitoefenen
en hij is zeer oud geworden, bijna 100 jaar (1880 1979). Alphonse werd verzorgd door zijn
dochter Adrienne toen hij
hulpbehoevend werd. Het was vroeger zo dat tenminste één dochter thuis bleef om
moeder te helpen in het huishouden.

Alphonse
en Berthe waren de ouders van zeven kinderen: Maria (1907), Alphonsine (Soeur Stanislas), Laura (1909), Adrienne (1911), August (1914), Gaston (1920) en
Anna (1923 - 1983). Laura (1909 - 1979) en Adrienne (04 02 1911) waren
ongehuwd, Anna huwde op latere leeftijd.
Maria
Standaert (°1907) was
getrouwd met landmeter August Van Severen
uit Eeklo en ze hadden zeven kinderen: Margareta, Marie-Joseph,
Magda, Antoon, Geertrui, Kristiaan en Petrus.
Dat zijn nu zeer waarschijnlijk allemaal zeventigers of ouder met een hele
schare nakomelingen.
Alphonsine
Standaert, Zuster Stanislas werd religieuze in Leuze. Zij studeerde aan de
universiteit en de kinderen van haar twee broers en zus mochten met vakantie
gaan in het klooster van Leuze.
August (05 01 1914 - 02 10 1983) Standaert, was getrouwd met Madeleine Elias (14 09 1913 - 07 11 2010), dochter
van Aloysius Elias (°1876) en Irma De Neve (°1878). Madeleine
Elias was dus via haar moeder ook familie van Frieda De Neve, leerkracht bij de Zusters Maricolen. Aloysius Elias was een van de eerste garagehouders
(Ford) in Maldegem, in de Voorstraat,
nu de Mevrouw Courtmanslaan genoemd.
Er is een uitvoerig portret van deze ondernemer geschetst in een van de
jaarboeken van Het Ambacht.
August Standaert was aanvankelijk
bediende bij Notaris Hippolyte Vermast Gilberta Wallyn, de vader van de
onlangs overleden Notaris Jean of
Joannes Vermast. August heeft nadien samen met Germain Vrielynck uit Brugge een accountantskantoor opgericht, Accountantsbureau Vrielynck-Standaert, boekhouding en fiscaliteit. Beiden
waren Accountants (NCAB), verzekeringen (Verzekeringskantoor van t Meetjesland) en hadden een sociaal
secretariaat (VZW Sociale
Werkgeverscentrale). Het kantoor was aanvankelijk gevestigd in het Peurken of de Edestraat, later in de Mevrouw
Courtmanslaan en nadien in de Stationsstraat
57, zoals nog steeds het geval is. Het kantoor fiscaliteit, boekhouden en verzekeringen
wordt verdergezet door zijn twee zonen, Geert
en Godfried Standaert.

August Standaert en Madeleine Elias woonden
rechtover het Koninklijk Atheneum, het huidige Couma in een brede villawoning
met zeer mooie gevel. Achteraan was het terrein nogal kort afgebakend door de
tuin van de families Verkindere en Taveirne. De mooie woning is pas sinds kort
afgebroken en op het perceel waar vroeger één woning stond verkoopt de
bouwfirma Hyboma, vier kleine,
smalle, nieuwe woningen.

Gaston (1920) Standaert studeerde geneeskunde maar werd aannemer zoals zijn vader.
Hij was getrouwd met Godelieve
Blomme (°1925), een dochter van Auguste Blomme en Anna Bafort, een zus van advocaat
Pieter Blomme gehuwd met Paula Van den Broucke, van Ghislaine Blomme getrouwd
met Albert De Swaef (1930), van Chris Blomme getrouwd met Elvira Leloup en van Jules
Blomme. Gaston Standaert en Godelieve Blomme weken uit naar Congo. Op het fotootje poseert het
gezinnetje van Gaston Standaert en Lieve Blomme en drie van hun kinderen, o.a.
Mieke, Jan, Veerle. Zij hadden zes kinderen: Jan, Mieke, getrouwd met ere-ambassadeur Baron Johan Swinnen, Veerle, Paul, Fons en Piet.
Juffrouw
Laura vertelde over het gezin en liet ons kniekousen breien voor de zwartjes in
Congo. Vooral de verhalen over haar broer en zijn gezin in het verre Congo
sprak tot onze verbeelding. Wij die amper verder geraakten dan het centrum van
Maldegem keken op naar mensen die zo ver verwijderd van het geboortedorp
groeiden en bloeiden. Godelieve Blomme stierf heel jong en de zusjes Standaert
waren erg begaan met het lot van de kinderen van hun broer. Gaston
Standaert is na het overlijden van zijn echtgenote hertrouwd met Lily
Pecquereau.
Anna Standaert (1923 - 1983) volgde in 1946 Zuster
Bernarda op in de wijkschool in Strobrugge en gaf les aan de kleutertjes tot in
juni 1979. In die tijd
gingen alle telgen van soms heel grote gezinnen uit de buurt naar de wijkschool
en de klassen waren werkelijk overvol. Volgens
een artikel in het Jaarboek Ambacht had Juf
Anna 45 kleutertjes en kwamen er twintig bij na Pasen, een totaal van 65,
in een kleine, weinig comfortabele ruimte. Stel je voor dat je de hele dag voor
65 kleutertjes moet zorgen! Ik herinner me niet dat er zoveel kindjes in de
klas zaten, ik herinner me wel dat we s namiddags moesten slapen met onze
armpjes op de bank. Toen vond ik dat minder leuk maar ik begrijp nu dat
juffrouw Anna af en toe een rustpauze inlaste. Zij was een lieve juf, we moesten matjes maken met
glanzend papier, figuurtjes vouwen en knippen, we leerden versjes en liedjes.
Anna Standaert is op latere
leeftijd getrouwd met kolenhandelaar en
weduwnaar Urbain Martens uit de
Stationsstraat. Zij was een goede moeder voor zijn kinderen. Zij spreken nog altijd met lof over haar.
Op
foto 3 poseert de familie Standaert: Anna, Laura, Alphonsine, Gaston, Adrienne,
zittend Maria, Alphonse Standaert en Berthe Boqué en August Standaert, allemaal
knappe mensen. Het hele gezin straalde trouwens distinctie uit. De kinderen
zijn bijna allen geboren voor W.O.I en hadden allemaal gestudeerd, wat toch een
hele prestatie was in die tijd. Toen brachten de meeste ouders ook al offers om
hun kinderen te laten studeren.
De vijf zussen staan samen op de foto 5: Anna,
Laura, Alphonsine, Maria en Adrienne.

De
kinderen van aannemer Alphonse Standaert
en Berthe Bocqué waren allemaal knappe mensen met heel wat
ondernemingstalent. Op de foto Anna, Laura, Alphonsine, Gaston, Adrienne,
zittend Maria, Alphonse Standaert en Berthe Bocqué en August Standaert, heel
veel mensen zullen hen herkennen.
Het
hele gezin was dynamisch en ontwikkeld. Een van de kinderen van Gaston Standaert
is trouwens baron. Stel je voor dat de inwoners van de Noordstraat een baron
hebben voorgebracht! (zie website
Professor Johan Swinnen).
Anna
en Laura gaven les in Strobrugge
Het
schooltje van Strobrugge.
