Inhoud blog
  • Jacqueline Goossens, Maldegem - New York!
  • Ivo Vermeersch en Raf Heyde. (10 a)
  • Ivo Vermeersch 10B.
  • Jan van de Putte Monica Cattoor en anderen
  • Barbara TAS, veelzijdig talent! Klik rechts op bovenste datum
  • Jef Van Maldegem 'Oud Maldegems Meester
  • Modest HUYS, een Meester in de schilderkunst.
  • De 17de editie van ‘De nacht van de geschiedenis. 4.
  • Maldegems Meester Kristien Lippens.
  • Fien DEZWAEF in GENT.
  • Fien DEZWAEF & RAGHEL
  • Let's dance ... in de Kaba!
  • Chambres d'hôtes Maldegem.
  • Janel DHAENENS AMBACHT EN KUNST.
  • SOFIE VAN DEN DRIESSCHE REIST DE WERELD ROND!
  • Pascale Wille en de muziekwereld!
  • Zuster Gemma en Fien DEZWAEF.
  • VOORSTELLING 'TALENT in MALDEGEM' juni 2015
  • Chantal Sinave en overbodige spullen in Maldegem.
  • Mijnheerke Van Maldegem, de Tuinvogel.
  • Victor De Lille uit Maldegem. De Tuinvogel.
  • Bart HULLE in de kijker in TAPTOE! Auteur Piet De Baets
  • Bomvolle zaal voor de nieuwe burgemeester Bart Van Hulle.
  • Nieuwjaarsreceptie van Open Vld Groot-Maldegem
  • Op 07 01 2019 om 20 UUR is elke MALDEGEMMENAAR WELKOM
  • Bart Van Hulle en zijn team.
  • Verkiezingsdebat van de jeugdige verkiezingskandidaten in JH De Redekiel op 29 september.
  • Bart Van Hulle, burgemeester van Groot-Maldegem 01 01 2019
  • Maldegemse gemeenteraadsverkiezingen en politieke partijen 1830-2018
  • Terugblik op de gemeenteverkiezingen vanaf 1830. Deel III a
  • Terugblik op de gemeenteverkiezingen vanaf 1830. Deel II
  • Terugblik op de gemeenteverkiezingen vanaf 1830. Deel III c
  • Terugblik op de gemeenteverkiezingen vanaf 1830. Deel III b
  • Terugblik op de gemeenteverkiezingen vanaf 1830. Deel IV
  • Terugblik op de gemeenteverkiezingen vanaf 1830. Deel V.
  • Nieuwjaarsreceptie van de K.V.L.V.
  • Middelburgse gemeentepolitiek. Deel VI.
  • De fusie Maldegem, Adegem, Middelburg. Deel VII.
  • Politieke dynastieën in Maldegem. Deel IX.
  • Propaganda en politiek in Maldegem.
  • DE GROTE INTERNATIONALE VN-KLIMAATTOP!
  • K.V.L.V. of de Vrouwen met Vaart, Maldegem organiseerden een sfeervolle kerstviering.
  • De Sint in de Noordstraat december 2018
  • Waanzinnig Gedroomd. Nocturne 2018.
  • Homestore Van Canneyt & Huyze De Baere
  • Parkwachter netheidwerker vuilnisophaler
  • TUTTI COLORI, DE MUZIEKGROEP VAN DE VZW DE VIERKLAVER
  • Eye for Hope, Maldegem.
  • Compostpaviljoen Courtmans Groot-Maldegem
  • MICK MATTHYS! NIEUWE UITGAVE! TE KOOP IN MALDEGEM;
  • Dichteres Maria Sesselle en haar dichtbundel VUUR.
  • Te huur Noordstraat 111 9990 Maldegem.
  • Sorry, maar er is iets mis met mijn blog
  • Getuigenissen over 100 jaar kerk in Maldegem. Deel 1.
  • Afscheid van E.H. Pastoor-Moderator, ere-deken Stefaan DE PAEPE
  • E.H. Stefaan DE PAEPE neemt afscheid van Groot-Maldegem eind september 2018.
  • Getuigenissen 100 jaar kerk in Maldegem. Deel 2.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk in Maldegem.” Deel 3.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk in Maldegem.” Deel 4.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 5.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 6.
  • Getuigenissen 100 Jaar Kerk en Leven in Maldegem. Deel 7.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 8.
  • Getuigenissen over 100 jaar kerk. Deel 9.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 10.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 11.
  • Armoede in Maldegem. Deel 12. Priester Daens.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 13.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 14.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 15.
  • WIES DE ROO. Deel 16.
  • De katholieke actie. Deel 17.
  • “Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel 18.
  • E.H. Paul Henri Van Overbeke in Maldegem van 1948 tot 1979. Deel 19.
  • Onderpastoors in Maldegem na 1950. Deel 20.
  • E.H. Van Cauteren in Kaprijke
  • E.H. A. Van Cauteren in Kaprijke. Deel 22.
  • E.H. Antoon Van Cauteren pastoor in WAARSCHOOT
  • E.H. Van Cauteren Slot.
  • Jos Paridaen en Dominik Hasekamp in Huis Hans Dobbelaere in de Noordstraat.
  • Rohnny Massin stelt tentoon tijdens de WAK 2018 in Maldegem.
  • WAK 2018 MALDEGEM van 27 april TOT 6 mei 2018.
  • ROOS NUYTENS neemt deel aan de WAK 2018.
  • Rita Longueville en de WAK 2018.
  • Keramiek Veronique tijdens de Wak 2018 in MALDEGEM.
  • Anny Matthys stelt tentoon tijdens de WAK 2018 in Maldegem.
  • Lucie PUTZEYS laat Sint-Anna aan 't woord.
  • CATHÉRINE MARTENS stelt tentoon tijdens de WAK 20018 in Maldegem.
  • Marie Paule Martens tijdens de WAK.
  • Anita Verbiest en de WAK 2018.
  • Vera De Deurwaerdere en de WAK 2018
  • Noël RYHEUL en www.camob.be
  • Jos Pardiaen en de WAK 2017
  • Films van eigen bodem.
  • Diego Van de Keere en het Smoefelpark.
  • Marc Martens in Maldegem.
  • MORGEN Zondag om 17 uur, allen naar het gemeentehuis!
  • ‘NUT & VERMAAK’ Wak 2018.
  • Catherine Martens en de WAK 2018
  • Noël Ryheul haalt 500 000 kijkers voor zijn films!
  • Startschot en verloop VAN DE WAKWEEK in Maldegem 2018
  • Medard De WINDT Deel I
  • Familie DE WINDT/DE PAUW Moerhuize.
  • Medard De Windt, familie van familie DE PAUW, Moerhuize Deel III
  • Medard De Windt, zoon van Désiré De Windt. Deel IV.
  • Kinderen Désiré De Windt. Deel V.
  • Irena De Windt. Deel VI.
  • Medard De WINDT en PAULA CALLEEUW. DEEL VII.
  • Richard De Windt en Julia De Windt. Deel VIII.
  • Julia De Windt en familie. Slot.
  • Medard VERCRUYSSE en familie Deel I.
  • Medard VERCRUYSSE en familie. Deel II.
  • Medard VERCRUYSSE en familie. SLOT.
  • HOMESTORE VAN CANNEYT MALDEGEM december 2017
  • AUTOSTANDPLAATS VERHUURD, centrum Maldegem.
  • VERHUURD, Maldegem centrum.
  • Bedankt voor de stem op de foto van Anna!
  • EETBAAR Park in Maldegem. Diego Van de Keere.
  • 11 november 2017 : Kinderen en oorlog en vrede
  • www.eyehopefoundation.org Foto’s Els Stevens.
  • De mens en de kerkgang 1.
  • DE GILDE MALDEGEM, tegen de vlakte .......
  • Huwelijksviering in de kerk.
  • Intieme uitvaart in de kerk.
  • Uitvaart in de kerk van Maldegem.
  • Doopselviering in Maldegem.
  • Herdenkingsmis in Maldegem.
  • Broederlijk Delen in Maldegem.
  • Zondagsdienst, Kerk in Maldegem.
  • Paashaas rond de toren in Maldegem
  • In Memoriam Liliana Mitu, december 2017.
  • Zuster Maria, Edith Claeys geboren in Maldegem.
  • Eerste Communie in de kerk Maldegem.
  • MariChoir, Maldegem. WAK 2017.
  • Noël Ryheul filmt bijna 50 jaar lang ...
  • Norbert De Coster en het Kindeke Jezus.....
  • Peter VAN HECKE en het slotevent van de WAK 2017
  • Dag van de Gever, K.W. Maldegem.
  • Trui Hoste in Huis Wallyn.
  • Cathérine Martens exposeert!
  • Startschot WAK 2017 Maldegem.
  • HUIS WALLYN, kunsttempel!
  • VERHUURD Flat in de Noordstraat 111 Maldegem
  • Omer Van Caeseele, kunstzinnig houtdraaier.
  • Janneke Kramer en de WAK2017.
  • An Vermeulen WAK 2017.
  • Ingrid Fevery en de WAK 2017
  • Jan Posman wint de Aspe Award!
  • Luc Heysse en de WAK 2017!
  • Lucie Putzeijs en betoverende woorden ......
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Blog als favoriet !
    Blog als favoriet !
    Marianne Posman en Maldegem in de kijker!
    Cultuur en leven in Maldegem, interviews en herinneringen.
    27-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mariëtte Cochuyt, schets door André Posman.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Mariëtte COCHUYT, Zuster Gemma, Raghel (23 augustus 1923 - ), korte schets André Posman.

    Mijn lieve tante Zuster Gemma, die als artieste onder de naam ‘Raghel’ door het leven gaat, is de jongste zus van wijlen mijn geliefde moeder Bertha. Zij is in 1923 geboren als Mariette Cochuyt, te Maldegem, in de laatste boerderij van de wijk Broekhuize, een idyllische plaats, helemaal omgord door prachtige, groene meersgronden. Haar vader was molenaar van een van de laatste Maldegemse molen, en nadien vlasboer, zoals ook mijn vader dit was tot na de Tweede Wereldoorlog.

    Daar geboren worden, daar opgroeien, is zowat het mooiste geschenk dat iemand als kind kan krijgen: te midden van de volle natuur, met koeien, katten, honden, kippen, schapen, konijnen, merels, mussen, duiven, uilen, vinken, paardenwachters, allerlei soorten kevers en insecten, beemden en boomgaarden, heggen en hagen, struikgewas, kanten, moestuinen, bloementuinen.

    Dat alles is nu beton, gazon en garage, en de meersen zijn van bosschage en bomen gepluimd. De mensen leren nu van TV en de computer. Hoe spijtig!”

    “Mariette volgde lagere school ter plaatse. Zij heeft de kladschriftjes nog uit die tijd, en die tonen reeds dat zij plastisch heel begaafd was… Doch niemand in haar directe omgeving onderkende haar talent, laat staan dat zij werd gestimuleerd naar de academie te gaan. Dat was ondenkbaar.”

    “Een grote rol heeft Cardijn in haar leven gespeeld: van 12 jaar af werd zij kajotster. Zij dronk de geest van Cardijn op, wiens thema een christelijk geïnspireerde nieuwe menselijke waardigheid was voor boeren en arbeiders.”

    “Ondertussen tekent zij niet, maar speelt muziek. Bij de zusters in Eeklo volgde ze een muziekcursus, en sedertdien is de banjo een vast onderdeel van haar artistieke leven. Ze schrijft ook intens en vele, vele gedichten.”

    “En toen, na W.O.II, in ’49, geschiedde wat vaak of zelfs meestal gebeurde in die tijd, met katholieke jonge vrouwen die geen véélheid aan richtingen kenden om hun sterke artistiek-spirituele aandrang te sturen: ze werd non. ‘God riep me naar het kloosterleven bij de Zusters Maricolen.’ In ’49 dus ging ze ‘binnen’. En na haar studies voor huishoudelijk regentes in de Gentse Tweebruggenstraat gaf ze van 1955 af gedurende 30 jaar les, in de middelbare school van de Zusters Maricolen, op de Markt te Maldegem.”

    “Ondertussen schildert ze. Op haar veertigste vindt ze het welletjes geweest, en neemt zij de draad uit haar kinderjaren weer op. Het is niet meer tegen te houden: ‘Mijn eerste of mijn tweede roeping,’ zegt ze daarover.”

    “In het begin doet haar werk romantisch-fauvistisch aan, barsten de kleuren er uit. Ze heeft een ‘oranje’ periode, getuigend van onstuitbare scheppingsdrang, en een blauwe periode, die meer bedoeld is om zachtere emoties op te roepen. Ze experimenteert vol zelfkritiek. Ze werkt een tijd expressionistisch. Ze blijft in elk schilderij zoeken naar schoonheid, en in elk van haar werken schuilt een krachtige positieve geest.”

    “Zij verft grote formaten, schildert heel veel buiten, met de fiets, of met de auto. Als ze met pensioen gaat is ze niet meer te stuiten. Ik weet niet hoeveel werken zij heeft geschilderd.
    Omdat zij een geliefd persoon is in Maldegem en omstreken, hangen daar nu honderden ‘Raghels’ aan de muren, vaak op plaatsen waar anders helemaal géén schilderijen zouden hangen.”

    In bijlage foto's. Ik had elke foto benoemd maar bij het inlassen verdwenen alle benamingen.
    Soit, het gaat over Broekhuize (haar eigen foto's), ze had een fotoapparaat en verder de glanzende zussen van "tante nonneke". Ik zal nog een computercursus moeten volgen.

    Bijlagen:
    Bloemenzee Raghel.jpg (1.4 MB)   
    Brugge, Raghel..jpg (870 KB)   
    foto tante nonneke als kind van zeven.doc (1.2 MB)   
    IMG.jpg (377.2 KB)   
    IMG_0009.jpg (2 MB)   
    IMG_0024.jpg (515.1 KB)   
    IMG_0043.jpg (1.1 MB)   
    IMG_0044.jpg (868.9 KB)   
    IMG_0051.jpg (182 KB)   
    M. Cochuyt en Moeder Livina Colman.jpg (138.2 KB)   
    Tante nonneke, Joachim, Benjamin, Matthias VdS. 1980.jpg (436.6 KB)   

    27-09-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    16-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De KVLV op uitstap, Brussel 11 augustus.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    K.V.L.V. MALDEGEM organiseerde hun jaarlijkse uitstap naar Brussel op 11 augustus 2015.



    Link naar de foto’s:


    https://picasaweb.google.com/115021349650121482292/September2201506?authuser=0&feat=directlink


    https://picasaweb.google.com/115021349650121482292/September2201506?authuser=0&feat=directlink


    De zonnige dinsdag startte aan het zwembad Sint-Anna in Maldegem. De Vrouwen met Vaart en enkele van hun partners vormen een gezellige groep die elkaar al kent van de vorige activiteiten van K.V.L.V..

    De tocht leidde naar het koolzaadbedrijf ‘Hof ter Vrijlegem’ in Mollem nabij Asse.

    Na een verwelkoming met koffie/thee en zelfgebakken cake en proevertjes in de nieuwe vergaderzaal 't Lemen Huisje' werd er een themapresentatie gegeven door de bedrijfsleidster, bio-ingenieur Ann Saerens, die samen met haar echtgenoot Peter Coucke het vroegere witloofbedrijf van de ouders van Ann, verder uitbaatten, zij het wel met een ander product, aangezien de witloofmarkt instortte. Uitleg over de verschillende bedrijfstakken, de visie, de basisinfo omtrent de koolzaadverwerkingen en het gebruik van hernieuwbare energie op de boerderij werden grondig uitgelegd met een PowerPoint presentatie. Van koolzaadje tot koolzaadolie: uitleg omtrent de teelt volgde, de persing, de samenstelling van oliën, toepassingsmogelijkheden en gezondheidsaspecten van spijsolie (humane consumptie) en biobrandstoffen (biodiesel). Koolzaadolie is heel lekker en gezond vanwege haar prima vetzuursamenstelling. en zou de Belgische markt moeten veroveren. Het wordt nog te vaak geassocieerd met de verplichte productie van koolzaad tijdens de Duitse bezetting en wordt nog steeds door velen gezien als minderwaardig wat het niet is.

    De aanplant, de teelt en de oogst van Miscanthus: De verbranding van de gemalen Miscanthus wordt stookolie voor warmtekrachtkoppelingsinstallaties die zowel verwarming als groene stroom produceren en zorgt voor de energievoorziening voor het hele complex van Bed en Breakfast kamers, ontbijtkamer en de andere loodsen. Het spreekt vanzelf dat de ingenieuze apparatuur en verwerkingstuigen ontzettende investeringen betekenden voor de uitbaters van het bedrijf.

    Daarna volgde een rondleiding op de boerderij. Als familiaal bedrijf kiezen zij zoveel mogelijk voor een gesloten productieketen. Koolzaad groeit op de velden en is een interessante teelt voor de lokale biodiversiteit. Het zaad wordt op de boerderij verwerkt tot verschillende koolzaadproducten. De vermarkting gebeurt in samenwerking met lokale winkels en collega hoeveproducenten. De koolzaadperskoek, het restproduct na de persing, is een eiwitrijk krachtvoeder voor de koeien en vervangt geïmporteerde soja. Zo houden zij de ecologische voetafdruk klein! (Interessant artikel in DS van 14/15/16 augustus: over 11 000 hectare koolzaad ‘Typisch, op onze eigen gewassen zijn we niet zo gesteld’.)

    Na aankoop van gezonde koolzaadolie, -honing en -dressing trokken de dames van de K.V.L.V. en hun partners naar het gezellige Casty restaurant in ’t Dorp in Vlezenbeek. Na het aperitiefje, tomatensoep, heerlijk hoofdgerecht en ijsje als toetje trokken de Vrouwen met Vaart, dank zij de excellente chauffeur-gids-begeleider Ronny Van Damme uit Sint-Laureins naar Kampenhout waar een bezoek aan een witloofkweker en het witloofmuseum was vastgelegd.

    Witloof – in het Engels ‘Belgian endive’ en volgens Van Dale synoniem met ‘Brussels lof’ – wordt vandaag gekweekt in containers op watercultuur met veel elektronica. België – voornamelijk Midden-Brabant – is na Frankrijk de grootste wereldproducent. Witloof is rond 1850 ‘uitgevonden’ in de Brusselse Botanique of Kruidentuin. In het bedrijf gebeurt alles machinaal en computergestuurd, van zaadje tot mooie krop in torenhoge pijlers in loodsen. Het verrassende aspect van het hele bedrijf was wel dat de final touch handmatig verliep. Een personeelslid hakte de wortel er af, drie arbeidsters, controleerden de omhulsels, alle bladeren met de minste afwijking werden weggegooid tot enkel het eerste  en tweede klasse witloof handmatig werd verpakt, in houten kisten voor vlieg transport (richting Japan), in blauwe bakken voor lokaal verbruik, allemaal mooi verpakt in donker papier. Het zaaien, kweken, oogsten van witloof in containers van dichtbij te mogen zien was ontstellend boeiend.

    Een bezoek aan het witloofmuseum rondde de zaak af. Het museum bevindt zich in de oud-veilinglokalen aan de brug van Kampenhout-Sas. De idee voor een museum rees toen in de jaren 1970 en 1980 de traditionele teelt van de cichoreiwortel die witloof is, werd verlaten. Het museum toont hoe het ‘witte goud’ door hard labeur werd gekweekt en verhandeld, maar gaat ook in op sociale en culturele aspecten en uiteraard op de gastronomische kant van de witloofzaak. Vele leden van de groep herkenden de landbouwtuigen en ander materiaal die vroeger ook bij ons werden gebruikt voor het kweken van witloof en andere gewassen.

