Persiflage Moorden
van Beernem, De Tuinvogel.
SAMENVATTING van een vrije bewerking van de
gebeurtenissen met betrekking op de
moord op Hector De Zutter, verschenen in 1929 in het dagblad Vooruit in
123 dagelijkse afleveringen, auteur MARCK RICHARDSON.
Gebruiksaanwijzing: te lezen als een Vlaamsch Filmke.
Zoals de Vooruit het zelf zegt: In deze roman zijn geen levende personen
uitgebeeld
.(M.R.)
HOOFDPERSONAGES:
-
RONSE: veldwachter
-
VERVAET: verdwenen
jachtwachter
-
DE SCHUTTER Victor:
ongehuwde boerenzoon ( uit gezin met moeder, broers en zussen)
-
ZOTTE JAN: ex
schoolhoofd
-
GRAAF WIJNEN:
vermoorde graaf, had bevallige jonge echtgenote
-
SEGERS: handelaar,
spitsbroeder van Ronse tegen heug en meug.
-
HET BLOEDIG KASTEEL
VAN BEERDONCK.
De baron van Beerdonck liet om 12.00 s nachts zijn
vertrouwensman RONSE binnen in het kasteel met 6 plankjes op maat. In plaats
van aan te bellen deed deze persoon het geluid van een koekoek na. Met deze
plankjes wordt in allerijl een kistje gemonteerd ( de gaten voor de vijzen
waren al voorgeboord ). In het kistje werd een dode boreling met wurgsporen aan
de hals geborgen. De vertrouwenspersoon RONSE moest het onmiddellijk begraven
aan de voet van de dikste ceder in het park. Ronse kwam terug en beweerde
afgespied te zijn bij zijn duistere taak, meer nog: deze persoon bootste ook
het geluid van een koekoek na. Ronse vertelde de baron ook nog dat er praatjes
waren in het dorp over de verdwijning van jachtwachter VERVAET. Men zegde daar
dat Vervaet maar één vijand had: de baron. Waarom wist men niet juist. We
moeten de persoon vinden die over u roddelt in het dorp en die ons nu blijkbaar
ook bespiedt. Ik vraag u een dienst, baron, maak mij veldwachter. Als garde kan
ik de zaken beter controleren, en de praatjes doen ophouden. Ge moet hen dan
surtout schrik aanjagen, wedervoer de baron.
De dag nadien stond de post van veldwachter vacant en nog
die namiddag was Ronse met algemene stemmen en zonder bespreking verkozen.
Achthonderd jaar regeerde de familie van de baron over Beerdonck, maar er
begonnen barsten in zijn gezag te komen. De mensen werden vrijer en minder
afhankelijk van het kasteel.
Enige maanden later passeerde de ronde van Vlaanderen in
Kouckelaere. Er was veel volk en de stemming was jolig. Jules Vervaet en Victor
De Schutter uit Beerdonck waren daar ook om het huwelijk van een
gemeenschappelijke vriend bij te wonen. Hun vriendschap was nog steviger
geworden na het verdwijnen van Jules Vervaets vader, de jachtwachter. Jules
merkte op dat zijn vader vandaag 60 zou geworden zijn, en dat hij het spijtig
vond dat er geruchten verspreid werden dat hij met Manse, een dienstmeid die
het kasteel verliet, naar Amerika zou vertrokken zijn. Die geruchten werden
aangezwengeld door de baron, zo moest deze niets aan moeder betalen. Maar vader
is niet gevlucht met die vrouw! Waarop Victor repliceerde: neen, hij is er
niet mee weg. Ge zult hem nooit meer terug zien. Victor voelde de drank en
zijn hoofd zakte op zijn borst. Jules drong nog even aan voor meer uitleg, maar
Victor murmelde: och vriend, laat mij..t is best zo.
