Elke dag zie je toeristen, plannetje in de hand, richting Vo Van Tan, waar het War Remnants Museum zich bevindt. Wreedheden van de Amerikanen (o.a. My Lai) worden er uitgesmeerd. Naast de CuChi tunnels, 'n 70tal km verder, is dit een van de enige plaatsen in en rond Saigon die refereren aan de Amerikaanse oorlog. Tenzij misschien het Reunification palace, dat zijn naam pas kreeg na de hereniging in 1975, maar waar Ngo Dinh Diem begin jaren 60 huisde. Dat was de katholieke, corrupte, door de Amerikanen gesteunde zuidvietnamese regeringsleider die de boeddhisten benadeelde. Op de hoek van het drukke kruispunt Cach Mang Thang Tam en Nguyen Dinh Chieu staat trouwens een monument ter ere van de boeddhistische monnik die zich als eerste uit protest tegen die achterstelling in brand stak. Amerikaanse oorlogskerkhoven zijn er niet, de meer dan 50.000 gesneuvelden werden in 'body bags' naar het thuisland overgebracht. Op het hoogtepunt waren er meer dan een half miljoen Amerikanen in Vietnam. Maar zij niet alleen, zij hadden steun van bondgenoten, Philippijnen, Thai, Australiers en ....Zuidkoreanen en die gingen er ook soms 'My Lai-gewijs' met de vuile voeten vandoor. Van een echte battle is nooit sprake geweest, tenzij het Tet-offensief begin 68, vooral in de provincie Quang Tri (Hue), waar de vietnamese 'zandloper' het smalst is. Vietcong paste veelal de guerilla-tactiek toe en de Amerikanen namen veelal hun toevlucht tot snelle 'rush-and-go' operaties met hun talloze helicopters. In het zuiden werden Amerikanen niet bepaald als vijanden gezien, zij vochten immers met het leger van zuidvietnam. Een Australische veteraan vertelde me dat bij landing
in Danang zij ervan overtuigd waren, stengun in de knuist, een stevig
robbertje te moeten vechten.....zij werden echter verwelkomd door meisjes die hen bloemen en coca cola aanboden......