    Na het bezoek aan het museum was het richting Overijse, het land van de druiven. In Overijse gaf een lid van de familie Luppens van wijnkelders Soniën een rondleiding doorheen hun biologische druivenserres en hun wijnkelder.

    In een van de serres met de prachtige donkerblauwe immense druiventrossen gaf een van de broers Luppens uitleg over het planten, verzorgen, oogsten van de druiven en het continu verwarmen van de serres. Het  persen, gisten, produceren van allerlei wijn en wijnsoorten is een langdurig complex proces, dat veel geduld, vaardigheid en arbeidsenergie vergt van alle mankrachten.

    Van begin september tot eind oktober kunnen de druivenkwekers uit de omliggende gemeenten hun lichtbeschadigde druiventrossen en marktoverschotten laten verwerken bij Soniën. Zo worden in twee maanden tijd enkele tientallen tonnen geperst tot sap en wijn. Uit één kg druiven kunnen ze op deze wijze 75cl sap bekomen, voldoende om een fles mee te vullen.

    Om wijn te verkrijgen moet het druivensap gisten. Ze brengen het hiervoor in citernes van 1000 tot 1500 liter. Gedurende een drietal weken zal de druivensuiker in alcohol worden omgezet, waardoor het sap in jonge wijn verandert. Deze wijn wordt vervolgens overgeheveld naar eiken vaten die variëren van 600 tot 6000 liter om gedurende enkele maanden te rijpen. Hierbij zal de wijn ontzuren, winnen aan smaak en aroma, terwijl de troebelstoffen langzaam naar de bodem van het vat zakken. De wijn wordt meermaals overgeheveld om het bezinksel te verwijderen. De vaten moeten hierbij steeds weer zorgvuldig gereinigd worden. De eiken foeders (eikenhouten vaten) van 5 à 6 000 liter kunnen enkel zuiver gemaakt worden door er volledig in te kruipen via het enge mangat.

    Verder produceren zij heerlijke aperitieven en sterke dranken. In de gelagzaal, was er een demonstratie van de talloze dranken en was een toog met reuzegrote diepblauwe druiventrossen. De uitstap voorzag drie proevertjes ter plekke, de uitbaters  schonken heerlijke dranken in zodat heel wat leden van de K.V.L.V. het niet konden laten, enkele flessen heerlijke wijn, schuimwijn, aperitief of sterke drank aan te kopen aan democratische prijzen, van producent naar consument, zonder tussenpersonen. Dank zij de proevertjes van K.V.L.V. deed Soniën, gouden zaken. Misschien kunnen zij in ’t vervolg gratis proevertjes aanbieden? Hun omzet zou aanzienlijk stijgen. Enkele gezonde Belgische producten aan democratisch prijsjes maakten iedereen blij.

    Elke Vrouw met Vaart van de K.V.L.V. trok tevreden naar huis na deze sportieve, culturele en sociale activiteit.

    KOMENDE ACTIVITEITEN K.V.L.V. Maldegem:

    Woensdag 26 08 2015: Laatste wekelijkse fietstocht.

    Dinsdag 08 09 en 15 09 2015 om 14 uur: Haak en Breicafé in Zaal Van Deynse te Moerhuize. Iedereen beslist voor zichzelf wat zij haakt of breit. Er zullen enkele ervaren haaksters en breisters aanwezig zijn om te helpen.

    Maandag 5 oktober 2015 om 14u: Voordracht: Goed geslapen? Oud Sint-Jozef.

    Dinsdag 27 oktober om 19u30: Bloemschikken: Grafstukje. Zaal Van Deynse.

    Kookles om 19u30 in Oud Sint-Jozef op 05/11, 10/11, en 18/11 2015.
    Woensdag 02 december: Kookles: Feest. Oud Sint-Jozef.

    Zondag 20 12 2015: H. Mis 10u30 en Kerstfeest 12 uur in Gasthof Sint-Marie.

     


    16-08-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    15-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verpakkingen in Maldegem.

    Chocolade en pralinen verpakkingen in Maldegem

    Als je niet goed oplet in sommige handelszaken gebeuren heel rare dingen.

    Ik had eigenlijk al heel lang geleden een nare ervaring, misschien wel 30 of 35 jaar geleden, toen ik een plant ging kopen in een bloemenwinkel. De zaakvoerder vroeg me of het voor mezelf was of voor een cadeau. Aangezien ik zelden of nooit iets kocht voor mezelf antwoordde ik: voor een cadeau. Hij deed er een glanzend papiertje rond met een strik en voegde tien frank bij de prijs van de plant. Ik zegde niets maar ik ging nooit meer terug naar die zaak. Later heb ik er wel altijd op gelet of ze mij zouden doen betalen voor een verpakking.

    Ik heb intussen bijgeleerd en informeer voorzichtig vooraf. Het is moeilijk om uitleg te vragen in een drukke zaak waar de anderen je kunnen horen, het vergt heel veel moed. Je wilt niet bestempeld worden als gierigaard of bekrompen dus aanvaard je de prijs die ze vragen opdat de andere klanten je niet zouden horen.

    Af en toe koop ik een doosje pralinen voor een dierbaar iemand.

    Ik wissel eens van zaak omdat ik niet steeds dezelfde doos en dezelfde chocolade wil presenteren. Ik begrijp het ongeveer, de prijs van de pralinen staat geafficheerd van 25 tot 33 euro, zoals de wet het voorschrijft, prijs per kilo.

    Ik kies zelf een mooie doos uit van 5 à tien euro omdat ik graag zo’n mooie doos zie of aanbied. Ik weet dat ik die afzonderlijk moet betalen. Ik weet vooraf hoeveel ze kost.

    Ik kan moeilijk een mooie doos chocolaatjes presenteren zonder papiertje rond, dat is weinig hygiënisch en niet echt aantrekkelijk. Ik vraag dus om de doos in te pakken.

    “Ah”, zegt de verkoopster, “dan kosten de pralinen drie euro meer per kilo”. Eigenlijk wel beleefd me vooraf te verwittigen.

    Zeg nu zelf 120 frank voor een papiertje en een strikje rond een doos die je afzonderlijk betaald?

    Ik durf te zeggen dat het toch niet hoort, dat die prijsverhoging niet geafficheerd is.

    Als ik dit vooraf zou weten, kan ik voor 120 frank er ook zelf een foliootje en een strikje aandoen? Ik kijk bedenkelijk en opper dat die prijsverhoging eigenlijk geafficheerd moet worden. De verkoopster laat de doos staan en verdwijnt naar achter.

    De bazin komt eraan met een uitleg, dat je normaal pralinen koopt in een zakje of een kartonnen doos om zelf op te eten en dat als je geschenkverpakking koopt, je 120 frank of drie euro meer moet betalen, per kilo. Stel dat je twee kilo pralinen koopt dan betaal je 240 frank of 6 euro voor een papiertje met strikje rond.

    Ze mompelde nog heel veel tussen haar tanden waar ik niets van verstond en verpakte intussen mijn doos. Ik hoorde vaag dat ze die chocolade zelf maakten, terwijl dit helemaal niet waar is want ik zie bestelwagens van eenzelfde firma aan diverse zaken grote dozen chocolade leveren, zelfs taartjes.

    Wat ze ook zeggen, de pralinen worden aangevoerd, geproduceerd in het buitenland, niet zelf gemaakt. In Roemenië, Konstanta was er een grote chocoladefabriek, Belgische chocolade, goedkope uurlonen.

    Ik had ze moeten laten staan, maar dan had ik geen pralinen en was ik al mijn zoek- en wachttijd kwijt.

    Ik heb ook nog meegemaakt dat ze inderdaad de doos mooi verpakten, er een zwaar stenen ornamentje van de Casa of Blokker aan hingen en meewogen met mijn pralinen samen met de doos die ik afzonderlijk betaalde. Voor het stenen of metalen siervoorwerpje van 5 cent en de strikken, betaal je dan 3 euro of 120 frank per kilo meer.

    Ik kreeg ook geen kasticket zoals in grote handelszaken, wat ook onrechtvaardig is. Ik kon dus niet controleren hoeveel pralinen ik eigenlijk gekocht had, hoeveel ze verrekenden voor de doos en de verpakking.

    Er gebeuren toch onlogische en onrechtvaardige dingen in sommige bakkerszaken. 

     

    Koop je nu een jurkje als cadeau of een hemdje in de J.B.C., E5, Alibi, Flo en Co, Artex en je vraagt een geschenkverpakking moet je dit toch niet betalen? Ik kocht vroeger altijd geschenkjes, een uurwerk, een mooi boek, een juweeltje of parfum.
     
    Alles werd mooi ingepakt als het voor een cadeautje was, ik moest nooit extra betalen. Ik lette er altijd op.

    Stel je koopt een pak rozen, dat kan je toch niet in je auto leggen zonder papiertje rond? Die worden normaal toch gewikkeld in een papiertje met een strikje aan?

    Een mens maakt wel wat mee af en toe.
    Opletten geblazen.

     
    Het is gênant om een kasticket vragen bij elke aankoop of afrekening.
    Het is heel vervelend om vooraf te moeten  informeren hoeveel een verpakking kost.

    Waarom doen de handelszaken er zo stiekem over? Verbergen zij iets of wat? Het is alleszins niet geruststellend.

    Ze moeten zelf het kasticket geven bij betaling en niets aanrekenen voor een geschenkpapier en strikje, tenzij het geafficheerd is.

    Dan beslist de klant wat hij er mee aanvangt.

     

    15-08-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eeklo-Maldegem Bus 58, 6 oktober.
    KILOMETRS ROMMELMARKT IN  EEKLO

    Inderdaad een hele happening, maar er waren te weinig terrassen, behalve een grote  tent met oorverdovende muziek
    en glazen afgespoeld in koud water, steeds in  hetzelfde sop. We hadden echt geen dorst genoeg.

    Dan maar Krugershof of zoiets op de hoek, een koffie, een pintje, het glas vol vuil water goot de dienster  uit naast de tafel, het schuim van het bier van de vorige klant hing nog aan de binnenkant van het glas.
    Geen warm water dus om te spoelen. 

    We krijgen wel een servetje om het vuil uit het glas te wrijven. Het lukt niet.
    We drinken de pint dus uit de fles.

    Verder nog een Fristi en  twee kinderpannenkoeken - de pannenkoek was hard maar gesuikerd.

     

    We moesten lang wachten op de afrekening. De serveersters mochten geen geld innen.

    Ik moest daarvoor naar binnen, ik hoorde een opgewonden kelner schreeuwen naar een klant dat hij al van zes uur op was.
    Zij kreeg bijna een klap in haar gezicht maar ze glimlachte naar mij.
     
    Hij was onbeleefd, overstuur en agressief.
    Een grote man met een stralenkrans van razernij om zich heen.

    Om geen  slaag te krijgen heb ik betaald (je leest en ziet soms rare dingen tegenwoordig):
    30 euro voor drie goedkope consommaties en twee harde kinderpannenkoekjes met bloemsuiker.
    Op een tafel waar de etensresten van de vorige klanten nog niet waren afgeruimd.

    De hoofdkelner  kwam naar onze tafel, de lege flessen van de vorige klant stonden nog op tafel en ik moest 30 euro betalen voor twee luizenpannenkoeken met suiker, een bevuilde pint met de fles ernaast, een kopje lauwe koffie en een Fristi.

    Ik kreeg geen ticket of betalingsbewijs en er was nergens geafficheerd wat drankjes en pannenkoeken kosten.
    Een ervaring om niet te herhalen dus.

    De Kaaifeesten, 6 oktober.

    Volledig tegen de wet, als je betaalt krijg je een ontvangstbewijs.
    In sommige zaken krijg je dus geen ticket. Zwart geld noemen ze dat.

    Prijzen moeten goed zichtbaar hangen voor de klanten. In die zaak was er geen enkele prijslijst van drank of desserts te zien.

    Dat hebben we dan toch weer gehad, een gezellige uitstap met een drankje achteraf.

    Nog een leuke ervaring in de horeca, niet voor herhaling vatbaar.

    Dat noemen ze crisis.
    Mensen bestelen als het druk is.

    De kleindochters moesten dringend naar het toilet.
    Dit hebben we dus niet moeten betalen.
    Het was in de prijs inbegrepen. Positief.

    15-08-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kust en Maldegem, zomer 2013.

    KNOKKE – HEIST EN MALDEGEM.

    De Noordzee en de badsteden en Maldegem liggen op een boogscheut van elkaar vandaan.

    In mijn verste herinnering trokken wij, moeder, een Waalse slager Jules Gallant uit Jemappes, zijn echtgenote en dochter Claudine, misschien mijn klein broertje en ik, met de bus richting Knokke. Die Walen kwamen mijn ouders bezoeken en waarschijnlijk wou moeder hen de zee laten zien, hoewel zij er zelf weinig of geen energie meer voor had (jaren 57?). Een etentje in een restaurant konden mijn ouders zich niet permitteren dus waarschijnlijk zeulde mijn arme, zwaarlijvige moeder, drank en voedsel mee voor vijf of meer personen, als picknick (doosjes heerlijke sla, zalm, eieren, tomaten, rauwe hesp, mayonaise, tarwe boterhammen met goede boter), richting Knokke, de lange voettocht langs de Lippenslaan tot op het strand.

    Ik herinner mij dat ik een mooi jurkje droeg, een soort topje met kinderfiguurtjes en strikjes op de schouders. Moeder zal dit geleend hebben want wij hadden niet echt zomerkledij. We droegen dikke flanellen onderbroeken, onderhemd en onderjurk en er bovenop een jurk met mouwtjes. Een jurk zonder mouwen was onzedig.

    Die tocht met die Walen (waar ik wel eens gelogeerd heb om Frans te leren) is in mijn geheugen gegrift want moeder verzuchtte bijna tot op het eind van haar leven: ”Die welgestelde slager uit Wallonië liet mij alles betalen, bus tickets, drankjes op terras, alles … “. ’t Moet allemaal te veel geweest zijn voor onze ouders want zij hadden regelmatig bezoek en logés van familie en vrienden uit Wallonië en Frankrijk. Iedereen wou bij “Cousine Bertha” overnachten en genieten van haar uitgebreide eetfestijnen. Bertha met haar vijf kinderen en één loon waarmee ze moest mee rondkomen.

    Enkele jaren later (1963) heb ik eens een paar weken gewerkt in Knokke, in een groentewinkel in de Dumortierlaan. ’s Morgens heel vroeg vertrok ik met de Hollandse bus (den Hollander) uit Strobrugge, langs Middelburg, Moerkerke Sint Rita, kortom doorheen een stukje West-Vlaanderen naar het station in Knokke. Ik viel in slaap op de bus van vermoeidheid. Als ik in Knokke aankwam moest ik de twee of drie honden uit laten, dat vond ik het ergste van de vakantiejob. Honden op het platteland liepen op het erf of stonden vastgeketend aan een hok om bezoekers aan te kondigen. Aan de kust moest je de honden “uitlaten”. Zij snuffelden overal aan de vieze plasplekken en hoopjes stront op de voetpaden en deden hun behoefte hier en daar. Die hondenpoepzakjes bestonden toen nog niet, de voetpaden waren bezaaid met hondendrollen. Iedereen stapte erin of er rond. ‘s Middags kregen die honden de etensresten uit onze borden. Ik moest afwassen en ik kieperde een halve liter Dreft in het afwaswater. Ik moest kokhalzen als ik er aan dacht dat wij moesten eten uit de zelfde hondenborden. Of ik eten moest klaarmaken voor de bende, mijn werkgeefster, een bazige dikke, oudere vrouw, haar echtgenoot, nog een helpster en de zoon weet ik niet meer. Ik kon allicht aardappels koken en vlees bakken toen ik zeventien jaar was. Schillen hoefde niet want ze hadden een elektrische aardappelschilmachine in de winkel. Ik liet die eens te lang draaien en er schoot niets over van de patatjes. Dat werkje hoefde ik dan toch ook weer niet meer te doen.

    Mijn werkgeefster was veel ouder dan haar man en het echtpaar had constant ruzie. Zij deed niets anders dan schelden, vernederen en slaan. Zij sloeg haar man. Ik had zoiets nooit meegemaakt (in Moerhuize was het hier en daar omgekeerd, het juiste patroon waarschijnlijk, de man of vader sloeg vrouw en kinderen). Ik wist niet precies wat er aan ’t handje was, maar er heerste een akelige, vijandige  sfeer in dit huishouden. Verder was er haar zoon (ik denk niet dat hij de zoon van mijn baas was, ik denk dat de man in kwestie de tweede echtgenoot was van mijn werkgeefster) die constant zijn haar stond te kammen en te bespuiten met haarlak voor de spiegel. Een man die haarlak gebruikte en voortdurend voor de spiegel stond te draaien was volgens de heersende wetten in Moerhuize ook verdacht. Thuis deden de mannen Brillantine op hun haar. Ik was totaal onwetend maar zag daar in Knokke iets bovennatuurlijks dat niet in de haak was. Ik had zo’n rare jongeman nog nooit gezien en vertelde dit natuurlijk thuis. Ik kan me niet herinneren of ik toen al wist wat een homoseksueel was, maar ik stelde hem thuis voor als Sodoma en Gomorra. Indien hij homo was had ik uiteraard niets te vrezen, maar ik wist toen niet wat er in dit huishouden anders was, maar het beviel me niet. Misschien wou ik er niet verder werken, wegens te lastig en te vies.

    Die zoon liep altijd op straat met een andere jongen met sproetjes. Die sproetenjongen is later in Maldegem een heel welvarende fabrikant en zakenman geworden en ik vond dit altijd heel merkwaardig, omdat zijn vriend ook ongewoon was. Ik dacht dat die vriend ook iets speciaals was, anders dan andere jongens zoals ik die kende, niet dus. Sommige mensen blijven ‘onwetend’, zoals ik.

    Ik mocht de klanten bestellen en voorraden aanvullen ’s namiddags terwijl mevrouw haar dutje deed. Bestellen was heel leuk, voorraden aanvullen was minder want ik moest dit samen doen met de groenteboer in een leegstaand huis naast de winkel en die man had niet de beste bedoelingen, voor zover ik zijn bedoelingen begreep. Ik was winkelbediende en manusje van alles, maar die man zat niet in mijn taken en luizenloontje inbegrepen. Zoveel snapte ik er dan toch wel van.

    Ik begreep die vreemde, onbekende sfeer niet en ik gaf verslag thuis. Ik moest er niet blijven werken en werd uiteraard ook niet betaald voor de geleverde diensten van de eerste weken. Ik was blij dat ik van dit klooiwerkje van zes uur ’s morgens tot ’s avonds laat bevrijd werd maar voelde me wel schuldig t.o.v. mijn broers en mijn ouders, aangezien ik het nu nog weet een halve eeuw later. Mijn broers werkten tijdens de vakantie en alles wat verdiend werd thuis kon men goed gebruiken. Ik zal daarna aardbeien geplukt en ajuin getrokken hebben bij Antoon Van Rie in de Kwadestraat, in dat ander straatje dat evenwijdig loopt met de Aardenburgkalseide of in de Warmestraat. Dit werkje was wel leuker, we mochten aardbeien eten zoveel we wilden en verdienden per bakje aardbeien of ajuin enkele franken, vlakbij huis in open lucht in een normale, gezonde sfeer. André en Andrea Van Hecke werkten er ook. Ik vond dit leuke namen. Het ging er best gezellig aan toe. We hadden koffie mee in een pul en lekkere boterhammen en tijdens de pauze babbelden we wat.

