Inhoud blog
  • Overlijden Robert De Telder
  • Corona
  • Chronologische schema's - afbeeldingen - vanaf de Grote Vloed tot de Spraakverwarring
  • Joeja
  • De eerste drieduizend jaar, hoofdstuk 1
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    KRONOS
    chronologie - archeologie - oudheid
    26-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De zeven brieven van Christus aan de zeven Gemeenten in Asia.

    Met onze aflevering van 28.05.2019 op dit blog behandelden we de brief van Christus aan de engel van de Gemeente te Efeze. Zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1558908000&stopdatum=1559512800

    Deze week vervolgen we onze serie met de brieven van Jezus Christus aan de engel van de Gemeente te Smyrna en aan de engel van de Gemeente te Pergamus. Hierna volgt de brief aan Smyrna:

    Openbaring 2:8 En schrijf aan den engel der Gemeente van die van Smyrna: Dit zegt de Eerste en de Laatste, Die dood geweest is, en weder levend is geworden: 9 Ik weet uw werken, en verdrukking, en armoede (doch gij zijt rijk), en de lastering dergenen, die zeggen, dat zij Joden zijn, en zijn het niet, maar zijn een synagoge des satans. 10 Vrees geen der dingen, die gij lijden zult. Ziet, de duivel zal enigen van ulieden in de gevangenis werpen, opdat gij verzocht wordt; en gij zult een verdrukking hebben van tien dagen. Zijt getrouw tot den dood, en Ik zal u geven de kroon des levens. 11 Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt. Die overwint, zal van den tweeden dood niet beschadigd worden. (Statenvertaling)

     

    De naam Smyrna betekent bitter en dit heeft uiteraard een betekenis voor de tijdsperiode die we nu gaan behandelen. Zoals in de vorige aflevering meegedeeld hebben de brieven een viervoudige toepassing: (1) lokaal, naar de Gemeenten die in 93 AD daadwerkelijk werden aangesproken; (2) vermanend, voor alle Gemeenten in alle tijden als beproevingen waarmee ze hun ware spirituele staat in de ogen van God kunnen onderscheiden; (3) persoonlijk, in de vermaningen aan hem "die een oor heeft", en in de belofte "aan hem die overwint"; (4) profetisch, als het onthullen van zeven fasen van de geschiedenis van de Gemeenten tot het einde. Het is de laatste toepassing die met dit artikel vooral aandacht krijgt.

    De plaatsnaam Smyrna komt niet in het Bijbelboek Handelingen noch in enige apostolische brief voor. Dat er een Joodse Gemeente te Smyrna was is duidelijk. Zoals in de aflevering over de brief aan de engel der Gemeente te Efeze vermeld zijn de zeven brieven aan de engelen van de Joodse Gemeenten gericht. Het laatste boek van de Bijbel in het Nieuwe Testament gaat inhoudelijk volledig over het herstel van Israël in de toekomst, zowel geestelijk als nationaal in het oude land der vaderen.

    Openbaring 1:1 De openbaring van Jezus Christus, die God hem gegeven heeft, om Zijn dienstknechten te tonen de dingen, die haast geschieden moeten; en die Hij door Zijn engel gezonden, en Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven heeft; 2 Dewelke het woord Gods betuigd heeft, en de getuigenis van Jezus Christus, en al wat hij gezien heeft. (Statenvertaling)

     

     

    © Map Public Domain, bewerkt door de auteur. De zeven Gemeenten in de Romeinse provincie Asia kregen op de kaart een blauwe omkadering.

     

    Profetisch gezien stelt de Smyrna-Gemeente de historische periode voor van de reis van Israël door de wildernis op weg naar het Beloofde Land. Met de vorige aflevering hebben we gezien dat de Efeze-Gemeente model stond voor de periode vanaf de Exodus uit Egypte tot aan het uitzenden van de twaalf verspieders in Kanaän en het ongeloof toen van de volwassen generatie het land in geloof binnen te trekken en in bezit te nemen. Veertig jaar lang zouden zij daarop in de wildernis verblijven tot die generatie van twintig jaar en ouder van de exodus in de woestijn gestorven waren. De nieuwe generaties die in die periode opgroeiden stellen de Gemeente te Smyrna voor. Zij groeiden in geloof tot volwassenheid op, terwijl de generatie die eerder door ongeloof weigerde het Beloofde Land binnen te trekken op veertig jaar tijd lichamelijk aftakelden en stierven. Deze laatsten zijn dan de lasteraars die in vers negen vermeld worden. De gelovige jonge generatie wordt in Openbaring 2:9-10 aangemoedigd hun verdrukking en armoede te ondergaan en geen vrees te hebben van wat zij lijden moesten. Wanneer we Schrift met Schrift vergelijken is het hierna volgende Bijbelgedeelte toepasselijk voor de Smyrna-Gemeente:

    Numeri 14:28 Zeg tot hen: Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de HEERE, indien Ik ulieden zo niet doe, gelijk als gij in Mijn oren gesproken hebt! 29 Uw dode lichamen zullen in deze woestijn vallen; en al uw getelden, naar uw gehele getal, van twintig jaren oud en daarboven, gij, die tegen Mij gemurmureerd hebt. 30 Zo gij in dat land komt, over hetwelk Ik Mijn hand opgeheven heb, dat Ik u daarin zou doen wonen, behalve Kaleb, de zoon van Jefunne, en Jozua, de zoon van Nun. 31 En uw kinderkens, waarvan gij zeidet: Zij zullen ten roof worden! die zal Ik daarin brengen, en die zullen bekennen dat land, hetwelk gij smadelijk verworpen hebt. 32 Maar u aangaande, uw dode lichamen zullen in deze woestijn vallen! 33 En uw kinderen zullen gaan weiden in deze woestijn, veertig jaren, en zullen uw hoererijen dragen, totdat uw dode lichamen verteerd zijn in deze woestijn. 34 Naar het getal der dagen, in welke gij dat land verspied hebt, veertig dagen, elken dag voor elk jaar, zult gij uw ongerechtigheden dragen, veertig jaren, en gij zult gewaar worden Mijn afbreking. 35 Ik, de HEERE, heb gesproken: zo Ik dit aan deze ganse boze vergadering dergenen, die zich tegen Mij verzameld hebben, niet doe, zij zullen in deze woestijn te niet worden, en zullen daar sterven! 36 En die mannen, die Mozes gezonden had, om het land te verspieden, en wedergekomen zijnde, de ganse vergadering tegen hem hadden doen murmureren, een kwaad gerucht over dat land voortbrengende; 37 Diezelfde mannen, die een kwaad gerucht van dat land voortgebracht hadden, stierven door een plaag, voor het aangezicht des HEEREN. 38 Maar Jozua, de zoon van Nun, en Kaleb, de zoon van Jefunne, bleven levende van de mannen, die heengegaan waren, om het land te verspieden. 39 En Mozes sprak deze woorden tot al de kinderen Israëls. Toen treurde het volk zeer. (Statenvertaling)

     

     

    De vermelde verdrukking in vers tien van tien dagen is historisch gezien moeilijk te verklaren en plaatsen we in de alsnog toekomstige tijd in de periode van Jacob ’s benauwdheid wanneer de twaalf stammen van Israël zullen hersteld worden. Dan ook zal er een Smyrna-Gemeente zijn die door de verdrukking van die tijd moet.

    De historische nieuwgeboren gelovige generatie in de wildernis kreeg de belofte van de kroon des levens. De overwinnaars van vers elf zouden door de tweede dood niet beschadigd worden. De tweede dood vinden we terug in het laatste Bijbelboek Openbaring 20:14. Het is ‘de poel des vuurs’ waar uiteindelijk bij het laatste oordeel ook ‘de dood en het dodenrijk’ in geworpen worden.

    Openbaring 20:14 En de dood en het dodenrijk werden in de poel des vuurs geworpen. Dat is de tweede dood: de poel des vuurs. 15 En wanneer iemand niet bevonden werd geschreven te zijn in het boek des levens, werd hij geworpen in de poel des vuurs. (Statenvertaling)

     

    De geschiedenis van die veertig bewogen jaren in de wildernis aan de buitengrenzen van het Beloofde Land zien we verder beschreven worden in de brief van Jezus Christus aan de engel te Pergamus:

    Openbaring 2:12 En schrijf aan den engel der Gemeente, die in Pergamus is: Dit zegt Hij, Die het tweesnijdend scherp zwaard heeft: 13 Ik weet uw werken, en waar gij woont; namelijk daar de troon des satans is, en gij houdt Mijn Naam, en hebt Mijn geloof niet verloochend, ook in die dagen, in welke Antipas, Mijn getrouwe getuige was, welke gedood is bij ulieden, daar de satan woont. 14 Maar Ik heb enige weinige dingen tegen u, dat gij aldaar hebt, die de lering van Balaäm houden, die Balak leerde den kinderen Israëls een aanstoot voor te werpen, opdat zij zouden afgodenoffer eten en hoereren. 15 Alzo hebt ook gij, die de lering der Nikolaieten houden; hetwelk Ik haat. 16 Bekeer u; en zo niet, Ik zal u haastelijk bij komen, en zal tegen hen krijg voeren met het zwaard Mijns monds. 17 Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt. Die overwint, Ik zal hem geven te eten van het manna, dat verborgen is, en Ik zal hem geven een witten keursteen, en op den keursteen een nieuwen naam geschreven, welken niemand kent, dan die hem ontvangt.

     

    Ook de Gemeente te Pergamus wordt niet in het Bijbelboek Handelingen vermeld noch in de brieven van Paulus aan de christengemeenten. Dat er een Joodse Gemeente te Pergamus was is duidelijk. Pergamus of Pergamos betekent ‘hoogte’ en is afgeleid van het Griekse woord ‘purgos’ wat hoge burcht betekent. Dat we me bij de brief aan de engel der gemeente te Pergamus chronologisch gezien aan het einde van de veertigjarige wildernisperiode voor Israël zitten maakt vers veertien duidelijk. Balak was de koning van Moab die de profeet Balaäm inhuurde ter vervloeking van Israël dat op weg naar het Beloofde Land was. Het Bijbelboek Numeri de hoofdstukken 22 tot en met 25 brengt deze geschiedenis. Aangezien het vervloeken wegens de bijzondere geestelijke bescherming over Israël niet lukte adviseerde Balaäm hen te laten samengaan met de dochters van Moab en hun goden.

    Numeri 25:1 En Israël verbleef te Sittim, en het volk begon te hoereren met de dochteren der Moabieten. 2 En zij nodigden het volk tot de slachtofferen harer goden; en het volk at, en boog zich voor haar goden. 3 Als nu Israël zich koppelde aan Baäl-peor, ontstak de toorn des HEEREN tegen Israël.

     

    De bijzondere geestelijke bescherming over Israël die we hiervoor vermelden staat in het volgende Bijbelgedeelte verduidelijkt.

    Numeri 23:18 Toen hief hij zijn spreuk op, en zeide: Sta op, Balak, en hoor! Neig uw oren tot mij, gij, zoon van Zippor! 19 God is geen man, dat Hij liegen zou, noch eens mensen kind, dat het Hem berouwen zou; zou Hij het zeggen, en niet doen, of spreken, en niet bestendig maken? 20 Zie, ik heb ontvangen te zegenen; dewijl Hij zegent, zo zal ik het niet keren. 21 Hij schouwt niet aan de ongerechtigheid in Jakob; ook ziet Hij niet aan de boosheid in Israël. De HEERE, zijn God, is met hem, en het geklank des Konings is bij hem. 22 God heeft hen uit Egypte uitgevoerd; zijn krachten zijn als van een eenhoorn. 23 Want er is geen toverij tegen Jakob noch waarzeggerij tegen Israël. Te dezer tijd zal van Jakob gezegd worden, en van Israël, wat God gewrocht heeft. 24 Zie, het volk zal opstaan als een oude leeuw, en het zal zich verheffen als een leeuw; het zal zich niet neerleggen, totdat het den roof gegeten, en het bloed der verslagenen gedronken zal hebben!

     

    Met de vermelding van ‘manna’ in vers zeventien hebben we een verwijzing naar de periode van de veertigjarige trek van Israël door de wildernis van pleisterplaats tot pleisterplaats en hun levensonderhoud toen. Zie het artikel van 20.05.2019 op dit blog, link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?ID=3159891

    Bij de intocht in Kanaän in 1443 v. Chr. hield het manna op en leefden ze dat jaar van de opbrengst van het land. In Psalm 78:24-25 wordt het manna als engelenbrood beschreven.

    Psalm 78:24 En regende op hen het Man om te eten, en gaf hun hemels koren. 25 Een iegelijk at het brood der Machtigen; Hij zond hun teerkost tot verzadiging. (Statenvertaling)

    Psalm 78:24 And had rained down manna upon them to eat, and had given them of the corn of heaven. 25 Man did eat angels' food: he sent them meat to the full. (KJV)

    Psalm 78:23 Yet he commanded the clouds from above, and opened the doors of heaven, 24 and rained upon them manna to eat, and gave them the bread of heaven. 25 Man ate angels’ bread; he sent them provision to the full. (LXX)

     

    Aan de overwinnaars te Pergamus die de aangeboden orgieën met de dochters van Moab afwezen, werd ‘manna’ beloofd dat toen alsnog verborgen was en pas geopenbaard bij de komst van de Messias, de Koning der koningen: Jezus.

    Johannes 6:48 Ik ben het Brood des levens. 49 Uw vaders hebben het Manna gegeten in de woestijn, en zij zijn gestorven. 50 Dit is het Brood, dat uit den hemel nederdaalt, opdat de mens daarvan ete, en niet sterve. 51 Ik ben dat levende Brood, dat uit den hemel nedergedaald is; zo iemand van dit Brood eet, die zal in der eeuwigheid leven. En het Brood, dat Ik geven zal, is Mijn vlees, hetwelk Ik geven zal voor het leven der wereld. (Statenvertaling)

     

    Met het manna dat alsnog verborgen was herkennen we de meervoudige toepassing van de zeven brieven door C.I. Scofield. Zowel de brief aan de engel van de Gemeente te Smyrna als aan de engel van de Gemeente te Pergamus zijn zowel historisch vervuld, als vermanend geschreven voor alle Gemeenten in alle tijden en hebben een profetische betekenis. In de eindtijd, de periode van zeven jaar voor de (weder)komst van de Messias te Jeruzalem, zullen de zeven Gemeenten opnieuw aanwezig zijn. Tijdens Jacob ’s benauwdheid in de toekomst zal de troon van Satan gedurende drie en een half jaar te Jeruzalem staan. Rondom een tevoorschijn gebrachte ark van het verbond zal er opnieuw een offerdienst op de tempelberg worden ingesteld. De pseudovredevorst zal in staat zijn om ‘vuur uit de hemel’ het offer te laten verteren. Een misleiding zonder weerga die velen zullen aannemen. De eerste drie en halfjaar zullen twee bijzondere getuigen van God tegen de herstelde offerdienst spreken om uiteindelijk in de helft van de zevenjarige eindtijdperiode door de pseudovorst gedood te worden. Een overblijfsel van Israël, de overwinnaars die we in de brieven tegenkomen worden daarna in veiligheid in de woestijn van het over-Jordaanse land geleid in een gebied dat de ‘koning van het noorden’ alias ‘de antichrist’ alias ‘de pseudovredevorst’ niet betreden kan worden. Wat ik hier schets zijn de grote lijnen der gebeurtenissen die nog in de toekomst liggen. De vooraf geschreven geschiedenis over Antipas in vers dertien, een getuige die gedood wordt plaatsen we in de eindtijd, in de eerste helft van eindtijdperiode. Eerder op 28.06.2017 schreef ik op dit blog een artikel over de chronologie der gebeurtenissen die in de Apocalyps beschreven staan, zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1498428000&stopdatum=1499032800

     

    Wordt vervolgd…

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

     

    Recente publicaties:

    Dertig Jubeljaren, 2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU

    Kronieken van de koningen van Israël, 2017, zie link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory

    EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331

    Dit boek kan inmiddels volledig online gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html

    De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999

    TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

    De Assyriologie herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234

    De Tweede Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343

    Genesis versus Egyptologie, 2009, dit boek is uitverkocht maar kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html

    Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)

     

    Ontmoeten. Vragen. Ontdekken. Zie alphavlaanderen.be




    26-08-2019 om 07:34 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Bijbelse krijgsheer Salman geïdentificeerd als Farao Sjosjenq I

    De Oudtestamentische profeet Hosea verwijst in het hierna volgende Bijbelgedeelte in zijn oordeelsaankondiging tegen het Israël van de oudheid, naar een zekere ‘Salman’. Een krijgsheer die in loop van de geschiedenis van Israël, verantwoordelijk was voor de meedogenloze verwoesting van de plaats Bet-Arbel. Alle overige versterkte plaatsen in het gebied van het tienstammenrijk zouden volgens het Profetische Woord van Hosea op gelijkaardige wijze verwoest worden.

    Hosea 10:12 Zaait u tot gerechtigheid, maait tot weldadigheid; braakt u een braakland; dewijl het tijd is den HEERE te zoeken, totdat Hij kome, en over u de gerechtigheid regene. 13 Gij hebt goddeloosheid geploegd, verkeerdheid gemaaid, en de vrucht der leugen gegeten; want gij hebt vertrouwd op uw weg, op de veelheid uwer helden. 14 Daarom zal er een groot gedruis ontstaan onder uw volken, en al uw vestingen zullen verstoord worden, gelijk Salman Beth-arbel verstoorde ten dage des krijgs; de moeder werd verpletterd met de zonen. 15 Alzo heeft Beth-el ulieden gedaan, vanwege de boosheid uwer boosheid; Israëls koning is in den dageraad ten enenmale uitgeroeid. (Statenvertaling)

     

    Over de identiteit van Salman bestaan er meerdere meningen. De meest voorkomende verklaring is dat Salman een verkorting van de naam Salmaneser, was. De naam namelijk van de Assyrische koning Salmaneser V die in 717 v. Chr. Samaria innam, de versterkte steden van het tienstammenrijk ontmantelde, en de tien stammen van Israël in ballingschap wegvoerde. Tegen deze identificatie kan men echter stellen dat ‘Salman’ met de beschreven verwoesting van Beth-Arbel, voorafging aan de geprofeteerde verwoesting. De Bijbelvorser E.W. Büllinger verwijst in zijn commentaar op dit Bijbelgedeelte, dat met Salman ‘misschien’ Salamanoe een koning van Moab bedoelt is, die ten tijde van de regeerperiode van de Assyriër Tiglath Pileser III leefde, en alzo een tijdgenoot van Hosea was. De Hebreeuwse Septuagintvertalers in de derde eeuw voor Christus in Egypte, hebben in het Grieks ‘Salman’ dan weer weergegeven als een ‘Prins Salomo’ uit het huis van Jerobeam? Vraagteken op vraagteken roept de studie ter identificatie van ‘Salman’ op.

    De mogelijke identificatie van Salman met een Assyrische koning met de naam Salmaneser III, IV en/of V wijs ik alvast af. De naam Salmaneser is in de Bijbel bewaard gebleven als degene die Samaria in 717 v. Chr. veroverde, en het lijkt mij onwaarschijnlijk dat de profeet Hosea deze schrijfwijze niet gevolgd zou hebben.

    De profeet Hosea trad op ten tijde van koning Jerobeam II van het tienstammenrijk en ten tijde van de koningen Uzzia, Jotham, Achaz en Hizkia van het tweestammenrijk Juda.

    Hosea 1:1 Het woord des HEEREN, dat geschied is tot Hosea, den zoon van Beëri, in de dagen van Uzzia, Jotham, Achaz, Hizkia, koningen van Juda, en in de dagen van Jerobeam, zoon van Joas, koning van Israël. (Statenvertaling)

    De regeerperioden van de vermelde koningen zijn de volgende:

    Jerobeam II        816/776 v. Chr.

    Uzzia                   803/750

    Jotam                  755/739

    Achaz                  739/722

    Hizkia                  724/697

    Van af het begin van de regeerperiode van Jerobeam II tot het einde van de regeerperiode van Hizkia geeft dit een totaal van honderdnegentien jaar. Met zekerheid kunnen we aannemen dat de profeet Hosea zijn bediening had tot aan de val van Samaria, in het zesde regeringsjaar van koning Hizkia van Juda in 717 v. Chr. Het begin van zijn bediening zou aan het einde van de regeerperiode van Jerobeam II geplaatst kunnen worden, zoals bijvoorbeeld in het jaar 776 v. Chr., het jaar dat ook de profeet Jesaja zijn bediening begon. Indien deze jaartallen in aanmerking komen hebben we een totaal van zestig plus jaren voor de bedieningsperiode van de profeet Hosea. Wat maakt dat indien Hosea vanaf zijn dertigste jaar geroepen werd, hij een leeftijd van meer dan negentig plus jaar, bereikt heeft. Het blijft echter bij gissen aangezien in het betreffende Bijbelgedeelte alleen de namen van de koningen opgegeven worden en geen jaartallen.

     

    De bedoeling van dit artikel is om Salman te identificeren en Bet-Arbel op de landkaart te plaatsen. Want dit laatste blijft ook tot op heden onduidelijk. Zie hierna het commentaar van de Bijbelse Encyclopedie, Uitgever J. H. KOK, Kampen, tweede druk:

    “Bet-Arbel: De profeet Hosea stelt aan het Tienstammenrijk Bet Arbel ten voorbeeld, dat door Salman is verwoest, Hos. 10 14. Het is niet bekend op welke gebeurtenis Hosea zinspeelt, wie Salman is (verkorte vorm voor Salmanassar?) en welke plaats met Bet Arbel is bedoeld. Volgens het onomasticon ligt Bet Arbel “aan gene zijde van de Jordaan in de landstreek van Pella”, het Arbela der Makkabeeën, thans Irbid. Maar er is ook een Khirbet Irbid ten westen van het meer Gennésaret; ook dit zou Bet Arbel kunnen wezen en eveneens het Arbela van 1 Mk. 9,2. “

    Alhoewel de encyclopedie het antwoord niet heeft, krijgen we wel een aantal belangrijke aanwijzingen over de mogelijke ligging van Bet-Arbel, wat ‘huis van God ’s hinderlaag’, betekent.

     

     

    Farao Sjosjenq I rukte in zijn twintigste regeringsjaar het gebied van het tienstammenrijk binnen. Van deze veldtocht is in Egypte te Karnak op een muur reliëf een verslag bewaard gebleven. De veldtocht van Sjosjenq kan zodoende op een landkaart vandaag uitgetekend worden, wat de voortreffelijke MacMillan Bible Atlas ook gedaan heeft. Door de rangschikking van de vermelde steden op het tempelmuur-reliëf te Karnak is het mogelijk om de veldtocht van Sjosjenq I in kaart te brengen. Eén en ander blijft weliswaar moeilijk vanwege beschadigingen aan het tempelreliëf en als een gevolg van het moeilijk te identificeren van sommige Egyptische plaatsnamen. Het reliëf bevat honderdvijfenvijftig namen van steden. Enkel zeventien hiervan kunnen met zekerheid geïdentificeerd worden. Veertien hiervan in Israël, in het tienstammenrijk.

     

    Het is de mogelijke identificatie van Bet-Arbel met de over-Jordaanse landstreek Pella dat mijn aandacht trok. Het is vanuit het revisionisme van de geschiedenis van het oudheid-Egypte, dat een andere kandidaat voor Salman in aanmerking komt: namelijk farao Sjosjenq I van de tweeëntwintigste dynastie. Het revisionisme van de oudheidgeschiedenis heeft hem namelijk op zijn juiste plaats op de tijdsbalk in de achtste eeuw v. Chr. geplaatst.

    Het was de erudiete Dr. Immanuël Velikovsky die in zijn boek ‘Eeuwen in chaos’, 1952 (1977 naar het Nederlands vertaald), hoofdstuk IV, blz. 196, er op wees dat de conventionele egyptologie met haar identificatie van de Bijbelse farao Sisak met Sjosjenq I van de tweeëntwintigste dynastie fout zit. De stad Jeruzalem wat het hoofddoel van farao Sisak was, staat niet op de lijst van Sjosjenq I vermeld wat een anachronisme is indien men Sjosjenq I met de Bijbelse Sisak wil identificeren. Velikovsky toont aan dat de Libische dynastie te verankeren is met de periode rond de val van Samaria. De Bijbelse farao So op wie de laatste koning van het tienstammenrijk Hosea vertrouwde, behoorde volgens Velikovsky tot de tweeëntwintigste Libische dynastie. Zie het artikel van 13.10.2017 op dit blog: wie was de Bijbelse farao met de Hebreeuwse naam ‘So’ ten tijde van de val van Samaria in 717 v. Chr.?, zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1507500000&stopdatum=1508104800

     

    Farao Sjosjenq I van de tweeëntwintigste dynastie werd door de conventionele egyptologie foutief met de Bijbelse farao Sisak geïdentificeerd en op de tijdsbalk in de tiende eeuw v. Chr. ondergebracht, ten tijde van Salomo en Rehabeam? De aanleiding tot het identificeren van de Bijbelse farao Sisak met Sjosjenq I gaat terug op Jean-François Champollion (1790/1832 AD). Hij was een Frans taalkundige en wordt aanzien als de grondlegger van de egyptologie. Hij is vooral beroemd doordat de ontcijfering van het Egyptische hiërogliefenschrift met behulp van de bekende Rosetta-steen grotendeels aan hem te danken is. In 1828 AD bezocht hij Egypte. Te Karnak onderzocht hij de tempelmuur van farao Sjosjenq I met diens veldtocht naar Kanaän met vermelding van de veroverde steden op de muur aangebracht. Bij de plaatsnaam J W D H M L K in hiërogliefenschrift meende hij het koninkrijk Juda vermeld te zien. Een noodlottige identificatie die leidde tot de verbinding van de Libische dynastie met de Salomo-Rehabeam era.

    Het is de verdienste van de Egyptoloog en revisionist van de geschiedenis van de oudheid David Rohl in detail de stedenlijst van Sjosjenq I bestudeerd te hebben en de marsroute van Sjosjenq ’s leger te reconstrueren (David Rohl, A Test of Time, 1995, Chapter Five). Het blijkt nu dat Sjosjenq ’s veldtocht met uitzondering van de versterkte stad Aijalon, het koninkrijk Juda links liet liggen en zich volledig concentreerde op het gebied van het tienstammenrijk of Israël. De plaatsnaam JAD-HA-MELEK betekent ‘hand van de koning’ en verwijst naar een ‘monument’ of een ‘stele’ van een koning in het noorden van Israël. De naam Jeruzalem komt nergens op het tempelmuurreliëf van Sjosjenq voor.

     

    In mijn boek: de zonaanbidder, 2016, heb ik een appendix (3) toegevoegd over de plaatsing van de tweeëntwintigste Libische dynastie in Egypte in de achtste eeuw v. Chr. Hierna een korte samenvatting. De tweeëntwintigste dynastie van Manetho was van Libische oorsprong en hun hoofdstad was Boebastis in de Nijldelta. Het was in de noordoostelijke Nijldelta dat zij de toelating van Thothmosis IV kregen zich te vestigen. Spoedig zouden zij door farao als een soort aanvalshonden gebruikt worden. De eerste farao van de tweeëntwintigste dynastie was Sjosjenq I, die de opperbevelhebber van alle Egyptische legerdivisies zou worden, iets wat de orthodoxe Egyptologie overigens bevestigt. In de Thebaanse verslagen heet Sjosjenq I ‘Grote leider van de Mesjwesj’. De Mesjwesj werden oorspronkelijk uit Libische stammen als een interne politiemacht, gerekruteerd. (Kroniek van de farao ‘s, Peter A. Clayton, de derde tussentijd). De Egyptische oudheidhistoricus Manetho geeft voor zijn tweeëntwintigste dynastie via de kroniekschrijver Africanus, negen farao’s op, met een regeerperiode van in totaal honderdtwintig jaar. De eerste farao was Sjosjenq I die eenentwintig jaar regeringstijd meekrijgt. Het twintigste regeringsjaar (aug-764/jul-763 v. Chr.) van Sjosjenq I met zijn veldtocht naar het tienstammenrijk verankeren we met het eerste regeringsjaar van koning Zacharia van het tienstammenrijk in 764 v. Chr. Het resultaat voor Sheshonk I’ regeerperiode is nu van 783 v. Chr. tot 762 v. Chr. De overige farao ’s van de Libische dynastie worden na Sjosjenq I op de tijdsbalk ondergebracht. Zo doende wordt Manetho ’s tweeëntwintigste dynastie met de Bijbels-chronologische gegevens correct op de tijdsbalk verankerd en niet via de pseudo-astronomische datering van de orthodoxe egyptologie.

    Ik verwijs met recht naar de ‘veronderstelde’ Sothis-kalender van de orthodoxe egyptologie als zijnde pseudo-astronomisch, aangezien het aangetoond is dat de Sothis-cyclus een uitvinding van de Grieken van latere tijd was:

    ‘This all looks as though the cycle was invented by the later Greeks at Alexandria. Nor is there anything to indicate that it was known to the Egyptians in earlier times; no mention of it being found in their inscriptions or papyri, though occasionally these note the rising of the dog-star’, Memphis and Mycenae, 1896, Egyptologist Cecil Torr (1857/1928).

     

     

    Op een tempelmuurreliëf te Karnak werd de veldtocht van Sjosjenq I afgebeeld met een opgave van de door farao veroverde steden in Kanaän. Alle geïdentificeerde plaatsnamen bevinden zich binnen het gebied van het tienstammenrijk. En iets dat men over het hoofd gezien heeft: Jeruzalem dat het doel van Sisak was komt niet op de lijst voor.

     

    Sinds de dood van Jerobeam II in het jaar 776 v. Chr. had het tienstammenrijk geen koning meer en was het in anarchie ondergedompeld. Vermoedelijk zaten in steden zoals Shechem, Tirza en Penuel in het over-Jordaanse gebied, usurpators (Hosea 8:4) op de troon. Deze drie steden vinden we op de lijst van Sjosjenq I ook terug en zijn alle drie ooit hoofdsteden van het noordelijke rijk geweest. Eén van deze plaatsen kan met het Beth-Arbel van de profeet Hosea (10:14) geïdentificeerd kunnen worden. Het is nu mogelijk om Bet-Arbel op de landkaart te plaatsen en te identificeren met het over-Jordaanse Penuël.

    Bet-Arbel is volgens mijn reconstructie een plaats waar een van de usurpators van de kroon van het tienstammenrijk zijn hoofdplaats van gemaakt had. Farao Sjosjenq I ging hier blijkbaar meedogenloos te werk zodat de profeet Hosea in zijn oordeelsaankondiging aan het adres van het tienstammenrijk hier naar verwees. De val van Samaria die de profeet in 10:15 aankondigde zou gelijkaardig zijn aan de verwoesting van Bet-Arbel.

     

    Wordt vervolgd…

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

     

    Recente publicaties:

     

     

    Dertig Jubeljaren, 2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU

    Kronieken van de koningen van Israël, 2017, zie link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory

    EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331

    Dit boek kan inmiddels volledig online gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html

    De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999

    TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

    De Assyriologie herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234

    De Tweede Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343

    Genesis versus Egyptologie, 2009, dit boek is uitverkocht maar kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html

    Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)

     

    Ontmoeten. Vragen. Ontdekken. Zie alphavlaanderen.be


    19-08-2019 om 07:25 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De datering van de archeologische breuklijnen in Kanaän

    Beste lezer(es) van mijn blog, ik kom nog even terug op mijn artikel van 15.07.2019 over de invallen van de Zeevolken in de Levant en Egypte. Zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?ID=3168751

    Een invasie die aan de hand van de Egyptologie foutief in de twaalfde eeuw v. Chr. gedateerd wordt. Als een gevolg plaatst men de archeologische breuklijn van het Laat Brons tijdperk naar het IJzer tijdperk tijdens de periode van de invasie der Zeevolken en meent zelfs aardewerk uit deze periode te kunnen identificeren met Israëlitisch aardewerk. De verwarring is troef. Men zit namelijk meer dan tweehonderd jaar naast de historische werkelijkheid. Het is gelijk wanneer getransponeerd naar de moderne geschiedschrijving, aan het plaatsen van bijvoorbeeld de geallieerde invasie in 1944 in het Frankrijk ten tijde van Napoleon of eerder. Het ware Israëlitisch aardewerk zou men volgens het Bijbelse tijdmodel moeten zoeken in de breuklijn van het Midden Brons met het Vroeg Brons dat in het jaar 1443 v. Chr. met de intocht van de Israëlieten thuishoort.

     

     

    © James B. Pritchard, Archaeology and the Old Testament, 1962, bewerkt door de auteur.

    Typen aardewerk die kenmerkend zijn voor de verschillende perioden uit de geschiedenis van het gebied van Israël. Aardewerk wordt beschouwd als het ABC van de archeologie.

     

    Men moet zich ook de gewelddadige inbezitneming van Kanaän door de Israëlieten voor het oog halen. Verschillende plaatsen zoals Jericho, Ai, Hazor en andere steden werden door de Israëlieten met de grond gelijk gemaakt, verbrand en lieten een herkenbare archeologische breuklijn na. Zie o.a. het recente artikel op dit blog van 04.02.2019, link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1549234800&stopdatum=1549839600

    De verovering van Kanaän ging van start met Pesach van het jaar 1443 v. Chr. exact op de dag af veertig jaar na de Exodus uit Egypte met nisan 1483 v. Chr. De verovering van Kanaän zou volgens de Bijbel zeven jaar in beslag nemen, waarna het land door Jozua onder de twaalf stammen van Israël verdeeld werd. Een algemeen beeld dat de archeologie aan het einde van het Laat Brons in Israël laat zien zijn verscheidene steden die door brand verwoest werden met later het ontstaan van half-nomadische nederzettingen over de ruïnes. Niemand twijfelt er aan dat de Israëlieten later het machtigste volk van Israël werden, dus veroverden ze op deze wijze het land. Dat is het fundamentele feit. De datering van de archeologische breuklijn die men als een gevolg in het hele gebied vandaag waarneemt, is aan de hand van de Bijbelse chronologie in 1443 v. Chr. op de tijdsbalk te plaatsen.

     

     

    De invasie van de Zeevolken die men aan de hand van de Egyptologie rond 1200 v. Chr. op de tijdsbalk plaatst en eveneens een archeologische breuklijn in het gebied markeerde hoort in de achtste eeuw v. Chr. thuis. Het is de archeologische breuklijn van Laat Brons naar IJzer waar men foutieve lijk de invasie van de Israëlieten in Kanaän mee verbindt. En dit allemaal omdat Ramses III naar de Peleset als de Filistijnen van de oudheid verwijst en men hier het Bijbelboek Jozua mee meent te moeten dateren. De Filistijnen zijn volgens deze theorie pas rond 1200 v. Chr. in het gebied binnengekomen en de Israëlieten en hun inbezitneming van Kanaän dienen aldus op de tijdsbalk van de vijftiende naar de twaalfde eeuw v. Chr. te verhuizen? De Bijbel plaatst de Filistijnen echter al in het tweede millennium v. Chr. in Kanaän en maakt hen tot tijdgenoten van de aartsvaders. De ‘Peleset’ of Filistijnen naar wie Ramses III verwijst zijn nieuwkomers die in de achtste eeuw v. Chr. zich in de steden van Filistea vestigden. Dat de Egyptologie de regeerperiode van Ramses III in de twaalfde eeuw v. Chr. op de tijdsbalk plaatst is het gevolg van hun veronderstelling van het gebruik van een dubbele kalender in het oude Egypte: de Sothis-kalender. Een zogenaamde pseudo-astronomische waarneming die louter op een fantasie van de oude Grieken en Romeinen berust. Een kalender die door het revisionisme van de geschiedenis onderuit gehaald is. Zie o.a. het artikel op dit blog van 27.02.2017: over de chronologie van het oude Egypte, link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1488150000&stopdatum=1488754800

    Een meerderheid van theologen vandaag hecht geloof aan de tijdconstructie zoals door de egyptologie geleverd en heeft als een gevolg een late datering van de exodus in de dertiende eeuw v. Chr. gecreëerd/gefabriceerd. Bij nader onderzoek blijkt het een fabel te zijn. Niets minder. Zie het artikel op dit blog van 28.01.2019, de late datering van de exodus, link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1548630000&stopdatum=1549234800

    De uitdrukking: ‘de late datering van de exodus’ wordt door theologen gehanteerd ter datering van de exodus in de dertiende eeuw v. Chr., dit in tegenstelling met de Bijbel die de exodus in de vijftiende eeuw voor Christus plaatst, de zogenaamde vroege datering. Hierna het relevante Bijbelgedeelte uit het Boek 1 Koningen:

    1 Koningen 6:1 Het geschiedde nu in het vierhonderd en tachtigste jaar, na den uitgang der kinderen Israëls uit Egypte, in het vierde jaar van het koninkrijk van Salomo over Israël, in de maand Ziv (deze is de tweede maand), dat hij het huis des HEEREN bouwde. (Statenvertaling)

     

    Theologen die geloof hechten aan de constructie van de late datering nemen het Bijbelgedeelte van 1 Koningen 6:1 niet letterlijk maar zien de vermelde Bijbelse tijdsperiode van 480 jaar slechts als de som van twaalf maal veertig zonder historische waarde. Het is echter niet alleen dit Bijbelgedeelte dat vijf eeuwen tussen de Salomo-era en de Exodus plaatst. Ook de Richterenperiode en de historische Jubeljaren passen alleen binnen de tijdperiode van vierhonderdtachtig jaar.

    Dat men zo lichtvaardig de opgedrongen dateringsmethode van de Egyptologie in tegenspraak met de Bijbelse chronologie aanvaard heeft is vermoedelijk het resultaat van de Bijbelkritiek die vooral sinds de tweede helft van de negentiende eeuw in het kielzog van de evolutietheorie, haar verwoestend werk volbrengt en het gezag van de Bijbel voor velen ondermijnt. In mijn boek ‘Genesis versus Egyptologie’ uit 2009, heb ik een samenvatting van de Bijbelkritiek geschreven. Het boek is al enkele jaren uitverkocht maar kan gratis gelezen op de hierna volgende link:

    Genesis versus Egyptologie, MMXIX, link: https://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html en scrol naar bladzijde tien.

     

    Wordt vervolgd…

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

     

    Recente publicaties:

     

     

    Dertig Jubeljaren, 2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU

    Kronieken van de koningen van Israël, 2017, zie link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory

    EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331

    Dit boek kan inmiddels volledig online gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html

    De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999

    TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

    De Assyriologie herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234

    De Tweede Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343

    Genesis versus Egyptologie, 2009, dit boek is uitverkocht maar kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html

    Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)

     

    Ontmoeten. Vragen. Ontdekken. Zie alphavlaanderen.be


    12-08-2019 om 08:23 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een TIJDS-DAL in de profetie van Jesaja hoofdstuk 61

    Met onze aflevering van 30.07.2019 gaven we aandacht aan de tijdskloof die er zit in de voorzegging van de oudtestamentische profeet Micha (5:1-3) in de achtste eeuw v. Chr. aangaande Bethlehem waar de Messias geboren zou worden. Ongeveer zevenhonderdzeventig jaar later werd dit realiteit en leek het herstel van Israël geestelijk en nationaal heel dichtbij gekomen. De profeet Micha zag namelijk één komst van de Messias zonder het tijd-dal waar te nemen dat na de verwerping van Jezus Christus in 30 AD voor onbepaalde tijd ontstond. De Messias werd dan wel in de volheid der tijden te Bethlehem geboren, als een gevolg van zijn verwerping volgde echter geen herstel van Israël. Veertig jaar later in 70 AD volgde de vernietiging van Jeruzalem, zowel stad als Tempel door de Romeinse bezetter, en begon een wereldwijde diaspora voor Israël. Omdat zij de tijd niet hadden opgemerkt dat God naar hen omzag (Lucas 19:44).

     

     

    © Robert De Telder, Dertig Jubeljaren, 2018, blz. 319

     

    In de Bijbel zijn er nog zulke voorbeelden van een onderbroken vervulling van profetie waar te nemen. Toen Jezus zich op 29 september 27 AD aan Israël als de Messias bekendmaakte door de profetie van Jesaja in de synagoge te Nazareth te citeren werd eveneens een belangrijke voorzegging van Israël ’s herstel onderbroken. Jezus citeerde daar de profetie van Jesaja hoofdstuk 61 maar stopte al met citeren in de helft van vers 2. Hierna het betreffende gedeelte uit het Lucas evangelie:

    Lucas 4:16 En Hij kwam te Nazareth, daar Hij opgevoed was, en ging, naar Zijn gewoonte, op den dag des sabbats in de synagoge; en stond op om te lezen. 17 En Hem werd gegeven het boek van den profeet Jesaja; en als Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats, daar geschreven was: 18 De Geest des Heeren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden, om den armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen, die gebroken zijn van hart; 19 Om den gevangenen te prediken loslating, en den blinden het gezicht, om de verslagenen heen te zenden in vrijheid; om te prediken het aangename jaar des Heeren.

    20 En als Hij het boek toegedaan en den dienaar wedergegeven had, zat Hij neder; en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem geslagen. 21 En Hij begon tot hen te zeggen: Heden is deze Schrift in uw oren vervuld. 22 En zij gaven Hem allen getuigenis, en verwonderden zich over de aangename woorden, die uit Zijn mond voortkwamen; en zeiden: Is deze niet de Zoon van Jozef? 23 En Hij zeide tot hen: Gij zult zonder twijfel tot Mij dit spreekwoord zeggen: Medicijnmeester! genees Uzelven; al wat wij gehoord hebben, dat in Kapernaum geschied is, doe dat ook hier in Uw vaderland. 24 En Hij zeide: Voorwaar Ik zeg u, dat geen profeet aangenaam is in zijn vaderland. 25 Maar Ik zeg u in der waarheid: Er waren vele weduwen in Israël in de dagen van Elias, toen de hemel drie jaren en zes maanden gesloten was, zodat er grote hongersnood werd over het gehele land. 26 En tot geen van haar werd Elias gezonden, dan naar Sarepta Sidonis, tot een vrouw, die weduwe was. 27 En er waren vele melaatsen in Israël, ten tijde van den profeet Elisa; en geen van hen werd gereinigd, dan Naäman, de Syriër. 28 En zij werden allen in de synagoge met toorn vervuld, als zij dit hoorden. 29 En opstaande, wierpen zij Hem uit, buiten de stad, en leidden Hem op den top des bergs, op denwelken hun stad gebouwd was, om Hem van de steilte af te werpen. 30 Maar Hij, door het midden van hen doorgegaan zijnde, ging weg. (Statenvertaling)

     

     

    © Gustave Doré (1832/1883 AD), Artistieke afbeelding van de bekende Bergrede van de Heiland. Na het uitroepen van het ‘aangename jaar des Heeren’ of Jubeljaar met Jom Kippoer 29 september 27 AD volgde de Bergrede met de grondwet van het Koninkrijk Gods of Vrederijk aangeboden. Gedurende één jaar vanaf het najaar van 27 AD tot het najaar van 28 AD werd het evangelie van het Koninkrijk in Israël met wonderen en tekenen verkondigd. Bij het naderen van Jom Kippoer een jaar later in 28 AD bleek dat de Koning en Zijn Koninkrijk afgewezen werd. Van dan af sprak de Heiland alleen nog in gelijkenissen tot Israël en was Zijn blik op Jeruzalem gericht waar Hij met Pesach 30 AD als het Lam van God Zijn leven gaf tot redding van velen.

     

    Op 29 september 27 AD was het Jom Kippoer, de grote verzoendag, en het begin van het dertigste Jubeljaar. Met mijn laatste uitgave ‘Dertig Jubeljaren’ in 2018 geef ik aandacht aan de Jubeljaren en geef ze een historische plaats op de tijdsbalk der geschiedenis. Dat het Messiaanse Vrederijk via een jubeljaar zou aanvangen was de logica zelve. Het Jubeljaar was een belangrijk onderdeel van de Tien Woorden van de HEERE God. Het doel van de Wet of Tien Woorden op het jubeljaar was om uiteindelijk alle mogelijke individueel verlies van land en rijkdom aan het einde van het negenenveertigste jaar van een zeven maal zeven sabbatjaarcyclus te herstellen en aan de rechtmatige eigenaar terug te geven. De toepassing van de wet betekende een garantie tegen blijvende verarming van onfortuinlijke in het Beloofde Land. Hierna de aanvang van het betreffende Bijbelgedeelte:

    Leviticus 25:1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, aan den berg Sinaï, zeggende: 2 Spreek tot de kinderen Israëls, en zeg tot hen: Wanneer gij zult gekomen zijn in dat land, dat Ik u geve, dan zal dat land rusten, een sabbat den HEERE. 3 Zes jaren zult gij uw akker bezaaien, en zes jaren uw wijngaard besnijden, en de inkomst daarvan inzamelen. 4 Doch in het zevende jaar zal voor het land een sabbat der rust zijn, een sabbat den HEERE; uw akker zult gij niet bezaaien en uw wijngaard niet besnijden. 5 Wat van zelf van uw oogst zal gewassen zijn, zult gij niet inoogsten, en de druiven uwer afzondering zult gij niet afsnijden; het zal een jaar der ruste voor het land zijn. 6 En de inkomst van den sabbat des lands zal voor u tot spijze zijn, voor u, en voor uw knecht, en voor uw dienstmaagd, en voor uw dagloner, en voor uw bijwoner, die bij u als vreemdelingen verkeren; 7 Mitsgaders voor het vee, en voor het gedierte, dat in uw land is, zal al de inkomst daarvan tot spijze zijn. 8 Gij zult u ook tellen zeven jaarweken, zevenmaal zeven jaren; zodat de dagen der zeven jaarweken u negen en veertig jaren zullen zijn. 9 Daarna zult gij in de zevende maand, op den tienden der maand, de bazuin des geklanks doen doorgaan; op den verzoendag zult gij de bazuin doen doorgaan in uw ganse land. 10 En gij zult dat vijftigste jaar heiligen, en vrijheid uitroepen in het land, voor al zijn inwoners; het zal u een jubeljaar zijn; en gij zult wederkeren een ieder tot zijn bezittingen, en zult wederkeren een ieder tot zijn geslacht. 11 Dit jubeljaar zal u het vijftigste jaar zijn; gij zult niet zaaien, noch inoogsten wat van zelf daarin zal gewas sen zijn, noch ook de druiven der afzonderingen in hetzelve afsnijden. 12 Want dat is het jubeljaar; het zal u heilig zijn; gij zult uit het veld de inkomst daarvan eten. 13 Op dat jubeljaar zult gij ieder wederkeren tot zijn bezitting. (Statenvertaling)

     

    Het toekomstige herstel van Israël, geestelijk en nationaal, zal met een Jubeljaar aanvangen.

    De chronologie van de evangeliën gaf ik eerder op dit blog aandacht. Zie o.a. het artikel van 17.04.2018, link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1523829600&stopdatum=1524434400

     

    Hierna volgt het volledige Bijbelgedeelte van Jesaja hoofdstuk 61 met het woord TIJDSDAL in de tekst ingevoegd ter verduidelijking waar de Heiland stopte met citeren.

    Jesaja 61:1 De Geest des Heeren HEEREN is op Mij, omdat de HEERE Mij gezalfd heeft, om een blijde boodschap te brengen den zachtmoedigen; Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van harte, om den gevangenen vrijheid uit te roepen, en den gebondenen opening der gevangenis; 2 Om uit te roepen het jaar van het welbehagen des HEEREN, ….TIJDSDAL…

     

     

    © James Tissot (1836/1902 AD). Artistieke voorstelling van de Heer Jezus Christus in de synagoge te Nazareth met de boekrol van de profeet Jesaja in zijn handen. Lucas 4:17 “’En Hem werd gegeven het boek van den profeet Jesaja; en als Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats, daar geschreven was….”

     

    en den dag der wraak onzes Gods; om alle treurigen te troosten; 3 Om den treurigen Sions te beschikken dat hun gegeven worde sieraad voor as, vreugdeolie voor treurigheid, het gewaad des lofs voor een benauwden geest; opdat zij genaamd worden eikebomen der gerechtigheid, een planting des HEEREN, opdat Hij verheerlijkt worde. 4 En zij zullen de oude verwoeste plaatsen bouwen, de vorige verstoringen weder oprichten, en de verwoeste steden vernieuwen, die verstoord waren van geslacht tot geslacht. 5 En uitlanders zullen staan, en uw kudden weiden; en vreemden zullen uw akkerlieden en uw wijngaardeniers zijn. 6 Doch gijlieden zult priesters des HEEREN heten, men zal u dienaren onzes Gods noemen; gij zult het vermogen der heidenen eten, en in hun heerlijkheid zult gij u roemen. 7 Voor uw dubbele schaamte en schande zullen zij juichen over hun deel; daarom zullen zij in hun land erfelijk het dubbele bezitten; zij zullen eeuwige vreugde hebben. 8 Want Ik, de HEERE, heb het recht lief, Ik haat den roof in het brandoffer, en Ik zal geven, dat hun werk in der waarheid zal zijn; en Ik zal een eeuwig verbond met hen maken. 9 En hun zaad zal onder de heidenen bekend worden, en hun nakomelingen in het midden der volken; allen, die hen zien zullen, zullen hen kennen, dat zij zijn een zaad, dat de HEERE gezegend heeft. 10 Ik ben zeer vrolijk in den HEERE, mijn ziel verheugt zich in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, den mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan; gelijk een bruidegom zich met priesterlijk sieraad versiert, en als een bruid zich versiert met haar gereedschap. 11 Want gelijk de aarde haar spruit voortbrengt, en gelijk een hof, hetgeen in hem gezaaid is, doet uitspruiten; alzo zal de Heere HEERE gerechtigheid en lof doen uitspruiten voor al de volken. (Statenvertaling)

     

    Daar waar de Heiland met Jom Kippoer te Nazareth stopte met citeren vervolgt de profeet Jesaja met de profetie van het beloofde herstel van alle dingen. Tussen het uitroepen van het jaar van de welbehagen des HEEREN en de dag der wrake onzes Gods in vers twee zit een tijdskloof van inmiddels bijna tweeduizend jaar. De dag der wrake wordt vooral in het Bijbelboek Openbaring of Apocalyps beschreven en is nog toekomst.

     

    De profeet Jesaja zwijgt over een periode van twee dagen of tweeduizend jaar zoals we bijvoorbeeld de profeet Hosea kunnen interpreteren. De verleiding is er uiteraard om vanaf het dertigste Jubeljaar naar de toekomst toe te rekenen. Het zeventigste Jubeljaar bijvoorbeeld viel dan vanaf oktober 1987 tot september 1988. In mijn boek ‘dertig jubeljaren’ heb ik een epiloog over het zeventigste jubeljaar toegevoegd en de verwachting die de periode 1987/1988 toen voor enkelingen betekende. Men gaat in de drang naar het berekenen van de terugkomst van Christus gemakkelijk voorbij aan de woorden van de Heiland in Zijn rede over de laatst dingen:

    Matteüs 24:32 En leert van den vijgenboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak nu teder wordt, en de bladeren uitspruiten, zo weet gij, dat de zomer nabij is. 33 Alzo ook gijlieden, wanneer gij al deze dingen zult zien, zo weet, dat het nabij is, voor de deur. 34 Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, totdat al deze dingen zullen geschied zijn. 35 De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan. 36 Doch van dien dag en die ure weet niemand, ook niet de engelen der hemelen, dan Mijn Vader alleen.

     

    De geschiedenis van Israël heeft een voorbeeld van een uitstel van een bepaald tijdstip. In mijn boek ‘dertig Jubeljaren’ heb ik op de eigenaardigheid gewezen dat de Kanaänieten in het najaar van 1482 v. Chr. achtendertig jaar respijt kregen vanwege het ongeloof van Israël om het Beloofde Land binnen te trekken. De tijd was nochtans rijp. Sinds de Exodus waren er vierhonderd jaar verlopen en het verbond met Abram dat hem Kanaän als het Beloofde Land garandeerde.

    Genesis 15:18 Ten zelfden dage maakte de HEERE een verbond met Abram, zeggende: Aan uw zaad heb Ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte af, tot aan die grote rivier, de rivier Frath: 19 Den Keniet, en den Keniziet, en den Kadmoniet, 20 En den Hethiet, en den Fereziet, en de Refaieten, 21 En den Amoriet, en den Kanaäniet, en den Girgaziet, en den Jebusiet.

     

    De maat van de ongerechtigheid van de Amorieten was in de zomer van 1482 v. Chr. vol (Genesis 15:16). Maar door de onwil, door het ongeloof van de twaalf stammen om het land toen binnen trekken werden zij tot achtendertig jaar in de wildernis veroordeeld. Een tijdsperiode die de Kanaänieten uitstel van executie opleverde.

     

    Nu ben ik er van overtuigd dat het begin van het Messiaanse Vrederijk zal aanvangen bij het uitroepen van een Jubeljaar door de Koning der koningen. Het valt alleen niet te berekenen. De verleiding is er om op een tijdsbalk vanaf 1987/1988 naar het éénenzeventigste jubeljaar te loodsen en het jaar 2036/2037 met Jom Kippoer aan te duiden als het jaar voor het begin van het Vrederijk. Vanaf Jom Kippoer 2036 trekt men zeven jaar af tot Jom Kippoer 2029 voor het begin van de zevenjarige eindtijdperiode met zijn oordelen. Die vlieger gaat in het licht van Matteüs 24:36 echter niet op. Er zijn wetmatigheden (Hosea 5:15) waaraan voldaan moet worden alvorens de HEERE God ingrijpt en de dagen der verdrukking inkort (Matteüs 24:22)

    God is namelijk soeverein en Heer over de tijden. Op Zijn tijd zal het Jubeljaar met het herstel van alle dingen, uitgeroepen worden zonder dat er een verbinding met de vorige historische jubeljaren gemaakt kan worden. Dat is mijn verwachting.

     

    Wordt vervolgd…

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

     

    Recente publicaties:

     

     

    Dertig Jubeljaren, 2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU

    Kronieken van de koningen van Israël, 2017, zie link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory

    EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331

    Dit boek kan inmiddels volledig online gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html

    De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999

    TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

    De Assyriologie herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234

    De Tweede Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343

    Genesis versus Egyptologie, 2009, dit boek is uitverkocht maar kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html

    Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)

     

    Ontmoeten. Vragen. Ontdekken. Zie alphavlaanderen.be


    06-08-2019 om 08:22 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-07-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een TIJDS-DAL in de heilsgeschiedenis van Israël

    Micha 5:1 En gij, Bethlehem Efratha! zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een Heerser zal zijn in Israël, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid. 2 Daarom zal Hij henlieden overgeven, tot den tijd toe, dat zij, die baren zal, gebaard hebbe;…

    (TIJDS-DAL)

    … dan zullen de overigen Zijner broederen zich bekeren met de kinderen Israëls. 3 En Hij zal staan, en zal weiden in de kracht des HEEREN, in de hoogheid van den Naam des HEEREN, Zijns Gods, en zij zullen wonen, want nu zal Hij groot zijn tot aan de einden der aarde.

     

     

    © Rev. Clarence Larkin (1850–1924), Dispensational Truth (or God's Plan and Purpose in the Ages), bewerkt door de auteur.

     

    Het woord: TIJDS-DAL tussen haken, heb ik aan de tekst toegevoegd ter verduidelijking van het artikel van deze week. De verzen één tot twee (in de helft) zijn vandaag namelijk al geschiedenis. De verzen twee en verder zijn nog toekomst. Het gaat om het uiteindelijke herstel van Israël zowel geestelijk als nationaal in het oude land der vaderen. Een herstel dat bij de eerste komst van de Messias en Zijn afwijzing is uitgesteld. De profeet Micha mocht het tijds-dal tussen de twee komsten van de Messias niet zien en profeteert over één komst. De Messias werd echter naar datzelfde profetische Woord bij zijn eerste komst afgewezen en het is inmiddels bijna tweeduizend jaar later, wachten op Zijn wederkomst of tweede komst.

    De Oudtestamentische profeet Micha is goed bekend vanwege zijn aanduiding dat te Bethlehem de HEERE God als mens geboren zou worden. Het is een profetie die de Schriftgeleerden in de dagen van Herodes de Grote op diens vraag citeerden waar de Messias geboren zou worden (Matteüs 2:3-6).

    De naam van de profeet Micha is een verkorte vorm van de naam Michajah wat betekent: “Hij die is als de HEERE". De profeet Micha trad op in dagen van de koningen van Juda: Jotham, Achaz en Jehizkia. Op de tijdsbalk zitten we voor deze koningen in de jaren van 754 tot 694 v. Chr. Dat maakt van de profeet Micha een tijdgenoot van de profeet Jesaja. De bediening van Jesaja begon al eerder in de dagen van koning Uzzia van Juda in het jaar 776 v. Chr. het jaar van de meganatuurcatastrofe.

    Jesaja 1:1 Het gezicht van Jesaja, de zoon van Amoz, dat hij heeft gezien over Juda en Jeruzalem in de dagen van Uzzia, Jotham, Achaz en Jehizkia, koningen van Juda.

     

    Zie het artikel van 06.08.2018 op dit blog: de moeder van alle verwoestingen, link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1533506400&stopdatum=1534111200

    In het eerste hoofdstuk van het Bijbelboek Micha blijkt dat Micha (1:2-4) zijn bediening begon ten tijde van een meganatuurcatastrofe. Het is mogelijk dat hier dezelfde ramp beschreven wordt als in het jaar van de aardbeving van Uzzia. Diezelfde dag werd Uzzia door melaatsheid getroffen, in quarantaine geplaatst en nam zijn zoon Jotham van die dag aan de staatszaken in Juda waar.

    Aangezien Micha een tijdgenoot van Jesaja was vinden we dezelfde oordeelsaankondigingen bij beide profeten, wat niet onlogisch is gezien de ernst van de waarschuwingen. In Micha hoofdstuk 1:6 voorspelde de profeet de val van Samaria dat in het jaar 717 v. Chr. een feit werd. Exact honderddertig jaar, zes maanden en tien dagen voor de wegvoering van de twee stammen door Nebukadnezar in juli 586 v. Chr. Zie het artikel van 08.02.2018 op dit blog, link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1517785200&stopdatum=1518390000

     

    Met het artikel van deze week wil ik een bijzonder chronologisch onderdeel van de profeet Micha behandelen. De tijdskloof namelijk, het tijds-dal, dat er bestaat tussen vers 2b en vers 3 van hoofdstuk vijf.

    De voorzegging van de profeet Micha was een oordeel-aankondiging voor zijn tijdgenoten. Het volk van Juda dat zijn eigen weg ging zou in ballingschap naar Babylon weggevoerd worden. Zij zouden ‘overgegeven’ worden:

    Micha 4:10 Lijd smart en arbeid om voort te brengen, o dochter Sions! als een barende vrouw; want nu zult gij wel uit de stad henen uitgaan, en op het veld wonen, en tot in Babel komen, maar aldaar zult gij gered worden; aldaar zal u de HEERE verlossen uit de hand uwer vijanden. Micha 5:2 Daarom zal Hij henlieden overgeven, tot den tijd toe, dat zij, die baren zal, gebaard hebbe; dan zullen de overigen Zijner broederen zich bekeren met de kinderen Israëls.

     

    De profeet Micha verwittigde het volk dat zij door God prijsgegeven zouden worden ‘tot de tijd toe, dat zij die baren zal, gebaard hebbe. Dit is in de geschiedenis van Israël letterlijk uitgekomen. Na de val van Babylon in 539 v. Chr. namen de Meden en de Perzen de heerschappij over, gevolgd door de Grieken en daarna vanaf 63 v. Chr. door de Romeinen. In het jaar 70 AD, veertig jaar na de verwerping van de Messias werd Jeruzalem en de Tempel door de Romeinen met de grond gelijk gemaakt.

     

     

    Micha 3:12 Daarom, om uwentwil, zal Sion als een akker geploegd worden, en Jeruzalem zal tot steenhopen worden, en de berg dezes huizes tot hoogten eens wouds.

     

    Er waren in de lange periode sinds de Babylonische Ballingschap (605/535 v. Chr.) tot aan de Romeinse periode (63 v. Chr.) enkele lichtpuntjes zoals de terugkeer van een overblijfsel uit de Babylonische ballingschap, de herbouw van de tempel onder Ezra en Nehemia tijdens de Perzische heerschappij. Maar het koningschap was verdwenen. Wat bleef was de belofte van het herstel. Voor een gelovig overblijfsel van Israël (Lucas 2:25) was het wachten op ‘degene die baren zou’, op de geboorte van de Gezalfde, de Koning der koningen.

    De profeet Jesaja had ‘degene die baren zou’ eveneens voorspeld:

    Jesaja 7:14 Daarom zal de Heere Zelf ulieden een teken geven; ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn naam IMMANUËL heten.

     

    In het Nieuwe Testament wordt deze profetie vervuld in Maria van het huis van David (zie Lucas 1:26-38 en Matteüs 1;18-25).

    De profeet Jesaja geeft twee verschillende facetten van de verwachte Heerser door: een Heerser namelijk maar tegelijkertijd ook een Knecht. De Knechtgestalte wordt in het bijzonder in hoofdstuk 53 beschreven.

    Jesaja 53:1 Wie heeft onze prediking geloofd, en aan wien is de arm des HEEREN geopenbaard? 2 Want Hij is als een rijsje voor Zijn aangezicht opgeschoten, en als een wortel uit een dorre aarde; Hij had geen gedaante noch heerlijkheid; als wij Hem aanzagen, zo was er geen gestalte, dat wij Hem zouden begeerd hebben. 3 Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, en verzocht in krankheid; en een iegelijk was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht. 4 Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich genomen, en onze smarten heeft Hij gedragen; doch wij achtten Hem, dat Hij geplaagd, van God geslagen en verdrukt was. 5 Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden. 6 Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons een iegelijk naar zijn weg; doch de HEERE heeft onzer aller ongerechtigheid op Hem doen aanlopen. 7 Als dezelve geëist werd, toen werd Hij verdrukt; doch Hij deed Zijn mond niet open; als een lam werd Hij ter slachting geleid, en als een schaap, dat stom is voor het aangezicht zijner scheerders, alzo deed Hij Zijn mond niet open….

     

    Maar nu verder met de profetie van Micha. Ik herhaal gemakkelijks halve het Bijbelcitaat:

    Micha 5:1 En gij, Bethlehem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israël en wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid. 2 Daarom zal Hij hen prijsgeven tot de tijd, dat zij die baren zal, gebaard heeft. …

    (…Het prijsgeven besloeg een tijdsperiode die begon in 586 v. Chr. en eindigde in het jaar van de geboorte van de Messias in 5 v. Chr. Een totaal van 581 jaar)

    … Dan zal het overblijfsel zijner broederen terugkeren met de Israëlieten. 3 Dan zal Hij staan en hen weiden in de kracht des HEREN, in de majesteit van de naam des HEREN, zijns Gods; en zij zullen rustig wonen, want nu zal Hij groot zijn tot aan de einden der aarde, 4 en Hij zal vrede zijn. (NBG Vertaling 1951)

     

    Het profetisch Bijbelgedeelte van vers 2b en verder bleef bij het afwijzen van Jezus van Nazareth als de Messias onvervuld en als een gevolg werd ‘het herstel van alle dingen’ uitgesteld. De belofte van een derde herstel van het koningschap van Israël zoals door de profeet Micha werd echter alleen uitgesteld en niet afgelast zoals het gevestigde christendom leert. De Joden die in 70 AD in een wereldwijde diaspora terecht kwamen, zijn in de ‘volken-zee’ namelijk bewaard gebleven (wat in wezen wonderlijk is), zij het dikwijls onder zware verdrukking. Sinds 1948 kennen we een nationaal herstel in het oude land der vaderen: Israël. Een nationaal herstel dat onder druk gehandhaafd wordt. De belofte van de profeet Micha: “…en zij zullen rustig wonen, want nu zal Hij groot zijn tot aan de einden der aarde, 4 en Hij zal vrede zijn.”, ligt nog ver weg. Hier gelden namelijk wetmatigheden waaraan voldaan moet worden.

    Onder enkelingen in het christendom die op basis van de profetische Boeken van de Bijbel een derde herstel van Israël verwachten is de vestiging van de seculiere staat Israël in mei 1948 het grote teken dat de wederkomst van de Messias nabij gekomen is. Ook als dit geprofeteerde geestelijke herstel van Israël inmiddels al meer dan zeventig jaar op zich laat wachten.

    De ‘tussentijd’, het tijds-dal, dat sinds het verwerpen van de Messias door Israël een feit is, kan verdeeld worden in drie fasen. Tijdens de periode van de evangeliën hebben zij de Zoon van God afgewezen. En in het Bijbelboek Handelingen hebben zij de Heilige Geest van God afgewezen. De eerste maal met Pinksteren, de tweede maal bij de prediking van Stefanus (zie Handelingen 2:14-40, 3:12-26, 7:1-60) en de derde en laatste maal in het laatste hoofdstuk 28 van het Boek Handelingen toen zij Paulus en het evangelie afwezen.

    Het is na het afwijzen van de Paulus’ boodschap door de Joodse leiders vergaderd te Rome dat Paulus zijn bijzondere bediening naar de niet-Joden of heidenen begint. Paulus was de uitverkoren apostel tot het brengen van het evangelie naar de heidenwereld. Zijn boodschap was tot dan toe een verborgenheid geweest, was aan geen enkele profeet van het Oude Testament ooit geopenbaard geweest.

    Romeinen 16:25 Hem nu, Die machtig is u te bevestigen, naar mijn Evangelie en de prediking van Jezus Christus, naar de openbaring der verborgenheid, die van de tijden der eeuwen verzwegen is geweest; 26 Maar nu geopenbaard is, en door de profetische Schriften, naar het bevel des eeuwigen Gods, tot gehoorzaamheid des geloofs, onder al de heidenen bekend is gemaakt; 27 Den zelven alleen wijzen God zij door Jezus Christus de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen. (Statenvertaling)

     

    Een scharnierpunt in de tijd van twee bedelingen: Wet en Genade, (Galaten 4:24) was de afwijzing van Paulus door de Joden in Rome. Het Bijbelboek Handelingen sluit deze geschiedenis af met hoofdstuk 28:17-28, met de voormannen der Joden te Rome die de boodschap van Paulus afwijzen en de oordeelsprofetie van de profeet Jesaja (6:9-10) over zich halen. Het is na de afwijzing van Israël dat Paulus zijn Efeze-brief schrijft en aan alle dan bestaande gemeenten bekendmaakt.

    Efeze 3:8 Mij, den allerminste van al de heiligen, is deze genade gegeven, om onder de heidenen door het Evangelie te verkondigen den onnaspeurlijke rijkdom van Christus, 9 En allen te verlichten, dat zij mogen verstaan, welke de gemeenschap der verborgenheid zij, die van alle eeuwen verborgen is geweest in God, Welke alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus; 10 Opdat nu, door de Gemeente, bekend gemaakt worde aan de overheden en de machten in den hemel de veelvuldige wijsheid Gods; 11 Naar het eeuwig voornemen, dat Hij gemaakt heeft in Christus Jezus, onzen Heere; 12 In Denwelken wij hebben de vrijmoedigheid, en den toegang met vertrouwen, door het geloof aan Hem.

     

    Dit ‘eeuwig voornemen, dit plan God ‘s’ was nooit eerder aan de Bijbelse profeten meegedeeld. De Gemeente, de Ekklesia, als Lichaam van Christus waar ook niet-Joden toe uitgenodigd worden. Sinds Handelingen hoofdstuk 28 bestaan er twee tijdsperioden of bedelingen. Sindsdien bevinden diegenen die van Christus zijn zich in een staat van genade en zijn vrij van de wet.

    Paulus aan Efeze 2:8 Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; 9 niet uit werken, opdat niemand roeme. 10 Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.

     

    Belangrijk tot het begrijpen van de boodschap van de Bijbel is de visie dat de boodschap van Paulus zoals in de Efeze-brief gebracht een nieuw handelen van God met de mens inluidde. Een nieuwe bedeling is toen begonnen. Bij het bestuderen van de Bijbel door Gemeenteleden moet men oog hebben voor het feit dat niet alles in de Bijbel over de Gemeente handelt maar dat wel alles voor ons geschreven is. Een voorbeeld voor wat de geestelijke toepassing hiervan betreft, geeft Paulus weer:

    Romeinen 15:4 Al wat namelijk tevoren geschreven is, werd tot ons onderricht geschreven, opdat wij in de weg der volharding en van de vertroosting der Schriften de hoop zouden vasthouden. (NBG 1951 Vertaling)

    1 Korintiërs 10:6 Deze gebeurtenissen (Israël in de woestijn) zijn ons ten voorbeeld geschied, opdat wij geen lust tot het kwade zouden hebben, zoals zij die hadden.

     

     

     

    Een hele tijd geleden las ik op facebook een reactie van een facebookvriend op een facebookvriend, een doctor in de theologie, waarbij deze een parodie maakte op de bedelingenleerterm: ‘Dispensational Truth’. De man maakte er ‘Dispensable Sensationalism’ van. Ik heb niet gereageerd, maar leuk vond ik het niet. Het christendom kent zo zijn eigenaardigheden en is niet altijd ‘aardig’. Ik bestudeer mijn Bijbel in het kader van de bedelingenleer intussen verder, en haal voor spot mijn schouders op.

    Hebreeën 1:1 Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, 2 heeft Hij nu in het laatst der dagen tot ons gesproken in de Zoon, die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen, door wie Hij ook de wereld geschapen heeft. (NBG Vertaling 1951)

     

    Paulus begint zijn brief aan de Hebreeën met te verwijzen naar de scharniermomenten in de heilsgeschiedenis, in. De uitdrukking ‘eertijds’ gaat over de periode voorafgaand aan de komst van Jezus Christus. Het was een periode dat God op vele wijzen tot de vaderen door Zijn profeten gesproken had. Er was een tijd (nog niet zo lang geleden) dat het woord ‘bedeling’ nog geen foute klank had. Zo hanteerden de NBG-vertalers van 1951 het woord ‘bedeling’ in hun Bijbelvertaling van de Galatenbrief van Paulus. De Statenvertaling heeft het in Galaten 4:24 over twee ‘verbonden’.

    Galaten 4:21 Zegt mij, gij, die onder de wet wilt staan, luistert gij niet naar de wet? 22 Er staat immers geschreven, dat Abraham twee zonen had, één bij de slavin en één bij de vrije. 23 Maar die van de slavin was naar het vlees verwekt, doch die van de vrije door de belofte. 24 Dit is iets, waarin een diepere zin ligt. Want dit zijn twee bedelingen: de ene van de berg Sinai, die slaven baart, dit is Hagar. 25 Het (woord) Hagar betekent de berg Sinai in Arabië. Het staat op één lijn met het tegenwoordige Jeruzalem, want dat is met zijn kinderen in slavernij. 26 Maar het hemelse Jeruzalem is vrij; en dat is onze moeder. (NBG Vertaling 1951)

     

    Bij het lezen en bestuderen van de Bijbel, en vooral dan de in de Bijbel beschreven Heilsgeschiedenis, herkennen we meerdere ‘scharniermomenten’ waar men van de ene bijzondere tijdsperiode, lees bedeling, in een andere overgaat. Een voorbeeld van zulk een scharniermoment is het afsluiten van de bedeling van Wet, door die van de Genade, zoals door Paulus in zijn Galatenbrief wordt doorgegeven. Een ander goed herkenbaar voorbeeld van zulk een scharniermoment is het afsluiten van de prezondvloedtijdsperiode, wanneer God de deur van de ark van Noach sloot, en de Grote Vloed als oordeel over de wereld van toen liet komen.

    Genesis 7:16 En de HEERE sloot achter hem toe.

    Een volgend scharniermoment in de heilsgeschiedenis was de rebellie van Nimrod gevolgd door de roeping van Abraham door de HERE God in 1913 v. Chr., met de belofte van een land en een volk. Het was Gods antwoord op de rebellie van de postzondvloedmens onder leiding van Nimrod. De tijdsperiode van de Belofte aan Abraham liep van 1913 v. Chr. tot aan het geven van de Wet aan Mozes in 1483 v. Chr. of een periode van vierhonderddertig jaar. De bedeling van de Wet liep van Pinksteren/Sjavoeot 1483 v. Chr. tot Pesach 30 AD toen Jezus Christus, de Zoon van God, Zich als het Lam van God plaatsvervangend liet offeren. Een periode van 1512 jaar werd afgesloten (Galaten 4:4-5) en de deur tot het heil geopend.

    Wanneer de huidige bedeling van de genade eens in de toekomst afgesloten wordt, volgt de bedeling van het Messiaanse Vrederijk. Het is de periode dat het volk Israël opnieuw hersteld wordt, geestelijk en nationaal in het oude land der vaderen, het gebied met de grenzen van de Jordaan tot de Zee en van Dan in het Noorden tot Berseba in het Zuiden.

     

    Het hierna volgende Bijbelcitaat van de profeet Hosea verklaart in een notendop hoe het allemaal in de toekomst in zijn werk zal gaan.

    Hosea 5:15b.. Ik zal heengaan, Ik wil wederkeren naar mijn plaats, totdat zij zich schuldig gevoelen en mijn aangezicht zoeken; wanneer het hun bang te moede is, zullen zij verlangend naar Mij uitzien. 6:1 Komt, laat ons wederkeren tot de HERE! Want Hij heeft verscheurd, en zal ons helen; Hij heeft geslagen, en zal ons verbinden. 2 Hij zal ons na twee dagen doen herleven, ten derden dage zal Hij ons oprichten, en wij zullen leven voor zijn aangezicht. 3 Ja, wij willen de HERE kennen, ernaar jagen Hem te kennen. Zo zeker als de dagenraad is zijn opgang. Dan komt Hij tot ons als de regen, als de late regen, die het land besproeit. (NBG Vertaling 1951)

     

    De verklaring van dit Bijbelcitaat zou de volgende kunnen zijn: in vers 15b wordt de Hemelvaart van de Messias in 30 AD beschreven: “Ik zal heengaan, Ik wil wederkeren naar mijn plaats”. Het woord: “totdat” slaat op de tijdskloof van inmiddels al 1989 jaar. ‘Wanneer het hun bang te moede is’, slaat op een komende verdrukking waaruit zij op God zullen roepen. Hoofdstuk 6:1 leert de collectieve bekering op één dag van een rest van Israël. En volgens vers 2 is er onder de rest van Israël dan een kennen, een weten van wat er twee dagen of tweeduizend jaar eerder in het jaar 30 AD gebeurd is en beseft men vanaf dat ogenblik dat de derde dag van de wederoprichting aller dingen nabij is. Over ‘de dagen’ als langere tijdperioden schreef ik eerder op dit blog een artikel op 21.01.2019, toen bleef Hij nog twee dagen in de plaats, waar Hij was…, zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1548025200&stopdatum=1548630000

     

    De profetie van Micha hoofdstuk 5 krijgt dan na een tijdskloof van ongeveer tweeduizend jaar haar uiteindelijke vervulling:

    Micha 5:2b … dan zullen de overigen Zijner broederen zich bekeren met de kinderen Israëls. 3 En Hij zal staan, en zal weiden in de kracht des HEEREN, in de hoogheid van den Naam des HEEREN, Zijns Gods, en zij zullen wonen, want nu zal Hij groot zijn tot aan de einden der aarde.

     

    Het slot van het Bijbelboek Micha is hoopgevend:

    Micha 7:19 Hij zal Zich onzer weder ontfermen; Hij zal onze ongerechtigheden dempen; ja, Gij zult al hun zonden in de diepten der zee werpen. 20 Gij zult Jakob de trouw, Abraham de goedertierenheid geven, die Gij onzen vaderen van oude dagen af gezworen hebt.

     

     

    In het geprofeteerde Messiaanse Vrederijk zal ook een overblijfsel van de volken hun plaats en hun herstel vinden:

    Jesaja 19:23 Te dien dage zal er een heerbaan wezen van Egypte naar Assur, en Assur zal in Egypte komen en Egypte in Assur, en Egypte zal met Assur (de HERE) dienen. 24 Te dien dage zal Israël de derde zijn naast Egypte en Assur, een zegen in het midden der aarde, 25 omdat de HERE der heerscharen het gezegend heeft met de woorden: Gezegend zij mijn volk Egypte en het werk mijner handen, Assur, en mijn erfdeel Israël.

     

    Wordt vervolgd…

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

     

    Ontmoeten. Vragen. Ontdekken. Zie alphavlaanderen.be

     

    Recente publicaties:

     

     

    Dertig Jubeljaren, 2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU

    Kronieken van de koningen van Israël, 2017, zie link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory

    EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331

    Dit boek kan inmiddels volledig online gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html

    De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999

    TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

    De Assyriologie herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234

    De Tweede Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343

    Genesis versus Egyptologie, 2009, dit boek is uitverkocht maar kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html

    Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)

     

    Ontmoeten. Vragen. Ontdekken. Zie alphavlaanderen.be


    30-07-2019 om 08:32 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-07-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De chronologie van Daniël s’ zeventig jaarweken.

    Daniël 9:1 In het eerste jaar van Darius, den zoon van Ahasveros, uit het zaad der Meden, die koning gemaakt was over het koninkrijk der Chaldeeën; 2 In het eerste jaar zijner regering, merkte ik, Daniël, in de boeken, dat het getal der jaren, van dewelke het woord des HEEREN tot den profeet Jeremia geschied was, in het vervullen der verwoestingen van Jeruzalem, zeventig jaren was.

     

     

    © Robert De Telder, Dertig Jubeljaren, 2018, blz. 278

     

    Het was in het eerste regeringsjaar van Darius de Mediër in 539/538 v. Chr. dat de profeet Daniël de profetie der zeventig zevens geopenbaard kreeg. Daniël was zesenzestig jaar eerder als jonge knaap (Daniël 1:1-4) in 605 v. Chr. in Babylonische Ballingschap weggevoerd en ontving als oude man in het jaar van de val van Babylon in 539 v. Chr. de belangrijke profetie over het herstel van Israël. De openbaring kreeg hij toen hij de Bijbelboeken van zijn tijd aan het bestuderen was: het Bijbelboek van de profeet Jeremia namelijk. Daarin had de profeet Jeremia voorzegt dat de ballingschap zeventig jaar zou duren.

    Jeremia 25:11 En dit ganse land zal worden tot een woestheid, tot een ontzetting; en deze volken zullen den koning van Babel dienen zeventig jaren. 12 Maar het zal geschieden, als de zeventig jaren vervuld zijn, dan zal Ik over den koning van Babel, en over dat volk, spreekt de HEERE, hun ongerechtigheid bezoeken, mitsgaders over het land der Chaldeeën, en zal dat stellen tot eeuwige verwoestingen. (Statenvertaling)

     

    Jeremia 29:10 Want zo zegt de HEERE: Zekerlijk, als zeventig jaren te Babel zullen vervuld zijn, zal Ik ulieden bezoeken, en Ik zal Mijn goed woord over u verwekken, u wederbrengende tot deze plaats.

     

     

    © Robert De Telder, Dertig Jubeljaren, 2018, blz. 279

     

    De profeet Daniël besefte bij de regeringswissel te Babylon in 539 v. Chr. mits een eenvoudige rekensom dat het nog slechts vier jaar tot het einde van de ballingschap waren. En inderdaad in 535 v. Chr. in het eerste regeringsjaar van de Perzische koning Kores gaf deze vorst de toelating aan de Joden om naar Judea terug te keren.

    Flavius Josephus, Ant. Bk. XI, I, 1. In the first year of the reign of Cyrus which was the seventieth from the day that our people were removed out of their own land into Babylon, God commiserated the captivity and calamity of these poor people, according as he had foretold to them by Jeremiah the prophet, before the destruction of the city, that after they had served Nebuchadnezzar and his posterity, and after they had undergone that servitude seventy years, he would restore them again to the land of their fathers, and they should build their temple, and enjoy their ancient prosperity. And these things God did afford them; for he stirred up the mind of Cyrus, and made him write this throughout all Asia: "Thus saith Cyrus the king: Since God Almighty hath appointed me to be king of the habitable earth, I believe that he is that God which the nation of the Israelites worship; for indeed he foretold my name by the prophets, and that I should build him a house at Jerusalem, in the country of Judea."

    Zie ook het Bijbelboek Ezra 1:1-4.

    Ik neem aan dat Daniël in de verwachting leefde dat de HEERE God het door de profeten beloofde Messiaanse Vrederijk onmiddellijk na het einde van de Babylonische Ballingschap zou oprichten. De man Gabriël die door God naar Daniël gezonden werd, maakte echter duidelijk dat er nog zeven maal zevens van jaren, bovendien met tijdsintervallen, zouden overgaan alvorens de HEERE God Zijn Koninkrijk op aarde zou oprichten. Zo komen we aan het onderwerp van dit artikel: het chronologisch plaatsen van de zeventig weken. Hierna volgt het betreffende Bijbelgedeelte:

    Daniël 9:24 Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad, om de overtreding te sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht, en den profeet te verzegelen, en om de heiligheid der heiligheden te zalven.

    25 Weet dan, en versta: van den uitgang des woords (458 v. Chr.), om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias, den Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig weken; de straten, en de grachten zullen wederom gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden.

    26 En na die twee en zestig weken zal de Messias uitgeroeid worden (25 AD), maar het zal niet voor Hem zelven zijn; en een volk des vorsten, hetwelk komen zal (Rome), zal de stad en het heiligdom verderven (70 AD), en zijn einde zal zijn met een overstromenden vloed (370 AD), en tot het einde toe zal er krijg zijn, en vastelijk besloten verwoestingen.

    27 En hij (vers 26: een volk des vorsten) zal velen het verbond versterken een week; en in de helft der week zal hij het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden, en over den gruwelijken vleugel zal een verwoester zijn, ook tot de voleinding toe, die vastelijk besloten zijnde, zal uitgestort worden over den verwoeste. (Statenvertaling)

     

    De jaartallen tussen haakjes in het hiervoor vermelde citaat heb ik toegevoegd om het historisch plaatsen op de tijdsbalk te verduidelijken. De zeven maal zeventig zevens zijn begonnen in het jaar 458 v. Chr. wanneer ‘den uitgang des woords, om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen’, werd uitgesproken. Dit gebeurde volgens het Bijbelboek Ezra 7:1 in het zevende regeringsjaar van Arthahsasta of Artaxerxes I.

    Ezra 7:1 Na deze geschiedenissen nu, in het koninkrijk van Arthahsasta, koning van Perzië: Ezra, de zoon van Seraja, den zoon van Azarja, den zoon van Hilkia, 2 Den zoon van Sallum, den zoon van Zadok, den zoon van Ahitub, 3 Den zoon van Amarja, den zoon van Azarja, den zoon van Merajoth, 4 Den zoon van Zerahja, den zoon van Uzzi, den zoon van Bukki, 5 Den zoon van Abisua, den zoon van Pinehas, den zoon van Eleazar, den zoon van Aäron, den hoofdpriester. 6 Deze Ezra toog op uit Babel; en hij was een vaardig schriftgeleerde in de wet van Mozes, die de HEERE, de God Israëls, gegeven heeft; en de koning gaf hem, naar de hand des HEEREN, zijns Gods, over hem, al zijn verzoek. 7 Ook sommigen van de kinderen Israëls, en van de priesteren en de Levieten, en de zangers, en de poortiers, en de Nethinim, togen op naar Jeruzalem, in het zevende jaar van den koning Arthahsasta. 8 En hij kwam te Jeruzalem in de vijfde maand; dat was het zevende jaar dezes konings. 9 Want op den eersten der eerste maand was het begin des optochts uit Babel, en op den eersten der vijfde maand kwam hij te Jeruzalem, naar de goede hand zijns Gods over hem.

     

    Het bevelschrift van koning Arthasasta aan Ezra voor de terugkeer naar Jeruzalem en de herbouw van de Tempel vinden we in het Bijbelboek Ezra 7:12-28.

    Zeven maal zeven jaar, of negenenveertig jaar later in 410/409 v. Chr., treedt de laatste profeet van het Oude Testament op: Maleachi en compileren Ezra en Nehemia de Bijbelboeken die wij tegenwoordig als het Oude Testament kennen. Daarna zijn het nog eens tweeënzestig maal zeven jaarweken tot op een Messias of Gezalfde. Dit brengt ons in het jaar 25/26 AD voor het optreden van Johannes de Doper gevolgd door de doop van de Heer Jezus Christus. De Heer Jezus Christus werd geboren in de maand Ab (juli/augustus) van het jaar 5 v. Chr. en stemt overeen met het profetische schema van Daniël. Tussen 25 AD en 30 AD wanneer “de Messias uitgeroeid werd terwijl er niets tegen hem is” zit er een eerste tijdskloof van vijf jaar. Een volgende tijdskloof, van veertig jaar ditmaal, zit er tussen 30 AD en 70 AD wanneer in het laatst vermelde jaar ‘een volk des vorsten, hetwelk komen zal (Rome), de stad en het heiligdom verderven’. Dit was de Romeinse generaal (later Keizer) Titus die in 70 AD als een gevolg van zijn oorlog tegen het opstandige Jeruzalem deze profetie in vervulling deed gaan. Het jaar 70 AD is een mijlpaal in de geschiedenis van Israël.

    De tijdsperiode van veertig jaar tussen 30 AD met “het uitroeien van de Gezalfde” en 70 AD met de vernietiging van de Tempel te Jeruzalem werd gekenmerkt door enkele bijzonderheden. Zo scheurde in de Tempel het voorhangsel dat het Heilige der heiligen afschermde middendoor, juist op het ogenblik dat Messias Jezus als het Lam Gods Zijn leven gaf.

     

     

    Lukas 23:44 En het was omtrent de zesde ure, en er werd duisternis over de gehele aarde, tot de negende ure toe. 45 En de zon werd verduisterd, en het voorhangsel des tempels scheurde midden door. 46 En Jezus, roepende met grote stemme, zeide: Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest. En als Hij dat gezegd had, gaf Hij den geest.

     

    Een andere merkwaardigheid vinden we in de Talmoed (Joma 39b) dat leert: “Onze meesters leerden: veertig jaren voor de verwoesting van het Huis kwam het lot niet terecht noch werden de rode banden wit, noch brandde het westelijke licht en openden zich de deuren des Tempels vanzelf.”(Dr. F. De Graaf, Jezus de verborgene - blz.37).

    De uiteindelijke vernietiging van Jeruzalem en de Tempel werd door Jezus Christus in 30 AD voorspelt:

    Lucas 19:41 En toen Hij nog dichterbij gekomen was en de stad zag, weende Hij over haar, 42 en zeide: Och, of gij ook op deze dag verstondt wat tot uw vrede dient; maar thans is het verborgen voor uw ogen. 43 Want er zullen dagen over u komen, waarin uw vijanden een bolwerk tegen u zullen opwerpen 44 en u omsingelen en u van alle zijden in het nauw brengen, en zij zullen u en uw kinderen in u vertreden en zij zullen in u geen steen op de andere laten, omdat gij de tijd niet hebt opgemerkt, dat God naar u omzag.

     

    Het jaar 70 AD betekende het einde van het nationale Israël. De heersersstaf en scepter waren van Juda geweken, zoals de aartsvader Jacob het eeuwen eerder voorzegt had:

    Genesis 49:10 De scepter zal van Juda niet wijken, noch de heersersstaf tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en hem zullen de volken gehoorzaam zijn.

    Opmerkelijk is dat Flavius Josephus verwijst naar een Romeinse commandant met de naam SILO ten tijde van het beleg van Jeruzalem in 70 AD. Het Romeinse Rijk dat in 70 AD op het toppunt van zijn macht was zou echter volgens de profetie van Daniël ook ten onder gaan. Het Bijbelboek Daniël 9:26b beschrijft de ondergang van het Romeinse Rijk als gevolg van een overstroming: ‘en zijn einde zal zijn met een overstromenden vloed (370 AD), en tot het einde toe zal er krijg zijn, en vastelijk besloten verwoestingen.

     

     

    © Grosser Historischer Weltatlas, Herausgegeben vom Bayerischen Schulbuch – Verlag, 1954, (bewerkt door de auteur).

     

    De overstroming is hier een beeld van volkeren, de grote Germaanse volksverhuizing die rond 370 AD op gang kwam en de ondergang van het West-Romeinse Rijk betekende. De geschiedenis van het gebied van het Romeinse Rijk was daarna er een van strijd en verwoestingen. De tijdskloof die er zit tussen de negenenzestigste jaarweek en de zeventigste duurt tot op heden voort. Het is de periode tussen de twee komsten van de Messias. De eerste komst in nederigheid (Jesaja 53:2-3) gevolgd door een tweede komst in heerlijkheid (Jesaja 54:7-8).

    Het begin van de zeventigste jaarweek wordt door Daniël beschreven als: “En hij zal het verbond versterken een week…”. Dit betekent dat het Romeinse Rijk van de oudheid in de toekomst een herstel zal kennen. Een nieuwe Titus zal in de toekomst voor het sinds 1948 nationaal herstelde Israël, ‘het verbond versterken’ en aldus de laatste jaarweek der wereldgeschiedenis inluiden. Ik herhaal nog even de profetie van Daniël hoofdstuk 9:

    27 En hij (vers 26: een volk des vorsten) zal velen het verbond versterken een week; en in de helft der week zal hij het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden, en over den gruwelijken vleugel zal een verwoester zijn, ook tot de voleinding toe, die vastelijk besloten zijnde, zal uitgestort worden over den verwoeste. (Statenvertaling)

     

    Het verbond dat een nieuwe Romein in de toekomst zal ‘versterken’ is naar mijn mening het landverbond dat voor de Israëlieten het Beloofde Land is. De laatste jaarweek gaat dan in vervulling. In de helft van de jaarweek zal de nieuwe Romein het ‘slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden’ wat betekent dat de offerdienst van het Oude Testament na een onderbreking van bijna twintig eeuwen opnieuw bij de aanvang van de zeventigste jaarweek ingesteld is. Vandaag is het nog onvoorstelbaar dat er op de Tempelberg te Jeruzalem plaats gemaakt zal worden voor een nieuwe Joodse Tempel of een Tent der samenkomst. Nochtans zullen volgens het profetische woord ooit alle religies samengaan en zich als een tegenstander van de God van de Bijbel openbaren.

     

     

    Wat nodig voor de toekomstige offerdienst is zijn de attributen zoals op de plaat hierboven afgebeeld. Links onder op de plaat staat de ark van het verbond afgebeeld. Over de ark schreef ik eerder op dit blog op 18.03.2019 een artikel: Werd de Ark van het Verbond in 586 v. Chr. bij de val van Jeruzalem vernietigd of werd ze toen verborgen en tot op heden ergens bewaard? Zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1552863600&stopdatum=1553468400

     

    De Heer Jezus Christus verwijst in Zijn rede over de laatste dingen naar de geprofeteerde gruwel der verwoesting waar de profeet Daniël naar verwijst.

    Matteüs 24:15 Wanneer gij dan zult zien den gruwel der verwoesting, waarvan gesproken is door Daniël, den profeet, staande in de heilige plaats; (die het leest, die merke daarop!) 16 Dat alsdan, die in Judea zijn, vlieden op de bergen; 17 Die op het dak is, kome niet af, om iets uit zijn huis weg te nemen; 18 En die op den akker is, kere niet weder terug, om zijn klederen weg te nemen. 19 Maar wee den bevruchten, en den zogenden vrouwen in die dagen! 20 Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede des winters, noch op een sabbat. 21 Want alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal. 22 En zo die dagen niet verkort werden, geen vlees zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil zullen die dagen verkort worden.

     

    Wie of wat de gruwel der verwoesting is maakt Paulus in zijn tweede Thessalonicenzenbrief duidelijk:

    2 Thessalonicenzen 2:3 Dat u niemand verleide op enigerlei wijze; want die komt niet, tenzij dat eerst de afval gekomen zij, en dat geopenbaard zij de mens der zonde, de zoon des verderfs; 4 Die zich tegenstelt, en verheft boven al wat God genaamd, of als God geëerd wordt, alzo dat hij in den tempel Gods als een God zal zitten, zichzelven vertonende, dat hij God is. 5 Gedenkt gij niet, dat ik, nog bij u zijnde, u deze dingen gezegd heb?

     

    De verwoester over de gruwelijke vleugel in het Heilige der heiligen op de Tempelberg is de nieuwe Romein van de eindtijd die zich daar als een god neerzet. Dit is het moment in de helft van de zeventigste jaarweek voor een gelovig overblijfsel in Judea om naar de bergen te vluchten. Een grote verdrukking die een halve jaarweek of tweeënveertig maanden zal aanhouden ziet hier haar begin. De vlucht naar de bergen, naar de woestijn, is een omgekeerde exodus die in meerdere Bijbelboeken beschreven staat:

    Openbaring 12:6 En de vrouw vluchtte in de woestijn, alwaar zij een plaats had, haar van God bereid, opdat zij haar aldaar zouden voeden duizend tweehonderd zestig dagen.

     

    De vermelde plaats waar in Openbaring 12:6 verwezen wordt, is volgens het Bijbelboek Daniël 11:41, het over-Jordaanse gebied of de huidige landen Jordanië en het noordwesten van Saoedi-Arabië. Ook de profeet Hosea 2:13 verwijst naar de woestijn van het over-Jordaanse gebied. Met het artikel van 25.02.2019 op dit blog: het dal Achor, een deur der hoop…, zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1551049200&stopdatum=1551654000

    beschrijf ik uitvoeriger de vlucht en het verblijf in de woestijn van een overblijfsel, een rest van Israël. Aan het einde van de tweede helft van de zeventigste jaarweek is de volledige verlossing en herstel van Israël een feit zoals Daniël 9:24 leert:

    Daniël 9:24 Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad, om de overtreding te sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht, en den profeet te verzegelen, en om de heiligheid der heiligheden te zalven.

     

    Met de beschreven vlucht naar de woestijn merken we dat ook de tweede of wederkomst van de Messias niet zonder ongeloof van de zijde van een meerderheid van Israël zal verlopen. Net zoals bij de eerste komst zullen zij blijkbaar ook aan de periode voorafgaand aan de tweede komst ‘de tijd niet opmerken’ (Lukas 19:44). Het ‘slachtoffer en spijsoffer’ dat opnieuw op de Tempelberg zal ingesteld worden is in afwijzing van de weg der verzoening die God aanbiedt. Twee getuigen (Openbaring 11:3) van de HEERE God zullen in de eerste helft van de zeventigste jaarweek tegen de opnieuw ingestelde offerdienst getuigen. De verdwazing zal compleet zijn wanneer de pseudo-Messias, de handlanger (Openbaring 13:11-12) van de nieuwe Romein, er in slaagt ‘vuur uit de hemel’ het offer op het altaar op de Tempelberg te laten verteren (Openbaring 13:13). In de helft van de zeventigste jaarweek zal een ‘rest’ van diegenen die het Utopia van de nieuwe Romein hebben afgewezen naar de woestijn gevoerd worden (Openbaring 11:14) en daar bewaard gedurende ‘een tijd, en tijden, en een halve tijd, buiten het gezicht der slang’.

     

    Wordt vervolgd…

     

    P.S. Wat de zeventig jaarweken ons bovendien leren is dat er minstens een tijdsperiode van 483 jaar zit tussen de Perzische overheersing van het gebied van Israël en de Romeinse overheersing. De Joodse anno mundi jaartelling waarvan de teller momenteel op 5779 sinds de Schepping zit, wijkt met 235 jaar van de historische werkelijkheid af. Het is vooral de Perzische periode die door de Rabbijnen eertijds is ingekort.

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

     

    Recente publicaties:

     

     

    Dertig Jubeljaren, 2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU

    Kronieken van de koningen van Israël, 2017, zie link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory

    EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331

    Dit boek kan inmiddels volledig online gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html

    De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999

    TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

    De Assyriologie herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234

    De Tweede Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343

    Genesis versus Egyptologie, 2009, dit boek is uitverkocht maar kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html

    Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)


    22-07-2019 om 09:25 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-07-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DNA onthult gevreesde Filistijnen.

    De NRC publiceerde op 4 juli 2019 een interessant artikel over de Zeevolken die in de oudheid ten tijde van Ramses III Egypte en de Levant binnenvielen. De titel luidde: DNA onthult gevreesde Filistijnen. Archeologie: het volk dat rond 1200 v. Chr. de streek bij het Israëlische Asjkelon binnenviel, kwam uit het westelijk Middellandse Zeegebied. Zie link: https://www.nrc.nl/nieuws/2019/07/03/dna-onthult-gevreesde-filistijnen-a3966005

     

     

    Op de noordelijke buitenmuur van de dodentempel van Ramses III in Medinet Haboe is de strijd van Ramses III tegen de Zeevolken gedetailleerd uitgebeeld. De verschillende rassen en de klederdracht van de aanvallers zijn duidelijk te onderscheiden. Ook valt op dat de aanvallers mager en knokig zijn. Dit wijst op de hongersnood die deze volken in hun gebieden getroffen had. De gevederde helm wordt traditioneel als de hoofdtooi van de Peleset gezien en heeft zich in de vakliteratuur en in Hollywood vastgezet. Dezelfde hoofdtooi kan echter ook bij de Tjeker en de Denyen waargenomen worden.

     

    Wat nieuw is, is de identificatie van sommige van de Zeevolken aan de hand van hun DNA. Onderzoekers van het Max Planck Instituut in Jena zijn er namelijk voor het eerst in geslaagd met behulp van DNA stoffelijke resten te identificeren van mensen die behoorden tot één van de Zeevolken, de Filistijnen. Ze publiceerden hun ontdekking woensdag in Science Advances. De uit de Bijbel bekende Filistijnen blijken nu afkomstig uit het zuidwesten van Europa. De Duitse archeologen van het Max Planck Instituut te Jena werkten op een drietal oude begraafplaatsen rondom het Israëlische Asjkelon en vonden meer dan honderd skeletten, die ze onderzochten op de aanwezigheid van DNA-materiaal. Ze hadden slechts succes bij tien skeletten, waarvan ze via koolstofdatering de ouderdom vaststelden. De zes vrouwen en vier mannen leefden tussen 1750 en 1050 v.Chr. In deze periode vond volgens de orthodoxe geschiedschrijving de overgang van bronstijd naar ijzertijd plaats.

    In mijn uitgave: de zonaanbidder, 2016, appendix 1, geef ik aandacht aan de Zeevolken en hun invasie van de Levant en Egypte. In mijn boek vermeld ik het bronnenmateriaal dat tot de identificatie van sommige Zeevolken leidde zoals bijvoorbeeld de SHRDN en dit louter op basis van taalkundige aanwijzingen. De herkomst van de SHRDN was Sardinië in de westelijke helft van de Middellandse Zee. Het DNA-onderzoek van het Max Planck Instituut in Jena bevestigt nu definitief de herkomst van sommige van de Zeevolken uit het gebied van de westelijke Middellandse Zee. Een invasie die in het licht van de herziening van de geschiedenis van de oudheid nu aan het einde van de achtste eeuw v. Chr. plaatsvindt in plaats van het orthodoxe tijdstip rond 1200 v. Chr. Zie hierna een kort relevant citaat uit ‘de zonaanbidder’:

    “De namen van de zeevolken die Ramses III opgeeft kunnen allen met mediterrane groepen die in de achtste eeuw v. Chr. hun intrede in de regio deden, verbonden worden. Zo waren de Shrdn, lange baardige mannen met gehoornde helmen afkomstig uit Sardinië. De Tshkr kunnen in verband gebracht worden met de Sikels uit Sicilië en de Tsshw met hun nauw sluitende hoofddeksels, waren hoogstwaarschijnlijk de Etrusken die door de Grieken Turshenoi werden genoemd. De Peleset kwamen uit Kreta. De Denyen of Danaana zijn volgens mij met de Phrygiërs te identificeren. Zij zijn de 'Danuniyim' met als tussenstation Cilicië alvorens naar de Nijldelta op te rukken. De hint voor de identificatie van de Danaana met de Phrygiërs haalde ik uit een plaatsjesboek met een afbeelding van Phrygische soldaten met rond schild en helm met pluimen.” Einde citaat.

     

     

    Het artikel van de NRC verwijst naar Ramses III als “de grote Egyptische farao”, wat overdreven is aangezien de historische Ramses III zichzelf slechts als een prins van Heliopolis vermeldde.

    Wat in het artikel geen aandacht krijgt is het feit dat men de overgang van Laat Brons naar IJzer rond 1200 v. Chr. in de archeologische lagen in Kanaän aan de Egyptische chronologie gekoppeld en gedateerd heeft. De Egyptische chronologie is verantwoordelijk voor de datering van de invasie van de Zeevolken in 1200 v. Chr. Een chronologie die gebaseerd is op de veronderstelling van het gebruik van een dubbele kalender in het oude Egypte: de Sothis-kalender. Een kalender echter die door het revisionisme van de geschiedenis onderuit gehaald is. Zie o.a. het artikel op dit blog van 27.02.2017: over de chronologie van het oude Egypte, link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1488150000&stopdatum=1488754800

    In 1177 v. Chr. bracht Ramses III namelijk volgens de orthodoxe Egyptologie een halt toe aan de invasie van de Zeevolken en redde Egypte van de ondergang.

    Een anomalie die zich in het orthodoxe model voordoet is dat men het Rijk der Hethieten dat zich over het huidige Turkije in Klein-Azië uitstrekte rond 1200 v. Chr. als een gevolg van de invasie van de Zeevolken laat ondergaan, dit terwijl de Assyriërs in contradictie tot in de achtste eeuw v. Chr. naar de Hethieten in hun bewaard gebleven geschriften verwijzen. Eén en ander zit duidelijk fout! Ik haal op dit blog dikwijls de Bijbel als historisch boek aan om één en ander in vraag te brengen, maar ditmaal hebben we een buiten-Bijbels voorbeeld hoe de rampzalige gefabriceerde chronologie van Egypte haaks staat op de historische werkelijkheid.

    In mijn eerder geciteerde boek ‘de zonaanbidder’ plaatst ik de invasie van de Zeevolken in 712 v. Chr. en verhuist de breuk tussen Laat Brons en IJzer van de dertiende eeuw v. Chr. naar de achtste eeuw v. Chr. Mijn verhaal laat ik aanvangen aan het begin van de achtste eeuw v. Chr. wanneer een meganatuurcatastrofe de oude wereld trof en verantwoordelijk was voor het opgang komen van heel wat volksverhuizingen. De belegering van Troje laat ik plaatsvinden van 800 tot 790 v. Chr. Heel wat puzzelstukken vallen zodoende op hun plaats en tonen een historische werkelijkheid zonder de zogenaamde gefabriceerde duistere eeuwen voor Griekenland. Zie ook het artikel op dit blog van 30.07.2018: de datering van de val van Homeros’ Troje, zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1532901600&stopdatum=1533506400

    De achtste eeuw v. Chr. werd gekenmerkt door een cyclus van meganatuurcatastrofes die de oude wereld van toen teisterde. Als een gevolg waren er grote volksverhuizingen met als enig motief de honger. Keer op keer mislukten oogsten of werden ze volledig verwoest. Ook zijn er veelvuldig vermeldingen naar pestplagen. De jaren 800, 790 761, 748, 735, 722 en 709 v. Chr. duid ik aan als rampjaren. Dit sluit ook aan bij de klimaatverstoring die de profeet Jesaja voor deze periode voorspeld had.

    Jesaja 5:5 Nu dan, Ik zal ulieden nu bekend maken, wat Ik Mijn wijngaard doen zal; Ik zal zijn tuin wegnemen, opdat hij zij tot afweiding; zijn muur zal Ik verscheuren, opdat hij zij tot vertreding. 6 En Ik zal hem tot woestheid maken; hij zal niet besnoeid, noch omgehakt worden, maar distelen en doornen zullen daarin opgaan; en Ik zal den wolken gebieden, dat zij geen regen daarop regenen.

     

    Het artikel in de NRC maakt verder gewag van gevonden stenen te Asjkelon met daarop de naam van een farao dat erop lijkt te wijzen dat Asjkelon bevolkt is door de Filistijnen na de dood van Ramses III? Er hebben zich echter volgens de Bijbel nog andere Zeevolken te Asjkelon gevestigd. Zo verwijst de profeet Zefanja ten tijde van de regeerperiode van koning Josia in Juda (640/609 v. Chr.) naar de volken van de Cheretim te Asjkelon.

    Zefanja 2:4 Want Gaza zal verlaten wezen, en Askelon zal ter verwoesting wezen; Asdod zal men in den middag verdrijven, en Ekron zal uitgeworteld worden. 5 Wee den inwoneren van de landstreek der zee, den volken der Cheretim! Het woord des HEEREN zal tegen ulieden zijn, gij Kanaän, der Filistijnen land! en Ik zal u verdoen, dat er geen inwoner zal zijn. 6 En de landstreek der zee zal wezen tot hutten, uitgegraven putten der herders, en betuiningen der kudden. 7 En de landstreek zal wezen voor het overblijfsel van het huis van Juda, dat zij daarin weiden; des avonds zullen zij in de huizen van Askelon legeren, als de HEERE, hunlieder God, hen zal bezocht, en hun gevangenis zal gewend hebben. (Statenvertaling)

     

    Het Hebreeuwse woord ‘Cheretim’ werd door de Septuagintvertalers in de derde eeuw v. Chr. vertaald naar ‘Cretans’, verwijzend naar Kreta als het land van hun herkomst. Ik neem aan dat zij in hun tijd de Cheretim nog eenvoudig konden identificeren met Kretenzers en hiermee tegelijkertijd de herkomst van dit nieuwe volk aan de kust gaven. Met het artikel van 22.02.2018 op dit blog: de profeet Zefanja en de identificatie van de Keretieten, zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1518994800&stopdatum=1519599600, heb ik deze episode in het bijzonder aandacht geschonken. Het aangekondigde oordeel van de profeet Zefanja werd uitgevoerd door de Scythen die in het jaar 621 v. Chr. Klein-Azië binnenrukten en pas aan de grens met Egypte tot stilstand werden gebracht. Zij zijn verantwoordelijk voor de verwoestingen te Asjkelon en andere plaatsen langs de kust. Het is de oudheidhistoricus Herodotos (Boek 1, 105) (die recent heel wat aandacht op mijn blog krijgt) die de Scythische invasie beschreef. Met het artikel van 03.06.2019 op dit blog beschreef ik farao Sethoos van Herodotos, de vader van de bekende Psammetichos. Sethoos die duidelijk in de achtste eeuw v. Chr. regeerde, werd volgens Herodotos opgevolgd door twaalf koningen die tegelijkertijd ieder over een deel van Egypte heersten, de zogenaamde Ramessieden, waar Ramses III deel van uitmaakte.

    Wanneer men vandaag te Asjkelon modern onderzoek op botten en skeletten doet mag men verwachten meerdere types van oudheidmensen te vinden. Ik ben dan ook benieuwd naar wat het verdere onderzoek te Asjkelon zal opleveren.

     

    Tot slot wil ik opmerken dat de Peleset die met de Bijbelse Filistijnen geïdentificeerd worden, in de achtste eeuw v. Chr. een nieuwe migratie in het gebied van het oude Filistea waren. Na het verslaan van de Zeevolken door Ramses III vestigden verschillende zeevolken zich langs de kust van de Levant.

    De oorsprong van de Filistijnen die in het eerste boek van de Bijbel vermeldt worden gaat terug op Cham, een zoon van Noach.

    Genesis 10: 6 En de zonen van Cham zijn: Cusch en Mitsraim, en Put, en Kanaän. 7 En de zonen van Cusch zijn: Seba en Havila, en Sabta, en Raema, en Sabtecha. En de zonen van Raema zijn: Scheba en Dedan. …..

    …. 13 En Mitsraim gewon de Ludieten, en de Anamieten, en de Lehabieten, en de Naftuchieten, 14 En de Pathrusieten, en de Casluchieten, van waar de Filistijnen uitgekomen zijn, en de Caftorieten. (Statenvertaling)

     

    Na de Babylonische spraakverwarring in het jaar 2239 v. Chr. hebben zij zich vanuit Sinear naar de (ei)landen in het oostelijk bekken van de Middellandse Zee begeven. Zij zijn de volken met wie de aartsvaders van Genesis contact hadden. Ten tijde van de Exodus in 1483 v. Chr. en de inname van het Beloofde Land Kanaän in 1443 v. Chr. waren zij tegenstanders van de Israëlieten, zoals het Bijbelboek Deuteronomium leert.

    Deuteronomium 2:23 Ook hebben de Kafthorieten, die uit Kafthor uittogen, de Avieten, die in Hazerim tot Gaza toe woonden, verdelgd, en aan hun plaats gewoond.

     

    Dit is uiteraard een anachronisme indien men er van uitgaat dat Mozes niet de auteur van de Thora is maar dat deze vele eeuwen later pas ten tijde van de Babylonische ballingschap tot stand kwam. Dit is echter niet mijn uitgangspunt. De auteur van de eerste boeken van de Bijbel was Mozes zoals overigens Jezus Christus en de evangelisten het in de eerste eeuw van de christelijke jaartelling leerden. Theologen die menen anders te moeten leren hebben de zogenaamde ‘late datering’ van de exodus bedacht ter inpassing van hun theorie in het keurslijf van de egyptologie. Zie het artikel op dit blog van 28.01.2019, de late datering van de exodus, zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1548630000&stopdatum=1549234800

     

    De Filistijnen ten tijde van de intocht van de Israëlieten in het Beloofde Land worden beschreven als een volk dat uit Kafthor stamt en verantwoordelijk was voor de genocide op de Avieten die voor hen het gebied van Filistea gekoloniseerd hadden. Dit Kafthor werd door de Septuagint-vertalers in de derde eeuw v. Chr. met Kreta een eiland in de oostelijke Middellandse Zee geïdentificeerd. De Filistijnen zijn door de binnentrekkende Israëlieten in 1443 v. Chr. niet verdreven maar hebben zich daarna over de vele eeuwen die de Richterenperiode in Israël besloeg kunnen handhaven, en betekenden ten tijde van de koningen Saul en David nog altijd een plaag voor Israël. De bekendste Filistijn uit deze periode is misschien wel de reus Goliath. Dat de beschreven Filistijnen uit ‘Kafthor’ stamden herhaalde de profeet Amos in de achtste eeuw v. Chr.:

    Amos 9:7 Zijt gijlieden Mij niet als de kinderen der Moren, o kinderen Israëls? spreekt de HEERE. Heb Ik Israël niet opgevoerd uit Egypteland, en de Filistijnen uit Kafthor, en de Syriërs uit Kir?

     

    De Peleset/Filistijnen die deel uitmaakten van de Zeevolken bij hun invasie in de achtste eeuw v. Chr. waren nieuwkomers die zich in Filistea vestigden. Zij zitten volgens het Bijbelse model in de lijn van de stamvader Jafeth, een zoon van Noach. Zij werden na het afslaan door Ramses III vazallen van de Assyrische koning Sargon II. De Assyriër Sargon II vermeldt in zijn annalen dat hij te Asdod tegen een Ioniër (Griek) moest optreden. Ook over de opvolger van Sargon II: Sanherib weten we via een bericht van Berossus dat hij een veldtocht tegen Grieken in Cilicië leidde. De verschillende puzzelstukjes passen alleen in het plaatje van de achtste eeuw v. Chr.

    De Filistijnen worden een eeuw later in de zevende eeuw v. Chr. door de profeet Jeremia vermeld en beschreven als een ‘overblijfsel’ van het eiland Kafthor.

    Jeremia 47:1 Het woord des HEEREN, dat tot den profeet Jeremia geschiedde, tegen de Filistijnen; eer dat Farao Gaza sloeg. 2 Zo zegt de HEERE: Ziet, wateren komen op van het noorden, en zullen worden tot een overlopende beek, en overlopen het land en de volheid van hetzelve, de stad en die daarin wonen; en de mensen zullen schreeuwen, en al de inwoners des lands zullen huilen; 3 Vanwege het geluid van het geklater der hoeven zijner sterke paarden, vanwege het geraas zijner wagenen, en het bulderen zijner raderen; de vaders zien niet om naar de kinderen, vanwege de slappigheid der handen; 4 Vanwege den dag, die er komt om alle Filistijnen te verstoren, om Tyrus en Sidon allen overgeblevenen helper af te snijden; want de HEERE zal de Filistijnen, het overblijfsel des eilands van Kafthor, verstoren.

     

    De profetie van Jeremia sluit aan bij de eerder geciteerde profeet Zefanja (2:4). Een oordeelsprofetie waar de invasie van de Scythen in 621 v. Chr. in past.

     

    Wanneer archeologen zoals de onderzoekers van het Max Planck Instituut in Jena vandaag te Asjkelon aan het werk gaan kan men op basis van de historische gegevens die de Bijbel levert verwachten dat zij overblijfselen van meer dan één volk in het gebied zullen aantreffen.

     

    De Arabieren die zich nu Palestijnen noemen stammen niet af van de Filistijnen noch van het tweede noch van het eerste millennium v. Chr. Hun geslachtslijn gaat niet terug tot Cham of Jafeth, maar tot Sem, de zoon van Noach, en via Ismaël de halfbroer van Izaak.

    Waarschijnlijk waren het de Romeinen die het oude land Israël na de verwijdering van het Joodse volk in de periode 70/135 AD Palestina genoemd hebben.

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

     

    Recente publicaties:

    Dertig Jubeljaren, 2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU

    Kronieken van de koningen van Israël, 2017, zie link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory

    EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331

    Dit boek kan inmiddels volledig online gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html

     

     

    De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999

    TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

    De Assyriologie herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234

    De Tweede Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343

    Genesis versus Egyptologie, 2009, dit boek is uitverkocht maar kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html

    Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)


    15-07-2019 om 00:00 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-07-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Farao Neko en de faraolijst van de oudheidhistoricus Herodotos

    Met onze aflevering van 17.06.2019 op dit blog behandelden we Herodotos’ Psammetichos. Zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1560722400&stopdatum=1561327200

    Deze week gaan we verder met het identificeren van de Griekse namen die Herodotos via zijn faraolijst doorgaf. Het identificeren van de faraonamen van Herodotos’ faraolijst wordt sinds de vermelding van  Psammetichos door Herodotos nu eenvoudiger. Neko was de zoon en opvolger van Psammetichos en vinden we ook in de faraolijst van de Egyptische oudheidhistoricus Manetho. Hierna de faraolijst van Herodotos. In de linker kolom staan de Griekse namen vermeld met rechts hun historische verankering op de tijdsbalk:

    Herodotos                    Boek:                   historische verankering op tijdsbalk:

    Sesostris             2 :102        Thothmosis III, Rehabeam – 961 v. Chr.

    Feroos/Pheros    2 :111                   Amonhotep II – 941 v. Chr.

    Proteus               2 :112         Thothmosis IV – 800 v. Chr.

    Rampsinitos       2 :121         Amonhotep III – 776 v. Chr.

    Cheops                2 :124        piramidebouwer – 8ste eeuw v. Chr.

    Chefren               2 :127         piramidebouwer – 8ste eeuw v. Chr.

    Mykerinos           2 :129        piramidebouwer – 8ste eeuw v. Chr.

    Asychis                2 :136        8ste eeuw v. Chr.

    Anysis                 2 :137         tijdgenoot Sabakoos – 8ste eeuw v. Chr.

    Sethos                 2 :141         tijdgenoot Sanherib, Assyrië – 709 v. Chr.

    12 koningen        2 :147         Ramessieden

    Psammetichos    2 :152         Psamtik – 675/621 v. Chr.

     

    Neko                   2 :158        Necho – 605 v. Chr.

    Psammis            2 :159

     

    Apriës                 2 :161         Hofra

    Amasis                2 :172         525 v. Chr.

     

    Hierna een kort citaat uit Herodotos’ boek 2:158:

    The son of Psammetichos was Necos, and he became king of Egypt. This man was the first who attempted the channel leading to the Erythraian Sea, which Dareios the Persian afterwards completed…..

    De volledige tekst is te vinden via de volgende link: http://www.sacred-texts.com/cla/hh/hh2150.htm

    De priesters die Herodotos bij zijn bezoek aan Egypte onderrichten vermelden dat farao Neko de eerste was die trachtte een kanaal vanaf de Nijl naar de Rode Zee te laten graven. Nu zijn er echter bronnen die aantonen dat er al veel eerder graafwerken uitgevoerd werden. Over het kanaal van de Nijl naar de Rode Zee schreef ik al eerder op dit blog een artikel op 02.01.2017, een Suezkanaal in de Oudheid? Zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1483311600&stopdatum=1483916400

    In het artikel geef ik aandacht aan het werk van de Egyptologe Amelia Ann Blanford Edwards (1831-1892). Zij toont aan dat de vrouwelijke farao Hatsjepsoet van de achttiende dynastie in haar tijd al een kanaal van de Nijl naar de Rode Zee liet graven. Zij is een farao wiens naam niet op alle bewaard gebleven koningslijsten terug te vinden is. Haar opvolger Thothmosis III liet na haar dood al een ware Beeldenstorm uitvoeren en ook voor de priesters met wie Herodotos in gesprek ging achtten haar niet waardig tot enige historische vermelding.

    Na de vermelding door Herodotos over het kanaal geeft hij aandacht aan de militaire veldtochten van Neko naar Klein-Azië en tot slot vermeldt Herodotos een regeerperiode van zestien jaar voor farao Neko.

    Herodotos Book 2:159. Thus having ceased from the work of the channel, Necos betook himself to waging wars, and triremes were built by him, some for the Northern Sea and others in the Arabian gulf for the Erythraian Sea; and of these the sheds are still to be seen. These ships he used when he needed them; and also on land Necos engaged battle at Magdolos with the Syrians, and conquered them; and after this he took Cadytis, which is a great city of Syria: and the dress which he wore when he made these conquests he dedicated to Apollo, sending it to Branchidai of the Milesians. After this, having reigned in all sixteen years, he brought his life to an end, and handed on the kingdom to Psammis his son.

     

     

    Bronzen beeld van Neko II in een offerhouding. Het is het enige beeld van Neko II, dat tegenwoordig bekend is. Van geen enkele farao van Manetho ‘s zesentwintigste dynastie zijn er overigens ooit stoffelijke resten noch dodentempels gevonden.

     

    De regeerperiode van Neko liep van 621 v. Chr. tot 605 v. Chr. en dat maakt hem een tijdgenoot van de koningen Josia, Joahaz en Jojakim van Juda. In mijn boek TIJD en TIJDEN, 2015, hoofdstuk: de zesentwintigste dynastie van Manetho, blz. 375-384, geef ik heel wat aandacht aan farao Neko en diens veldtochten naar Klein-Azië. Het is Neko II die in de slag bij Megiddo in 609 v. Chr. koning Josia van Juda doodde en op het slagveld hierbij een woord van de God van Israël aan Josia meedeelde.

    2 Kronieken 35:20 Na dit alles, toen Josia het huis toebereid had, toog Necho, de koning van Egypte, op, om te krijgen tegen Karchemis, aan den (Eu)Frath; en Josia toog uit hem tegemoet. 21 Toen zond hij boden tot hem, zeggende: Wat heb ik met u te doen, gij, koning van Juda? Wat u aangaat, ik ben heden tegen u niet, maar tegen een huis, dat oorlog voert tegen mij; en God heeft gezegd, dat ik mij haasten zou; houd u af van God, Die met mij is, opdat Hij u niet verderve. 22 Doch Josia keerde zijn aangezicht niet van hem; maar hij verstelde zich, om tegen hem te strijden, en hoorde niet naar de woorden van Necho uit den mond van God; maar hij kwam om te strijden in het dal Megiddo. (Statenvertaling)

     

    Ondanks de betoonde genade op genade volharde Josia in zijn besluit en liet het leven op het slagveld te Megiddo. Volgens de Joodse overlevering was Josia namelijk door de profeet Jeremia gewaarschuwd om niet tegen Necho te strijden maar farao met zijn leger naar de Eufraat te laten oprukken. Een eigenzinnige Josia trok niettemin met zijn leger richting Megiddo om te strijden tegen farao Necho, en werd op het slagveld een tweede maal door de God van Israël ditmaal door monde van Necho zelf, gewaarschuwd de strijd alsnog af te breken en huiswaarts te keren. Het resultaat kennen we vanuit de Bijbelse geschiedschrijving:

    2 Kronieken 35:23 En de schutters schoten den koning Josia. Toen zeide de koning tot zijn knechten: Voert mij weg, want ik ben zeer gewond. 24 En zijn knechten namen hem weg van den wagen, en voerden hem op den tweeden wagen, dien hij had, en brachten hem te Jeruzalem; en hij stierf, en werd begraven in de graven zijner vaderen; en gans Juda en Jeruzalem bedreven rouw over Josia. 25 En Jeremia maakte een klaaglied over Josia; desgelijks alle zangers en zangeressen spraken in hun klaagliederen van Josia, tot op dezen dag; want zij gaven ze tot een inzetting in Israël; en ziet, zij zijn geschreven in de klaagliederen. 26 Het overige nu der geschiedenissen van Josia, en zijn goeddadigheden, naar dat geschreven is in de wet des HEEREN; 27 Zijn geschiedenissen dan, de eerste en de laatste, ziet, die zijn geschreven in het boek der koningen van Israël en van Juda. (Statenvertaling)

     

    Deze gebeurtenis heb ik eerder op dit blog al aandacht geven in mijn artikel over de naam van God en het Hebreeuwse Tetragrammaton. Zie de volgende link van 08.09.2017, Was het Tetragrammaton in het oude Egypte in hiërogliefenschrift bekend?, link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1504476000&stopdatum=1505080800

     

    Farao Neco II kwam aan zijn einde in de slag bij Karkemis in 605 v. Chr. Dat Necho in de slag bij Karkemis sneuvelde kan men afleiden uit Jeremia 46:17 waar farao een rumoermaker genoemd wordt die zijn tijd liet voorbijgaan.

    Jeremia 46:1 Het woord des HEEREN, dat tot den profeet Jeremia geschied is tegen de heidenen. 2 Tegen Egypte; tegen het heir van Farao Necho, koning van Egypte, dat aan de rivier Frath, bij Karchemis was, dat Nebukadrezar, de koning van Babel, sloeg, in het vierde jaar van Jojakim, den zoon van Josia, den koning van Juda. ….

    …. 17 Daar riepen zij: Farao, de koning van Egypte, is maar een gedruis; hij heeft den gezetten tijd laten voorbijgaan.

     

    Na de dood van Neko II nam diens zoons Psammis te scepter over zoals we in het eerder geciteerde gedeelte van Herodotos gelezen hebben.

    Herodotos Book 2:159 ….. After this, having reigned in all sixteen years, he brought his life to an end, and handed on the kingdom to Psammis his son.

     

    De korte geschiedenis over de regeerperiode van Psammis wordt verhaalt in boek 2:160. Deze koning zou volgens Herodotos een regeerduur van slechts zes jaar hebben.

    2:161. When Psammis had been king of Egypt for only six years and had made an expedition to Ethiopia and immediately afterwards had ended his life, …..

    We kunnen chronologisch gezien nochtans niet de twee regeerperioden van Neko II en Psammis samen tellen en tot een regeerduur van 16 plus zes jaar à tweeëntwintig jaar komen. In TIJD en TIJDEN, 2015, hoofdstuk: de zesentwintigste dynastie van Manetho, blz. 384, vermeldt ik Psammis als co regent van Neko II gedurende één jaar. Mijn chronologische constructie wordt door een befaamd Egyptoloog van het begin van de twintigste eeuw bevestigd. Cecil Torr geeft in zijn werk een overzicht van de zogenaamde Apis lijsten met betrekking tot de zesentwintigste dynastie:

    “The bull Apis, born on day 19 of month 6 in year 53 of king Psammetichos, died on day 6 of month 2 in year 16 of king Necho, aged 16 years 7 months 17 days. Thus, year 16 of Necho would have been year 70 of Psammetichos; so Psammetichos reigned 54 years. The bull Apis, born on day 7 of month 2 in year 16 of king Necho, died on day 12 of month 8 in year 12 of king Apriës, aged 17 years 6 months 5 days, thus year 12 of Apriës would have been year 33 of Necho; so Necho and Psammis, together reigned 21 years, not 22. A man born on day 2 of month 10 in year 3 of king Necho died on day 6 of month 2 in year 35 of king Amasis, aged 71 years 4 months.”

     

    De Apis gegevens van Cecil Torr leveren een periode van eenentwintig jaar op voor de regeerduur van Neko II en Psammis samen. De veldtocht van Neko II naar de Eufraat zal ongetwijfeld de aanleiding tot het aanstellen van een co regent geweest zijn.

    Over de Apis als Egyptische godheid schreef ik eerder op 30.01.2017 een artikel op dit blog: de profeet Jeremia (46:15) en de Egyptische Apis-stier, zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1485730800&stopdatum=1486335600

     

    Wordt vervolgd…

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

     

    Recente publicaties:

     

     

    Dertig Jubeljaren, 2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU

    Kronieken van de koningen van Israël, 2017, zie link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory

    EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331

    Dit boek kan inmiddels volledig online gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html

    De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999

    TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

    De Assyriologie herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234

    De Tweede Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343

    Genesis versus Egyptologie, 2009, dit boek is uitverkocht maar kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html

    Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)


    08-07-2019 om 08:01 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 02/11-08/11 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 31/12-06/01 2019
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 01/01-07/01 2018
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 30/12-05/01 2014
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 06/01-12/01 2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs