Micha
5:1 En gij, Bethlehem Efratha! zijt
gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een Heerser zal zijn in Israël, en
Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid. 2 Daarom zal Hij
henlieden overgeven, tot den tijd
toe, dat zij, die baren zal, gebaard hebbe;
(TIJDS-DAL)
dan
zullen de overigen Zijner broederen zich bekeren met de kinderen Israëls. 3 En
Hij zal staan, en zal weiden in de kracht des HEEREN, in de hoogheid van den
Naam des HEEREN, Zijns Gods, en zij zullen wonen, want nu zal Hij groot zijn
tot aan de einden der aarde.

© Rev.
Clarence Larkin (18501924), Dispensational Truth (or God's Plan and Purpose in
the Ages), bewerkt door de auteur.
Het
woord: TIJDS-DAL tussen haken, heb ik aan de tekst toegevoegd ter
verduidelijking van het artikel van deze week. De verzen één tot twee (in de
helft) zijn vandaag namelijk al geschiedenis. De verzen twee en verder zijn nog
toekomst. Het gaat om het uiteindelijke herstel van Israël zowel geestelijk als
nationaal in het oude land der vaderen. Een herstel dat bij de eerste komst van
de Messias en Zijn afwijzing is uitgesteld. De profeet Micha mocht het
tijds-dal tussen de twee komsten van de Messias niet zien en profeteert over
één komst. De Messias werd echter naar datzelfde profetische Woord bij zijn
eerste komst afgewezen en het is inmiddels bijna tweeduizend jaar later,
wachten op Zijn wederkomst of tweede komst.
De
Oudtestamentische profeet Micha is goed bekend vanwege zijn aanduiding dat te
Bethlehem de HEERE God als mens geboren zou worden. Het is een profetie die de
Schriftgeleerden in de dagen van Herodes de Grote op diens vraag citeerden waar
de Messias geboren zou worden (Matteüs 2:3-6).
De naam
van de profeet Micha is een verkorte vorm van de naam Michajah wat betekent: Hij
die is als de HEERE". De profeet Micha trad op in dagen van de koningen
van Juda: Jotham, Achaz en Jehizkia. Op de tijdsbalk zitten we voor deze
koningen in de jaren van 754 tot 694 v. Chr. Dat maakt van de profeet Micha een
tijdgenoot van de profeet Jesaja. De bediening van Jesaja begon al eerder in de
dagen van koning Uzzia van Juda in het jaar 776 v. Chr. het jaar van de meganatuurcatastrofe.
Jesaja
1:1 Het gezicht van Jesaja, de zoon van Amoz, dat hij heeft gezien over Juda en
Jeruzalem in de dagen van Uzzia, Jotham,
Achaz en Jehizkia, koningen van Juda.
Zie het
artikel van 06.08.2018 op dit blog:
de moeder van alle verwoestingen, link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1533506400&stopdatum=1534111200
In het
eerste hoofdstuk van het Bijbelboek Micha blijkt dat Micha (1:2-4) zijn
bediening begon ten tijde van een meganatuurcatastrofe. Het is mogelijk dat
hier dezelfde ramp beschreven wordt als in het jaar van de aardbeving van
Uzzia. Diezelfde dag werd Uzzia door melaatsheid getroffen, in quarantaine
geplaatst en nam zijn zoon Jotham van die dag aan de staatszaken in Juda waar.
Aangezien
Micha een tijdgenoot van Jesaja was vinden we dezelfde oordeelsaankondigingen
bij beide profeten, wat niet onlogisch is gezien de ernst van de
waarschuwingen. In Micha hoofdstuk 1:6 voorspelde de profeet de val van Samaria dat in het jaar 717
v. Chr. een feit werd. Exact honderddertig jaar, zes maanden en tien dagen voor
de wegvoering van de twee stammen door Nebukadnezar in juli 586 v. Chr. Zie het
artikel van 08.02.2018 op dit blog,
link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1517785200&stopdatum=1518390000
Met het
artikel van deze week wil ik een bijzonder chronologisch onderdeel van de
profeet Micha behandelen. De tijdskloof
namelijk, het tijds-dal, dat er bestaat tussen vers 2b en vers 3 van hoofdstuk
vijf.
De
voorzegging van de profeet Micha was een oordeel-aankondiging voor zijn
tijdgenoten. Het volk van Juda dat zijn eigen weg ging zou in ballingschap naar
Babylon weggevoerd worden. Zij zouden overgegeven worden:
Micha 4:10 Lijd smart en arbeid
om voort te brengen, o dochter Sions! als een barende vrouw; want nu zult gij
wel uit de stad henen uitgaan, en op het veld wonen, en tot in Babel komen, maar aldaar zult gij gered worden; aldaar
zal u de HEERE verlossen uit de hand uwer vijanden. Micha 5:2 Daarom zal Hij henlieden overgeven, tot den tijd toe, dat zij, die baren zal, gebaard hebbe;
dan zullen de overigen Zijner broederen zich bekeren met de kinderen Israëls.
De
profeet Micha verwittigde het volk dat zij door God prijsgegeven zouden worden tot de tijd toe, dat zij die baren zal,
gebaard hebbe. Dit is in de geschiedenis van Israël letterlijk uitgekomen. Na de
val van Babylon in 539 v. Chr. namen de Meden en de Perzen de heerschappij
over, gevolgd door de Grieken en daarna vanaf 63 v. Chr. door de Romeinen. In
het jaar 70 AD, veertig jaar na de verwerping van de Messias werd Jeruzalem en
de Tempel door de Romeinen met de grond gelijk gemaakt.

Micha 3:12
Daarom, om uwentwil, zal Sion als een
akker geploegd worden, en Jeruzalem zal tot steenhopen worden, en de berg
dezes huizes tot hoogten eens wouds.
Er
waren in de lange periode sinds de Babylonische Ballingschap (605/535 v. Chr.)
tot aan de Romeinse periode (63 v. Chr.) enkele lichtpuntjes zoals de terugkeer
van een overblijfsel uit de Babylonische ballingschap, de herbouw van de tempel
onder Ezra en Nehemia tijdens de Perzische heerschappij. Maar het koningschap
was verdwenen. Wat bleef was de belofte van het herstel. Voor een gelovig
overblijfsel van Israël (Lucas 2:25) was het wachten op degene die baren zou, op de geboorte van de Gezalfde, de Koning
der koningen.
De
profeet Jesaja had degene die baren zou eveneens voorspeld:
Jesaja
7:14 Daarom zal de Heere Zelf ulieden een teken geven; ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij
zal een Zoon baren, en Zijn naam IMMANUËL heten.
In het
Nieuwe Testament wordt deze profetie vervuld in Maria van het huis van David
(zie Lucas 1:26-38 en Matteüs 1;18-25).
De
profeet Jesaja geeft twee verschillende facetten van de verwachte Heerser door:
een Heerser namelijk maar tegelijkertijd ook een Knecht. De Knechtgestalte
wordt in het bijzonder in hoofdstuk 53 beschreven.
Jesaja
53:1 Wie heeft onze prediking geloofd, en aan wien is de arm des HEEREN
geopenbaard? 2 Want Hij is als een rijsje voor Zijn aangezicht opgeschoten, en
als een wortel uit een dorre aarde; Hij had geen gedaante noch heerlijkheid; als wij Hem aanzagen, zo was er
geen gestalte, dat wij Hem zouden begeerd hebben. 3 Hij was veracht, en de
onwaardigste onder de mensen, een Man
van smarten, en verzocht in krankheid; en een iegelijk was als verbergende
het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en
wij hebben Hem niet geacht. 4 Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich
genomen, en onze smarten heeft Hij gedragen; doch wij achtten Hem, dat Hij
geplaagd, van God geslagen en verdrukt was. 5 Maar Hij is om onze overtredingen
verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den
vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden. 6 Wij dwaalden allen als schapen, wij
keerden ons een iegelijk naar zijn weg; doch de HEERE heeft onzer aller
ongerechtigheid op Hem doen aanlopen. 7 Als dezelve geëist werd, toen werd Hij
verdrukt; doch Hij deed Zijn mond niet open; als een lam werd Hij ter slachting geleid, en als een schaap, dat
stom is voor het aangezicht zijner scheerders, alzo deed Hij Zijn mond niet
open
.
Maar nu
verder met de profetie van Micha. Ik herhaal gemakkelijks halve het
Bijbelcitaat:
Micha 5:1
En gij, Bethlehem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u
zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israël en wiens oorsprong is
van ouds, van de dagen der eeuwigheid. 2 Daarom
zal Hij hen prijsgeven tot de tijd, dat zij die baren zal, gebaard heeft.
(
Het prijsgeven besloeg een
tijdsperiode die begon in 586 v. Chr. en eindigde in het jaar van de geboorte
van de Messias in 5 v. Chr. Een totaal van 581 jaar)
Dan zal het overblijfsel zijner broederen terugkeren
met de Israëlieten. 3 Dan zal Hij staan
en hen weiden in de kracht des HEREN, in de majesteit van de naam des HEREN,
zijns Gods; en zij zullen rustig wonen,
want nu zal Hij groot zijn tot aan de einden der aarde, 4 en Hij zal vrede zijn. (NBG Vertaling 1951)
Het
profetisch Bijbelgedeelte van vers 2b en verder bleef bij het afwijzen van
Jezus van Nazareth als de Messias onvervuld
en als een gevolg werd het herstel van alle dingen uitgesteld. De belofte van een derde herstel van het koningschap
van Israël zoals door de profeet Micha werd echter alleen uitgesteld en niet
afgelast zoals het gevestigde christendom leert. De Joden die in 70 AD in een
wereldwijde diaspora terecht kwamen, zijn in de volken-zee namelijk bewaard
gebleven (wat in wezen wonderlijk is), zij het dikwijls onder zware
verdrukking. Sinds 1948 kennen we een nationaal herstel in het oude land der
vaderen: Israël. Een nationaal herstel dat onder druk gehandhaafd wordt. De
belofte van de profeet Micha:
en zij
zullen rustig wonen, want nu zal Hij groot zijn tot aan de einden der aarde, 4
en Hij zal vrede zijn., ligt nog ver weg. Hier gelden namelijk wetmatigheden
waaraan voldaan moet worden.
Onder enkelingen
in het christendom die op basis van de profetische Boeken van de Bijbel een
derde herstel van Israël verwachten is de vestiging van de seculiere staat
Israël in mei 1948 het grote teken dat de wederkomst van de Messias nabij
gekomen is. Ook als dit geprofeteerde geestelijke herstel van Israël inmiddels
al meer dan zeventig jaar op zich laat wachten.
De tussentijd,
het tijds-dal, dat sinds het verwerpen van de Messias door Israël een feit is,
kan verdeeld worden in drie fasen. Tijdens de periode van de evangeliën hebben
zij de Zoon van God afgewezen. En in het Bijbelboek Handelingen hebben zij de
Heilige Geest van God afgewezen. De eerste maal met Pinksteren, de tweede maal
bij de prediking van Stefanus (zie Handelingen 2:14-40, 3:12-26, 7:1-60) en de
derde en laatste maal in het laatste hoofdstuk 28 van het Boek Handelingen toen
zij Paulus en het evangelie afwezen.
Het is
na het afwijzen van de Paulus boodschap door de Joodse leiders vergaderd te
Rome dat Paulus zijn bijzondere bediening naar de niet-Joden of heidenen
begint. Paulus was de uitverkoren apostel tot het brengen van het evangelie
naar de heidenwereld. Zijn boodschap was tot dan toe een verborgenheid geweest,
was aan geen enkele profeet van het Oude Testament ooit geopenbaard geweest.
Romeinen
16:25 Hem nu, Die machtig is
u te bevestigen, naar mijn Evangelie en de prediking van Jezus Christus, naar de
openbaring der verborgenheid, die van de tijden der eeuwen verzwegen is geweest; 26 Maar nu geopenbaard is, en door de profetische Schriften, naar het
bevel des eeuwigen Gods, tot gehoorzaamheid des geloofs, onder al de heidenen bekend is gemaakt; 27
Den zelven alleen wijzen God zij door Jezus Christus de heerlijkheid in der
eeuwigheid. Amen. (Statenvertaling)
Een
scharnierpunt in de tijd van twee bedelingen: Wet en Genade, (Galaten 4:24) was
de afwijzing van Paulus door de Joden in Rome. Het Bijbelboek Handelingen sluit
deze geschiedenis af met hoofdstuk 28:17-28, met de voormannen der Joden te
Rome die de boodschap van Paulus afwijzen en de oordeelsprofetie van de profeet
Jesaja (6:9-10) over zich halen. Het is na de afwijzing van Israël dat Paulus
zijn Efeze-brief schrijft en aan alle dan bestaande gemeenten bekendmaakt.
Efeze
3:8 Mij, den allerminste van al de heiligen, is deze genade gegeven, om onder de heidenen door het Evangelie te verkondigen den
onnaspeurlijke rijkdom van Christus, 9 En allen te verlichten, dat zij mogen
verstaan, welke de gemeenschap der verborgenheid
zij, die van alle eeuwen verborgen is
geweest in God, Welke alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus; 10 Opdat nu, door de Gemeente, bekend
gemaakt worde aan de overheden en de machten in den hemel de veelvuldige
wijsheid Gods; 11 Naar het eeuwig voornemen, dat Hij gemaakt heeft in Christus Jezus, onzen Heere; 12 In
Denwelken wij hebben de vrijmoedigheid, en den toegang met vertrouwen, door het
geloof aan Hem.
Dit
eeuwig voornemen, dit plan God s was nooit eerder aan de Bijbelse profeten
meegedeeld. De Gemeente, de Ekklesia, als Lichaam van Christus waar ook
niet-Joden toe uitgenodigd worden. Sinds Handelingen hoofdstuk 28 bestaan er
twee tijdsperioden
of bedelingen. Sindsdien bevinden diegenen die van Christus zijn zich in een
staat van genade en zijn vrij van de wet.
Paulus aan Efeze 2:8 Want door genade zijt gij behouden, door het
geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; 9 niet uit werken, opdat niemand roeme.
10 Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te
doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.
Belangrijk
tot het begrijpen van de boodschap van de Bijbel is de visie dat de boodschap
van Paulus zoals in de Efeze-brief gebracht een nieuw handelen van God met de
mens inluidde. Een nieuwe bedeling is toen begonnen. Bij het bestuderen van de
Bijbel door Gemeenteleden moet men oog hebben voor het feit dat niet alles in
de Bijbel over de Gemeente handelt maar dat wel alles voor ons geschreven is. Een voorbeeld voor wat de geestelijke toepassing hiervan betreft, geeft Paulus weer:
Romeinen 15:4 Al wat namelijk tevoren geschreven is, werd tot ons onderricht geschreven,
opdat wij in de weg der volharding en van de vertroosting der Schriften de hoop
zouden vasthouden. (NBG 1951 Vertaling)
1 Korintiërs 10:6 Deze
gebeurtenissen (Israël in de woestijn) zijn ons ten voorbeeld geschied, opdat wij geen lust tot het kwade zouden
hebben, zoals zij die hadden.

Een hele
tijd geleden las ik op facebook een reactie van een facebookvriend op een facebookvriend,
een doctor in de theologie, waarbij deze een parodie maakte op de bedelingenleerterm:
Dispensational Truth. De man maakte er Dispensable Sensationalism van. Ik
heb niet gereageerd, maar leuk vond ik het niet. Het christendom kent zo zijn
eigenaardigheden en is niet altijd aardig. Ik bestudeer mijn Bijbel in het
kader van de bedelingenleer intussen verder, en haal voor spot mijn schouders
op.
Hebreeën 1:1 Nadat God eertijds vele malen en op
vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, 2 heeft Hij nu in het laatst der dagen tot ons gesproken
in de Zoon, die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen, door wie Hij
ook de wereld geschapen heeft. (NBG Vertaling 1951)
Paulus begint zijn brief aan de Hebreeën met te
verwijzen naar de scharniermomenten in de heilsgeschiedenis, in. De uitdrukking
eertijds gaat over de periode voorafgaand aan de komst van Jezus Christus.
Het was een periode dat God op vele
wijzen tot de vaderen door Zijn profeten gesproken had. Er was een tijd (nog
niet zo lang geleden) dat het woord bedeling nog geen foute klank had. Zo
hanteerden de NBG-vertalers van 1951 het woord bedeling in hun
Bijbelvertaling van de Galatenbrief van Paulus. De Statenvertaling heeft het in
Galaten 4:24 over twee verbonden.
Galaten 4:21 Zegt
mij, gij, die onder de wet wilt staan, luistert gij niet naar de wet?
22 Er staat immers geschreven, dat Abraham twee zonen had, één bij de
slavin en één bij de vrije. 23 Maar die van de slavin was naar het vlees
verwekt, doch die van de vrije door de
belofte. 24 Dit is iets, waarin een diepere zin ligt. Want dit zijn
twee bedelingen: de ene van de berg Sinai, die slaven baart, dit is
Hagar. 25 Het (woord) Hagar betekent de berg Sinai in Arabië. Het staat op
één lijn met het tegenwoordige Jeruzalem,
want dat is met zijn kinderen in slavernij. 26 Maar het hemelse Jeruzalem is vrij; en dat is onze moeder. (NBG
Vertaling 1951)
Bij het lezen en bestuderen van
de Bijbel, en vooral dan de in de Bijbel beschreven Heilsgeschiedenis,
herkennen we meerdere scharniermomenten waar men van de ene bijzondere
tijdsperiode, lees bedeling, in een andere overgaat. Een voorbeeld van zulk een
scharniermoment is het afsluiten van de bedeling van Wet, door die van de
Genade, zoals door Paulus in zijn Galatenbrief wordt doorgegeven. Een ander
goed herkenbaar voorbeeld van zulk een scharniermoment is het afsluiten van de
prezondvloedtijdsperiode, wanneer God de deur van de ark van Noach sloot, en de
Grote Vloed als oordeel over de wereld van toen liet komen.
Genesis 7:16 En de HEERE sloot achter hem toe.
Een volgend scharniermoment in de
heilsgeschiedenis was de rebellie van Nimrod gevolgd door de roeping van
Abraham door de HERE God in 1913 v. Chr., met de belofte van een land en een volk. Het was Gods antwoord op de
rebellie van de postzondvloedmens onder leiding van Nimrod. De tijdsperiode van
de Belofte aan Abraham liep van 1913 v. Chr. tot aan het geven van de Wet aan
Mozes in 1483 v. Chr. of een periode van vierhonderddertig jaar. De bedeling
van de Wet liep van Pinksteren/Sjavoeot 1483 v. Chr. tot Pesach 30 AD toen
Jezus Christus, de Zoon van God, Zich als het Lam van God plaatsvervangend liet
offeren. Een periode van 1512 jaar werd afgesloten (Galaten 4:4-5) en de deur
tot het heil geopend.
Wanneer de huidige bedeling van
de genade eens in de toekomst afgesloten wordt, volgt de bedeling van het
Messiaanse Vrederijk. Het is de periode dat het volk Israël opnieuw hersteld
wordt, geestelijk en nationaal in het oude land der vaderen, het gebied met de
grenzen van de Jordaan tot de Zee en van Dan in het Noorden tot Berseba in het
Zuiden.
Het
hierna volgende Bijbelcitaat van de profeet Hosea verklaart in een notendop hoe
het allemaal in de toekomst in zijn werk zal gaan.
Hosea
5:15b.. Ik zal heengaan, Ik wil wederkeren naar mijn plaats, totdat zij zich schuldig gevoelen en mijn
aangezicht zoeken; wanneer het hun bang te moede is, zullen zij verlangend naar
Mij uitzien. 6:1 Komt, laat ons
wederkeren tot de HERE! Want Hij heeft verscheurd, en zal ons helen; Hij heeft
geslagen, en zal ons verbinden. 2 Hij zal ons na twee dagen doen herleven,
ten derden dage zal Hij ons oprichten, en wij zullen leven voor zijn
aangezicht. 3 Ja, wij willen de HERE kennen, ernaar jagen Hem te kennen. Zo
zeker als de dagenraad is zijn opgang. Dan komt Hij tot ons als de regen, als
de late regen, die het land besproeit. (NBG Vertaling 1951)
De
verklaring van dit Bijbelcitaat zou de volgende kunnen zijn: in vers 15b wordt
de Hemelvaart van de Messias in 30 AD beschreven: Ik zal heengaan, Ik wil
wederkeren naar mijn plaats. Het woord: totdat slaat op de tijdskloof van
inmiddels al 1989 jaar. Wanneer het hun bang te moede is, slaat op een
komende verdrukking waaruit zij op God zullen roepen. Hoofdstuk 6:1 leert de
collectieve bekering op één dag van een rest van Israël. En volgens vers 2 is
er onder de rest van Israël dan een kennen, een weten van wat er twee dagen of
tweeduizend jaar eerder in het jaar 30 AD gebeurd is en beseft men vanaf dat
ogenblik dat de derde dag van de wederoprichting aller dingen nabij is. Over
de dagen als langere tijdperioden schreef ik eerder op dit blog een artikel
op 21.01.2019, toen bleef Hij nog twee dagen
in de plaats, waar Hij was
, zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1548025200&stopdatum=1548630000
De profetie van Micha hoofdstuk 5
krijgt dan na een tijdskloof van ongeveer tweeduizend jaar haar uiteindelijke
vervulling:
Micha
5:2b
dan zullen de overigen Zijner broederen zich bekeren met de kinderen
Israëls. 3 En Hij zal staan, en zal weiden in de kracht des HEEREN, in de
hoogheid van den Naam des HEEREN, Zijns Gods, en zij zullen wonen, want nu zal
Hij groot zijn tot aan de einden der aarde.
Het
slot van het Bijbelboek Micha is hoopgevend:
Micha
7:19 Hij zal Zich onzer weder ontfermen; Hij zal
onze ongerechtigheden dempen; ja, Gij zult al hun zonden in de diepten der zee
werpen. 20 Gij zult Jakob de trouw, Abraham de goedertierenheid geven, die Gij
onzen vaderen van oude dagen af gezworen hebt.

In het
geprofeteerde Messiaanse Vrederijk zal ook een overblijfsel van de volken hun
plaats en hun herstel vinden:
Jesaja
19:23 Te
dien dage zal er een heerbaan wezen van
Egypte naar Assur, en Assur zal in Egypte komen en Egypte in Assur, en Egypte
zal met Assur (de HERE) dienen. 24 Te dien dage zal Israël de derde zijn naast
Egypte en Assur, een zegen in het midden der aarde, 25 omdat de HERE der
heerscharen het gezegend heeft met de woorden: Gezegend zij mijn volk Egypte en
het werk mijner handen, Assur, en mijn erfdeel Israël.
Wordt
vervolgd
Met
vriendelijke groet,
Robert
De Telder
Ontmoeten. Vragen. Ontdekken.
Zie alphavlaanderen.be
Recente publicaties:

Dertig
Jubeljaren, 2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU
Kronieken van
de koningen van Israël, 2017, zie
link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory
EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331
Dit boek kan inmiddels volledig online gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html
De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999
TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579
De Assyriologie
herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234
De Tweede
Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343
Genesis
versus Egyptologie, 2009, dit boek is uitverkocht maar
kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html
Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document
gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)
Ontmoeten. Vragen. Ontdekken.
Zie alphavlaanderen.be