    Wij hoorden wel eens iets vertellen over Knokke van seizoenarbeiders en – arbeidsters die er werkten tijdens de lange hete zomers. Zij werkten er meestal aan een hongerloontje, deden er heel lange dagen van acht uur en veel meer, maar konden tijdens de wintermaanden waarschijnlijk stempelen en ongeveer rondkomen.

    Aan de bushalte richting kust, stonden vaak mooi geklede dames (Mevrouw René Van Hyfte, Mevrouw Dierenarts Van Suyt) met hun kleine kinderen helemaal in het wit gekleed, met korte rokjes en shortjes. Zij trokken naar het strand als het mooi weer was, maar wij deden dat in principe niet. Moeder had het druk met vier maaltijden per dag voor het grote gezin en het verwerken en het steriliseren van de oogst van diverse moestuinen: de groenten oogst bij tante Marie, de groenten van  een stuk landbouwgrond tussen Strobrugge en Moerhuize en in de Rapenbrugstraat zelf (waar de aarde niet zo vruchtbaar was), nog later van de moestuin en de boomgaard van het huisje van Paul De Wispelaere dat toen aan vader behoorde. Bergen bonen, erwten, wortels en schorseneren, hopen spinazie en andijvie, kilo’s tomaten, manden rode – en stekelbessen, emmers pruimen, appels, peren, kersen, krieken werden bijna dagelijks aangevoerd, schoongemaakt en bewaard op een of andere manier voor de lange winter.

    Wij reden wel eens per fiets naar zee, langs Aardenburg richting Cadzand, met de nichtjes of de buurmeisjes. Ik herinner me het immense walgelijk rokende vuilnisbelt op een landbouwveld onderweg. We reden dus meestal richting Cadzand, waarschijnlijk omdat de wegen er minder druk waren en onze ouders dit liever hadden. We namen onze drank mee. Wij hadden altijd een bak chocolademelk thuis en ik herinner me eens een fles “gekappelde” choco aan de zee. Grote ontgoocheling want de rit maakte dorstig en ik had niets meer om te drinken. Winkels of huizen waren er nergens, trouwens ik zal ook geen geld meegekregen hebben. De kwallen waar ik in getrapt had en teveel zon hadden mij eens geveld. Ik was toen heel erg ziek. Bij onze terugkeer van de kust brachten we meestal kruidenierswaren, medicijnen, vlees mee van Eede, bij Delphine en nog een andere zaak in de buurt (Steyaert) van de kerk. We kochten er een ijsje (frisco) of iets anders. Alles smaakte anders en zalig over de grens. Ik herinner mij de smaak nog en de glimlach van Delphine en haar ouders.

    Rond 1966 mocht ik enkele dagen in Heist logeren bij een vriendin van mij, Danielle Brossé uit de buurt van de Dampoort Gent. Ze logeerde er met de grootouders, de ouders, een zus en wij, in totaal zeven op één flat. Ik ging vaak eens bij haar in Gent en het was een lieve familie.

    Toen ik zelf kinderen had, trokken we eerst naar Cadzand, wegens te ver stappen tot aan de zee met vier kleine kinderen trokken we op aanraden van mijn vriendin Sonja Vincke richting gratis parking Knokke-Zoute, vlakbij EHBO en toilet, naar het strand. Een mooi appartement kostte daar toen al het dubbele van een mooie villa op een groot perceel grond in Maldegem. We fietsten er ook eens heen en stopten onderweg in Damme waar ik voor de vier kinderen spaghetti bestelde waar ze geen hapje van door hun keel kregen. Het benam me de zin om hen te trakteren op een restaurantje, wat trouwens niet vaak kon budgettair gezien.

    Eens het zomer werd begon het te kriebelen, de tijden waren veranderd, de mensen hadden een auto voor een tochtje met de kinderen tijdens het weekend en heel veel mensen bevolkten het strand. Ik hield altijd al van de brandende zon op mijn huid, van een mooie bruine teint die onvolmaaktheden en zorgelijke trekken verborgen voor het oog van een ander. Van huidkanker werd toen nog niet gesproken. Een zongebruinde huid was een soort statussymbool geworden.

    Ik zag er graag goed uit en gezond, de kinderen amuseerden zich met putten graven, zandkastelen bouwen, zwemmen, zaagschelpen rapen en papieren bloemen verkopen. Het was een mirakel toen we in 1983 ons een bescheiden flatje konden veroorloven aan de kust in het vissersdorpje Heist. Ik had nooit kunnen dromen dat ik de mogelijkheid zou krijgen om een strandcabine te huren, laat staan een flatje te kunnen kopen aan de kust. De Noordzee is bijna overal hetzelfde maar de prijs van een flat hing af van de naam van de badstad. Hard sparen en veel afbetalen, zuinig omspringen met de inkomsten, het was het mij allemaal waard. Ik hield van de zee, de zon, het strand en de kinderen waren minder druk dan thuis aan de kust. Zij konden zich fysisch uitleven, ze hadden er snel vriendjes of ze brachten vriendjes mee van Maldegem. We waren overal vlakbij dus mijn echtgenoot bezocht talrijke culturele en andere bezienswaardigheden met hen in de buurt. Bovendien waren er elke dag strandactiviteiten gesponsord door talrijke firma’s en de kinderen kregen cadeautjes of konden iets winnen. Zij wonnen eens een heuse koersfiets voor hun zandkastelen. Later konden we met de verhuuropbrengst eens op reis, de wereld verkennen. We hebben dit toch gehad want nu zou het niet meer gaan.

    De zeelucht en de heldere hemel zijn nog altijd dezelfde in Knokke. De oude gebouwen werden hier en daar vervangen door nieuwe flatgebouwen. Het verkeer is drukker, talloze golfwagentjes parkeren her en der en doen denken aan een maanlandschap. Je kan er een terrasje doen tussen het lawaaierig verkeer. Ik weet niet wie daar iets aan vindt, maar de terrassen zijn bevolkt dus die gasten hebben geen last van de geluidshinder. Verder is Knokke intussen veel veranderd. De mooie boetiekjes in de Lippenslaan zijn vervangen door winkelketens, Blokker, HLM, Zeeman, Casa, Zara, Standaard Boekhandel, dus als je in Knokke loopt of in een andere stad, de handelszaken en de gepresenteerde waren zijn overal dezelfde, de prijzen schommelen een beetje maar het is er niet zo gezellig meer winkelen. Je kan er niet echt iets exclusiefs meer kopen, dus het shoppend publiek is niet meer wat het vroeger was.

    Onlangs ontmoette ik een heel knappe oude dame uit Mechelen met flat op de zeedijk in Heist, aan de tramhalte. De kleindochters en ik gingen een speelgoedwinkel zoeken en wachtten op de tram naar Knokke. Die dame had schoenen gekocht in de Lippenslaan 164, Dev.. of zoiets. Ze had die schoenen gepast en betaald. Toen ze thuiskwam zat er één kapotte schoen in haar tasje. Ze trok er dus mee terug mee naar de Lippenslaan. Wij volgden dezelfde weg, nummer 164 had de rolluiken naar beneden gelaten. Ze hadden de komst van die ontevreden klant verwacht. De dame vertrok onverrichter zake. Toen ik na een half uurtje langskwam was de winkel nummer 164 open. Eigenaardige dingen gebeuren er toch tegenwoordig. Je moet nog opletten wat ze in je tas stoppen als je betaald hebt.

    Het verkeer in de Lippenslaan is hels. Ik stond aan het zebrapad, voor het rood licht en een wagen stopte voor mij. Ik stapte snel over en hoorde een taxichauffeur schelden “dat het rood was voor mij”. Ik was echt onder de indruk van zoveel agressie.

    De talrijke terrassen en restaurantjes in Knokke zitten vol. Sommige mensen zien er welgesteld uit, anderen ogen heel gewoon. Het gaat er gewoon gezellig aan toe tussen het drukke verkeer in de hoofdstraat, de Lippenslaan.

    Onze kust is misschien niet constant zonnig zoals in de warme landen, Egypte, Tunesië, Turkije, Roemenië, Jordanië maar je krijgt er toch een mooi kleurtje als je wandelt of fietst op de dijk. Het aanbod evenementen langs de hele kustlijn is uitgesproken overdonderend, je weet echt niet waar je eerst naar toe kan om je zinnen te verzetten. Klassieke en moderne concerten in open lucht, folklore-, rommel- en andere markten, processies, zeewijdingen, wedstrijden, sportmanifestaties, acties georganiseerd door grote merken op de dijk, dagelijks groepsactiviteiten voor de kinderen, er is voor elk wat wils.

    Je kan zonnen en je ontspannen tussen eigen volk, terwijl je in die arme landen geconfronteerd wordt met schrijnende armoede, waar je je in een ressort moet blijven en je constant moet afvragen of het wel hoort dat je als gewoon mens, in de snikhete zon, in de overdadige luxueuze hotels  ALL in, van een goedkope verblijfsformule kan genieten van het overdadig aanbod van spijs en drank terwijl enkele honderden meter verder, de mensen leven in ontbering door watergebrek, onderdrukte bevolkingsgroepen, fanatieke religies, werkloosheid, uitzichtloze toekomst voor hun gezin enz.…. Ik voel me dan toch schuldig en niet echt op mijn gemak.

    Blijkbaar is de prijs van flats en huizen vertiendubbeld aan de Noordzee, dus wie er een huis of een flat bezit, heeft een kapitaaltje aan vastgoed. In principe zijn alle eigenaars in Knokke miljonairs of miljardairs en heel wat welgestelden van Maldegem en elders hebben een tweede verblijf in Knokke. Wie meer van rust houdt, trekt naar Westkapelle, Moerkerke en Middelburg, landelijke dorpen waar de eigenaars de waarde van hun bouwgrond of villa de hoogte zien ingaan. Wie een vooruitziende blik had is dus schatrijk en het is hen oprecht gegund.

    Een halve eeuw later 1963 – 2013 heb ik opnieuw gelogeerd aan de kust en me alles herinnerd. Het voorjaar was slecht dit jaar dus heel veel mensen hebben een reisje in warme oorden geboekt. Ik wandelde van het Zoute naar Heist en de stranden op enkele merkwaardige metalen constructies en tenten in het zand na, waren leeg. In Duinbergen kon je amper een terrasje doen. Wenduine waar ik in 1966 een vakantiejob deed, lag er verlaten bij.

    In de zomer 1966 werkte ik als  bakkersloof tijdens de zomervakantie bij een pasteibakker Deprez op de dijk van Wenduine. De dochters Martine en Colette hielpen mee in de tearoom, de zoon Christian was bakker. Hij is vroeg overleden aan een hartaderbreuk. Christine Matthys (16 juni 1953-19 november 1969) dochtertje van mijn tante, Martha Cochuyt stond er van ’s morgens tot ’s avonds aan de ijswagen, buiten in regen en in wind. Het humeur van onze bazin schommelde volgens de temperatuur aan de kust. Ze straalde en spoorde ons aan bij goed weer, bij slecht weer zakte haar gemoedgesteldheid onder nul en gaf zij kritiek op onze werkzaamheden. Ik had mijn vaste stek achter de toonbank. We stonden rond zes uur op om de broodjes te sorteren en de eerste klanten te bedienen en gingen pas slapen op een zolderkamertje als de laatste klant in de tearoom vertrok.

    Elke dag kregen we als ontbijt, vieruurtje en avondmaal verwarmde croissants en boterkoeken van de vorige dag, maar ’s middags werd er een warme maaltijd voorgezet. Af en toe mochten we eens een uurtje wandelen op de dijk. Ik verdiende drie duizend frank per maand. Moeder liet me een blauwe mantel maken om te pronken in de kerk of bij een of andere gelegenheid. In september 1966 bracht de echtgenoot van de naaister, die mooie jas en presenteerde de rekening, zes duizend frank. Moeder betaalde zonder verpinken. Ik had twee maanden lang rechtgestaan aan de toonbank van de bakker tijdens een hete zomer voor een mantel. Vader was boos. Hij vond de jas niet mooi, precies een schort. Het was een exclusieve mantel. Ik heb hem bijna nooit gedragen. Erg voor mijn ouders. Ik had een steentje moeten bijdragen en alles wat ik verdiend had ging naar die mantel. Ik snap nu nog niet waarom moeder niet vooraf vroeg hoeveel die ging kosten aan die naaister. Ik heb mij er altijd schuldig om gevoeld, ik heb die mantel nog.

     

    Ik heb intussen gemerkt dat dit hondenleven voor velen nog niet veel veranderd is na W.O. II. De horeca kampt met problemen, het personeel wordt te weinig betaald en moet had werken als er klanten zijn. De tijden zijn er niet veel verbeterd voor velen, jammer. In Bredene waren een paar goede restaurants met ruime toiletten, water, zeep en hygiënische handdoekjes en in Blankenberge was half België met vakantie. Naarmate het weer zonniger werd, waren er meer toeristen maar de massa vakantiegangers zoals vroeger was verdwenen. We trokken af en toe naar De Haan met de kleindochters. De prachtige villa’s op de dijk en in het centrum, de kleedhokjes en douches op het strand deden je denken aan de vakanties van de burgerij bijna honderd jaar geleden. De kloof tussen arm en rijk blijft en wordt steeds groter.

    Ik voelde wel mededogen met de zelfstandigen die er hun jaarloon moesten verdienen tijdens het seizoen zonder voldoende klanten tijdens het hoogseizoen. Intussen heeft het zomerweer daar verandering in gebracht en werd het drukker. Ik heb genoten van de rust op het strand, de kleindochtertjes kon ik heel goed in de gaten houden want er was geen overrompelend aantal zonnebaders. Tussen de verbrijzelde schelpenlagen en zand heen vonden we gelukkig nog wat zaagschelpen om papieren bloemen te kopen en te verkopen.

    Als je langs de zeedijk Knokke-Zoute loopt waan je je echt in een andere wereld. De flats en de huizen hebben mooie terrassen en zijn meestal heel goed onderhouden. De mensen die er lopen zijn knapper om zien en beter gekleed, hoe miniem ook. Al die prachtige kunstgalerijen en de chique winkels waar een colbertjasje 1000 euro kost, en een paar schoenen 2000 euro kosten. Het moet zalig zijn als je je zo’n dingen kan veroorloven. Het verschil tussen arm en rijk is hetzelfde gebleven als vroeger hoewel de armen nu ook de kans krijgen min of meer een hogere levensstandaard te bereiken. Maar een bepaalde bevolkingsgroep beschikt toch over uitzonderlijke talenten om heel rijk te worden en heel veel te verdienen en anderen beheren het familiefortuin met succes en breiden het uit en de volgende generatie neemt nauwgezet en gewetensvol de taak over.

    Ik las in de krant dat zelfstandigen vroedvrouwen 8 euro per uur verdienen, sommige zelfstandigen verdienen 895 euro per maand, dus waar zijn we nu mee bezig? Hoe kan je nu met een uurloon van 8 euro je kost verdienen? Tien jaar geleden kon je een winkelkarretje in de Aldi boordevol vullen met 50 euro, nu kost een bodempje voedingswaren voor amper één dag  al 50 euro. Het is niet moeilijk je voor te stellen hoe de gewone mens moet rondkomen. Bovendien heerst een grote werkloosheid alom, niet alleen voor de laaggeschoolden wier werk vaak wordt ingepalmd door goedkopere werkkrachten uit het buitenland maar ook voor hen die vele diploma’s haalden is er onvoldoende werkgelegenheid. Zij die uit de boot vallen, missen ergens een gave om aan werk te geraken, of ontberen een elleboog die hen aan werk helpt. De ouders kunnen al het mogelijke doen om de kinderen te laten studeren en er alles voor hebben dat zij het beter hebben dan de ouders maar het is niet zo eenvoudig. De groep welgestelden stijgt en concentreert zich en de groep die op de armoedegrens overleven wordt nog groter. Blijkbaar trekken de mensen zich er niet veel van aan en hechten zij aan ’t leven zoals het is en zoals het moet.

    Blankenberge bijvoorbeeld wordt overweldigd door mensen die genieten van de zon, de zeelucht en de vakantiesfeer op een bescheiden manier, met frigobox, stapel drankjes en broodjes uit de Aldi op het strand en in Knokke Zoute zie je het zelfde fenomeen, maar geen frigoboxen maar chique picknickmanden en merkkledij. Het voornaamste is dat de mensen leven, elke dag nemen zoals die komt en God doet de rest.

    De kust  – Maldegem, nog altijd een uitstekende combinatie. Het was aangenaam en gezellig logeren aan de kust zomer 2013.

    15-08-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maldegem en afstanden
    Maldegem en afstanden 

    Ik heb nooit benul gehad van afstanden. Meestal vond ik alles heel ver. Ik woonde op het platteland. Heen en terug naar school per fiets twee keer per dag, was al een hele klus. 
    's Zondags naar de kerk, in mijn herinnering ook soms twee of drie keer per dag, was er niet zoiets als de vespers en 't Lof  's namiddags? Wij deden dat en gingen daarna koffietje drinken bij Helena en Amélie Gaelens, Edestraat 35 (nu Meubelrenovatie Rodts). Naar de jeugdbeweging, af en toe eens naar een vriendinnetje, naar de familie in Kleit en in Celie? Alles te voet of met het stalen ros.

    Eind jaren 60 deed de auto zijn of haar intrede en dan hadden we voor tientallen jaren genoeg van de fiets, dat was iets van vroeger, verbonden met een oncomfortabel en armoedig leven. Bijna veertig jaar van de achterdeur in de auto zo dicht mogelijk op de plaats van bestemming.

    Na tien ongevallen wegens verstrooidheid en onoplettendheid, zware en minder zware verwondingen hield ik het autorijden voor lange afstanden voor bekeken rond 1971 en werd ik overal gebracht. Ik ging  de kinderen afhalen aan de bushalte, op zeven minuten stappen van de voordeur! Ik kan dit niet begrijpen nu want ik deed dat echt. Toen werd nog niet zoveel gesproken en geschreven hoe gezond fietsen en wandelen wel was.

    Alles is ver, ik woon nu naast het postkantoor en moet eventjes nadenken om een brief te posten langs vier zware branddeuren. 
    Toen ze moeder in 1991 in het rustoord in Eeklo wilden stoppen bij haar oudste kleindochter, leek me dat een onoverkomelijke afstand, in Eeklo, zo ver, voor mij was dat China ongeveer. Ik durfde daar niet alleen naar toe rijden. 

    Ik heb me nooit goed kunnen oriënteren, links, voorrang van rechts, soms was het al te laat. Ik moet  eerst mijn kruisteken maken voor ik het weet en dan hoor ik al gedonder. Meestal blikschade.
    Geografie was niet aan mij besteed. Nu nog niet.

    Alles is heel ver. Brugge, Eeklo, Kleit, Adegem, Sijsele, Damme, Knokke, Gent is zowat het buitenland. 

    Hoe ik ooit verschillende keren terechtgekomen ben in 't Zuiden van Frankrijk, Praag, Italië, Duitsland, Friesland, Canada, V.S., Engeland, Egypte, Luxemburg, Roemenië, Israël, Rusland, Duitsland, Canarische eilanden,  Spanje enz. dat weet ik niet zo goed. Iedere stap buiten de achterdeur of voordeur vervulde mij met afkeer en doodsangsten.

    Waarschijnlijk een combinatie van "moeten" (studiereizen, schoolreizen, taalreizen) om mijn talenkennis en de vernieuwing van de onderwijsmethodes op peil (vaak achter op Vlaanderen, maar soit, ze dachten dat ze "nieuwe" methoden konden voorstellen) te houden, 
    en dan had ik die absurde drang om sommige mensen uit een ver verleden eens terug te zien na overleg natuurlijk als, ze zelf niet op bezoek kwamen.

    Eind jaren 70 trokken we met het hele gezin in een Oostduitse Warburg naar de omgeving van Le Mans, naar het buitenverblijf van de familie Edmond (eigenlijk van MichelCochuyt, de oudste zoon van remi Cochuyt). Louis had een bril nodig maar had die dure aankoop uitgesteld zodat ik aanwijzingen moest geven over richtingaanwijzers. Normaal gezien doe je vijf uur maximum over de rit, wij deden er 12 uur over. Ik had de jongste zoon van twee op mijn schoot, maanden nadien voelde ik nog de pijn in mijn verpletterde dijen.

    Ik ben al doodsbang als ik over het viaduct in Maldegem rijd, je kan je voorstellen dat  ik bijna stierf van angst toen ik voor de eerste keer  op een vliegtuig richting Rusland stapte in 1991 denk ik. Ik staarde ontzet  naar  de roest (waarschijnlijk aan de trap voor het vliegtuig)  en deed snel mijn  gebed, mijn laatste uur was geslagen. Intussen heb ik al veel vliegtuigen beklommen me altijd voorbereidend op het definitieve vaarwel met de akte van berouw en stervend van angst.

    In 2008 ging ik per trein naar de Zoo van Antwerpen met kleindochter Anna'tje van drie jaar oud in een roze buggy. Ik vroeg een plannetje aan de receptie, een Hollandse meid antwoordde dat er geen plannetjes meer waren dus ik begon het bezoek aan de dierentuin zonder plan. Na drie keer een weide vol roze Pelikanen zegde Anna'tje van drie: "Oma, we zijn hier al geweest." Ik had wel gemerkt dat er wel heel veel aandacht geschonken werd aan de pelikanen, maar ik zag op geen enkel ogenblik dat ik drie keer dezelfde route had afgelegd. 

    In Toulon zaten wij op de campus van de universiteit. Ik had sigaretten nodig en vertrok in de richting waar ik anderen naar het centrum had zien trekken. Ik kwam pas na vier uur terug, Francine Vercammen collega uit Hamme, kon het niet geloven en beschuldigde mij van allerlei avonturen onderweg. Ik probeerde mij de huizen onderweg in te prenten, de richting, maar telkens weer herkende ik dezelfde huizen en dezelfde weg maar in de verkeerde richting.

    Moeder woonde bij ons in, ik wou haar eens naar haar broer brengen in Kleit, ik durfde niet langs de Aalterbaan omdat ik niet alle verkeerslichten herkende (ik denk altijd dat de tegenliggers niet zullen weten welke richting te nemen en mij zullen verpletteren) en reed langs ommewegen naar mijn peter Omer in de Thijskensstraat in Kleit. In vogelvlucht is het drie kilometer, ik deed er 50 kilometer over. Niemand gelooft dit, maar zo is het toch. Ik herken altijd de verkeerde richting.

    In 2008 waagde ik een wandelingetje in het centrum met mijn kleindochter in de buggy, richting Gentsesteenweg, daarna rechts, Fabiolalaan of zoiets. Ik vond mijn weg niet terug. In de hemel zag ik het dak van ons flatgebouw, maar er was geen enkele weg die er heen leidde. Uiteindelijk ben ik er toch geraakt via vele omwegen.

     

    15-08-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maldegem en Antwerpen, verenigd in Gent (16 mei 2013).
    https://plus.google.com/photos/116688562905656264433/albums/5882287353110896513?authkey=CNuY84iUz7qjjgE

    Voilà, sommige mensen uit alle windstreken trotseren regen en koude om elkaar te ontmoeten in het verkeersvrije centrum van een van de mooiste  steden in Vlaanderen, GENT! (Ufsia 1961 - 2013)

    Noël De Meulenaere, Emiel De Naeghel, Lambert Geerkens, Luc Hansens, Jozef Heldens, Wilfried Patroons, Jean Timmerman, Jan Umans, Luc van Boven, Louis Van de Straete, Freddy Van Gaever, Jan Van Riel, Jean Walraevens, Raynaldo Wybailli en echtgenoten, verzamelden in de lounge van het Marriott hotel op de Korenlei in Gent.

    Het was een gezellig weerzien tijdens een hapje en een drankje. De mannen komen nu al zoveel jaar regelmatig samen dat zij niet moeten zoeken naar woorden na de eerste handdruk. De dames herkennen elkaar en wisselen nieuws uit over de kleinkinderen. Vroegen paattten zij over de kinderen, maar de mensen  groeien en bloeien en worden intussen ouder, wijzer en rijker aan  jonge familieleden.

    Het was koud voor de meimaand maar een dikke jas en veel gebabbel verwarmden snel de harten.
    We trokken naar de aanlegplaats voor een rondvaart in de binnenstad.
    Gent is ontstaan aan de samenvloeiing van de Leie en de Schelde.
    Deze rivieren  vormden de bruisende aders van de bloei van de stad.

    Allen hebben genoten van het historische centrum en de unieke sfeer die de aanwezigheid van veel water teweegbrengt.

    Rond 13 uur was het verzamelen geblazen voor de lunch in het "Korenhuis" bij het Marriott Hotel. Het was heel gezellig om herinneringen op te halen bij een glaasje en een lekkere maaltijd.

    Na de koffie werd nog gezellig nagebabbeld en daarna trokken we de stad in voor een wandeling en terrasje.

    Het was een geslaagde dag voor deze krasse 75ers, die elkaar na 53 jaar afstuderen nog veel te vertellen hebben en op de hoogte blijven via alle mediamiddelen.

     

     

     


     

     

     

     

     

     



     


    15-08-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    14-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Armoede.

    Na 60 jaar platteland ben ik vijf jaar dorpsbewoner in de herfst van mijn leven en ik heb al veel tijd gehad om rond te kijken en na te denken, nu ik geen grachten, goten, regenputten en afvoerputjes meer moet schoonmaken, takken moet rapen, bomen en struiken moet bijknippen of -zagen, opritten moet ontsneeuwen of bevrijden van bladeren, enz. Ik mis het groen wel, de verschillende schakeringen groen van gras bomen en planten in de tuin na een regenbui.

    Ik heb hier al veel gezien. De straten ogen gezellig en de handelszaken uitnodigend maar voor kinderen is hier niet echt veel meer plaats. Je ziet hier trouwens weinig kinderen in het centrum, ofwel zitten ze op het platteland of ergens opgesloten in een flat, maar hier lopen ze helemaal niet, hoewel alle scholen zich in het centrum bevinden. Sommige grote woningen hebben geen tuintje, soms geen koertje, geen speelruimte voor de kinderen.

    Ik heb eigenlijk niets gemist. Ik merk ook dat het nu niet veel beter is dan in die goede oude tijd. Oorlog, kommer en kwel gelukkig elders, maar toch niet ver weg. Hoe egoïstisch dat ook mag klinken. De berichten over de armoede van een groot deel van de bevolking hier en overal ter wereld zijn alarmerend.

    Armoede vroeger en nu. Ik geloof dat de armoede vroeger minder gezinnen trof. Vroeger konden heel gewone mensen een lapje grond kopen, een huis laten bouwen, ze hadden een tuin met moestuin, soms een stal voor wat kleinvee, dus echte honger hadden de mensen niet. Nu zitten velen gestapeld in een kleine flat.

    Terwijl de basisbehoeften tot ver in de 20ste eeuw zich beperkten tot voeding, kleding en woonruimte, zijn de basisbehoeften van een modern mens in de 21ste eeuw digitale televisie, smart Phone, telefoon, internet, computer, IPod, tablet, plasmatelevisie, verre reizen, korte weekenduitstappen, pretparken  enz.  Deze behoeften horen bij het leven van een modern mens maar slokken een groot deel van het maandinkomen op. De energieprijzen en de kostprijs van zuiver water stijgen de pan uit. Bovendien wil de moderne mens comfort in de woning, vaatwasmachine, droogkast, diepvries, wasmachine en andere dure huishoudelijke apparaten dus de huurprijs van een goed uitgeruste flat of woning is noodzakelijkerwijs zeer hoog. De eigenaar moet immers alles voorzien, laten herstellen of vervangen, de woning onderhouden en belastingen betalen op eigendom en huurinkomsten. Sparen en kopen van een eigen woning is onbetaalbaar geworden voor de meeste gewone mensen.

    Vroeger konden de mensen zelf voor een deel in hun voedingsbehoeften voorzien. Men leefde met weinig comfort, maar zuinig en probeerde van het week- of maandinkomen een deel opzij te leggen, te sparen om een eigendom te verwerven. Dat was toen nog mogelijk, nu is dat veel moeilijker geworden, waarschijnlijk onmogelijk.

    Veel mensen beschikken ook niet meer over een moestuin, het kweken van kleinvee is moeilijker geworden in de bebouwde kom. Vroeger hadden de mensen kleinvee op hun erf, een aardappel- en tarweveld en een moestuin. Was het moeilijk om grote gezinnen met een wisselend laag maandloon van het allernoodzakelijkste comfort te voorzien, de huisvrouwen waren vindingrijk en creatief genoeg om dagelijks twee warme maaltijden en twee broodmaaltijden te serveren voor heel het gezin en ook toevallige bezoekers werden aan tafel uitgenodigd. De dorpsbewoners hadden een volkstuintje. Er was voldoende zomer- en winterkledij. Wij hadden niets tekort maar onze ouders moesten wel heel hard werken elke dag, vrije tijd was er niet echt, laat staan vrijetijdsbesteding. Alleen op zondag werd er niet echt gewerkt.

    Ik denk dat de armen, nu veel armer zijn dan vroeger. Je leest dat sommigen amper drie euro per hoofd hebben per dag om te besteden aan voedsel, dat is de prijs van één krop sla en een half brood, één konijnenmaaltijd.

    Jammer dat onze welvaartsmaatschappij sommige behoeften niet aan banden kon leggen, maatregelen voorzien en hulp incalculeren.

    Zoals ik dat zie, is er geen oplossing meer. Je kunt onmogelijk al de behoeften van het eindeloos stijgend aantal arme mensen invullen.

    Het is erger dan vroeger, veel erger. De toekomst van onze kleinkinderen is weinig rooskleurig.

     

    14-08-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    12-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bedenkingen eind 2013

    Bedenkingen

    Open deuren in de vrieskou.

    Sommige handelszaken laten hun deuren wagenwijd openstaan als het vriest buiten om de klanten uit te nodigen binnenkomen in de zaak. Ik begrijp dat sommigen wanhopig klanten willen trekken, maar ik begrijp niet dat de belastingbetaler moet opdraaien voor die verkwisting. Handelaars kunnen hun kosten van de belastingen aftrekken.

    De mensen worden gedwongen hun huizen te isoleren om te besparen en de winkels verwarmen het voetpad op kosten van de staat.

    Onbegrijpelijk.

    ====================================================================

    Op zondag zouden alle winkels open blijven?

    Waar blijft de zondagsrust, de noodzakelijke levensbehoefte van elk gezin?

    Lichaam en geest hebben één dag per week rust nodig.
    Niet in de handelszaken dus, waar slavenarbeid verricht wordt door winkelbediendes die werken voor een armzalig loontje. Je moet hen eens goed in de gaten houden, wat die mensen moeten doen: poetsen, zemen, dozen voorraden aanvullen, kleren oprapen enz. … en vriendelijk en attent blijven.

    Stel je voor dat er mensen zijn die kleren passen en alles wat hen niet bevalt, op de grond gooien. Kan je je toch niet voorstellen?

    ====================================================================

     

    12-08-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    07-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Concert en tentoonstelling: Eindelijk Vrij?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    JAN WAUTERS en CANTICORUM brengen het concert ‘Eindelijk Vrij?’ en de slavernij in beeld gebracht door kunstschilderes SONJA DE WAELE, in C.C. Den Hoogen Pad van 20 tot 27 september 2015, in Adegem.

     

    Het Gemengd Koor ‘Canticorum’ onder de efficiënte leiding van dirigent Jan Wauters stelt regelmatig de kerkdeuren open om iedereen te laten genieten van de repetities van heerlijke koormuziek en de warme sfeer binnen het koor, momenteel als voorbereiding van het evocatie-concert EINDELIJK VRIJ? naar aanleiding van 150 jaar afschaffing van de slavernij in de V.S.  

    Vandaag moeten we vaststellen dat slavernij nog steeds actueel is. Vandaar de retorische vraag in de titel 'Eindelijk vrij?'. Denken we aan de onrechtvaardige toestand in eigen land voor sommige mensen, aan het contrast tussen rijk en arm in de ontwikkelingslanden en aan de duizenden vluchtelingen die dagelijks de grens naar Europa willen oversteken en eigenlijk niet welkom zijn.

    Dit jaar is het 150 jaar geleden dat de jarenlange en meedogenloze slavernij werd afgeschaft. Het Gemengd Koor ‘Canticorum’ zal dit herdenken met twee concerten op zondag 27 september om 15.30 en om 20.00 uur.

    Het koor brengt gospels en spirituals en wordt begeleid door een jazzcombo, bestaande uit prominente jazzmusici: Stijn Wauters (piano), Greg van Lint (drums), Jean van Lint (bas en zang) en Vincent Mardens (saxofoon).

    De tegenstrijdige gevoelens van de slaven variërend van verontwaardiging, woede, razernij maar ook van hoop, verlangen naar vrijheid en vreugde worden uitgedrukt. Aan de hand van beeldmateriaal en zwarte live muziek staat men even stil bij het onmenselijke van slavernij.

    Op het programma staat een aaneenschakeling van worksongs, spirituals, gospels, blues en jazz. Jonge en oudere zangers zetten hun beste beentje voor om dirigent en pianist te volgen en brengen ontroerende liederen over verlangen naar vrijheid. Het ritme van de meeslepende muziek en zang brengt ons terug naar een katoenveld met katoenplukkers, die er met hun gezang en hun ijver de moed inhielden onder de brandende zon.

    Heerlijk gezang weerklonk al bij het binnentreden van de mooie Sint-Adrianuskerk waar het koor Canticorum open repetitie hield als voorbereiding van de evenementen die op het programma staan.

    Het was bijzonder verrijkend een repetitie te mogen bijwonen en te ervaren hoe de dirigent en koorzangers afgestemd zijn op elkaar.

    Tijdens de repetitie werden prachtige psalmen, hymnen en meerstemmige liederen al dan niet a capella gebracht. De koorleden beschikken over uitzonderlijk muzikaal talent. Het koor telt 49 leden en blijft elke week musiceren en realiseert het een na het andere interessante project. Onder leiding van de begenadigde dirigent was de koorklank van een zeldzame naturel en klonk nooit verkrampt. Er is de voorbeeldige dictie, respect voor theorie, inhoud en betekenis van de liederen. De dirigent nam geslaagde tempo- en interpretatie risico’s die aanstekelijk werkten en waardoor het uithoudingsvermogen van de luisteraar geen moment op de proef gesteld werd.

    De gedurfde, soepele en dynamische contrasten, de feilloze timing en de verfijnde sfeerschepping bewerkten de vele liederen tot een coherent geheel. De vertolking is een absolute aanrader voor alle koorliefhebbers.

    Onze welvaartsmaatschappij, die heel veel kritiek vangt, schept toch de mogelijkheid, de locatie en de gepaste begeleiding om zich te vervolmaken. Dirigent Jan Wauters uit zijn  enthousiasme door de feilloze beweeglijkheid, zijn aandacht voor de zangers en het publiek, om van de voorstelling een gebeurtenis te maken waar je stil, blij en gelukkig van wordt.

    Het wordt een boeiend en ontroerend schouwspel, door de fascinerende evocatie van het onmenselijke van de slavernij maar tevens een gebed, een bede tot mededogen voor hen die nog lijden onder dezelfde meedogenloze toestanden. Het samenspel van muziek, beelden en stemmen geeft troost en voorspelt een betere toekomst.

    ‘EINDELIJK VRIJ?’ de slavernij wordt ook in beeld gebracht op doek, door SONJA DE WAELE, kunstschilderes uit Adegem. Het inlevingsproces startte maandenlang voordien, boeken, beelden, internet, de Afrikaanse gewoonten, Afrikaans voedsel, foto’s van schilderijen en reproducties waren voor haar een bron van inspiratie voor de talrijke schilderijen en schetsen die tentoongesteld worden.

    Zij heeft het thema van de slavernij uitgewerkt in een reeks ontstellende en onthutsende schilderijen, die in de inkomhal van CC Den Hoogen Pad te bekijken zijn vanaf zondag 20 september 2015 tot en met zondag 27 september 2015 tijdens de openingsuren van het cultureel centrum.

    De tentoonstelling is aangrijpend: bij de rubberslaven bijvoorbeeld werden de handen afgehakt als ze niet genoeg rubber leverden per dag, als de katoenplukkers niet voldoende katoen plukten volgden er zweepslagen enz…. De slaven drukken wanhopig lijden uit, ontdaan van elke waardigheid.

    ‘De Hut van Oom Tom’ (1852) van auteur Harriet Beecher Stowe door iedereen gekend, de film ‘Twelve years a slave’, een Amerikaanse historische dramafilm geregisseerd door Steve McQueen en gebaseerd op de autobiografie 'Twelve Years a Slave' (1853) van Solomon Northup en ‘Het negerboek’, het verhaal van de lijdensweg van Aminara, de geletterde negerslaaf, van Lawrence Hille schetsen een beeld van het onrecht dat anderen een medemens aandeden en blijven actueel door de beelden die dagelijks de huiskamer binnenstromen van vertwijfelde mensen op de vlucht, waar niemand raad mee weet of probeert de ogen te sluiten voor het leed.

    Het herdenkingsconcert en de tentoonstelling van 150 jaar afschaffing slavernij, zijn niet vrijblijvend.

    Beiden roepen ons op om elke vorm van slavernij en racisme te veroordelen.

    Daarom werd een heel informatieve bundel aan de scholen bezorgd met de vraag om dit thema ook in de klas bespreekbaar te maken.

    Het concert en de tentoonstelling zijn dus ook toegankelijk voor jonge mensen, zodat zij sommige toestanden in deze wereld en die van vroeger beter zullen begrijpen en dat zij beseffen dat heel wat mensen bekommerd zijn om wantoestanden.

    Wie zich wil voorbereiden op het samenspel van beeld en klank kan de prachtige informatiebundel raadplegen die een beeld schetst van de slavernij overal ter wereld door de eeuwen heen, de afschaffing van de slavernij die gepaard ging met bloedige taferelen in de V.S. 150 jaar geleden en die ondanks de beschaving, de betere materiele levensomstandigheden van heel wat mensen, nooit tot op het bot werd uitgeroeid, maar zachtjes smeulend verder leeft in de huidige samenleving van zogenaamde tolerantie. Het spreekt vanzelf dat dirigent Jan Wauters en zijn koor en schilderes Sonja De Waele dit eerbetoon aan de mens in al zijn kleuren en vormen opeisen en het onrecht van mensonwaardig handelen afkeuren.

     

    De tentoonstelling ‘Eindelijk Vrij?’ van Sonja De Waele is te bezichtigen van 20 tot 27 september tijdens de kantooruren (van 9 00 – 12 00 uur en woensdag van 14 00 tot 17 00 uur.

    Info en reservatie Concert ‘EINDELIJK VRIJ?’ ZONDAG 27 september 2015 om 15.30 en 20.00 u. in Den Hoogen Pad, Adegem.

    Kaarten reserveren kan ook bij de koorleden en jan.wauters@telenet.be of 0484 954344.

