Inhoud blog
  • Overlijden Robert De Telder
  • Corona
  • Chronologische schema's - afbeeldingen - vanaf de Grote Vloed tot de Spraakverwarring
  • Joeja
  • De eerste drieduizend jaar, hoofdstuk 1
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    KRONOS
    chronologie - archeologie - oudheid
    15-02-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oegarit, het spijkerschriftalfabet, en de Amarna-tijd in de achtste eeuw voor Christus

    Oegarit of het huidige Ras Shamra in Syrië niet ver van de Middellandse zeekust, is een archeologische site. Boringen hebben aangetoond dat de plaats al bewoond was in het derde millennium vóór Christus in het Neolithicum-tijdperk. In de vroege Bronstijd en de Late Bronstijd was Oegarit een Kanaänitische stad met een zeehaven, die de verbinding met Cyprus, Egypte en de Griekse wereld verzekerde. Er werd vooral kopererts en cederhout verhandeld. Via de haven werd koper uit Cyprus ingevoerd. Ingevoerd tin werd samen met dit koper tot brons verwerkt. Oegarit had een eigen metaalverwerkende industrie. Ook werd handel gedreven met het hinterland Mesopotamië. Oegarit had, op het gebied van landbouw, een zeer vruchtbaar achterland en kon zijn landbouwproducten exporteren. Graan, wijn en olijfolie werden verhandeld. Een andere belangrijke industriële activiteit was het winnen van purperen kleurstof uit de purperslak.

     

    Volgens de conventionele tijdrekening beleefde Oegarit zijn belangrijkste bloeiperiode tijdens het Laat Brons tijdperk dat orthodox gezien, geplaatst wordt van de zestiende tot de dertiende eeuw v. Chr.

    Oegarit was in deze periode een stadstaat met een koning aan het hoofd. Een koningslijst werd door onderzoekers samengesteld. De stad werd volgens de orthodoxe tijdrekening na haar vernietiging door vuur rond 1190 v. Chr. verlaten en werd bij toeval in 1928 herontdekt. Een landbouwer opende bij het ploegen van het veld een graf wat leidde tot de ontdekking van de necropolis van Oegarit en vervolgens werd de oude stad en haven door archeologen blootgelegd.

     

     

    Reconstructietekening van het paleis van Oegarit, het huidige Ras Shamra in Syrië. Rechtsonder: een afbeelding van het spijkerschrift-alfabet

     

    De belangrijkste vondst was de intacte bibliotheek van Oegarit vol met archieven van schrijftabletten met teksten in spijkerschrift. Oegarit was een maritieme handelsstad met een bevolking die uit diverse etnische groepen en talen bestond. Oegarit had een school voor schrijvers. Op deze school werden de schrijvers geleerd ten minste vier talen te lezen en te schrijven. Twee van die talen waren gemakkelijk te herkennen: het Soemerisch en het Akkadisch, de laatste was de diplomatieke taal van die era. Verbaasd waren de eerste onderzoekers over het gebruikte alfabet van dertig tekens. Naast het Soemerisch en het Akkadisch werd tot ieders verbazing (en in feite voor de orthodoxie een anomalie): ook het oud-Hebreeuws als gebruikstaal geschreven in spijkerschrift herkend. De vierde taal die gevonden werd was het Char, wat de plaatselijke taal van een groot deel van de bevolking en van de regering was. Dr. I. Velikovsky identificeert deze laatst vermelde taal als de taal van de Cariërs en maakt overtuigend de link naar de Griekse wereld.

     

    Dat het oud-Hebreeuws als gebruikstaal in Oegarit gevonden werd was voor de eerste onderzoekers een anomalie omdat zij zo vroeg in de geschiedenis van het Nabije Oosten geen Hebreeuwse taal verwacht hadden. In de periode 1928/1958, de jaren van de belangrijke ontdekkingen te Oegarit, ging men er nog van uit dat de Bijbelkritiek van de tweede helft van de negentiende eeuw (in het kielzog van Darwin ’s evolutietheorie) gelijk had in haar stelling dat Mozes niet kon lezen noch schrijven en dat de Bijbel die wij vandaag kennen tot stand was gekomen tijdens de Babylonische Ballingschap van de Joden in de zesde eeuw voor Christus.

     

    Het revisionisme van de geschiedenis van de Oudheid heeft intussen dit alles weerlegd. De tijdsdatering van het Laat-Brons in Oegarit werd bepaald vanuit de foutieve Egyptische Chronologie zoals gefabriceerd door de Egyptoloog Eduard Meyer aan het begin van de twintigste eeuw van onze tijdrekening.

     

    Er was overigens heel wat contact tussen Egypte en Oegarit. Farao Thothmosis III en zijn opvolgers van de achttiende dynastie overheersten heel het gebied, Oegarit incluis. Tijdens de zogenaamde Amarnaperiode wordt in de correspondentie met farao en zijn Klein-Aziatische vorsten naar Oegarit verwezen en naar het gewelddadige einde van de stad. Er werden ook heel wat Egyptische artefacten in Oegarit opgegraven en de herkomst van deze vondsten bepaald tot de Egyptische achttiende dynastie.

     

     

    In mijn werk ‘TIJD en TIJDEN, 2015, hoofdstuk: de Bijbelse farao met de naam Sisak, blz. 220-224 (zie link: Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579)

    volg ik de identificatie van de Bijbelse farao Sisak van Dr. I. Velikovsky met farao Thothmosis III van de achttiende dynastie als tijdgenoot van Salomo en Rehabeam en verhuist Thothmosis III op de tijdsbalk van de vijftiende eeuw naar de tiende eeuw v. Chr. De Amarnatijd en de invallen van de Zeevolken plaatst ik in afwijking van Velikovsky ’s revisie, in de achtste eeuw v. Chr. Zodoende is het gebruik van het Hebreeuws in Oegarit geen anomalie meer maar de logica zelf wanneer we het tijdperk van Salomo naar het Laat-Brons verplaatsen.

     

    Het catastrofale einde van Oegarit gebeurde volgens mijn revisie in 709 v. Chr., het jaar van de meganatuurcatastrofe, dat ook het leger van de Assyriër Sanherib bij Jeruzalem trof. In de Amarnabrief EA151 beschrijft de koning van Tyrus, Abimilki het catastrofale einde van Oegarit aan de koning van Egypte: “En vuur heeft Oegarit, de stad van de koning, verteerd; de helft ervan is verteerd, en de andere helft niet; en het volk van het leger van Hatti is niet daar.”

     

    Dr. I. Velikovsky (Eeuwen in Chaos – hoofdstuk 5) plaatste de vernietiging van Oegarit in de negende eeuw voor Christus ten tijde van het koningschap van de Assyriër Salmaneser III.

    Het was volgens mijn revisie van de geschiedenis van de oudheid, echter de meganatuurcatastrofe van het jaar 709 v. Chr. dat de oorzaak van de vernietiging van Oegarit was. Ik kies voor het jaar 709 v. Chr. in de cyclus van meganatuurcatastrofes, omdat er een vermelding bestaat van een onbekende koning over het verdrijven van zeevolken na de ramp:

    “Een of andere binnenvallende koning decreteerde dat de Jaman (Ioniërs), het volk van Didyme (Danuna), de Char (Cariërs), de Cyprioten, alle vreemdelingen, tezamen met koning Nikmed uit Oegarit verbannen moesten worden, al degenen die u beroven, al degenen die u onderdrukken, al degenen die u te gronde richten.”

     

    De invasie van de zeevolken in de Levant heb ik gereviseerd naar het jaar 712 v. Chr. De ondergang van Oegarit met het meganatuurcatastrofe-jaar van 709 v. Chr., laat zich aldus logisch in passen.

     

    Binnen zeer korte tijd zal mijn nieuw boek ‘De Zonaanbidder’ op het internet ter beschikking komen. De Amarna-periode met de Aton-ketter farao Achnaton op kop, wordt op de tijdsbalk naar de correcte plaats geloodst, en tijdgenoot gemaakt met de Bijbelse koningen van Israël en Juda: Pekah, Hosea en Achaz alias Labaja, Rib Addi en Abdi Hiba van de Amarna-correspondentie. Verder identificeer ik Achnaton met farao Anysis van de vader der historie: Herodotos, en geef opnieuw aandacht aan het werk van Dr. Immanuel Velikovsky: Oedipus en Achnaton. De Griekse legende heeft haar oorsprong in het Egyptische Thebe. Het zijn allemaal puzzelstukjes die in het plaatje van de achtste en begin zevende eeuw v. Chr., volkomen passen.

    Zodra het boek ter beschikking komt geef ik de gepaste link door.

     

    Wordt vervolgd…

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

    15-02-2016 om 14:06 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-02-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kroniek van koning Joahaz van Israël

    2 Koningen 10:35 En Jehu ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem te Samaria, en zijn zoon Joahaz werd koning in zijn plaats. 36 En de dagen, die Jehu over Israël geregeerd heeft in Samaria, zijn acht en twintig jaren. (Statenvertaling)

     

    Het jaartal dat Joahaz zijn vader Jehu opvolgde was 847 v. Chr. Dit jaar was het drieëntwintigste regeringsjaar (okt848/sep847 v. Chr.) van koning Joas van Juda.

    2 Koningen 13:1 In het drie en twintigste jaar van Joas, den zoon van Ahazia, den koning van Juda, werd Joahaz, de zoon van Jehu, koning over Israël, te Samaria, en regeerde zeventien jaren.

     

    Zo merken we dat de koningen van Israël op de tijdsbalk met de koningen van Juda verankerd zijn. De regeerperiode van Joas van Juda en de verankering op de tijdsbalk heb ik uitvoerig in mijn studie TIJD en TIJDEN, 2015, behandelt. Voor wie het boek wil aanschaffen, zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

     

     

    2 Koningen 13:2 En hij (Joahaz) deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN; want hij wandelde na de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israël zondigen deed; hij week daarvan niet af. 3 Daarom ontstak des HEEREN toorn tegen Israël; en Hij gaf hen in de hand van Hazaël, den koning van Syrië, en in de hand van Benhadad, den zoon van Hazaël, al die dagen. 4 Doch Joahaz bad des HEEREN aangezicht ernstelijk aan; en de HEERE verhoorde hem; want Hij zag de verdrukking van Israël, dat de koning van Syrië hen verdrukte. 5 Zo gaf de HEERE Israël een verlosser, dat zij van onder de hand der Syriërs uitkwamen; en de kinderen Israëls woonden in hun tenten, als te voren.

     

     

    De zeventien regeringsjaren van Joahaz werden gekenmerkt door de strijd van Aram tegen Israël. Het was koning Hazaël van Syrië (of Aram) die de verdrukker van Godswege was. Na een lange periode van verdrukking zocht Joahaz’ naar het einde van zijn regeerperiode toe, oprecht voor uitkomst bij de HERE God. Het resultaat was het zenden van een ‘verlosser’ die de Israëlieten van het Aramese juk bevrijdde. Op het hierna volgende bijgevoegde schema merken we dat de Assyriër Adad Nerari III hoogstwaarschijnlijk de vermelde verlosser was. In het jaar 833 v. Chr. rukte de Assyriër tegen Damascus op en bracht zo Israël uit de verdrukking van Aram. Over Adad Nerari III als de beschreven verlosser van Israël schreef ik eerder op dit blog een artikel op 18-01-2016. Zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?ID=2836510

     

     

    2 Koningen 13:6 Nochtans weken zij niet af van de zonden van het huis van Jerobeam, die Israël zondigen deed; maar hij wandelde daarin; en het bos bleef ook staan te Samaria. 7 Want hij had Joahaz geen volk laten overblijven dan vijftig ruiteren en tien wagenen, en tien duizend voetvolks; want de koning van Syrië had hen omgebracht, en had hen dorsende gemaakt als stof.

    8 Het overige nu der geschiedenissen van Joahaz, en al wat hij gedaan heeft, en zijn macht, zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Israël?

    9 En Joahaz ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem te Samaria; en Joas, zijn zoon, regeerde in zijn plaats.

     

    De lange strijd van Aram tegen Israël had het leger van de Israëlieten gereduceerd tot uiteindelijk slechts tien strijdwagens, vijftig ruiters en tienduizend soldaten. Het geweldige Israëlitische leger van Achab, zoals beschreven door de Assyriër Salmaneser III ten tijde van de slag bij Karkar in 889 v. Chr., vijftig jaar eerder, was niet meer.

     

    Joahaz stierf in het voorjaar van 830 v. Chr. en werd opgevolgd door zijn zoon Joas, een naamgenoot van koning Joas van Juda.

     

    Wordt vervolgd…

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

    10-02-2016 om 09:24 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-02-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De profeet Elisa en de spottende 'kinderen'

    2 Koningen 2:19 De mannen van de stad (Jericho) zeiden tot Elisa: Zie toch, de ligging van de stad is goed, zoals mijn heer ziet; maar het water is slecht, en de landstreek veroorzaakt misgeboorte. 20 Toen zeide hij: Haalt mij een nieuwe schotel en doet er zout in. Zij haalden hem er een. 21 Daarop ging hij naar de waterwel, wierp het zout daarin en zeide: Zo zegt de HERE: Ik maak dit water gezond; daaruit zal geen dood of misgeboorte meer voortkomen. 22 En het water werd gezond, tot op deze dag, volgens het woord, dat Elisa gesproken had.

     

     

    23 Vandaar (Jericho) ging hij naar Betel. En toen hij de weg opklom, kwamen er kleine knapen uit de stad, die de spot met hem dreven en hem toeriepen: Kom (Ga) op, kaalkop! Kom (Ga) op, kaalkop! 24 Toen wendde hij zich om, zag hen en vervloekte hen in de naam des HEREN. Toen kwamen er twee berinnen uit het woud en verscheurden tweeënveertig van die kinderen. 25 En hij ging vandaar naar de berg Karmel, en vandaar keerde hij terug naar Samaria. (NBG Vertaling 1951)

     

    Met mijn blog KRONOS houd ik mij in de eerste plaats bezig met chronologie, archeologie en oudheid. Met deze aflevering wil ik echter ook een antwoord geven op de Bijbelvertaling van 2 Koningen 2:23 die het verhaal brengt van de vervloeking van een groep kleine knapen of kinderen, die door twee berinnen op een woord van de profeet Elisa, verscheurd worden.

     

    Chronologisch gezien geschiedde dit in het voorjaar van het jaar 884 v. Chr. Na de wegvoering van de profeet Elia (zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1451862000&stopdatum=1452466800)

    met een vurige wagen en met vurige paarden, ging zijn dienaar de profeet Elisa, terug naar de westelijke Jordaanoever, naar Jericho. Na zijn ontmoeting met de mannen van die stad vervolgde hij zijn tocht en ging richting Bethel. En het is met vers 23 en vers 24 van het tweede hoofdstuk van het Bijbelboek 2 Koningen, dat we het schokkende bericht over de zogenaamde kleine knapen leren. Mijn eerste gedachte was dat dit niet waar kon zijn. Vervolgens ging ik andere vertrouwde Bijbelvertalingen na, maar allen hadden knapen of kinderen staan. Hierna de relevante Bijbelvertalingen:

    2 Koningen 2: 23 Van Jericho ging Elisa naar Betel. Toen hij naar de stad omhoog liep, rende een troep kinderen op hem af die hem uitlachten en schreeuwden: ‘Kaalkop, kaalkop! Zet ’m op, zet ’m op!’ 24 Elisa keek om, en toen hij de kinderen zag, vervloekte hij ze in de naam van de HEER. Meteen kwamen er twee berinnen uit het bos, die tweeënveertig van de kinderen verscheurden. (NBV 2004/2007)

     

    2 Koningen 2: 23 En hij ging van daar op naar Beth-El. Als hij nu den weg opging, zo kwamen kleine jongens uit de stad; die bespotten hem, en zeiden tot hem: Kaalkop, ga op, kaalkop, ga op!

    24 En hij keerde zich achterom, en hij zag ze, en vloekte hen, in den Naam des HEEREN. Toen kwamen twee beren uit het woud, en verscheurden van dezelve twee en veertig kinderen. (STATENVERTALING 1637

     

    En zelfs de gezaghebbende King James Bijbel heeft het over ‘little children’ alsook de Engelse vertaling van de Griekse SEPTUAGINT-Bijbel:

     

     

    2 Kings 2: 23 And he went up from thence unto Bethel: and as he was going up by the way, there came forth little children out of the city, and mocked him, and said unto him, Go up, thou bald head; go up, thou bald head. 24 And he turned back, and looked on them, and cursed them in the name of the LORD. And there came forth two she bears out of the wood, and tare forty and two children of them. (KING JAMES 1611)

     

    LXX 4 KINGS 2:23 And he went up thence to Baethel: and as he was going up by the way there came up also little children from the city, and mocked him, and said to him, Go up, bald-head, go up. 24 And he turned after them, and saw them, and cursed them in the name of the Lord. And, behold, there came out two bears out of the wood, and they tore forty and two children of them. (SEPTUAGINT)

     

    Men zou er de moed bij verliezen. Maar ik gaf niet op en zette mijn onderzoek verder, vooral omdat ik bleef weigeren aan te nemen dat de HERE God van zowel het Oude als het Nieuwe Verbond kleine kinderen op zulk een wijze zou treffen. In mijn studie van de Schriften hanteer ik consequent de ‘NBG 1951 vertaling’ en dit niet omdat deze vertaling voortreffelijker zou zijn, maar omdat ik al bijna veertig jaar met deze vertaling vertrouwd ben, en geen zin heb om nu in de herfst van mijn leven gearriveerd te zijn, nog aan een andere vertaling in zogenaamd beter hedendaags Nederlands te beginnen. Wat ik wel doe is telkens bij een vermoede onduidelijkheid andere Bijbelvertalingen zoals de Statenbijbel, de Duitse Lutherse vertaling en de Engelstalige King James Bijbel te raadplegen. Het is mijn ervaring in mijn studie van de Bijbel, dat deze oude vertalingen het dichtst bij de bron zijn gebleven. Behalve uiteraard bij 2 Koningen hoofdstuk 2 met het vertalen van de ‘kleine knapen’ of ‘little children’ uit het Hebreeuws. Ik wil aannemen dat het de gezaghebbende King James Bijbel geweest is die andere vertalingen van dit Bijbelgedeelte beïnvloed heeft. Want het is wel degelijk een slechte vertaling geweest die vermoedelijk heel wat mensen geestelijk op een verkeerd spoor gezet heeft.

    Om een verhaal kort te houden; uiteindelijk heb ik mijn godsdienstleraars van de negentiende eeuw erbij gehaald: namelijk E. W. Büllinger en C. I. Scofield die wel een juiste vertaling leverden.

     

    E.W.Büllinger (zie link: http://www.companionbiblecondensed.com/) gaf in de voetnoten van 2 Kings 2:23 onmiddellijk te kennen dat de ‘little children’ van de King James vertaling in feite te lezen is als ‘jonge knapen’ en niet als kleine kinderen. Het Hebreeuwse woord na’ar in 2 koningen 2:23 wordt elders in de Bijbel gebruikt voor Isaac, Jozef en Rehabeam ofwel een leeftijd van 28, 17 en/of 16 jaar oud. En dit geeft onmiddellijk een ander beeld van wat de profeet Elisa overkwam wanneer een schreeuwende en scheldende bende jonge mannen op hem afkwam. Maar er komt nog meer aan het licht wanneer we degelijke Bijbelstudie verrichten. Zo staat er in de grondtekst helemaal niet dat deze bende jonge knapen door twee berinnen verscheurd werden maar eerder slechts verwond. Wat ook weer een ander licht op de zogenaamde straf van God werpt. Het is de Bijbelleraar C.I. SCOFIELD die dat in zijn studiebijbel duidelijk maakt. Hierna het commentaar van Scofield:

     

    Das Wort na’ar (übersetzt “kleine Knaben”, v. 23) besagt kein bestimmtes Alter. Es wird gebraucht von Joseph mit siebzehn Jahren (Genesis 37:2), ebenso von Benjamin (Genesis 43:8) und Absolom (2 Sam. 18:5). Also kann das hebraïsche Wort hier übersetzt werden “Jugendliche” oder “junge Männer”.

     

    Das Wort ba’ (übersetzt “zerrissen” besagt das Beibringen von schweren Wunden, aber es bedeutet nicht töten oder verderben. Die schwere der Beleidigung ist aus folgenden Tatsachen zu ersehen: (1) die jungen Männer spotteten über das Aussehen Elisas, des Mannes Gottes; (2) mit den Worten “Kahlkopf, komm herauf” spotteten sie über die Auffahrt des Elia (v.11); die Beleidigung zeigt, dass die Beleidiger über das Alter der Kindheit hinaus waren; und (3) als sie den Mann Gottes lächerlich machten, wurden sie der Lästerung des Gottes schuldig, den er vertrat.

     

    Het Hebreeuwse woord ‘ba’ dat foutief vertaald werd met ‘verscheuren’ betekent in werkelijkheid het ‘aanbrengen van zware verwondingen’ maar niet ‘doden’. Deze verklaring sluit beter aan bij het gedrag van beren zoals wij het vandaag kunnen waarnemen. Het is ondenkbaar dat twee berinnen in een oogwenk tweeënveertig kinderen zouden kunnen verscheuren/doden. Verder maakt Scofield duidelijk dat de bende jonge mannen de profeet beledigden, niet alleen op basis van zijn uitzicht maar ook naar de eerdere wegvoering van Elia verwezen, wat maakt dat zij voorbij de leeftijd van het kind zijn waren. En ten laatste merkt Scofield op dat de jonge Israëlitische mannen zich wel degelijk schuldig aan lastering van God maakten.

    Conclusie: het blijft een feit dat dit historische Bijbelgedeelte zich in een andere bedeling Gods afspeelde en in de huidige genadebedeling een mens voor de borst stoot. De profeet Elisa was echter een kind van de tijd onder de wet en handelde daarnaar.

     

    Bij de vermelding van kinderen in de Bijbel denk ik in de huidige bedeling van de genade altijd eerst aan de Heer Jezus Christus, de zoon van God, die zei: Laat de kinderen geworden en verhindert ze niet tot Mij te komen, want voor zodanigen is het Koninkrijk der hemelen. (Matteüs 19:14)

     

    En…

    Psalm 8:2 O HERE, onze Here, hoe heerlijk is uw naam op de ganse aarde, Gij, die uw majesteit toont aan de hemel. 3 Uit de mond van kinderen en zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest, uw tegenstanders ten spijt, om vijand en wraakgierige te doen verstommen.

     

    … ging in vervulling wanneer kinderen in het jaar 30 AD in de tempel te Jeruzalem Jezus’ toeriepen met:  Hosanna de Zoon van David (Matteüs 21:15-16)

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

    07-02-2016 om 10:14 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-02-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kroniek van Jehu van het Tienstammenrijk Israël

    We vervolgen met dit artikel onze kronieken van de koningen van Israël op dit blog. Met onze aflevering op dit blog van 04-01-2016 brachten we de Kroniek van Joram, de zoon van Achab. Hij werd in het jaar 875 v. Chr. door Jehu omgebracht. Zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?ID=2831104

     

    Jehu, de zoon van Josafat, de zoon van Nimsi, was een generaal van het leger van Israël toen hij door de profeet van de HERE God te Ramot in Gilead tot koning over het tienstammenrijk gezalfd werd, met de opdracht de koning van Israël, Joram te doden, en vervolgens heel de dynastie van Achab om te brengen. De functie van overste van het Israëlitische leger had Jehu al sedert de dagen van Achab (2 Koningen 9: 25-26).

     

    Te Ramot in het over-Jordaanse Gilead was het leger van Israël gelegerd nadat zij tegen het leger van Aram strijd hadden geleverd. Het was daar in het legerkamp dat de profeet Jehu opzocht.

     

    De gangbare jaartallen voor de regeerperiode van Jehu zijn volgens de fabricatie van de geleerde Edwin R. Thiele (The Mysterious Numbers of the Hebrew Kings,1951): 841/814 v. Chr.

    Dit betekent een verschil van 34 jaar op de tijdsbalk. Hoe is dit mogelijk? De constructie die Thiele uitdokterde was gebaseerd op een verankering van de Bijbels-chronologische gegevens van de koningen van Israël en Juda met die van Assyrië. In mijn boek TIJD en TIJDEN, appendix 4 heb ik Thiele ’s wijze van (mis)rekenen uitgelegd. Zie ook de aflevering op dit blog over Omri, de vader van Achab. Zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?ID=2809256

     

    De regeerperiode voor Jehu van het jaar 875 tot 847 v. Chr. is het resultaat van het werken met de Bijbelse sabbat- en jubeljaren volgens de wijze van rekenen van William Whiston. De Assyrische chronologische gegevens werden verankerd met de chronologische ankerpunten van de Bijbel, en niet andersom zoals Thiele deed. Zie het artikel op dit blog van 06-02-2014. Zie link:

    http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1391382000&stopdatum=1391986800

     

     

    “The tribute of Jehu (Ia-ú-a mar Hu-um-ri-i.), house of Omri: I received from him silver, gold, a golden bowl, a golden vase with pointed bottom, golden tumblers, golden buckets, tin, a staff for a king [and] spears."

     

    Met de bekende zwarte Obelisk (British Museum) van de Assyriër Salmaneser III hebben we een buiten-Bijbelse bron van Jehu. In het achttiende regeringsjaar (877/876 v. Chr.) van Salmaneser III is er een vermelding van het ontvangen van schatting van Jehu van het huis van Omri. Volgens mijn rangschikking van de koningen van Assyrië op de tijdsbalk was Jehu op dat moment nog een generaal van het leger van Joram, de zoon van Achab, en is er geen probleem met de Assyrische vermelding dat Jehu van het huis van Omri was. Een dynastie namelijk, die Jehu twee jaar later zou uitroeien.

    Binnen de tijdsfabricatie van Thiele was Jehu in het achttiende regeringsjaar van Salmaneser III al koning, en zouden de Assyrische kroniekschrijvers zich vergist hebben, wat zeer onwaarschijnlijk is. Zie ‘De Assyriologie herzien’ link: http://www.bol.com/nl/p/de-assyriologie/9200000049946824/

     

     

    Hierna het Bijbelse relaas over het begin van de regeerperiode van Jehu.

     

    2 Koningen 9:De profeet Elisa riep een van de profeten en zeide tot hem: Gord uw lendenen, neem deze oliekruik met u en ga naar Ramot in Gilead. 2 Wanneer gij daar gekomen zijt, zie dan uit naar Jehu, de zoon van Josafat, de zoon van Nimsi. Ga bij hem binnen, doe hem opstaan uit het midden van zijn wapenbroeders en breng hem in de binnenste kamer. 3 Neem dan de kruik met olie, giet ze uit over zijn hoofd en zeg: Zo spreekt de HERE: Ik zalf u tot koning over Israël. Open daarna de deur en vlucht zonder dralen weg. 4 Toen ging die jonge man, de jonge profeet, naar Ramot in Gilead. 5 Toen hij daar kwam, zaten de legeroversten juist bijeen. En hij zeide: Ik heb een boodschap voor u, overste. Jehu zeide: Voor wie van ons allen? En hij antwoordde: Voor u, overste. 6 Toen stond hij op en ging het huis binnen. En hij goot de olie over zijn hoofd en zeide tot hem: Zo spreekt de HERE, de God van Israël: Ik zalf u tot koning over het volk des HEREN, over Israël. 7 Gij zult het huis van uw heer Achab slaan, opdat Ik het bloed van mijn knechten, de profeten, ja, het bloed van alle knechten des HEREN aan Izebel wreke. 8 En het gehele huis van Achab zal omkomen; Ik zal van Achab al wat mannelijk is uitroeien, allen in Israël van hoog tot laag; 9 dan zal Ik met het huis van Achab evenzo handelen als met dat van Jerobeam, de zoon van Nebat, en dat van Basa, de zoon van Achia; 10 en Izebel zullen de honden verslinden op de akker te Jizreël, en niemand zal haar begraven. Toen opende hij de deur en vluchtte weg. 11 Daarna kwam Jehu naar buiten bij de dienaren van zijn heer en een hunner zeide tot hem: Is alles wel? Waarom is deze waanzinnige tot u gekomen? En hij antwoordde hun: Gij kent immers de man en zijn gepraat. 12 En zij riepen: Leugens! Deel het ons toch mee. Toen zeide hij: Zo en zo heeft hij tot mij gesproken: aldus spreekt de HERE: Ik zalf u tot koning over Israël. 13 Daarop nam ieder haastig zijn kleed en spreidde het voor zijn voeten op de treden van de trap; zij bliezen op de hoorn en riepen: Jehu is koning!

    14 Aldus smeedde Jehu, de zoon van Josafat, de zoon van Nimsi, een samenzwering tegen Joram. – Joram nu had Ramot in Gilead bezet, hij en geheel Israël, tegen Hazaël, de koning van Aram; 15 en koning Joram was teruggekeerd om te Jizreël genezing te zoeken voor de wonden, die de Arameeërs hem hadden toegebracht, toen hij streed met Hazaël, de koning van Aram. – En Jehu zeide: Indien gij er zo over denkt, laat dan niemand uit de stad ontkomen om dat in Jizreël te gaan berichten.

     

     

    16 Toen besteeg Jehu zijn wagen en ging naar Jizreël, want Joram lag daar (ziek). En Achazja, de koning van Juda, was gekomen om Joram te bezoeken. 17 De wachter nu stond op de toren te Jizreël; hij zag de troep van Jehu aankomen en zeide: Ik zie een troep. Toen zeide Joram: Neem een ruiter en zend hun die tegemoet om te vragen: Is het vrede? 18 De ruiter ging hem tegemoet, en zeide: Zo zegt de koning: Is het vrede? Maar Jehu zeide: Wat hebt gij met vrede te maken? Keer om, volg mij! En de wachter berichtte: De bode is bij hen gekomen, maar keert niet terug. 19 Toen zond hij een tweede ruiter. Ook deze kwam bij hen en zeide: Zo zegt de koning: Is het vrede? Maar Jehu zeide: Wat hebt gij met vrede te maken? Keer om, volg mij! 20 En de wachter berichtte: Hij is bij hen aangekomen, maar keert niet terug. En zoals zij voortjagen, zo jaagt alleen Jehu, de zoon van Nimsi, want hij jaagt als een razende. 21 Toen zeide Joram: Span in. En men spande zijn wagen in. En Joram, de koning van Israël, trok uit met Achazja, de koning van Juda, ieder op zijn wagen – zij trokken uit, Jehu tegemoet en troffen hem aan op de akker van de Jizreëliet Nabot. 22 Zodra Joram Jehu zag, vroeg hij: Is het vrede, Jehu? Maar deze antwoordde: Wat vrede, zolang de hoererijen van uw moeder Izebel en haar vele toverijen voortduren? 23 Daarop wendde Joram de teugel, vluchtte en riep Achazja toe: Verraad, Achazja! 24 Maar Jehu omklemde de boog en trof Joram tussen zijn schouders, zodat de pijl hem het hart doorboorde; en hij zakte in zijn wagen ineen. 25 Toen zeide Jehu tot zijn hoofdman Bidkar: Neem hem op en werp hem op de akker van de Jizreëliet Nabot. Want herinner u, dat de HERE, toen gij en ik zij aan zij reden achter zijn vader Achab, deze Godsspraak over hem gaf: 26 Voorzeker, Ik heb gisterenavond het bloed van Nabot en van zijn zonen gezien, luidt het woord des HEREN. Ik zal het aan u vergelden op deze akker, luidt het woord des HEREN. Nu dan, neem hem op en werp hem op de akker, volgens het woord des HEREN. 27 Toen Achazja, de koning van Juda, dat zag, vluchtte hij in de richting van Bet-Haggan. Maar Jehu achtervolgde hem en beval: Hem ook! Schiet hem neer op zijn wagen! (En zij raakten hem) op de helling naar Gur bij Jibleam; hij vluchtte naar Megiddo en stierf daar. 28 Zijn dienaren vervoerden hem op een wagen naar Jeruzalem en begroeven hem in zijn graf bij zijn vaderen, in de stad Davids. 29 Achazja nu was koning geworden over Juda in het elfde jaar van Joram, de zoon van Achab.

     

    Het Bijbelboek vervolgt verder vanaf vers 30 met de geschiedenis van het smadelijke einde van Izebel, de dochter van Ethbaal en vrouw van Joram van (2 Koningen 9:30-37). Daarna vervolgt het verhaal in het tiende hoofdstuk van het Bijbelboek 2 Koningen met de bloedige geschiedenis van de uitroeiing van de zeventig zonen van Achab te Samaria (2 Koningen 10:1-17). Vervolgens zien we de terechtstelling van de priesters van de Baäl met een list van Jehu (2 Koningen 10:18-27).

     

    Op de tijdsbalk plaatsen we al deze gebeurtenissen chronologisch in het eerste regeringsjaar van Jehu in apr875/mrt874 v. Chr.

     

    2 Koningen 10:28 Alzo verdelgde Jehu Baäl uit Israël. 29 Maar van de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israël zondigen deed, na te volgen, week Jehu niet af, te weten, van de gouden kalveren, die te Beth-el en die te Dan waren. 30 De HEERE dan zeide tot Jehu: Daarom dat gij welgedaan hebt, doende wat recht is in Mijn ogen, en hebt aan het huis van Achab gedaan, naar alles, wat in Mijn hart was, zullen u zonen tot het vierde gelid op den troon van Israël zitten. 31 Maar Jehu nam niet waar te wandelen in de wet des HEEREN, des Gods van Israël, met zijn ganse hart; hij week niet van de zonden van Jerobeam, die Israël zondigen deed.

    32 In die dagen begon de HEERE Israël af te korten, want Hazaël sloeg ze in alle landpalen van Israël: 33 Van de Jordaan af, tegen den opgang der zon, het ganse land van Gilead, der Gadieten, en der Rubenieten, en der Manassieten; van Aroer, dat aan de beek van Arnon is, en Gilead, en Basan.

    34 Het overige nu der geschiedenissen van Jehu, en al wat hij gedaan heeft, en al zijn macht, zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Israël? 35 En Jehu ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem te Samaria, en zijn zoon Joahaz werd koning in zijn plaats. 36 En de dagen, die Jehu over Israël geregeerd heeft in Samaria, zijn acht en twintig jaren. (Statenvertaling)

     

    Het slot van het Bijbelboek 2 koningen hoofdstuk tien verhaalt dat Jehu een machtig koning was en dat hij gedurende een lange periode van achtentwintig jaar over het tienstammenrijk geheerst heeft. Zijn zoon werd bij zijn dood als koning over Israël geïnstalleerd. Jehu kreeg de belofte dat zijn dynastie tot in het vierde geslacht over Israël koning zou zijn. Negatief staat er over hem geschreven dat hij in de zonden van Jerobeam volhardde.

     

    Als een gevolg van het doden van koning Ahazia van Juda door Jehu in 875 v. Chr., greep in Juda de koninginmoeder Athalia (2 Koningen 8:26), de dochter van koning Omri van Israël, de macht en deed een poging het geslacht van David uit te roeien (2 Koningen 11: 1). De zoon en troonopvolger van Ahazia werd echter door zijn tante, een zuster van Ahazia, verborgen gehouden en zijn leven gered. (Zie TIJD en TIJDEN, 2015, blz. 251-256) zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

     

    2 Koningen 11: 1 Toen nu Athalia, de moeder van Ahazia, zag, dat haar zoon dood was, zo maakte zij zich op, en bracht al het koninklijke zaad om. 2 Maar Joseba, de dochter van den koning Joram, de zuster van Ahazia, nam Joas, den zoon van Ahazia, en stal hem uit het midden van des konings zonen, die gedood werden, zettende hem en zijn voedster in een slaapkamer; en zij verborgen hem voor Athalia, dat hij niet gedood werd. 3 En hij was met haar verstoken in het huis des HEEREN zes jaren; en Athalia regeerde over het land.

     

    In het zevende jaar (2 Koningen 11:4) werd de koninginmoeder afgezet en de jonge Joas tot koning gekroond. Dat was het zevende regeringsjaar (869 v. Chr.) van Jehu in Israël.

     

    2 Koningen 12: 1 In het zevende jaar van Jehu werd Joas koning, en regeerde veertig jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Zibja van Ber-seba. 2 En Joas deed dat recht was in de ogen des HEEREN, al zijn dagen, in dewelke de priester Jojada hem onderwees.

     

     

    Het hierboven bijgevoegde chronologische schema toont in het jaar 860 v. Chr. een verticale rode markeringslijn voorstellende de meganatuurcatastrofe die toen de oude wereld trof. De Bijbel zwijgt over dit feit. Het was het jaar van de stichting van Carthago. Het jaartal 860 v. Chr. heb ik bekomen door het werken met de jaartallen die Flavius Josephus voor de Fenicische koningen opgeeft, en de link met Salomo en de bouw van de Tempel te Jeruzalem. In mijn boek TIJD en TIJDEN, 2015, hoofdstuk: 860 v. Chr. het jaartal van de stichting van Carthago, blz. 257-263, heb ik dit uitgewerkt. Er zaten volgen Josephus 143 jaar en acht maanden tussen het begin van de bouw van de Tempel en de stichting van Carthago. De regeerperiode van Salomo was 1007/967 v. Chr., en dit op basis van de sabbat- en jubeljaarrekening volgens William Whiston. Het resultaat op de tijdsbalk is 860 v. Chr.

     

     

    Verder maak ik in mijn boek TIJD en TIJDEN, de verbinding met het werk van Donald W. Patten, Ronald R. Hatch and Loren C. Steinhauer:

    (The Long Day of Joshua and Six Other Catastrophes, 1973, by, Chapter VI), en identificeer de mega-natuurcatastrofe van 860 v. Chr. als zijnde van kosmische oorsprong

     

    De drie aangehaalde bronnen leiden alle naar het jaartal 860 v. Chr. ter datering van de meganatuurcatastrofe die de oude wereld toen getroffen  heeft.

     

    Wordt vervolgd…

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

    01-02-2016 om 07:52 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 02/11-08/11 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 31/12-06/01 2019
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 01/01-07/01 2018
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 30/12-05/01 2014
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 06/01-12/01 2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs