De Franse nederlaag in Dien Bien Phu in 1954 betekende het einde van hun kolonie...Indochine. De daaropvolgende conferentie van Geneve splitste het land (voorlopig) in het communistische noord-vietnam en het westerse zuid-vietnam, in het midden gescheiden door de 17de breedtegraad. De afgesproken verkiezingen werden verhinderd o.m. door de Amerikanen, die het gat, opengelaten door de vertrokken Fransen, meteen hadden gevuld. Zij vreesden dat verkiezingen het land zouden herenigen...onder communistisch bewind. Daarmee ontstond de 'domino-theorie' (gehanteerd door de presidenten Kennedy, Johnson, Nixon)....als een steentje valt, dreigen ook andere steentjes omver te vallen, met het gevolg dat uiteindelijk heel zuidoostazie ten prooi zou vallen aan het communisme. Noord-Vietnam plus de vrijheidsstrijders Vietcong bleven vechten voor hereniging. Het Tonkin-incident (torpedojager maddox die door noordvietnamese patrouilleboten was beschoten) betekende het sein voor amerikaans...militair optreden. Johnson startte 'rolling thunder'...constante bombardementen op Hanoi en Noord-Vietnam. En de oorlog escaleerde, generaal Westmoreland bleef troepenversterkingen vragen en krijgen....tot in 68 de strijd vastliep, ook op binnenlands protest (uitzichtloze Johnson stelde zich niet herverkiesbaar). Onder Nixon vonden de jarenlange vredesbesprekingen van Parijs plaats (met Kissinger en Le Duc Tho voor N-Vietnam, ook Z-Vietnam en Vietcong waren vertegenwoordigd). Intussen ging strijd door tot 1975 met overwinning van Vietcong/N-Vietnam tot gevolg, waardoor Z-Vietnam zijn legitimatie verloor.