Strobrugge
is een wijk dicht bij de grens België-Nederland. De wijk wordt ook het Fort
genoemd. Het schoolgebouw werd opgetrokken in 1908 op het eind van de vroegere
Oude Aardenburgseweg, parallel langs het Schipdonkkanaal. Het gebouw was
degelijk maar met een minimum aan comfort. Het schoolgebouw was omringd door een muur met poort die
afgesloten kon worden. Het kolenhok, de galerij of de luifel met de toiletten
voor de juffen en voor de scholieren vormden het binnen aanzicht, het
kapelletje stond ernaast en was toegankelijk voor alle inwoners van de wijk. Er
waren drie grote klassen met grote ramen, twee gangen en een klein klasje aan
de straatkant waar de allerkleinsten na Pasen geplaatst werden. Ik heb nog les
gehad als kleuter in de laatste gang de school, van juffrouw Maria Bleyenberg Bultynck (1917), dus
blijkbaar moeten er enorm veel kinderen les gevolgd hebben (jaren 1951 1960)
dat ook de gangen bezet waren. Het wijkschooltje van Strobrugge werd afgebroken toen
de brug over de twee kanalen werd gebouwd en de gronden er omheen onteigend
werden. Het schooltje met kappelletje verhuisden 500 meter verder. Ongeveer
zestig jaar lang hebben ontelbare kinderen uit Moerhuize, Broekhuize,
Strobrugge er leren lezen
en schrijven.
Laura
Standaert (1909 - 1979) was
onderwijzeres in het wijkschooltje in Strobrugge in de lagere school. Zij gaf
les aan het derde, vierde en vijfde leerjaar. Drie leerjaren in één klas, meer
dan dertig leerlingen, maar Laura stond haar mannetje. In die tijd was er nog
geen centrale verwarming en de juffen fietsten heel vroeg naar school om de
kachels aan te steken. Soms kwamen ze te voet van de Noordstraat naar
Strobrugge. Later hadden zij een autootje.
De meisjesscholieren hebben alles bij
juffrouw Laura geleerd, schoonschrift, taal, aardrijkskunde, geschiedenis,
rekenen, godsdienst, plant- of menskunde, naaien, breien, verstellen, haken en
poetsen. Alle lessen waren heel boeiend, godsdienst echter was soms beven. Goed
en Kwaad werd er in getimmerd! Hygiëne stond ook hoog in het vaandel. In die
tijd werden de klassen gepoetst door de leerlingen onder deskundige begeleiding
van de juffrouw. Sopje maken met groene zeep, schuren, aftrekken, spoelen,
aftrekken en dweilen. Alles glom als een spiegeltje. We vonden dat heel leuk en
absoluut niet beneden onze waardigheid. Wij werden opgeleid voor studie maar
ook voor huisvrouw. Ik denk altijd aan Juffrouw Laura als ik aan het zwabberen
ben en ik mooie rechte streepjes trek op de natte vloer.
Op het einde van het schooljaar
leerden de scholiertjes, gedichtjes en liedjes. Het was een groot schoolfeest
als moeder overste van het klooster in het centrum, de pastoor en de
onderpastoors uitgenodigd werden. De religieuzen uit het centrum boezemden
ontzag in. We leerden veel op school. Gedichtjes van Guido Gezelle (01 05 1830 - 27 11 1899) en van Alice Nahon
(16 02 1896 - 21 05 1933).
In de winter mochten wij onze
boterhammetjes eten in de klas s middags. We hadden een pul koffie of
chocolademelk bij en mochten die verwarmen op de roodgloeiende kachel. Het was
best gezellig. Sommige stoute jongens werden opgesloten in het kolenhok, links
van de ingang. De speelplaats was een zandvlakte bedekt met grijs-zwarte
kiezels, keitjes of sintels. Als je viel bleven ze in je knie zitten. Ik heb er
zo nog een paar in mijn rechterknie. We speelden touwtjespringen, verstoppertje
en tikkertje. We hadden lange danstouwen en kaatsballen. Iedereen speelde en
was creatief genoeg om in beweging te blijven tijdens de pauze of de speeltijd.
De jongens hadden knikkers (marbels en bolleketten). Tijdens de zangles
belandde ik vaak in de hoek, de handen op het hoofd met het uitdrukkelijke
gebod de mond te houden. We zongen
vooral Te Lourdes op de Bergen, ook in het kappelletje, opzij van de school,
toegankelijk voor de hele wijk.