    Volwassenen betalen 8 euro; kinderen tot 12 jaar 5 euro.

    Met dank voor de info aan Jan Wauters en Sonja De Waele, foto’s koor Vivianne Veirman.

     

    Alle artikels i.v.m. 'Talent in Maldegem’ werden gepubliceerd.

    Indien u interesse heeft kan u bestellen aan Marianne Posman door overschrijving van 23 euro op het rekeningnummer IBAN BE93 0000 4363 7367 BIC POTBEB1. Ook te koop in Oxfam Wereldwinkel.        


    Bijlagen:
    DSC04911.JPG (1.8 MB)   
    DSC04913.JPG (2 MB)   
    DSC04917.JPG (2 MB)   
    DSCN0467.JPG (7.7 MB)   
    DSCN0474.JPG (7.7 MB)   
    DSCN0480.JPG (7.7 MB)   
    flyer.jpg (133.9 KB)   
    Jan W..jpg (104.6 KB)   
    Koor.png (55.3 KB)   
    Stijn Wauters.jpg (101 KB)   

    07-08-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    06-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jacobus De Brée, uit Maldegem. De Tuinvogel

    Jacobus De Brée, echtgenoot van Juliette De Rijcke.

    Juliette De Rijcke, weduwe van Jacobus De Brée, woonde in het gehucht Karreweg, Maldegem.
    De foto werd genomen in 1935, het jaar van overlijden. Zij was toen  93 jaar.
    Zij was dus vermoedelijk geboren in 1842.  
    Zij kloste kant op zevenjarige leeftijd, tot ze stierf, dus 86 jaar lang.
    Zij had zeven kinderen en talrijke klein- en achterkleinkinderen. 
    De foto is in het bezit van de Tuinvogel. 
    Kantklossen, kantwerk en kantkunst zijn een studie waard.  



    06-08-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    14-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Liliana Mitu uit Roemenië in Maldegem.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Liliana Mitu uit Roemenië, Constanta brengt zes maanden door in Maldegem
    (oktober 2005 - maart 2006).

    Door allerlei omstandigheden had ik de voorbije vijftig jaar, een blijvend contact met mensen die ik ontmoette tijdens taalkampen, school- of studiereizen en uitstappen de wereld rond.  Ik bleef corresponderen met Maria Wipf uit Zwitserland, Concepcion Serracanti uit Spanje, Adi en Patsy Ramsey uit Engeland, Denis Chisholm uit Canada, Sofia Akopova uit Rusland, talrijke anderen en eentje springt er uit, Liliana Mitu uit Roemenië.

    Liliana Mitu, taalkundige Romaanse filologie, beëdigd vertaalster Frans, Italiaans en Roemeens kreeg een staatsbeurs om zes maanden door te brengen in een Franssprekend land, om haar praktische kennis van de Franse taal bij te schaven, hetzij in Frankrijk of in België. Op een of andere manier was Roemenië niet op de hoogte van het feit dat meer dan de helft van de inwoners van België Nederlandstalig is, want Liliana kwam in Maldegem terecht om haar Frans te vervolmaken!

    Zo zijn er nog wel mensen die zich vergissen. Ik had eens een Franse gast die zo verontwaardigd en verbolgen was dat niemand in Brugge Frans sprak. Ze vond het gewoon niet kunnen dat er in Brugge geen Frans gesproken werd. Met handen en voeten probeerde ik die vrouw uit te leggen dat iedereen in Vlaanderen vanaf het vierde leerjaar verplicht lessen Frans volgt, maar dat die taal blijkbaar zo moeilijk is dat velen het nooit kunnen spreken. Toeristen in Brugge komen in contact met hotel- , restaurant- en winkelbedienden die er een beroepsopleiding hebben op zitten waar de kennis van Frans geen prioriteit is. Beleefdheidshalve heb ik er niet aan toegevoegd dat  wij toch ook niet eisen dat de Fransen, Nederlands praten met ons als wij op reis zijn in Frankrijk? Als gastvrouw moest ik me gedragen maar ik had haar graag een Vlaamse oorveeg gegeven. Ze was immers niet tot rede te brengen.

    Soit, Liliana kwam aan in Brussel Zaventem in het holst van de nacht. Zij moest er op vertrouwen dat een taxi haar naar een veilig hotel bracht. ‘s Anderendaags werd zij afgehaald door de directeur van de school waar zij zes maanden stage kon lopen t.t.z. waar ze ingeschakeld werd om parttime les Frans te geven.

    Op die manier kwam ik in contact met de Roemeense Liliana. De directeur had me gevraagd of ik haar logies kon geven. En zo geschiedde. Een kleine, charmante jonge vrouw kwam bij ons aan in oktober 2005. Aanvankelijk liet ik haar maar betijen want ervaring had me geleerd dat te familiair contact met gasten met langdurig verblijf, zou kunnen leiden tot volledig verlies van privacy.

    Nu het viel erg mee. Liliana hield zich bescheiden op de achtergrond. Geleidelijk aan ontdooide ik, bood haar meer ruimte en meer gastvrijheid wat uiteindelijk uitgroeide tot een boeiende vriendschap van geven en nemen. Zij luisterde naar mijn eindeloos geweeklaag en gaf me bovendien altijd gelijk. Waar ontmoet je nog zo iemand? Nergens. Luisteren is voor de mensen geen boeiende bezigheid tenzij je iets nieuws of iets interessants vertelt en gelijk krijgen en geven is ook niet een van de meest voorkomende positieve eigenschappen van de mens. Het is volkomen logisch en normaal dat de mensen meer houden van vrolijke, levendige gesprekken.

    De eenzame muur die ik om me heen had getrokken brokkelde langzamerhand af en haar vriendelijkheid en positieve visie bracht me min of meer terug naar het meer actieve leven en naar mijn dorp. Zij leerde me het centrum opnieuw verkennen per wagen. Ik had het autorijden verleerd maar zij wees me meestal bijtijds de verkeersborden aan die me beletten om verkeersovertredingen te begaan. We dronken koffie in een van de vele cafés en tearooms die Maldegem rijk is en we schuimden de winkels af in de buurt op zoek naar koopjes.

    Mijn man en ik waren toen, zo’n acht jaar geleden nog behoorlijk actief en mobiel in Vlaanderen en we lieten haar meegenieten van familie- of stadsbezoekjes in Sluis, Brugge, Antwerpen, Brussel, de kust enz. 

    Een Roemeense collega van Liliana werkte gedurende een jaar voor een farmaceutisch bedrijf in Gent en af en toe ging zij  eens logeren bij die vriendin en samen ontdekten zij op die manier die schone stad Gent.

    Een andere collega was in dienst als au pair voor een jaar in Parijs en nodigde haar uit voor enkele dagen. Hoewel zij er erg had naar uitgekeken om Parijs te verkennen was de onvriendelijke en vijandige houding van haar Parijse gastvrouw afstotelijk. Ze mocht niet uit haar kamer komen, ze maakte geen deel uit als gast van het gezin, ze kreeg zelfs geen kopje koffie ’s morgens. Liliana verkortte haar verblijf in Parijs wat ik heel jammer vond voor haar. De reis heen en terug was behoorlijk duur geweest, zij had uitgekeken naar een Frans taalbad in een van de mooiste steden op de wereld, zij had geïnvesteerd in geschenkjes voor het gezin waar haar vriendin verbleef maar zij was zo gekwetst door de negatieve houding van die Parijse dame, dat zij terugkwam naar Maldegem.


    Maldegem, ons geboortedorp  waar we ons thuis voelen maar voor haar een plaats waar bijna niemand Frans sprak. Ook een ontgoocheling voor mij want ik had tientallen jaren met hamer en beitel de Franse kennis in de hoofdjes van vele Maldegemnaartjes vastgeslagen maar Liliana beweerde dat hier niemand een antwoord kon geven op een eenvoudige vraag in het Frans, noch op de bus, noch in de winkels, noch in de horecazaken, noch op school. Ik stelde haar een cursus Nederlands voor, maar haar ontgoocheling i.v.m. haar verblijfplaats was te groot, om die uitdaging aan te gaan.

    Stel je voor dat je zes maanden wegtrekt van je eigen land, je eigen stad, je familie en je gezin en je investeert behoorlijk om je “tweede” taal in een taalbad bij te schaven en je komt terecht in Maldegem? Je ontdekt dat er van dat taalbad niets terechtkomt, aangezien er geen enkel mens in de omgeving in staat is te communiceren in het Frans op een of andere manier.

    Tussendoor was Anna, ons enige en eerste kleinkind toen vaak op bezoek en samen bewonderden en speelden wij met dit schone kind. Langzamerhand werd Liliana een lid van het gezin. De maanden vlogen voorbij en het einde van haar verblijf kwam in zicht en ik kon me niet voorstellen dat ik haar nooit meer zou zien. Roemenië lag niet vlakbij de deur en het zag er noch voor haar noch voor mij naar uit dat wij elkaar nog vaak zouden zien.

    Wij schreven elkaar bijna elke dag. Enkele maanden later, in augustus 2006 trokken we voor veertien dagen naar Constanta, Roemenië, in een reusachtig hotel HOTEL ORFEU gebouwd op het strand van de Zwarte Zee. Het was zalig genieten in de snikhete zon op de rand van  het zwembad op twee stappen van de zee. Tussendoor kwam Liliana ons opzoeken en verkenden we de omgeving dank zij de auto van Florentin, haar broer. We ontmoetten haar enige dochter Adela, Ada en haar moeder. Zij woonden niet zo ver van de kust in een van die grote appartementsblokken eigen aan een communistisch regime maar de flat was heel functioneel, degelijk en gezellig ingericht, ook bij haar moeder. De vader van Liliana was enkele jaren voordien gestorven en was altijd ambtenaar geweest wat hun zekere welstand en opvoeding verklaarde.

    Haar familie.

    Liliana en haar familie woonden in een dorp Tulcea, aan de oevers van de Donau. Later, toen de Liliana en haar broer Florentin moesten studeren kwam het gezin in Constanta wonen. Liliana is getrouwd met Costel. Costel had samen met de broer van Liliana aan de universiteit gestudeerd in Galati en had op die manier Liliana leren kennen toen Florentin zijn vriend mee naar huis bracht. Als student had Costel een jaar in NANCY, Frankrijk doorgebracht. Hij logeerde bij een gastgezin en studeerde aan de universiteit. Dit verklaart zijn perfecte kennis van het Frans. Costel werkte op de haven van Constanta als ingenieur, sprak vlot Engels en werd soms op missie gestuurd in West-Europa, zelfs in de stad Charleroi die hij op zijn duimpje kende. Hij onderzocht de mogelijkheden om het Europees groeiend vrachtverkeer via kanalen, rivieren en zeeën te laten verlopen. Florentin werkt als ingenieur op vrachtschepen die de wereld rond varen. Hij is slechts enkele maanden per jaar in Constanta.

    Tijdens een van zijn buitenlandse opdrachten is Costel Liliana zelfs komen bezoeken in Maldegem, in januari 2006 als ik me dat goed herinner. Een heel interessante man die boeiend kon vertellen.
    Liliana en Costel hadden één kind zoals de meeste Roemeense gezinnen en gaven haar van alles het beste wat onderwijs en opvoeding betreft. Hun dochter Adela, Ada sprak vlot Engels, Frans en Spaans en deed haar studies in Constanta en tegen de Hongaarse grens aan de universiteit in Cluj-Napoca, in het westen van Roemenië. Zij is intussen afgestudeerd. Het was een zeer schoon jong meisje, zeer beleefd en vlot.

    Liliana kwam tot in 2012 elk jaar nog eens veertien dagen logeren in Maldegem, dus blijkbaar is de ontgoocheling om haar Frans taalbad enigszins verzacht. Mijn man en ik zijn twee keer naar Roemenië gereisd om te zonnen, te zwemmen en het land een beetje te verkennen. Moest mijn panische angst voor onvoorzichtige taxichauffeurs wat verminderen zou ik mij misschien nog eens tot ginder wagen, een uur taxi naar Zaventem, vier uur vliegtuig, vier uur transport naar Constanta, misschien doe ik het nog wel eens deze zomer. Egypte was zalig in februari maar wordt sterk afgeraden voor Europeanen momenteel.

    Liliana en ik, wij mailen elkaar elke dag, we schrijven elkaar wat we doen of gedaan hebben overdag en wat we denken van bepaalde situaties en mensen. Het is een boeiende soms grappige correspondentie waarom we kunnen glimlachen af en toe. Tenslotte is dit het enige wat telt in dit leven, glimlachen.

     

    Bijlagen:
    Ada Mitu, uit Roemenië (links)..jpg (15.4 KB)   
    IMAG0175.JPG (1.2 MB)   

    14-07-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    13-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Denis Chisholm, Canada, Leopoldkanaal 8 oktober 1944 - 2013
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    8 oktober 1944 – 8 oktober 2013.

    Denis Chisholm,
    Regina, Canada

    in januari 2014 wordt hij 90 jaar,

    belt me op vandaag om te zeggen dat hij 69 jaar geleden aan het Leopold kanaal zat, in Moerhuize.

    Fantastisch dat je nog kan telefoneren 69 jaar later.

    Fantastisch dat je je dit kan herinneren 69 jaar later.

    Erg voor de mensen dat bepaalde data in het geheugen gegrift blijven.

    Erg dat je  bepaalde omstandigheden, gebeurtenissen, feiten, herinneringen je hele leven blijft onthouden.

    Een oude man, een veteraan van bijna 90 staat op ’s morgens en beseft dat het 69 jaar geleden is dat de meeste van de Canadese soldaten, zijn vrienden sneuvelden in Moerhuize, Maldegem.

    Erg dat je je 69 jaar later nog beroerd en ontroerd kan voelen als je je een datum herinnert.

    365 dagen en 365 herinneringen.

    Hij wilde mij dat zeggen.

    En vraagt hij, zouden ze dat vieren in Maldegem volgend jaar,
    70 jaar later?

    We zullen dat eens vragen,  in Maldegem wordt er veel gevierd.

    Tijdens Wereldoorlog I kwamen  de vader en de oom van Denis Chisholm  ons land helpen bevrijden aan de IJzer. Zijn oom Jack Chisholm (29 03 1890) sneuvelde in Kemmel aan de IJzer op 12 november 1915, hij hoorde bij de 27ste Winipeg Regiment in Monitoba. De vader van Denis Chisholm keerde heelhuids terug naar Canada. Tijdens een van de bezoekjes van Denis aan ons land, aan Maldegem, zochten en vonden wij het graf van zijn uncle Jack. Het was een ontroerend moment. Op 12 november 2013 telefoneerde Denis en vroeg ons of er wat gedaan wordt voor de gesneuvelden van  Wereldoorlog I. Ik kon bevestigend antwoorden. Ons land herdenkt begin Wereldoorlog I volgend jaar, in 2014.

    Hou je toch niet voor mogelijk dat de mensen zich vrijwillig lieten en laten afslachten? Het houdt nooit op.



    Jack Chisholm, Canadees, gesneuveld in Vlaanderen tijdens W.O. I wordt gevierd. Hij ligt begraven op de Wulverghem-Lindenhoek Road, miltair kerkhof, graf I.E.21, op 30 kilometer van Ieper. Misschien wordt een portret van hem geschilderd? Tijdens de WAK misschien?


     Denis Chisholm aan 't graf van zijn uncle Jack Chisholm.
     Graven? Dan is alles voorbij.

    13-07-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Denis Chisholm en Moerhuize (1944 -2013)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Denis Chisholm en Moerhuize mei 1944  - mei 2013

    Cpl. Denis Chisholm L 27308, Canadees oudstrijder van de Regina Rifles, Regina, Saskatchewan, Canada.


    MOERHUIZE EN DENIS CHISHOLM


    Op 6 mei 1945 gaf de Duitse generaal Niehoff commandant van Breslau zich over aan de Sovjets en dat was meteen het definitieve einde van Wereldoorlog II in Europa. De bevrijding van Nederland begon in de herfst 1944 en eindigde op 6 mei 1945.

    Op 6 mei 2013 krijg ik een telefoontje van Cpl. Denis Chisholm
    L/27308, Canadees oud-strijder van de Regina Rifles, Regina, Saskatchewan, Canada. Zijn stem klonk vrolijk en sterk. 68 jaar geleden hoorde hij in Nederland dat de oorlog voor allen, voor Europeanen en geallieerde soldaten verleden tijd was. Hij prees zich gelukkig dat hij dit 68 jaar later nog kon vertellen aan mij, in goede gezondheid. Hij betreurde het feit dat heel veel Canadese veteranen al gestorven waren, zijn goede vrienden.

    Hij vroeg me of de mensen in Europa, België, Maldegem nog dachten aan die moedige Canadese soldaten die ons dorp, ons land en Europa hielpen bevrijden.
    Ik kon gelukkig positief antwoorden en zeggen dat er op scholen nog uitvoerig gepraat werd over de bezetters, de bevrijders en de wereldoorlogen. Ik haastte mij te zeggen dat er jaarlijks grote herdenkingen plaatgrijpen in elk dorp of stad van ons land. Ik herinnerde hem aan het Canadees kerkhof in Adegem, de goed onderhouden begraafplaats die nog heel veel bezoekers trekt die er bidden voor de gesneuvelde jonge soldaten. De mensen hier zijn de oorlog, noch de soldaten vergeten. De ceremonieën in Adegem die elk jaar plaatsgrijpen in aanwezigheid van belangrijke vertegenwoordigers van staat en volk en van leerlingen uit alle scholen. Ik haastte me om enkele foto’s via email te zenden van het Leopold kanaal en foto’s te zenden van de Canadese vlaggen die wapperen aan CC Den Hoogen Pad en her en der in het centrum.

    Ik zond natuurlijk de fotoreeks van Henny Sierens (Maldegems wakker) met het Canadese vlaggetje in zijn hand tijdens zijn “performance” aan het monument Go West. Henny doelde met zijn “Performance” naar de mensen die uit ons dorp wegtrokken naar Canada en Amerika maar dat heb ik er niet bij gezegd, het Canadese vlaggetje in de hand van Henny Sierens was belangrijk en de kinderen rondom hem, die aandachtig luisterden. (zie www.cameraobscuramaldegem.be)

    De Canadese veteraan Denis Chisholm is 90 jaar geworden.
    Hij is een oorlogsveteraan die ons land, ons dorp Maldegem, heeft helpen bevrijden in Moerhuize, ongeveer 69 jaar geleden en hij is Moerhuize nog niet vergeten.

    “68 jaar geleden was de oorlog voorbij” zegt hij, “ik was toen 22 jaar”. In de grote gezinnen in Canada kwam men vrijwilligers ronselen voor het leger. Er was zoals hier in ons land nu, weinig of geen werk, het leger bood uitkomst en heel misschien een toekomst. Men beloofde de jongeren een soldij en een goede opleiding. Stel je voor, de jongen Denis, amper zestien jaar oud ‘hij deed er een drietal jaar bij), verliet het gezin, de familie, zijn dorp en zijn land Canada om een militaire opleiding te volgen in Engeland in 1939. Hij nam deel aan de landing van Normandië op 6 juni 1944. Hij is langs Frankrijk, door België getrokken om dorpen te bevrijden en hier in Maldegem, in Moerhuize zat het Canadese leger klem.

    In ons dorp, in Moerhuize sneuvelden de meeste Canadese soldaten. Denis trok door naar Nederland tot 6 mei 1945, tot de overgave van Duitsland. 25 jaar later, in 1970 kwam Denis samen met zijn echtgenote naar Europa en volgde de bevrijdingsroute vanuit Engeland naar Nederland. 