**********
ZOTTE JAN, Jan De Swarte, 51
jaar, ex-hoofdonderwijzer in Beerdonck, verspreide ook geruchten en wees
letterlijk naar het kasteel voor meer licht in alle duisternis. De dag van de
begraving van zijn vrouw was hij naar het kasteel gegaan en had geprobeerd de
baron te wurgen. De bedienden konden de baron maar net ontzetten en deze
ontsloeg Jan op staande voet. De baron vertrok voor enige maanden op reis en
liet zijn personeel verspreiden dat Jan zot geworden was door het verlies van
zijn vrouw. Men vond het dan ook natuurlijk dat Jans enig kind, de 18 jarige
Leentje dezelfde avond van het gevecht verhuisd was naar Gent. Zij kwam nooit
meer terug. Jan leefde van wat men hem gaf in het dorp en op de hoeven. Zijn
haat tegen het kasteel bracht ook mee dat men hem meer en meer begon te mijden.
Hij sprak nooit klare taal, maar in bewoordingen als: Loontje komt om zijn
boontje, het licht zal schijnen etc. Hij was zich terdege bewust van de macht
van de baron. Had hij niet zelf destijds, in opdracht vechtersbazen genever
gevoerd om een Gentse socialist het dorp uit te jagen. Hij woonde in armoede in
een krot met zijn hond. De pastoor had er financieel voor gezorgd dat hij tot
zijn 19 jaar kon leren.
Op een dag zag Jan een mooi meisje, Bertha uit Meirelbeke
bij Gent, een zware valies richting kasteel meesleuren. Hij droeg haar te zware
bagage en vernam dat ze op het kasteel kwam dienen. De jonge baron, 2 jaar
jonger dan Jan, liet haar binnen. Hij was vals van karakter, beledigde Jan en
bezag het meisje met begerige blikken. Jan werd op slag verliefd op het meisje.
Weinig later deed het gerucht de ronde dat de jonge baron haar lastig viel. De
oude baron stierf na Jan benoemd te hebben in Beerdonck. Jan moest enige tijd
nadien op het kasteel komen en kreeg de opdracht met Bertha zonder verwijl te
trouwen. Een viertal weken na de trouw werd zij ontslagen en zeven maanden na
de trouw werd Leentje geboren. In april 1909 overleed Bertha aan een zware
ziekte. Op haar sterfbed bekende Bertha dat ze misbruikt werd door de baron en
vroeg om vergiffenis. Ze stierf voor Jan kon antwoorden. De dag van de
begraving vertrok Leentje, nadat Jan verteld had dat hij niet onder één dak kon
leven met een kind der zonde
Jan schreef een brief naar de procureur: Reeds voor de
derde maal verwittig ik u dat er op het kasteel van Beerdonck rare dingen
gebeuren. Als het parket geen opzoekingen doet, zal ik mij tot de Minister
wenden, getekend: Koekoek
**********************
Jules Vervaet stoorde zich aan de geruchten dat zijn
vader zou weggelopen zijn met Manse. Medio 1916 in volle oorlog, kon dat zomaar
niet. Ook werd gezegd dat hij wellicht zelfmoord gepleegd had door in de vaart
te springen, omdat de baron zou gedreigd hebben hem te ontslaan. Zijn lichaam
zou ver weggedreven zijn. Jules bleef zoeken en plots vond men een lijk,
waarvan Jules stellig zei dat het zijn vader niet was. Men herkende graaf Van
Wijnen die sedert maart 1916 uit het dorp verdwenen en door de Duitsers
vermoord was, zei men. De woorden van Victor De Schutter spookten door Jules
zijn hoofd: Ik weet wat er met uw vader gebeurd is.. Tegen de geruchten in,
bleef hij zeggen dat zijn vader vermoord werd. Ook zotte Jan was die mening
toegedaan en kwam met raar nieuws naar het hoevetje: Barbara de bovenmeid van
het kasteel was gearresteerd. De procureur was verwittigd dat er een
kinderlijkje in het kasteel zou te vinden zijn. Het kindje zou gewurgd zijn.
Men heeft het niet gevonden in het kasteel, maar iemand had de plaats
aangewezen in het park en Barbara is moeten meegaan. Hoe zijn ze dat te weten
gekomen, vroeg Jules. Meester Jan begon luidkeels te lachen en kletste op zijn
dijen van plezier. Hij voegde er nog aan toe: ze is aangehouden omdat ze niet
wilde spreken.
November kermis. Victors lief had het afgemaakt omdat hij
te veel lachte naar andere vrouwen, en ze in hem meer een lief dan een
echtgenoot zag. Daarbij, ze had al een ander: een boerenzoon die wel wou trouwen.
Victor begaf zich in de danstent en zei al lachend dat zijn lief het afgemaakt
had en hij zich zou versmoren. Jules Vervaet slaagde er in hem af te zonderen en
hem aan te spreken over zijn gezegde: Ik weet wat er met uw vader gebeurd is.
Victor wist maar al te goed dat Jules zich zou wreken, zelfs moorden, als hij
hem dat geheim openbaarde. Hij zei dus enkel meer zeg ik niet, uw vader is
niet met Manse gevlucht. Plots hoorden zij ergens koekoek, een stem, geen
vogelroep, en bemerkten ter zelfder tijd dat veldwachter Ronse op een paar
stappen stond mee te luisteren. Deze wist niet dat hij als bespieder, zelf
bespied werd door Jan de zot, de koekoekroeper. Jan leidde uit het gesprek af
dat zijn vader niet gevlucht, maar vermoord was. Garde Ronse dacht terug aan de
nacht van de begraving van het kinderlijkje. Hij wist nu ook met zekerheid dat
Victor De Schutter op de hoogte was van de moord op Vervaet, en misschien zelfs
wist waar hij begraven was. Hij begaf zich naar het kasteel.
**********************
Op het kasteel was een feest aan de gang, met het puik
van edelen en hoog geplaatsten uit de omtrek. Met tegenzin ontving de baron
Ronse, en zo stonden de twee broers tegenover elkaar, ze scheelden 15 jaar,
maar er was veel gelijkenis als je ze samen zag. De baron was 50, Ronse 35.
Wisten zij dat ze broers waren?
Ronse vertelde dat Victor op de hoogte was van wat met de
jachtwachter gebeurd was. Hij vergat wel de koekoek-historie te vermelden. De
baron zei: Hij moet verdwijnen, en gij moet het doen. Stel dat hij aanwezig
was toen men jachtwachter Vervaet doodsloeg, of dat hij gezien heeft hoe het
lijk verbrand werd
dan is dat levenslange dwangarbeid voor u. Alles doet ook
veronderstellen dat hij weet wat er gebeurd is met graaf Wijnen. De pacht opzeggen
is ook geen avance, of hem plaatsen op een hoeve in Frankrijk. De geruchten
zullen maar aanzwellen. Handel, en snel!.
De baron ging terug naar het feest waar gravin Wijnen
(pas 40 jaar) de ster was. Hij nam haar apart en zei dat nieuw gevaar dreigde,
en hij ook de indruk had dat zij hem ontvluchtte. Gij haat mij precies zelfs.
Hij vervolgde dat er een dorpeling was die wist wat er met haar man gebeurd was.
Hij heeft het gezien. Hij weet ook wat er met de jachtwachter gebeurde. Hij kan
ons verraden. Daarbij, gravin, gij hebt de eerste stap der misdaad begaan. Ik
heb de opdracht gegeven de lastige getuige het zwijgen op te leggen. Ze
repliceerde: daar deed ge goed aan baron, maar ik zit daar voor niets tussen.
*****************************
De dood van graaf
Wijnen.
Daar moeten wij enkele jaren achteruit zien. De baron van Beerdonck en gravin
Wijnen hadden een hartstochtelijke verhouding- zij was pas 23 jaar. Haar
huwelijk met graaf Wijnen was geregeld. Wanneer de graaf op reis was, trokken
zij zich terug in het jachtchalet nabij de woning van jachtwachter Vervaet die
erop toe zag dat niemand hen kon storen. Toen kwam de oorlog en werd het
kasteel van de graaf door de Duitse legerstaf bezet. De gravin werd verliefd op
de adellijke Junker von Freischutz, die op zijn beurt in het jachtchalet
uitgenodigd werd, avond na avond.. Op zekere keer liep het mis. De graaf passeerde
op een avondlijke wandeling het chalet en von Freischutz schoot op de graaf die
dodelijk gewond neerzeeg. Beiden vluchtten hals over kop naar het kasteel
zonder naar hun slachtoffer om te zien.s Anderendaags was de graaf verdwenen
en vond men zijn lijk niet. Enkele weken nadien vertrok Junker von Freischutz
naar het front op eigen verzoek.
Jachtwachter Vervaet liet toen in
een gesprek met het dienstpersoneel vallen dat de baron van Beerdonck en de
gravin nu terug de armen vrij zouden hebben. Dit werd doorverteld. De
jachtwachter had zijn tong voorbij gesproken, er mocht niet geaarzeld worden.
Veldwachter Ronse werd toen voor het eerst bij de baron op het kasteel
geroepen. Ronse, uw vriend Vervaet beticht u van diefstal van vele goederen
van de Duitsers. Ik zal u moeten doen aanhouden!. Ronse weende van schrik. Wat
er verder tussen die twee mannen bedisseld werd is gemakkelijk te raden. De
volgende dag was ook Vervaet verdwenen. Niemand heeft gezien wat er tussen
Ronse en Vervaet gebeurd was, behalve Victor De Schutter
**************************
Een duivels plan rijpte bij Ronse. Hij begaf zich naar
Segers en deelde hem mee dat De Schutter zatweg roddelde over een Duits die
vermoord was onder de oorlog toen zij beesten smokkelden. Ik (Ronse) was er
die nacht ook bij, maar gij hebt hem toch versmacht. Segers opperde daarop benauwd
t was toch oorlog, ze kunnen mij nu toch daar niet meer voor straffen? .
Waarop Ronse het was toch een mens
en hebt gij graag dat De Schutter dat oprakelt?
We moeten dat eens uitklappen met hem. Gij hebt wel degelijk gedood, en ge
waart geen soldaat. Vergeet ook niet dat er geroddeld wordt dat jachtwachter
Vervaet ook door smokkelaars werd gedood. Er zijn nog onschuldigen veroordeeld.
Kijk, we zullen De Schutter vanavond op de kermis eens uitnodigen om samen een
glas te drinken. Ik zal er dus ook bij zijn. Courage, t is misschien allemaal
zo erg niet.
t Was reeds 01.00uur toen Segers aan Victor De Schutter
vroeg om nog eens van zijn extra jenever te proeven en misschien ook nog iets
te eten. t Zal uw zinnen verzetten nu uw lief al een ander heeft. Ronse
ging ook mee wat niet helemaal naar de zin was van Victor, die zei dat hij niet
lang zou blijven daar hij zijn broer wou treffen in t café bij Janssens om dan
samen naar huis te gaan.
Weinig later zat het drietal in de keuken van Segers van
de jenever te proeven. Vrouw Segers lag al te bed. Er ontspon zich een
discussie die Ronse uitlokte. Het ging er over dat daders bleven rondlopen
omdat iedereen zweeg, volgens Victor. Maar gij zult wel spreken hé riep de
veldwachter, De Schutter vastgrijpend. Deze stootte zijn stoel om, bukte zich
om hem op te rapen en bliksemsnel sloeg Ronse met een andere stoel op het hoofd
van Victor die de slag slechts een weinig kon ontwijken en moordenaars riep.
Deze uitroep maakte ook Segers razend, hij hield Victor vast, en Ronse gaf
Victor een tweede slag met een stoel. De ongelukkige bleef roerloos en buiten
kennis liggen. De vrouw van Segers riep intussen van boven smijt gij daar gans
de boel kapot?. t Is niets, ik viel over een stoel, loog Ronse en Segers
antwoordde ja, en blijf maar boven. Samen droegen zij Victor naar de stalling
en legden hem op het stro. We moeten hem doen verdwijnen en gij moet ophouden
met janken, sprak Ronse. Alles is ten andere uw schuld. Door de moord op die
Duits is dit alles hier vanavond gebeurd. Gij zijt ook medeplichtig als ze hem
vinden. Nu zijn er geen getuigen meer en komt alles goed. Waarop Segers maar
De Schutter leeft nog !. Niet lang meer sprak Hoste en ging terug de
stalling binnen. Na vijf minuten kwam hij terug met de woorden hij is dood. Segers
barstte in tranen uit.
Samen droegen zij het lijk, achterom het huis van Segers,
en zo bereikten zij de steenweg. Bliksemsnel liepen zij er over, het land door
naar een dennenbosje. In het midden groef Ronse als een razende een put, Segers
keek toe en hielp het lijk in de put te steken. Een paar minuten later was de
put dicht en Ronse zei dat het voorlopig zo mocht blijven. Samen kuisten zij
nog wat op in het huis en de stalling. Het was dan al 4 uur. Zij spraken af dat
De Schutter rond 2 uur naar huis ging.
Op de hoeve van moeder De Schutter ontstond lichte paniek
toen Victor niet te bespeuren was. Zijn broer Fons was iets na 3.00 uur alleen
teruggekomen. Hij had gewacht in het café bij Janssens van 01.00 tot 3.00.
Victor had nochtans afgesproken rond 01.00 uur of half twee. Zijn zuster Maria
ging hem zoeken in het dorp. De straten waren verlaten hoewel het al 8 uur was.
Na wat navragen, kwam ze te weten dat hij laatst naar Segers huis gegaan was
met Ronse. Vrouw Segers deed open en zei dat Victor daar niet meer was. Ze hebben
hier een tijdje gezeten, maar hij is dan vertrokken met Ronse.
Ronse zei dat hij rond 2.30 uur weggegaan was met Victor,
maar aan de Kruisstraat afgeslagen was. Nog niet thuis, dat is aardig. Hij zal
wel iemand tegengekomen zijn en daar blijven slapen. Maria had er een slecht
gevoel bij.
De vertwijfeling bij de familie De Schutter was groot.
Zij bleven van verder nieuws verstoken en voortborduren op het feit dat Segers
en Ronse de laatste waren die Victor zagen. Meester Jan kwam op bezoek en zei
dat het parket moest verwittigd worden. Dat zal nogal een ander onderzoek zijn
dan van de garde. Ge moet ook naar de baron gaan, die weet en kan alles, sprak
Jan ironisch scherp. Zeg hem dat ge t parket met een onderzoek wil gelast
zien.
Maria begaf zich naar de baron. Haar broer Fons zag dat
zo niet zitten. Ze besloot eerst langs het gemeentehuis te passeren, om zeker
te zijn dat hij daar niet was. Ze trof er Ronse aan, die op haar vraag naar
nieuws eerder bars antwoordde dat ze de eerste zou zijn die het zou weten. Toen
zei ze dat moeder wou dat zij naar de baron ging. Ronse ging luid aan het
lachen en vroeg of ze zot geworden was. Ga naar huis en vertrouw op mij. Op de
splitsing of naar huis, of naar het kasteel besloot ze toch naar het kasteel te
gaan. Het personeel daar raadde haar af om de baron lastig te vallen. Hij
ontvangt geen boerenmensen op het kasteel, ge moet naar het gemeentehuis.
De volgende nacht kreeg haar zus Emma De Schutter een
aanval van zwakzinnigheid. Ze deed al
raar sedert de verdwijning.
De dag nadien begaf Maria zich opnieuw naar het
gemeentehuis in haar zondagse kleren. Ze vroeg de baron om hulp van agenten van
buiten de gemeente, gezien haar broer reeds drie dagen weg was. De baron
minimaliseerde de zaak en zei dat Ronse capabel genoeg was. Daarbij, uw broer
bleef nooit achter als er iets gedronken werd, en misschien was er een liefje.
Toen vroeg Marie om het parket in te schakelen, waarop hij repliceerde dat hij
zich niet zou lenen tot zoiets belachelijks en vertrok.
Meester Jan was in de hoeve toen ze thuiskwam en van de weigering vertelde. Hij heeft zijn
bekomste van die keer dat het parket in zijn kasteel Barbara kwam halen. Ge
zoudt ook iemand kunnen laten komen met een speurhond. Ik ken zo iemand in
Brugge. Met Emma ging het intussen van kwaad naar echter. De dokter verwees nu
al naar de pastoor om haar te komen vermanen.
Een Speurhond te
Beerdonck. s Anderdaags om
09.30 was de man met de speurhond reeds in de hoeve en liet zich inlichten
waarna hij te voet vertrok met een klak van Victor in de hand, vergezeld van
Fons en Zotte Jan (zijn prijs was 350 frank, te betalen door moeder De
Schutter). Ze stapten af bij Segers die niet thuis was, zijn vrouw wel. Die
opende de deur, verschoot van het gezelschap, vroeg hen te wachten, en verdween
om de buurvrouw te vragen om veldwachter Ronse erbij te roepen. Vrouw Segers
zei hen van niets te weten, Ronse was er
bij toen Victor hier was, vraag het hem zelf. Weinig later was de veldwachter
daar, die zeer bars was. De hond kreeg opdracht te speuren, liep naar de
achterdeur, krabde er aan. De hondenbaas opende zonder toelating de deur en
volgde de hond tot de stalling. Ronse kreeg het zichtbaar benauwd, merkte Jan
die hem strak in de gaten hield. De hond bleef een tijdje in de stallingen, krabde
met zijn poot in de grond. We verdoen hier onze tijd zei Ronse, ik heb hem
verlaten aan de Kruisstraat, t is daar om doen. De hondenbaas liet zijn hond
opnieuw snuffelen maar die bleef gewoon naast hem lopen als ze zich op pad
begaven. Alleen de hondenbaas wist wat dit wou zeggen. Aan de Kruisstraat
snuffelde de hond nog eens aan de klak, maar staakte vrijwel onmiddellijk de
speurtocht. Laten we naar de boerderij De Schutter gaan, zei Ronse, maar weer
reageerde het dier niet. Er is hier niets te doen, zei de hondenbaas, we
moeten naar huize Segers terug. De hond deed hetzelfde parcours, verliet nu de
stalling, ging zijwaarts het huis, stak de steenweg over, richting bosje.
Binnen in het bosje bleef de hond staan en begon met beide voorpoten in de
grond te krabben. We moeten hier delven, zei de hondenbaas. Kan niet,
wedervoer Ronse, gij hebt dat recht niet, integendeel ik moet het u verbieden.
De eerste de beste mag geen putten graven in andermans grond. Er moet
toestemming zijn van de eigenaar. Ik moet eerst opzoeken wie dat is. Ge kunt
morgenvoormiddag eens langskomen, maar voorlopig wordt hier niet gegraven!.
Zotte Jan dacht er het zijne van. Er was iets te vinden
in de stalling waar de hond eerst krabde, en in het bos. Ook was Victor niet in
de Kruisstraat geweest. De anderen vonden het resultaat van de gemaakte kosten
maar matig.
Emma had ondertussen gepoogd zich te verdrinken in de
waterput. Ze kon nipt gered worden.
***************************
Garde Ronse was er niet meer gerust in en trok in de
namiddag naar Segers. Beiden waren het eens dat het lijk weg moest. Ze
overwogen het in brand te steken, of te begraven in de familiekelder van de
baron, of in de vaart te gooien al of niet verzwaard met stenen. Ze vonden de
vaart nog het best. Afspraak om middernacht. Ze troffen elkaar bij het bosje.
Ronse had een groot zeildoek mee en verplichtte Segers om ook meegebrachte
kousen aan te trekken over zijn schoenen. Om beurt groeven zij en klaarden de
akelige klus. Ze rolden Victor op het zeildoek, gooiden de put toe en
camoufleerden zo goed als mogelijk de graafwerken. Het begon serieus te
regenen. Omdat de vaart zo ver was, begaven zij zich toch naar het kerkhof.
Zotte Jan vond geen rust, en begaf zich die avond naar
het bosje en zag al wat ze deden. Hij herkende ze echter nog niet en was te
benauwd om te naderen. Ze gingen weg en hij volgde hen. Hij naderde de plaats
waar ze even stil hadden gestaan met hun vracht, en vond een blinkend voorwerp
op de grond. Hij herkende het zakuurwerk (brelok) van Victor. Aan het kerkhof
gekomen, herkende hij de twee dragers.
Segers en Ronse wrikten de familiekelder van de baron
open, daalden af en schoven het lichaam achter de doodskist van de oude baron.
Zij sloten de kelder terug en verdoezelden
hun sporen. De ganse zaak had wel een uur geduurd.
Jan wou koekoek roepen, maar kreeg geen klank uit zijn
keel. Hij besloot het graf te bewaken tot de ochtend en dan naar de baron te
gaan. Maar eerst besloot hij zijn verzegeld dagboek aan de familie De Schutter
te geven, die het moest overhandigen aan de politie in Gent indien hem iets
overkwam. Het boekje bevatte de namen van de moordenaars en de plaats van het
lijk.
Jan raakte niet binnen op het kasteel. Dan maar naar het
gemeentehuis. Ook daar was hij niet. Zelfs al moest hij er zijn, zou de baron
hem toch niet ontvangen, zei de gemeentesecretaris. Jan schreef dan maar een
brief aan de baron, droeg de brief naar het kasteel en overhandigde die aan een
dienstbode.
De baron en garde Ronse bespraken de inhoud van de brief
waarin zotte Jan om een persoonlijk onderhoud vroeg om 10.00 uur. Weigert gij
om mij te horen, zal ik u dwingen op een andere plaats met mij te spreken. ,zo
stond er.
Om 10 uur was Jan daar, maar vooraleer te spreken wou hij
Ronse weg, wat de baron dan weer niet wou. Ik trek er uit, ik ga elders
spreken zei Jan. De baron zond Ronse dan toch weg, nadat die eerst Jan
afgetast had en Jan de belofte gedaan had om de baron niet lijfelijk aan te
vallen.
Jan stak van wal met de belofte om de baron en de zijnen
te verpletteren voor het leed hem en zijn vrouw aangedaan. De baron opende een
lade en haalde een revolver te voorschijn, waarop Jan sprak: Eén man min of
meer, wat komt het er op aan, maar ik heb mijn voorzorgen genomen en
geschriften nagelaten. Waarom schiet ge niet? Barbara zit nog steeds in het
gevang, daar heb ik niets mee te zien, wedervoer de baron. Maakte zij
zelf het kistje, begroef zij het? Ook De Schutter werd door uw toedoen vermoord!
.
De baron sidderde, duwde met geweld op zijn borst en
rolde als een logge massa uit de zetel. Er ontsnapte nog een reutel en de baron
was een lijk.
*****************************
Het nieuws verspreidde zich dat de baron overleed aan een
hartaderbreuk na een bezoek van meester Jan. Twee mannen waren erg bekommerd
over dit overlijden Segers en Ronse. Het lijk van Victor moest weg uit de
kelder. De vondst ervan zou zeker tot een gerechtelijk onderzoek leiden. Zij
spraken opnieuw af om middernacht aan het kerkhof. Ook Jan vermoedde dit en was
reeds lang op post en zwoer de verplaatsing van het lijk van Victor De Schutter
te verijdelen. Ronse en Segers zouden nu hun werkzaamheden aanvatten. Plots
weerklonk koekoek, koekoek. Beiden schrokken geweldig. Ronse wou op het
geluid afstuiven, doch Segers weerhield hem, doodsbang, en ze besloten
onverrichter zake te vluchten. Ronse was nu vrijwel zeker dat het Zotte Jan was
die koekoek geroepen had, en ook die nacht met het kinderlijkje. Het lijk bleef
waar het was, misschien werd het niet opgemerkt en ze zouden elkaar niet meer
spreken.
******************************
Een tragische
begrafenis:
Reeds vier dagen werden de dorpelingen met zwaar klokkengelui aan het
overlijden herinnerd. Medelijden had er niemand. Vroeger mopperde, roddelde men
in stilte. Nu zei ieder vrijuit zijn mening. Vele autos kwamen nu toe in de
gemeente, met daarin heren met hoge zijden hoeden, allen richting kasteel.
Twaalf geestelijken voorafgegaan door zes knapen met wierookvaten stapten
eveneens daarheen. Zes man droegen de kist het kasteel uit, gevolgd door een
vijftal heren, familieleden. Geen naaste familie, want de baron had broers noch
zussen en ook geen kinderen. Ronse ging voorop, in het midden van de baan in
zijn beste kostuum. Overal lieten de mensen de stoet passeren, waarna zij zich
aansloten. Segers stond ook langs de baan en werd draaierig en kreeg het koud
zweet van beklemming als de stoet voorbij ging. De bisschop, een speciale
organist, en het koor van de kathedraal waren aanwezig.
De laatste zang werd aangeheven en de zes mannen torsten
opnieuw de hun zware last. Ronse ging de stoet vooraf. Segers slenterde ook
mee. Jan hield zich zoveel mogelijk vooraan. Nu kreeg ook Ronse het benauwd en
zijn gelaatskleur veranderde. De kist werd neergezet en de laatste gebeden
werden over de kist gelezen. De grafmaker maakte zich gereed om de zware
eiken kist in de kelder te brengen. De
twee helpers stonden reeds in de kelder, toen een ijselijke kreet uit de kelder
weerklonk. Ronse werd lijkbleek. Segers drumde zich door de massa, die langs om
meer naderbij wou komen, en bereikte eindelijk de vrije weg, waarna hij het op
een lopen zette.
Het lijk van Victor De Schutter werd uit het graf getild.
Eén der gendarmen verwijderde met duim en wijsvinger het zeildoek, raapte iets
op wat er van tussen viel, een knoop van Ronses uniform die haastig in de zak
van de gendarm verdween. Dat alles was Jan niet ontgaan. Dolf De Schutter kwam
er bij, en Ronse klopte Dolf vriendelijk op de schouder met de woorden We
zullen de dader vinden, wij hadden goed zoeken. Hier zou niemand hem vinden, de
speurhond ook niet.
Meester Jan nam nu het woord en sprak: Ik zal u zeggen
wat er hier gebeurd is. Mijnheer de gendarm, gij hebt daar iets opgeraapt.
Onwillekeurig haalde de gendarm die knoop uit zijn zak en bekeek hem. Het is
een knoop van een veldwachtersvest
.van garde Ronse!. Die woorden vielen als
een donderslag. Ronse wou Jan grijpen, maar de gendarmen hielden hem tegen. Jan
vervolgde Gij zijt een moordenaar. Gij hebt De Schutter vermoord. Samen met
Segers. Ik heb gezien hoe gij het lijk verstopte midden in de nacht. De baron
is plotseling ineen gezakt toen ik hem kwam zeggen dat ik op de hoogte was van
het lot van Victor De Schutter. Het moment komt nog waarop ik duidelijker zal
spreken. En nu, gendarmen, breng die moordenaar naar de gevangenis. De
gendarmen maakten geen aanstalten, Ronse stond onbeweeglijk, maar het volk
begon te morren en te roepen. Pas wanneer Ronse het gemeentehuis werd
binnengeleid, bleven alle mensen staan en een oorverdovend getier steeg op.
Segers was gevlucht. Ronse werd per auto weggebracht
richting stad. De klopjacht op Segers begon. Die was na uren ronddolen in de
streek terug naar huis gekomen, waar hij zich in de stalling ophing.
Jan begaf zich naar de hoeve De Schutter, waar de oude
moeder overmand was door smart. Toch vroeg men hem zijn verhaal te vertellen.
Hij deed het verhaal van de begraving in het bosje, de opgraving en
verplaatsing naar het kerkhof, zijn visite aan de baron. De vraag: waarom werd
Victor vermoord, bleef onbeantwoord. Hij stond nochtans op goede voet met
Segers en in mindere mate met Ronse. Zo bleef men gissen en Jan besloot terug
naar het dorp te gaan, om vrouw Segers te spreken. Het huis was verlaten, maar
hij zag een man sluipen richting stalling. Kort nadien hoorde hij een bonk in
het schuurtje en gerochel als van een stervende. Jan stormde binnen en sneed
het koord door waaraan Segers hing. Er zat nog leven in hem. Jan riep luidkeels
om hulp. Dat was nodig want Segers kreeg een aanval van razernij, zijn benen
stampten in de ronde en waanzinnig grommend zeeg hij neer. Ondertussen waren
zes gendarmen ter plaatse die hem afvoerden.
Rust en vrede
weergekeerd:
De nieuwe burgemeester is de dokter van het dorp. Segers werd naar het
krankzinnigengesticht gevoerd. Ronse werd veroordeeld tot levenslange
opsluiting. Meester Jan kwam bij moeder De Schutter inwonen. De zieke dochter
Emma genas.
§§§§§§§§§§§§§§§§§
31-01-2009 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
|