De jongens werden na het tweede
leerjaar naar de verre grote wereld gezonden, naar de broederschool of het
atheneum in het centrum. De meisjes konden zich tot hun elf of twaalf jaar
koesteren in een klein wijkschooltje vlakbij hun thuis. Het was niet minder
afschrikwekkend als ze naar het zesde leerjaar in een groep van honderd
leerlingen geloodst werden. Ik moest er heen om mijn eerste plaats van de klas
te handhaven met zoveel concurrentie: Annelies Debbaut, Anne-Marie Van
Hoorickx, Caroline Heysse, Charline De Sloovere en nog veel meer andere slimme
meisjes. Bovendien zat de schrik er in want juf Laura had me meermaals
gewaarschuwd dat zij mijn boekje met al mijn wandaden zou doorgeven aan mijn
toekomstige juf in het zesde leerjaar. Wat ik precies deed weet ik niet maar ik
vond het oersaai om zeven uur stil te zitten, ik zal teveel gebabbeld hebben in
de klas en in de lange rij op de speelplaats want ik werd heel vaak, bijna
dagelijks gestraft. Soms moest ik tien maal rond de speelplaats lopen voor ik
binnen mocht, soms moest ik in het midden van de speelplaats staan wachten tot
ik teken kreeg. Of ik moest tot zes uur straf schrijven, voor kleine
vergrijpjes, denk ik want ik kan me niet echt gruweldaden herinneren. De stilte
was drukkend en ik wou ontsnappen, ik hield niet van school, nooit en ik ben er
nochtans gebleven tot ik bijna zestig was. Die straffen bleven lopen tot ik
ongeveer zestien jaar was. Toen had ik enkel nog mannelijke leerkrachten en
mijn gedrag stoorde hen minder waarschijnlijk. Trouwens mijn broers werden ook
vaak gestraft en hard geslagen op school, nu hoor je dat zo niet meer. Ik kon
gelukkig mijn moeder thuis houden opdat ze geen uitleg zou vragen aan het
onderwijzend personeel. Nu is dat allemaal anders.
De dames
Standaert waren knappe, vriendelijke dames, gedistingeerd en hulpvaardig. Zij
hielpen de ouders van de scholiertjes van het wijkschooltje met regelen van pensioenen en dergelijke. Zij waren een
soort sociale dienst avant la lettre, zij boden een vorm van gratis
dienstverlening. Juffrouw
Laura zorgde ook voor de pensioenkas voor de oudere bevolking van de wijk. Marie
Posman had een pensioentje dank zij hen en hun raadgevingen. Ze motiveerden ook
de ouders om iets te sparen voor de kinderen. Elke week kregen de scholiertjes
een centje om te sparen bij de Spaar- en
Lijfrentekas. We kregen dan soms een meetlat, een vloeipapier of een
schriftje. Vroeger waren de kinderen snel gelukkig met een kleinigheidje.
We mogen er wel even bij stilstaan dat deze twee
knappe dames Anna en Laura Standaert heel hun leven gewijd hebben aan de opvoeding
en het onderwijs van honderden
plattelandskinderen in enorm grote klassen zonder comfort en met beperkte
leermiddelen. De kinderen spraken thuis dialect, hadden weinig of geen
culturele achtergrond en zeer waarschijnlijk noch de ruimte noch de mogelijkheid
om hun huiswerk te maken of te studeren. De dames Standaert speelden het klaar
om de kinderen discipline bij te brengen, Nederlands te leren spreken en te
schrijven en de basis te vormen voor alle kennis en vaardigheden die zij later
voor hun studies of voor hun rol als huisvrouw goed konden gebruiken.
Het eerste en het tweede leerjaar waren
toevertrouwd aan Clarysse Van Landschoot,
vanaf 1955 aan Louisa Gailliaert die
natuurlijk ook hun steentje hebben bijgedragen hebben aan het verspreiden van
kennis en vaardigheden, op een heel doeltreffende en menselijke manier. Alle onderwijzeressen
van Strobrugge vormden een blijde groep van leerkrachten die zorgden voor een
sportieve en vrolijke sfeer in een kleine scholengemeenschap waar alle
oud-leerlingen nog met de glimlach aan terug denken.
s Middags, tijdens hun vrije uren brachten de
onderwijzeressen bovendien de Franse
taal bij aan de vrijwilligers. Ze hadden het in zich om de kinderen te
motiveren om te studeren en te werken, een doelstelling die hen later zou
helpen tijdens hun verdere leven.

Alphonse Standaert was aannemer. Hij nam
de administratie van de onderneming voor zijn rekening en werkte samen met zijn
broer Arthur. Arthur Standaert (22 02
1887) was metser-aannemer en was getrouwd
met Bertha Gryson, geboren te
Dudzele 21 mei 1886 en overleden in Deurle op 29 maart 1988, op 102 jarige
leeftijd.
De vader van Bertha Gryson was
een weduwnaar uit Dudzele met 3 kinderen: Maria, Ernestine en Bertha.
Maria en Ernestine bleven in Dudzele. Bertha ging mee met haar vader naar
Maldegem waar hij hertrouwde met een weduwe, de moeder van Emma Versluys. Bertha Gryson en Emma Versluys,
echtgenote Désiré De Baere, groeiden dus samen op. Zij hadden geen bloedband, zij
waren stiefzusters. Later is een van de zussen van Bertha Gryson nog bij haar komen wonen
omdat ze ziek werd. Bertha heeft haar verzorgd.
Bertha Gryson
nam op
haar beurt een weeskind in huis, Florent
Van Rie (18 07 1902), gehuwd met Paula Claeys (beiden overleden) waarvan
zij niet wou dat hij ten eeuwige dage de koeien moest wachten maar een beroep
moest leren. Hij werd ook metser en werd als vijfde kind opgevoed en woonde
zelfs gehuwd naast het gezin Standaert-Gryson
in de Molenberg. Florent Van Rie was peter van een van haar kleinzonen,
namelijk een van de tweeling, Johan Goethals. Florent Van Rie bleef in de buurt
van zijn weldoeners wonen, Rapenbrugstraat 15, nu Molenberg.
Arthur
en Bertha woonden in de Molenberg, vroeger
Rapenbrugstraat 11. Arthur en Alphonse Standaert
leidden samen een bouwonderneming in Maldegem. Zij hielpen zelfs het stadhuis van Maldegem metsen eind 1907 1909, onder leiding van aannemer
Philibert Schleicher, een naam die regelmatig opduikt in de geschiedenis van
ons dorp. De gebroeders A. en A.
Standaert waren dus betrokken bij de bouw van ons stadhuis. Arthur
Standaert was ook jarenlang voorzitter van de katholieke Bond van de gepensioneerden. Na hem kwam de koster René Verhaeghe.
Bertha Gryson was een tijdje lerares speldenwerk in een Maldegemse kantschool (Cuelenaere ?), waar ze naar
eigen zeggen haar ogen had kapot gemaakt. Ze werd meer bijna 103 jaar. In de
analen van Rik Van de Rostyne vind
je verhalen over die kantscholen in Maldegem en elders die je de haren ten berge doen rijzen.
Kinderarbeid, -uitbuiting, -sterfte door gebrek aan licht, lucht en voedsel waren
schering en inslag op die scholen. Het waren allesbehalve scholen, eerder
fabrieken waar heel jonge kinderen tewerkgesteld werden voor een hongerloon,
zoals nu in de arme landen.
Alphonse en Arthur hadden een oudere broer: Edmond
Standaert (5 10 1869) aannemer - metser,
hij was getrouwd met Victorina De Meulenaere
en ze woonden in de Vakekerkweg 23.
De drie broers scheelden wel wat in leeftijd:1869
(Edmond), 1880 (Alphonse), 1887 (Arthur): Arthur was dus 18 jaar jonger dan
Edmond.
De dochters van Arthur Standaert, Maria,
Antoinette en Godelieve waren heel knappe handvaardige vrouwen. Het
enige zoontje Frans is jong
gestorven.
Maria was getrouwd met
Pierre Verlinde, een zwaantje, een gemotoriseerde agent.
Antoinette Standaert was bediende bij Boekhouder Germain
Vrielynck, de vader van pastoor Jan Vrielynck. Germain Vrielynck was de stichter van het zakenkantoor Vrielynck. Dit zakenkantoor werd later Vrielrynck-Standaert,
omdat August Standaert partner werd in de zaak.
Antoinette werkte aanvankelijk eigenlijk bij haar neef August Standaert. Later werd zij secretaresse en huishoudster bij Jan Vrielynck (30 11 1922), enig kind van Germain Vrielynck (16 06 1904) en Jeanne Decock, Brugsesteenweg 170 (mooie woning later van Guido Van Hoorickx en Vera Boes). Jan was pastoor in Nevele, Evergem en Deurle.
Godelieve Standaert was getrouwd met Albert Goethals en was
tot 1960 kapster naast haar drukke huishouden van zes: Chery, Rita, Vera,
Willy, Geert en Johan. Iedereen kende haar, de dames waren toen ook heel
bezorgd om hun uiterlijk en Godelieve
bezorgde hen een permanent. Later schakelde Godelieve over naar de
breimachine. Haar eigen kinderen en heel veel andere spruiten uit de buurt
droegen degelijke, modieuze pullovers en jassen, getoverd uit de breimachine.
Was het vroeger niet echt gebruikelijk dat een getrouwde vrouw buitenshuis ging
werken, de huisvrouw was meestal creatief en vindingrijk genoeg in het bedenken
van mogelijkheden om het inkomen te vergroten, van toen soms heel grote
gezinnen.
De
naam van de familie Standaert Gryson
duikt nog regelmatig op in het parochieblad. Regelmatig worden er missen
opgedragen ter nagedachtenis, ook voor Jan
Vrielynck, zoon-priester van de familie Vrielynck krijgt in de Maldegemse
parochiekerk nog missen en gebeden naar de hemelpoort.
Tot
zo ver een herinnering aan de familie
Standaert uit de Noordstraat die bij heel veel mensen een blijvende,
positieve indruk heeft gegeven en aan wie met de glimlach wordt teruggedacht.
De beschrijvingen van de woningen en de bewoners van de Noordstraat komen
van mijn inspiratiebron en geliefde neef Valeer Posman (1922-2013) die
rechtover t Schortje gewoond heeft, werden aangevuld door de heren Geert
Standaert, Louis Posman, de Tuinvogel,
Walter Notteboom en Mevrouw Cecile De Baere. Zie ook, beschrijving
Noordstraat in boek Nostalgie naar het levendige dorp. Beschrijving van t
Schooltje in Strobrugge, zie Jaarboeken Het Ambacht.
Bedoeling is
om al de artikels die ik geschreven heb over 'Talent in Maldegem te bundelen
in een boek (kostprijs ongeveer 23 euro).
Indien u
interesse heeft kan u vooraf intekenen via email: livinaleonie@live.be of telefoneren naar Marianne Posman: 050 71 29 11, 0 484 79 78 16, of 0
486 45 38 69. Betalen pas bij definitieve uitgave.
Bijlagen: Alle leden familie Standaert, kinderen en kleinkinderen.jpg (96.8 KB) Alle leden van de familie Standaert.jpg (78.2 KB) Alphonse, Gaston en Gustaaf Standaert.jpg (53.5 KB) Arthur Standaert en Bertha Gryson.jpg (52.7 KB) De zussen Standaert.jpg (49 KB) Gaston Standaert en gezin.jpg (74.2 KB) Huyze Standaert nu..jpg (81.7 KB) Noordstraat Huyze Standaert.jpg (148.6 KB)
06-03-2015 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
|