    Vijfentwintig jaar na D. Day besloot Denis Chisholm om samen met zijn echtgenote de bevrijdingsroute vanuit Engeland, via Normandië, Frankrijk naar Arnhem in Nederland over te doen. Op die manier belandde hij in 1970 in Moerhuize, nabij de woning van onze ouders, ik was toen 22 jaar. Mijn buurjongentje Marc De Pauw kwam mij halen omdat ik “Engels” kon en op die manier leerde ik Denis en zijn echtgenote kennen. Aangezien Maldegem toen nog niet over hotels beschikte, nodigde onze moeder die onbekende mensen uit om bij haar te overnachten. Wij nodigden de buurman Cyriel De Pauw uit om te vertellen over de oorlog in Moerhuize (hij woonde vroeger tussen de twee kanalen). Ik speelde de rol als tolk.

    Denis Chisholm wilde absoluut de schuilplaats terugvinden waar hij ondergebracht werd tijdens de oorlog. Het bleek dat hij in de kelder van het huisje van tante Blanca Posman vertoefd had.
    Hij was twee meter groot en hij deed dienst als verkenner in het leger. ’s Nachts kreeg hij het bevel om door het Leopoldkanaal te waden om te onderzoeken wat de Duitsers aan de overkant van plan waren. Moerhuize was voor Denis en voor vele Canadese de verschrikkelijkste ervaring van de hele oorlog geweest.

    In Moerhuize sneuvelden de meeste Canadese soldaten. Denis Chisholm sprak volgende woorden uit in verband met de dood van zijn soldatenvrienden: “The wounded and dead soldiers were taken out. It was one of the most moving experiences of the war.” 

    Urenlang kon hij vertellen over de gruwelijke strijd die de uitgeputte Canadezen in Moerhuize geleverd hadden. 
    Hij had samen met andere soldaten, de oorlog overleefd. Hij kreeg de kans om een loopbaan op te bouwen in zijn thuisland. Hij had onmiddellijk een baan bij de politie en bracht het tot commissaris van de grote stad Regina, hoofdstad van de provincie Sascatchewan.

    0p 17 juni 2013 vierde hij de 66ste huwelijksverjaardag. Hij is dus in 1947 getrouwd met Edith, zij hadden vijf kinderen, Carol, Elisabeth, Margaret, Linda en John en 13 kleinkinderen. 
    John woont in Swift Current, getrouwd met Donna  en is verpleger. Hij heeft twee kinderen. 
    Carol een verpleegster woont aan de meren in Buena Vista. Haar man Dennis Draper is vroeg gestorven. 
    Zij had vijf kinderen, Caroline, Cheryl, David, Leah en Kelli Draper: Cheryl, Kelli en Caroline hebben bij ons gelogeerd. 
    Elisabeth had drie dochters, zij is gescheiden en hertrouwd met een farmer. Ze was lerares, haar nummerplaat van de auto was: TEACHER. 
    Linda woont in Calgary, getrouwd met Jablonski, ze had een zoon een een dochter en ze is gescheiden. Ze was verpleegster. 
    Margaret had een zoon en een dochter.

    Zij vormen een hechte familie en organiseren een grote familiebijeenkomst bij huwelijken en verjaardagen.
    Edith werd 92 op 14 augustus 2013 en de hele familie kwam samen om de 92 kaarsjes uit te blazen van hun moeder, grootmoeder en overgrootmoeder. Het twaalfde achterkleinkind is op komst. Heerlijk om zoiets te mogen meemaken in goede gezondheid.

    Edith en Denis wonen op een prachtig appartement in een groene wijk in Regina en leven nog volledig zelfstandig. Dat is uiteraard niet iedereen gegeven, het is een Godsgeschenk.


    Denis betreurde dat de Indiaanse soldaten, die vooral ingezet werden als verkenner tijdens de oorlog, geen interessante job werd aangeboden bij hun terugkeer. Zij kwamen terug uit de oorlog, zij hadden hun bijzondere diensten geleverd en werden teruggezonden naar de reservaten, de onherbergzame getto's met weinig kans op ontplooiing van talenten.
    Het sierde Denis dat hij dit onrechtvaardig vond.
    Ik heb die reservaten gezien en bezocht, ook in de Verenigde Staten. Het stoorde mij dat zo'n grote, welvarende landen de autochtone bevolking weinig perspectieven bood en zo stiefmoederlijk behandelde. 

    Wij hebben jarenlang gecorrespondeerd, later gemaild (zijn vrouw Edith is al 90 maar kan goed met computers overweg), zij waren echte vrienden meer dan veertig jaar lang. Ze telefoneerden met Kerst, met verjaardagen of om iets vrolijks of iets verdrietigs te melden of om mij te troosten als er iets ergs gebeurde in ons gezin. Echte vrienden.

    Later kwamen de Chisholms om de vijf jaar terug naar België om de bevrijding te herdenken.

    In 1995, vijftig jaar na de oorlog, was Denis vergezeld door een Pools - Canadees luitenant-kolonel Edward E.Staniowski, twee veteranen Dennis Crocket, Fraser Hodgson en twee jonge militairen Kosovo veteranen Stacey Bouck en Brad Wetterstrand, van de Royal Regina Rifles, Saskatchewan, Canada. Zij hebben allemaal bij ons gelogeerd. Ik weet niet hoe vaak ik de kamer van de kolonel heb gepoetst, ik had nog nooit een kolonel gezien, laat staan geherbergd. Tot op heden hebben wij met allen nog contact.

    Stacey Bouck reed zeven honderd kilometer om ons te begroeten in de luchthaven van Toronto. Fraser Hodgson was mijn eerste email correspondent. Hij is intussen overleden.

    Op mijn aandringen stapte het hele gezelschap in uniform naar de school waar ik lesgaf, om aan de leerlingen te vertellen hoe belangrijk vrede was. De zoon van dokter L. De Vriendt, Jo stelde hen ontzettend veel vragen over oorlog en vrede en ik was heel trots op hem. Mijn echtgenoot begeleidde de Canadezen langs de route die zij ‘bewandeld’ hadden gedurende de oorlog.

    Dennis Crocket kwam later terug bij ons logeren en vond de plaats waar hij zwaar gewond werd in de Barenspolder in Nederland en het hospitaal waar hij verzorgd werd in Eeklo. In 1993 zijn wij naar Canada getrokken om hen terug te zien en het uitgestrekte land te verkennen.

    Wij werden er onthaald als vorsten door de gemeenschap van Regina en de Royal Regina Rifles die Moerhuize bevrijd hebben eind wereldoorlog II. Ons bezoek stond rijk geïllustreerd in het dagblad van Regina. Joachim, een van onze zonen bracht twee maanden door in Regina en werd rondgeleid door heel Canada (de natuurparken vooral) en onthaald door de burgemeester van Regina. 

    In 2003 vertrokken wij vanuit Vancouver, de woonplaats van Dennis Crocket. Hij liet ons alle mooiste plekjes zien van zijn streek. Na drie dagen Vancouver huurden wij een wagen en trokken drie weken door de prachtige natuurparken in verschillende provincies, richting Calgary (Stampede) en Regina. Canada is een ontzettend mooi land. 
    Ons vertrekpunt terug naar Europa was de luchthaven van Toronto. 
    Een van de jonge militairen, Stacey Bouck (heel erg gewond geraakt in Kosovo)  die ons bezocht hadden in Maldegem en ook op school was geweest, reed 700 kilometer om ons te begroeten in de luchthaven in Toronto, onvoorstelbaar dat iemand zoveel kilometer wou rijden om ons te begroeten. Later zijn Brad Wetterstrand en de vriend van Stacey nog bij ons komen logeren. 

    Tijdens een van de "Canadese" bezoeken vond mijn echtgenoot het graf van de oom van Denis, gesneuveld in Ieper. Wij vonden het graf ergens op het veld, op een mooi onderhouden kerkhof. Op de foto "zie tekst BATTLE OF LEOPOLD CANAL"staat Denis aan het graf van zijn uncle Jack. Zijn vader had de Eerste Wereldoorlog overleefd maar had gezondheidsproblemen aan de luchtwegen. 

    Voor de Canadezen was het Leopoldkanaal een bloedige herinnering waar zij na al die jaren nog emotioneel op reageren. 

    Meer dan een halve eeuw na de tweede wereldoorlog stonden de tranen in hun ogen als ze vertelden over Moerhuize, hun oorlogsdagen en de vrienden die voor hun ogen opengereten werden. Onvoorstelbaar. Veel van hun vrienden werden begraven op het Canadees kerkhof.

    De oorlog is 68 jaar voorbij en nog klinken tranen in de stem van Denis als hij aan Moerhuize denkt, waar hij zoveel jonge vrienden had zien sterven. Zoals wij sommige gruwelijke ervaringen nooit kunnen vergeten noch verwerken, zijn die Canadezen de gruwel van de oorlog nooit vergeten. 

    Dank u wel Denis Chisholm, voor de bevrijding en de vriendschap. Denis wordt 90 begin januari 2014.

    Bijlagen:
    IMG_0003.jpg (587.2 KB)   
    IMG_0006.jpg (751.3 KB)   

    13-07-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    12-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Denis Chisholm and the Leopold Canal, Moerhuize.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    BBATTLE OF LEOPOLD CANAL,

    OCTOBER 6th to OCTOBER 12TH 1944

     

    OPERATION “SWITCHBACK

     

    The battle at the Leopold Canal involved the fiercest fighting for the Regiment since the landing in Normandy, June 6th, l944.

     

    The Germans were determined to stop our advance so that we could not reach Antwerp, the big port that had been taken by British troops.

     

    On October 6th the Regina Rifles crossed the Leopold in canvass boats, following a huge artillery barrage and flame throwers.  Many casualties resulted in the taking of a concrete pillbox on the far side of the canal.  German artillery and numerous counter attacks kept the Regina Rifles from advancing any further.

     

    There were so many German wounded and dead on our front the Germans asked for a truce so they could pick up their wounded.  Something I will never forget.

     

    During the fighting that lasted only six days the regiment used a six month supply of ammunition and grenades.  The average rifleman threw at least 25 grenades a day.  The fighting, at times, was so close that it turned into hand to hand combat.

     

    I was with the mortar platoon  at the time and was sent across the canal to provide for better communication and fire power.  Our engineers put up a bridge consisting of floating sections so that we could get men and supplies back and forth. One day, in crossing, I fell into the canal and would have drowned had it not been for one of our Indian soldiers pulling me out, under heavy fire.  I did not know who it was until 20 years later when he told me.  A brave man, indeed.

     

    The cost was high.  Over 300 of our men were hit and 5l of these were killed and now lie in the cemetery at Adegem.

     

    The battle of the Leopold is one of the regiment’s “battle honors”.

     

    The war continued on through Holland into Germany for another six months.

     

    I consider that to have served with the Regiment to be a privilege and honor


    picture shows Denis at his uncle Jack's grave in Ypres, died in Belgium First World War.

     

    Denis Chisholm.ATT


    (picture show denis at his uncleLE OF LEOPOLD CANAL, OCTOBER 6th to OCTOBER 12th, 1944

    OPERATION “SWITCHBACK.

    Report by Denis Chisholm (Regina, Canada, almost 70 years later)

    The battle at the Leopold Canal involved the fiercest fighting for the Regiment since the landing in Normandy, June 6th, l944.

    The Germans were determined to stop our advance so that we could not reach Antwerp, the big port that had been taken by British troops.

    On October 6th the Regina Rifles crossed the Leopold in canvass boats, following a huge artillery barrage and flame throwers. Many casualties resulted in the taking of a concrete pillbox on the far side of the canal. German artillery and numerous counter attacks kept the Regina Rifles from advancing any further.

    There were so many German wounded and dead on our front the Germans asked for a truce so they could pick up their wounded. Something I will never forget.

    During the fighting that lasted only six days the regiment used a six month supply of ammunition and grenades. The average rifleman threw at least 25 grenades a day. The fighting, at times, was so close that it turned into hand to hand combat.

    I was with the mortar platoon at the time and was sent across the canal to provide for better communication and fire power. Our engineers put up a bridge consisting of floating sections so that we could get men and supplies back and forth. One day, in crossing, I fell into the canal and would have drowned had it not been for one of our Indian soldiers pulling me out, under heavy fire. I did not know who it was until 20 years later when he told me.

    A brave man, indeed.

    The cost was high.

    Over 300 of our men were hit and 5l of these were killed and now lie in the cemetery at Adegem.

    The battle of the Leopold is one of the regiment’s “battle honors”.

    The war continued on through Holland into Germany for another six months.

    I consider that to have served with the Regiment to be a privilege and honor.

     

    12-07-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    11-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In Memoriam DENIS CHISHOLM, 1925 2015
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Regina veteran

    Denis Chisholm's story lives beyond his death



    Reported by Murray Wood

    This is a copy of an artcile! Not my text!

    His ability to play the bugle was his ticket into the Second World War. The fact that Denis Chisholm was only 16 was something the Canadian Army was willing to pretend it didn't know.

    Chisholm was a storyteller who recalled his experiences for students and members of the community. It was important to him that Canadians know what happened.

    He passed away with his family by his side on Saturday, Jan. 3 at the age of 90.

    But his story remains.

    Chisholm was in Prince Albert when the Second World War broke out. And he wanted to go.

    "'D' company regiment mobilized in PA. We were just kids in high school," said Chisholm.

    "Most of our fathers, mine included, had been in WWI and I don't know at that time it was kind of a patriotic thing you know, the mother country was threatened, Germany was at war and so when the regiment mobilized, a bunch of us went down and we joined up! You were supposed to be 19 years of age. I was a whole 16."

    But it wasn't quite as easy as that. The army sent Chisholm home at first. Then it turned out the Regina Rifles needed a bugler.

    "In those days I'd had a little militia training in the Prince Albert Volunteers and I learned to play a bugle," he said.

    "In those days, in the old army, the army responded to the bugle calls. So I went down and they knew I was underage, so they said you better go home and grow up! So I went home disappointed.

    "The phone rang a day or two later and they said 'Kid, you play the bugle?' I said 'Yessir.' He said, 'How old are ya?' I said '19' and he said, 'C'mon down!'"

    Chisholm landed in Normandy shortly after D-Day, on the same beaches the Regina Rifles had stormed just days earlier. His unit fought through France, Belgium and Holland, where the Canadians fought through mud and water to clear the Scheldt Estuary and a path to the port of Antwerp.

    The Germans destroyed the dykes, flooding the region. It was brutal, dirty, wet fighting for every muddy foot, and is regarded as one of the most arduous battles of the war.

    Chisholm recalled it all too well.

    "At times we used amphibious vehicles called Buffaloes and the others were Weasels and we attacked the dykes, what they called the polders, along the dykes. Most difficult, it was most difficult.

    "We were soaked a lot of the time; most-difficult fighting conditions. Kind of funny, we got the name The Water Rats. The 3rd Infantry Division was called The Water Rats because in North Africa, the big fight down there was Rommell and the British troops were called The Desert Rats so we were called The Water Rats and we were proud of it."

    But if the Canadian soldiers were suffering, Chisholm remembered it was nothing compared to the misery of the Dutch people.

    "It was the coldest winter Europe had experienced in years and those poor people, y'know the Germans, I don't know why or how, but getting towards the end of the war and they were strippping the Dutch of just about everything they had, clothing, furniture. It was awful and they were starving."

    Chisholm said farmers at least had some food but those in the city weren't as fortunate.

    "People were actually starving. I can remember days my own crew, I was a Sargeant and had a crew, and we gave our rations away at times. You couldn't handle it. It was hard to take."

    Chisholm says the Canadian Army and Air Force brought food by truck and parachuted behind German lines to save thousands of lives.

    After going into the war as a 16-year-old and coming out at the age of 22, Chisholm returned, joined the RCMP, then moved to the Regina Police Service where he rose to the rank of Deputy Chief.

    But as always, he was restless, he says, wondering about the countries they had fought to liberate. How had they made out?

    So in 1970, he returned with his wife and they rented a car.

    "We drove the entire route. We started up in Holland, went into Germany, came all the way back to the beaches, all the battle sites we were in. It was really a moving experience."

    Chisholm went back for the 40th and 50th anniversaries of VE-Day as well and was struck by the reception the veterans received.

    "I couldn't believe it. We'd march down the streets and just thousands and thousands of people yelling and throwing flowers and running out and kissing us. It's just hard to describe."

    Chisholm was active in the Royal Canadian Legion and for many years spoke to school children around Remembrance Day, delivering what he felt was an important message.

    "One thing they can never forget, you don't glorify war. War is the most horrible thing there ever was. You don't glorify but you must remember what happened in the past so you don't repeat it again."

    Regina Rifle known for sharing his war experiences with students.
     

    MWood@rawlco.com

    Follow on Twitter: @saskmur



    Bijlagen:
    Denis, Edith, Carol and Marianne.jpg (55.5 KB)   
    denis.bmp (11 KB)   

    11-07-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heinar en Juta Kudevita uit Estland.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ik heb ook heel interessante mensen, Heinar en Juta KUDEVITA  uit Estland leren kennen.

    Ik heb zijn website, http://heinar.webs.com, zijn boeiend levensverhaal vertaald uit het Engels naar het Nederlands.
    Het is echt de moeite waard om eens te lezen.

    Hij heeft zijn levensverhaal geschreven en het is echt interessant om te leren hoe die mensen in Estland behandeld werden de afgelopen eeuw.
    Wij kunnen ons toch maar gelukkig prijzen dat wij in een vrij land wonen.

    Als je de moeite neemt om zijn website te lezen in het Nederlands, dan begrijp je ook beter wat die mensen die eigenlijk niet zo ver hier vandaan wonen, meegemaakt hebben.

    Je kan dan ook beter begrijpen waarom zo veel vreemdelingen hier willen komen.
    Waarom zij hun geboorteland, hun stad of dorp, hun familie verlaten hebben om hier een ander leven op te bouwen.
    Het maakt je deemoedig en meedogend.

    Heinar KUDEVITA kan bijna perfect Engels, heeft eigenlijk zijn land bijna nooit verlaten en kwam nooit in contact met Engelsen of mensen die Engels spraken. Hij heeft nooit Engels horen spreken en toch kan hij perfect Engels. Heel interessant.

    Heinar Kudevita, Tallinn, Estonia.


    11-07-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    10-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kathi en Maria Wipf uit Zwitserland.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Institut St. Michel, 12, rue d’Orléans, Pâturages

    In Pâturages kwam ik terecht in een pensionaat waar ook tijdens de vakantie meisjes logeerden. Ik weet niet hoe dat kwam, er waren Italiaanse meisjes, andere nationaliteiten, de priester van het klooster was een Spanjaard en er waren een twintigtal Zwitserse Duitsprekende meisjes die er één jaar lang kwamen om Frans te leren. Zij waren wat ouder dan ik en zij ontfermden zich over mij.

    Ik mocht tijdens de vakantie naar een speelplein met de tram in Hornu maar zij moesten van ’s morgens tot ’s avonds werken, zolders leeghalen, poetsen en andere karweien,.
    Het is vijftig jaar geleden maar ik vond toen toch dat die meisjes een hondenleven hadden bij sommige van die krengen die hen bevelen gaven. Een religieuze in de keuken sprak Vlaams, soeur Pharahilde, ik ben haar nog niet vergeten. Zij maakte wel lekker eten klaar, bijna zoals thuis.

    Soit door al die Franse kruistochten kwam ik heel bijzondere mensen tegen.

    Het eerste jaar leerde ik de Zwitserse KATHI WIPF kennen. Zij woont nu in Genève. Door haar kwam ik dan weer in contact met Sophia Akopova uit Rusland, maar over haar schrijf ik later nog eens.
    Het volgend schooljaar leerde ik de zus van Kathi kennen, MARIA WIPF.

    De eerste jaren sliepen alle  meisjes in “chambrettes” en we konden elkaar elke avond horen huilen in bed. We huilden van heimwee tot we in slaap vielen. Maria en Kathi troostten mij hoewel ze zelf hunkerden naar de Zwitserse bergen. Het was niet zo erg als in de tijd van Charles Dickens maar bijna zo erg. Later hadden we elk een kamertje. We dronken kraantjeswater dat smaakte naar regenwater. Waarschijnlijk was het regenwater. Op de speelplaats stond een grote boom met bessen. Ik had nog nooit een bessenboom gezien. Thuis had ik vier broers en ik ging in bad met mijn ondergoed aan. Ik herinner me nu nog die natte onderkledij als ik in het pensionaat in bad ging, waar ik nadien niet goed weg mee wist om te drogen. De andere meisjes keken me vreemd aan toen ik uit de badkamer kwam met een stapel natte kleren. Ik dacht dat het zo hoorde.

    Meer dan vijftig jaar lang schreven Kathi, Maria en ik elkaar brieven of telefoneerden elkaar. Het eerste kaartje van Kathi heb ik altijd bewaard. Het was een tekening met lieveheerbeestjes in prachtige kleuren.

    Toen ik in Zwitserland was met de C.M. in 1962 kwam ze mij samen met haar moeder en haar jongste broertje bezoeken. Zij woonden in MURI.

    Toen ik enkele jaren later een groep Maldegemse jongeren vergezelde als onbezoldigde begeleidster (ik betaalde wel mijn reis en hielp de vaat doen van 100 man samen met enkele andere zeer gelovige collega’s, M.-M Audenaert, Adrienne en Clara De Smet, prachtdames trouwens) kwam Maria Wipf mij opnieuw bezoeken.

    Later zijn we een keer langs geweest op reis in Zwitserland en zij heeft enkele dagen bij ons verbleven met haar kinderen op doorreis. Zij hield niet van België. Het was zo een beetje zoals in de film “Heidi”, Zwitsers uit de bergen opgesloten in klooster in de Borinage.

    Tot voor twee jaar kreeg ik elk jaar een prachtige kalender met bergen en handgemaakte cadeautjes voor mijn verjaardag begin januari, altijd heel speciaal een leuk cadeautje te krijgen uit een ver, mooi land. Ze zond me regelmatig pakken chocolade.

    Zij werd later bediende en trouwde met een aannemer KARL GISI (zie internet, hun zoon doet de zaak verder) uit DOTTIKON. Ze hadden drie jongens. Wij schreven elkaar meer dan vijftig jaar lang minstens tien keer per jaar. Ik spaarde postzegels en later nam een van mijn kinderen die hobby over en zij zond altijd de laatste uitgaven, een achttal per stuk zodat er tenminste één postzegel ongehavend bewaard kon blijven.

    Kathi en Maria Wipf maakten mijn verblijf ver van huis draaglijk. Heimwee werd verzacht door blijvende vriendschap.

    Ik kan me nog die grenzeloze, verstikkende eenzaamheid en de eindeloze verveling herinneren van mijn verblijf in Wallonië. Ik had geen lectuur in het Nederlands, geen broers, geen echte familie, geen buren, geen vriendinnen. Het verblijf buiten ons gezin was een nachtmerrie van het begin tot het einde.
    Ik leerde al heel vroeg dat de wereld groter was dan het dorp, de straat waar ik woonde maar hoe meer en hoe verder ik weg van huis vertoefde hoe groter mijn verlangen werd naar “thuis”, hoe meer het heimwee me kwelde.

    Ik kon er de tram nemen, de bus, de trein. Dit lijkt me nu een hele klus maar blijkbaar speelde ik dit ginder klaar.

    Hoe onze moeder de reisweg van Wallonië of van het buitenland naar huis uitstippelde zonder te beschikken over een eigen transportmiddel en de soms zware bagage thuis besteld kreeg is een raadsel.
    Ik raakte toch altijd op een of andere manier terug in het dorp Maldegem en de koffers ook. In Maldegem stond de fiets klaar bij Gustje Blomme, later bij Chris Blomme in de Noordstraat en kon ik zachtjes en verwachtingsvol terugrijden naar “huis”. Al in de tweede bocht van de Rapenbrugstraat voorbij Martha Cochuyt, aan het huis van Zulma Van den Bossche verwelkomde mijn hart en mijn gevoel telkens weer de krom gewaaide bomen langs de weg en het gevoel dat het zicht van die bomen me gaf was werkelijk onbeschrijfelijk. Ik was op weg naar huis, naar mijn ouders en mijn broers, ik was verlost van die andere onbekende en onbeminde wereld en kon me opnieuw onderdompelen in de warmte van mijn eigen omgeving en het normale levenspatroon hervatten bij de familie, de buren en de wijk.

    Dit gevoel is blijven bestaan. Telkens ik huiswaarts keerde van gelijk welk adembenemend, historisch of comfortabel oord in het buitenland of van een ander werelddeel, werd ik gekoesterd, verwelkomd en omarmd door mijn thuishaven, waar de scheef gewaaide bomen en de groene struiken een belangrijk onderdeel vormden van het vertrouwelijk decor.

    Ik kwam van Moerhuize, ik verhuisde naar de Brugsesteenweg in Maldegem en woonde heel mijn leven tussen krom gewaaide bomen, struiken van diverse soorten groen en hagen. In de herfst van mijn leven ben ik verhuisd naar het centrum van het dorp maar ik heb een beetje aarde en struiken meegebracht van “thuis”. De hortensia’s van grootmoeder Livina Colman, de seringen van moeder Bertha, de laurierkers van schoonmoeder Augusta en talrijke andere planten en bloemen die me herinneren aan vroeger, kan ik zien groeien en bloeien als ik door het raam van de woonkamer kijk. Ik heb de moeders meegebracht en kan met dankbaarheid aan hen terugdenken als ik naar de zon kijk.


     

    Bijlagen:
    Kaartje van Soeur Marie-José.jpg (345.8 KB)   
    kamer pensionaat.jpg (502.6 KB)   
    Paturages 1.jpg (101.9 KB)   
    paturages 2.jpg (104.7 KB)   
    St Michel Pâturages.jpg (493.3 KB)   

    10-07-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    09-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Djamel uit Tsjetsjenië in Maldegem.

    DJAMEL UIT TSJETSJENIË IN MALDEGEM.


    Djamel stapte elke week met mij op de bus in de Brugsesteenweg, Maldegem. Hij volgde een cursus Nederlands en ik een cursus Russisch in dezelfde school niet zo ver van het station in Brugge. Zijn moedertaal was Tsjetsjeens, hij kon perfect Russisch, de taal van de bezetter in zijn land en kon zich verstaanbaar maken in het Engels.

    Aangezien we steeds op dezelfde bus zaten heen en terug en ik die man ook al had gezien aan de school toen hij op zijn kinderen wachtte, maakten wij af en toe een praatje tijdens de rit. Hij stapte uit eind Brugsesteenweg, hij woonde in de vroegere rijkswachterkazerne. Hij en zijn gezin stelden het goed hier in Maldegem. Ik had ondertussen ook zijn stralende echtgenote Jamila leren kennen aan de school waar ze de kinderen afhaalde, zij verwachtte toen haar vierde kind, een meisje.

    Djamel was niet echt gemotiveerd om Nederlands te leren, zijn einddoel was Engeland waar zijn broer een bestaan had opgebouwd.

    Naar Engeland, dat schone land, dat ik de laatste 45 jaar zo dikwijls heb doorkruist met hartzeer, want behalve een minderheid heel welstellende mensen zijn de meeste inwoners doodarm. De armoede in de pittoreske plattelandsdorpjes werd in je gezicht gedrukt en de steden met glorieuze historische centra werden omgeven door identieke woningblokken, die ik al kende eind 1966. Telkens werd ik er getroffen door de armoede, de leraren werkten er aan een hongerloontje, de arbeiders en bedienden zaten urenlang op de metro op weg naar hun droevige egale Victoriaanse rijhuisje of naar de troosteloze appartementsblokken in de voorsteden om ’s morgensvroeg weer op te staan en urenlang te metro-en om acht werkuren of meer te kloppen aan naar wat ik vermoed, een hongerloontje.


    Djamel droomde van een veilig verblijf in Engeland voor zijn gezin, in de buurt van zijn broer en ik liet hem in die waan, hij zou het niet begrepen hebben.
    Niet dat hij klaagde over zijn domicilie in Maldegem. Ons dorp was een springplank naar de weelde en de luxe die hem te beurt zou vallen van zodra hij over de nodige papieren beschikte om het Kanaal over te steken met zijn groot gezin.

    Hij legde mij uit dat hij X euro ontving per hoofd en aangezien ik snel kan hoofdrekenen had hij ongeveer een licentiaatwedde zonder een klap te doen. Hij kreeg zelfs 1000 euro per jaar terug van de belastingen hoewel hij nooit belastingen betaalde. Alle herstellingskosten in en rond zijn woning en alle energiekosten werden betaald door de instanties, openbaar vervoer was voor het hele gezin gratis, evenals doktersbezoek en medicijnen voor zes personen. Ik zegde niets maar dacht aan de honderdduizenden mensen die heel hun leven hadden gewerkt en belastingen hadden betaald en nauwelijks rondkwamen met hun pensioentje sinds de economische crisis enkele jaren geleden.

    Het was niet aan mij om te oordelen maar ik vroeg mij af of hij doorhad dat dit schoon liedje niet kon blijven duren. Ik begreep eigenlijk niet waarom een dergelijk jonge man, in de kracht van zijn leven niet mocht werken als asielzoeker zolang hij in België verbleef. Akkoord er is hier weinig werk, maar hier en daar wat bijklussen, een handje toesteken  in een tuin of bij een verhuis bij een bejaarde, om zijn fysieke conditie op peil te houden, kon toch geen kwaad? Hun situatie was irreëel maar blijkbaar gingen zij niet gebukt onder de zorgen. Hij en zijn gezin zongen uiterlijk toch van vreugde en geluk en hadden hoop op de toekomst.

    Buiten de Rijkswachtkazerne hadden ze een mooie moestuin aangelegd en met wat zuinige aankopen in de Aldi kon Djamel zelfs goed sparen. Zijn echtgenote kon heel goed koken en slaagde er in een gezellige sfeer te scheppen op een beperkte ruimte en nodigde anderen uit om eens “Tsjetsjeense” gerechten te proeven. Kortom een gewoon gezellig, jong gezin dat zich goed voelde gedurende enkele jaren in ons dorp. We stonden samen enthousiast te wuiven met ons Belgisch vlaggetje in de Markstraat naar ons Koningspaar Albert en Paola op bezoek in Maldegem enkele jaren geleden. Zij voelden zich thuis, vol vertrouwen en aanvaard omdat zij vriendelijk waren en zich integreerden.

    Djamel kwam uit Tsjetsjenië. Noodgedwongen hadden hij en zijn gezin het land verlaten. Hij was lijfwacht geweest van de voorlaatste dictator en na de regeringswissel werden zij bedreigd. Hij was er gerust in dat niemand zijn gezin zou terugsturen waar vervolging en marteling hen wachtte. Hij had gegronde reden om te vluchten ver weg van zijn geboorteland, gescheiden van zijn echte familie en vrienden. Hij was bang voor repressie en terreur.

    Zij waren gematigde moslims. Zij hadden hier geen moskee om te bidden maar af en toe zag ik hen allemaal samen op een rijtje gewoon in de kerk in het centrum zitten in stil gebed voor een goede afloop van hun avontuur in het buitenland, het rijke Westen. Zij pasten zich aan de omstandigheden en mogelijkheden ter plaatse aan. Het sierde hen.

    Wat op zekere dag gebeurde deed me denken aan de Franse film La Rafle (Roselyn Bosch 2010) en Schindler’s List (S. Spielberg 1993), twee epische filmdrama’s die de vervolging, de arrestatie en de uitroeiing schetsen van Joden tijdens de Duitse bezetting bijna drie kwart eeuw geleden.

    In mei, een maand voor het einde van het schooljaar had het gezin een brief ontvangen met de melding dat zij niet erkend werden als politieke vluchtelingen  en dat zij de nodige voorzorgen moesten nemen om zo snel mogelijk te vertrekken naar hun geboorteland. Blijkbaar hadden zij het niet helemaal begrepen, zij bleven ter plaatse. 

    Op een avond in mei, werd hun woonruimte  bestormd door een politiekorps om Djamel in de boeien te slaan voor de ogen van zijn kinderen en om hem in een politie combi weg te brengen naar een gesloten asielcentrum. Zij werden bovendien beschuldigd van diefstal van de spullen in hun flat.

    Ik had Djamel regelmatig richting Kringloop zien rijden om iets te kopen  en zij hadden zeker niets gestolen. Zij hadden trouwens niets moeten kopen want zij kregen alles gratis van allerlei instanties.

    Jamila kon haar krijsende kroost niet bedaren en begon in paniek enkele spullen te pakken. De kinderen waren panisch. Zij kregen de gelegenheid niet om afscheid te nemen van hun vriendjes op school en in de buurt. Zij konden hun rapport niet ophalen op het eind van het schooljaar. Jarenlange studie in een vreemde taal werd niet beloond met een getuigschrift, zodat ze elders verder konden. De kleinsten begrepen er nog niets van maar ze volgden hun moeder naar de bushalte, richting Brugge station, beladen met rugzakjes. En je kan je ook de vraag stellen wat de klasgenootjes van die kinderen denken en voelen als er regelmatig een mede scholiertje uit de klas geplukt en weggezonden wordt zonder rapport? Geven wij als volwassenen dan het goede voorbeeld?

    Waarschijnlijk verblijven zij ergens ondergedoken maar waar? Wie verwelkomt een gezin met vier kinderen? Waar konden zij heen? Ik had zelf vier kinderen toen ik jong was en kon op één hand het aantal gezinnen tellen waar wij welkom waren voor een paar uurtjes.

    Waar moet je aankloppen met vier verwarde kinderen voor lange tijd? Nergens waarschijnlijk. Jamila heeft me nog één keer opgebeld dat ze tijdelijk een adres had gevonden waar ze allemaal voorlopig terecht konden. Ik heb daarna nooit meer iets van hen gehoord, ze zijn verdwenen van de aardbodem, ondergedoken, verscholen. Het contact is volledig verbroken. Djamel en zijn gezin zijn in rook opgegaan.

    Stel dat onze emigranten naar de V.S. en Canada in de jaren 1900 op die manier behandeld werden? Twee broers van mijn vader, Hector en Leopold vertrokken honderd jaar geleden uit Moerhuize, Maldegem, weg van de armoede en werkloosheid na W.O.I. Zij vonden werk, stichtten een gezin in de V.S. en waren nooit verplicht om terug te keren naar Moerhuize. Zij waren des doods voor de armoede in ons land, ons noodlijdende dorp en zonden pakjes kleren en geschenkjes naar de “behoeftigen” in Maldegem. Stel dat zij teruggezonden werden met hun gezin (Hector had acht kinderen, Leopold vier - zestien Posmannen) na enkele jaren, wat moesten zij hier nog aanvangen, jaren  30? Leopold werd 92 jaar oud, hij heeft 70 jaar contact gehouden met de familie in Moerhuize maar kwam nooit meer terug uit angst opnieuw ondergedompeld te worden in armoede en oorlog.

    Ik doe niet aan research, ik constateer gewoon. 

    Met mijn beperkte talenten en mogelijkheden  kon ik enkel 80 uur per week werken voor school (vak-, vakoverschrijdende personeels-, projectvergaderingen te pas en te onpas, spoedvergaderingen voor allerlei onbenulligheden, administratie, lesvoorbereidingen, jaarplanning per vak, per leerjaar, verbeteringen van toetsen en taken, effectief 22 uur lesgeven en twee uur gratis, leerlingen ronselen, zieke leerlingen begeleiden thuis, afwezige collega's vervangen, talrijke oudercontacten per trimester, eetfestijnen om de zwarte kas te spekken, bijscholingen woensdagnamiddag of tijdens 't weekend godweetwaar, zonder de tijd te rekenen die je moest spenderen aan de confrontatie met weerspannige en school vermoeide leerlingen en hun dreigende, soms onrespectvolle  en agressieve ouders, enz..), de rest van de tijd besteedde ik aan mijn huishouden van zes (soms meer), aan onderhoud van huis en tuin  en inkomsten en uitgaven probeerde ik in evenwicht te houden. Ik was jong en moest vooruit.

    Een maatschappij beheren is waarschijnlijk ingewikkelder dan dat maar een leek kan zien en vaststellen dat er veel geld besteed wordt aan uiterlijk vertoon, brood en spelen voor 'het volk', aan uitzonderlijke lonen voor één kleine groep mensen die het land besturen zodat er onvoldoende middelen overblijven om mensen op de vlucht en anderen in nood daadwerkelijk te helpen. Het is gewoon onaanvaardbaar en onrechtvaardig.

    De situatie van Djamel doet je denken aan de pogroms. We herdenken het eind van de beide wereldoorlogen elk jaar met veel tromgeroffel en uiterlijk vertoon waar niemand aandacht aan besteed maar werken onbewust mee aan de vervolging of de uitzetting van heel veel vluchtelingen, gewone mensen die van een beter leven dromen zonder geweld en honger, een opleiding voor de kinderen en meer sociale zekerheid, weg van een fanatiek, onvrij beleid.


    De aarde, de wereld is van iedereen, elk mens verdient een plekje waar hij zich veilig en goed voelt. Jonge mensen werken voor de zieken, de bejaarden en de kinderen en betalen belastingen. De mensen die wel een goed inkomen hebben, verwachten een rechtvaardige besteding van hun belastingen. Het moet toch mogelijk zijn dat het intellect echt werkt aan de zinvolle verdeling van die gelden voor serieuze opvang van mensen in nood?

    Intussen worden zij soms wel geholpen door vrijwilligers en idealisten die zich inzetten voor de armen, die een onderkomen zoeken soms in leegstaande en verlaten panden, waar ze dan weer verjaagd worden. De huizen horen een ander toe, zijn vaak onbewoonbaar en ongezond. Al die huizen staan gewoon te wachten op een project ontwikkelaar en verschaffen niemand enig comfort. De daklozen zoeken een dak, maar dit is hen niet altijd gegund. Ik beken het eerlijk, als ik een leegstaand huis of flat zou hebben wil ik eigenlijk ook wel huurgeld, ik moet het onderhouden, vernieuwen, leegstand of tweede verblijf taks betalen, belasting op eigendom, ik zou ook niet graag krakers in mijn eigendom hebben. Mits creatief denken en handelen kan ook aan die toestand een mouw  gepast worden. Elkaars noden en belangen laten kruisen.

    Mensen opgegroeid tijdens en na de oorlog hadden zich een andere, betere wereld voorgesteld waar het goed was om te leven voor iedereen na de bezetting. Ogenschijnlijk ging alles goed, arbeiders konden zich een mooi huisje met tuintje veroorloven, bijna iedereen had een autootje, de kinderen hadden de kans om een opleiding te volgen en verder te studeren, er was weinig werkloosheid en armoede te bespeuren, alles ging goed na de oorlog. Bijna iedereen kon leven zonder veel grote (geld)zorgen.

     Heel langzaam is alles aan het veranderen, talloze bedelaars duiken op in het straatbeeld, vreemdelingen niet altijd asielzoekers worden verspreid over het hele land en de meesten onder hen worden meedogenloos en wantrouwig behandeld.

    Vijftig jaar geleden was de bevolking van het centrum van Londen kleurrijk en niemand had er last van. Iedereen paste zich aan en leefde en werkte  broederlijk samen. Waarom is dit hier niet mogelijk een halve eeuw later? 

    Gewone mensen willen niet dagelijks geconfronteerd worden met onmenselijke en onterende situaties van de burger. Je moet je ogen dichtknijpen en alles negeren, maar dit is niet altijd mogelijk. Niet iedereen kan dit.

    Het is verontrustend dat dergelijke hallucinante toestanden nog mogelijk zijn in een democratisch land in het Westen. Ergens is er een ernstige wanverhouding die kan hersteld worden mits logisch en altruïstisch denken, zonder geweld.

    Reactie van de Tuinvogel: Echt mooie realistische tekst, genuanceerd en toch op slakken zout leggende die in heilige huisjes ongestoord rondkruipen, die bevestigt dat je op de rand van de cirkel zit en van daar met verwondering de boel binnenin observeert en er een eigen mening over heeft. Iedereen is op reis of ligt kattenlam van de warmte op apengaaien, te luizig om een poot te verzetten (juli 2013).

     

    09-07-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1


    20-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Valeer Josef Posman, Maldegem.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    VALEER JOSEF POSMAN, 25 juli 1922 – 18 juni 2013.

    "IN MEMORIAM VIRI INSIGNIS”, als aandenken aan een bijzonder man.<

     

    Toen ik vol enthousiasme mijn eerste boek “Herinneringen aan Jozef Posman en zijn vijftien kinderen”, voorstelde vroeg iemand mij: “De Posmannen, heb jij over hen een boek geschreven? Wat is er dan voor speciaals aan de Posmannen?”

    “Niets,” antwoordde ik, “je hoeft toch niet speciaal te zijn opdat iemand over jou zou willen schrijven?” Ieder mens heeft gaven, talenten en gebreken en leeft een lang of een kort leven. Sommigen geven kleur aan hun bestaan, scheppen, creëren of doen gewoon andere dingen die het leven boeiend maken. In de familie Posman en ook in andere families beschikken verrassend veel leden over aparte gaven die zij doorgeven in muziek, theater, film, fotografie, literatuur, zelfs in beeldhouwkunst en architectuur. Anderen genieten gewoon van hun baan, hun gezin, van hun huis, hun tuin of hun moestuin, hun stukje grond op onze grote aardbol.

    Tenslotte worden heel dikke boeken geschreven over heiligen, uitstekende en wansmakelijke wereldleiders en andere personaliteiten waarom niet eens iets schrijven over gewone mensen? Het is ook interessant en gemakkelijker om te lezen.

    Valeer Posman voelde zich gelukkig als hij tijdschriften, kranten en boeken kon lezen.

    Hij was belezen. Hij had veel boeken, onze gemeenschappelijke vrienden.
    Op een dag vroeg hij mij: "Paul De Wispelaere, wordt er nog over hem gesproken of geschreven?"
    Eigenlijk niet, neen. Ik greep mijn kans toen ik WAK reporter was in april -mei 2013.
    We hebben samen Paul De Wispelaere in Moerhuize bewierookt. Paul De Wispelaere beschreef zijn tuin en zijn wereld (Moerhuize) en de mensen om hem heen. Plattelandsbewoners weten en horen alles van elkaar en vertellen alles verder dus wij kenden iedereen die Paul De Wispelaere beschreef en we konden eens glimlachen

    Hij hield van gedichten. De geheimtaal van poëzie was noodzakelijk voedsel voor hem. Het leven moest een beetje een mysterie blijven. Elke brief eindigde met een gedichtje, de dichter werd zelfs in 't kort toegelicht.
    Hij hield van klassieke en hedendaagse muziek, van poëzie en van schilderkunst. De fraaie schilderijen van Jef Van Maldegem, van schoonzoon Marc Martens en schoondochter Mia Rooze koesterde hij.

    De mensen glimlachten en zegden: “Valeer Posman is hier geweest”. Wonderschoon als de mensen zoiets zeggen over jou. Hij was een aantrekkelijk man, hij had de gave te luisteren en hij wist heel veel boeiende dingen te vertellen, met een kwinkslag er tussen. Hij was een vriend van de mens, een humanist, een filosoof en hij veroordeelde niemand.

    Hij was de eerste kleinzoon van Jozef Posman en zijn tweede echtgenote Leonie Laureyns, in België (twee ooms Leopold en Hector waren uitgeweken naar de Verenigde Staten en hadden al kinderen). Hij heeft Jozef Posman nog gekend.

    Zijn tante Marie Thijs (moeder van Nelly Impens, Bloemestraat) woonde naast mijn andere grootmoeder, Livina Colman in Broekhuize. Op die manier heeft hij nog gespeeld met mijn tante, Mariëtte Cochuyt (°23 augustus 1923), dochter van Livina Colman en August Cochuyt.

    René Posman en Célina Thijs woonden aanvankelijk in een klein huisje waar nu de garage van Jackie De Jaeger is, in de Noordstraat. Valeer Posman is daar geboren. Later is het gezin verhuisd naar de woning enkele tientallen meter verder die ze tot het eind van hun leven bewoond hebben. De tweewoonst staat er nog en wacht gewoon tot iedereen klaar is om een periode af te sluiten en definitief afscheid te nemen.

    Het Molentje en de Molenberg waren honderden jaren de spil van sociale contacten voor de inwoners van de omgeving. Het erf van vader René Posman kwam uit op de Molenberg, dus zijn kinderen,Valeer, Denis (1924 1930), Simone, Georges en Denis (1931 - 1991) hebben het leven rond de molen meegemaakt.

    Hij koesterde de foto’s van zijn achterkleinkinderen Jacob, Helena, Bastian en Anne-Laure en schreef kinderliedjes voor hen. Prachtig zo oud worden en je gezin zien groeien! Hij was fier op de kleinkinderen die elk op hun manier hun weg gevonden hadden. Hij hield van allen, had het beste met hen voor, deed zijn best om de contacten te onderhouden en genoot van alles wat goed was. Hij was trots op alle verwezenlijkingen van zijn familie, concerten, reünies, uitgaven van dichtbundels of boeken. Hij was aanwezig op huwelijken, herdenkingsmissen en begrafenissen van de familie. Hij leefde mee met het wel en wee van zijn kringen.

    Hij hield ook contact met de uitgeweken familietak Posman in Newark, de Verenigde Staten (de kinderen, kleinkinderen van Leopold en Hector Posman).

    Zijn echtgenote Bertha Van Rie ging heen (22 11 2008) en werd gemist in dit hechte gezin. Elk overlijden slaat diepe wonden.

    Ik heb Valeer bewonderd tot op het einde. Hij wist dat het niet goed ging, zijn hart was verzwakt door een hevige verkoudheid tijdens de laatste lange winter en hij wist dat het einde naderde. Hij had tranen in zijn ogen want tot voor kort voelde hij zich behoorlijk goed, hij had nog heel veel plannen. Hij werd omringd door alle goede zorgen en de allesomvattende liefde van zijn kinderen en kleinkinderen en hun gezin. Hij was terecht fier op hen.

    Hij kon heel goed schrijven ook. Hij schreef artikeltjes voor diverse bladen en gaf interviews ten beste op Radio Saturnus.

    Hij had een mooi handschrift, al zijn teksten waren overzichtelijk gestructureerd met zeer informatieve inhoud en heel wijze en grappige bedenkingen. Hij hield de stambomen van alle verwante families nauwkeurig bij en vulde die aan bij elke geboorte of overlijden. Hij noteerde al zijn herinneringen aan zijn leven, aan zijn dorp en zijn geliefde wijk, ’t Molentje, de Noordstraat in Maldegem.

    Valeer was gastvrij. Je hoefde geen weken op voorhand af te spreken om eens langs te komen. De achterdeur was altijd open en je werd altijd verwelkomd met een glanzende blauwe ogen glimlach.

    Voor mijn boek II “Nostalgie naar het levendige dorp”, overhandigde hij mij geestdriftig zijn notities over de bewoners van de Noordstraat vanaf beginjaren 1900. Samen reconstrueerden wij min of meer de gezelligheid, de sociale betrokkenheid tussen de gezinnen en de winkeliers die een dorp levendig maken. Hij was een verwante ziel. Hij kon goed vertellen want hij had een enorm geheugen.

    Hij was een fervent voetbalfan. Hij was voorzitter van de K.S.K. Maldegem. Tot voor kort woonde hij al de voetbalmatchen bij op het voetbalveld dat hij zag liggen vanuit zijn keukenraam. Hij ontmoette er andere sportliefhebbers, hij bleef jong van hart. Hij analyseerde deskundig een wedstrijd bij voorkeur tegen de mening van de supporters en van de trainer in.

    Valeer Posman heeft zelfs een boek geschreven over de “K.S.K. Maldegem 1920 – 1995”, over de geschiedenis van het voetbal in Maldegem, samen met Jozef Van Craenenbroeck. Het is een opmerkelijk werk vol foto’s waar talrijke Maldegemnaars in woord en beeld werden gebracht. Een document over een eeuw Maldegem met heel bekende namen die nu nog voortleven in ons dorp.

    Hij voelde zich goed als hij anderen een plezier kon doen dus was hij eigenlijk bijna van een andere wereld in onze maatschappij. Tot enkele maanden geleden bezocht hij zijn broer Georges, zijn kinderen, zijn kleinkinderen, zijn vele neven en nichten in Maldegem, de nazaten van zijn grootvader Jozef Posman. De aanverwante familie Thijs droeg hem op handen en ook bij de familie van zijn echtgenote Bertha Van Rie was hij een graag geziene gast. Hij bleef in contact met allen die hij graag zag.

    Valeer Posman was bovendien een edelmoedig mens. De voorbije twintig jaar ontmoette ik hem regelmatig in ziekenhuizen in de buurt en verder. Hij bracht vrienden en kennissen die niet over een auto beschikten naar het ziekenhuis en wachtte geduldig tot zij terug kwamen na de raadpleging van een of andere specialist. Waar vind je nog zo’n mensen?

    Hij stond altijd klaar voor zijn groot gezin, zijn familie en zijn kennissenkring was enorm uitgebreid mede door een van zijn verwoede hobby’s: bijen kweken. Hij was imker. Zijn tuin staat vol met bloemetjes voor de bijen.

    Hij had de microbe geërfd van zijn vader René en zijn nonkel Ferdinand om bijen te verzorgen en te kweken. Valeer en zijn broer Denis waren enthousiaste imkers, zij hielpen hun vader en hebben later de vrijetijdsbesteding overgenomen. De zomer stond in het teken van de zoemende en dansende “bijen” en hun productie. Ze hadden bijenkorven in alle windstreken van de gemeente, Vake, Butswerve, Prinsenveld, de Fortuinstraat, Moerhuize, op alle bloemenrijke plekjes in hun geliefd Meetjesland. Na maandenlange zorg voor de bijtjes werd de honing puur natuur verkocht in bokalen.

    Op die manier hadden beide broers een uitgebreide kring vrienden en kennissen in en rond Maldegem. Zij konden het landschap lezen. Zij associeerden hun bedrijvigheid met dienstbaarheid. Zij hadden een soort embleem, een wapenschild“D’GEKROONDE BYE-KORF”. Al zijn brieven zelfs zijn rouwbrief, werden ingeleid met het embleem als laatste eerbetoon. Ontroerend hoe de kinderen hun vader omarmen tot bij zijn heengaan.

    Valeer Posman werd geboren kort na Wereldoorlog I als oudste zoon van René Posman en Célina Thijs op het Molentje, Noordstraat Maldegem.

    Valeer ging naar school in de Broederschool en volgde zijn middelbare studies in het K.A. in Maldegem en in de normaalschool in Gent tijdens Wereldoorlog II. Hij had les van Achilles Mussche. Het was toen eigenlijk een hele prestatie èn voor de ouders èn voor de kinderen om verder te studeren. Het was niet zo evident om als kind van gewone mensen een plaats te verwerven bij de ‘intellectuelen’ van het dorp. Maar hij en zijn broers slaagden er in. Zij waren een stimulans voor de andere familieleden.

    Toen de laatste windmolen in Maldegem werd afgebroken en de Molenberg met de grond werd gelijk gemaakt rond 1946 hebben de zonen van René Posman, de broers Denis en Valeer Posman de bouwgrond gekocht. Na zijn huwelijk op 14 juli 1949 woonden Valeer Posman en Bertha Van Rie aanvankelijk in een van de woningen rechtover Tandarts Smitz (vroeger ’t Schortje). Na het huwelijk van Denis hebben ze samen een mooie tweegezinswoning laten optrekken op de “Molenberg”.

    Nu staan overal mooie huizen in ons dorp, maar toen, beginjaren 50 was dit moderne hoge huis heel speciaal, je zag dat nergens. Het dak reikte hoog naar de top van de molen. Als ik er voorbij sjokte door regen en wind met mijn krakkemikkig fietsje, dacht ik altijd, ik ga ook verder studeren dan woon ik ook in een mooi huis.

    Valeer gaf les in het K.A. Maldegem en zijn oud-leerlingen herinneren zich zijn gedrevenheid, zijn enthousiasme, zijn aanmoediging om te studeren maar vooral ook de aangename verteluurtjes op vrijdagnamiddag.

    Valeer was trots op zijn familie en hield contact met alle familieleden. Ik weet niet hoe hij het durfde in het drukke verkeer maar als negentigjarige, trok hij tot eind 2012 met zijn auto her en der om iemand te bezoeken of om gewoon eens te informeren hoe het met iedereen ging. Hij had zich een glanzende nieuwe wagen gekocht. Hij voelde zich meestal jong van hart en had een druk leven.

    Hij was trots op zijn kinderen Martine, Dirk en Luc en hun gezin, op zijn kleinkinderen, Sarah, Willem, Annemie, Michaël, Gerlind, Florian, Bart en Steven en hun gezin. Hij volgde bezorgd en fier hun leven. Hij was fier op zijn dochter Martine die elke dag langs kwam, na een drukke dag op het gemeentehuis, op weg naar Middelburg waar de zorg van haar groot gezin op haar wachtte. Zijn zonen en schoondochters hielden van hem en stonden hem bij in woord en daad.

    Elk leven gaat gepaard met vreugde en verdriet. De jongste zoon Luc is plots overleden op 18 mei 2008. Luc was een gedreven leraar in de Rijksmiddelbare school, het K.A. in Maldegem. Luc was geliefd. Valeer en zijn gezin hadden ontzettend verdriet bij het onherroepelijk heengaan van Luc. Tijdens een aangrijpende kerkdienst nam de familie sereen afscheid van een geliefde echtgenoot, zoon en vader.

    Mijn mentor Valeer Josef Posman is overleden op 18 juni 2013. Hij wordt 91 jaar op 25 juli 2013. Hij was de motor van mijn boeken, de levensvreugde van mijn oude dag. Ik startte met vijftien bladzijden met zijn goedkeuring en heel enthousiast fluisterden hij, zijn broer, zijn neven en nichten veel herinneringen in mijn oor en haalden prachtige foto’s en documenten uit de kast. Hij had ontzettend veel interessant materiaal, foto's en postkaarten van Maldegem centrum door de eeuwen heen. Ergens dook er een postkaart op met de "Berlinstrasse" in Maldegem...... Hij had zoveel meegemaakt.

    We waren zo ontgoocheld als om een of andere reden een postkaart niet was ingelast in het boek tijdens het drukken.

    "Het Schortje" in de Noordstraat bijvoorbeeld stond er niet in. Het was dan wel moeilijk voor de lezer om een beschrijving te lezen van een straatgedeelte, zonder de foto.

    Ik had ook de molen van de Molenberg niet teruggevonden voor de kaft van mijn boek III. Op een of andere manier was ik het spoor bijster tussen mijn duizenden gescande en andere familiefoto's, maar ik vond het jammer toen ik zijn ontgoochelde blik zag. Ik had beter mijn best moeten doen. Geduld is jammer genoeg niet een van mijn eigenschappen. Als ik de kaft zie van mijn "misdaad"verhaaltje zie, spijt het me nog dat ik niet beter had gezocht.

    Op 7 juli 2011 na de uitgave van mijn eerste boek schreef hij me:

    "Het moet moeilijk geweest zijn om alle nazaten van Jozef Posman op te sporen. Ik kon niet vermoeden dat er zoveel waren. Jan Posman tekent ze allemaal in zijn artikel over het “Posmaniërisme” als hij over Lucien Posman schrijft: “Had ik maar de eigenschappen die van de maestro zo’n aangenaam en geliefd mens maken, die ouderwetse levensvreugde, die verblijdende sociabiliteit, dat fascinerend samengaan van intellect en hartwarmte! Voilà, daar staan ze, de eigenschappen van de Posmannen.”

    “Het is goed dat het boek geschreven is. Misschien wekt het hier of daar gevoelens van genegenheid en toenadering op." schrijft Valeer. “Ik zal het boek Jozef Posman een plaats geven bij mijn bijbel, tussen het Oud en Nieuw testament. Het Oud voor hen die ons zijn voorgegaan. Het Nieuw voor de komende generatie, opdat ze hun weg zouden vinden.” (07 07 2011)

    En inderdaad, door hem, zijn inspirerende en enthousiaste kracht ontmoette ik een hartverwarmende groep familieleden en heel veel andere vriendelijke mensen. De laatste zin was ook typisch voor Valeer. Hij was een gelovig man en hij was bezorgd over het welzijn en het geluk van de volgende generatie. Hij bracht glans in de ogen van een ander.

    Rust zacht, Valeer, je was een bijzonder man. Je blijft voor altijd in ons hart. (verwoord door en met de hulp van D. M. J. L. en M. Posman).

    Link naar de foto's Noordstraat van Valeer:

    https://plus.google.com/photos/116688562905656264433/albums/5890791773231729809

    https://plus.google.com/photos/116688562905656264433/albums/5890791773231729809

    https://plus.google.com/photos/116688562905656264433/albums/5890791773231729809

    Met dank aan ons regionaal blad “Vrij Maldegem” voor het publiceren van de reportages (Drukkerij-Uitgeverij Van Hoestenberghe N.V. Boudewijn Lippensstraat 11, Maldegem).

     

     

     

     

     

    Bijlagen:
    2011 Boek Jozef Posman (1).JPG (2.3 MB)   
    De Molen, Molenberg.jpg (46.6 KB)   
    Denis Posman 2.jpg (7.1 KB)   
    Denis Posman.jpg (9.4 KB)   
    Hoekje Molenberg (1).jpg (92.9 KB)   
    IMG.jpg (583.8 KB)   
    IMG_0001.jpg (1.2 MB)   
    IMG_0001.jpg (1.2 MB)   
    IMG_0002.jpg (634.4 KB)   
    IMG_0002.jpg (634.4 KB)   
    IMG_0010.jpg (235.9 KB)   
    Leonie Laureyns 25 02 1959-24 97 1935.jpg (6.7 MB)   
    René Posman.jpg (634.4 KB)   
    Simone Posman dochter René 22 06 1947.jpg (765.5 KB)   
    Valeer en Bertha Posman - Van Rie.jpg (535.8 KB)   
    Valeer Posman (14.1 KB)   
    Valeer Posman en zijn overleden klein broertje Denis..jpg (5.6 KB)   
    Valeer, afscheid.jpg (4.6 KB)   

    20-06-2013 om 00:00 geschreven door Marianne Posman 1




    Archief per week
  • 27/05-02/06 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 26/01-01/02 2009

    Foto

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    joggingclubmelsen
    www.bloggen.be/jogging
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs