Cultuur en leven in Maldegem, interviews en herinneringen.
05-10-2013
Ad van de Wege, musicus België-Nederland.
AD VAN DE WEGE, KERK- EN
CONCERTORGANIST IN MALDEGEM. Deel I.
Wie regelmatig de sfeervolle erediensten in de Sint-Barbarakerk Maldegem
volgt of de orgelconcerten in de zomermaanden bijwoont kent organist Ad van de Wege als geen ander. Zijn
orgelspel is een serieuze meerwaarde voor de serene en ingetogen vieringen. Het
was precies wat deken Stefaan De Paepe tegen hem zegde toen hij op 1 mei 2007
aantrad als organist te Maldegem: Mijnheer, er is niets op orgelgebied in Maldegem,
dus ga uw gang. Het historische Louis Hooghuys orgel (1865) en het Loncke orgel
(1985) hadden op hem gewacht. Ad van de
Wege leek wel een missionaris in het orgellandschap in ons dorp. Hij heeft
vooruitgang geboekt. Elk Maldegemnaar kan intussen genieten van hoogstaand
orgelmuziek in de Sint-Barbarakerk tijdens de liturgische diensten op zon- en
weekdagen en tijdens de concerten die er plaatsgrijpen. Als een wervelwind
raast kerk- en concertorganist Ad van de Wege van de ene kerk naar de andere in
Zeeuws, Oost-en West-Vlaanderen. Geen wonder dat hij slank en rank door het
leven rent. Ad heeft het in Maldegem prima naar zijn zin.
Niemand kan vermoeden hoeveel energie, studie en voorbereiding verborgen
zitten achter de muziekuitvoeringen.
Muziek met de paplepel
ingegeven.
Ad van de Wege vertelt:
Ik werd geboren als tweede van zes in 1955 in
Terneuzen (Zeeuws-Vlaanderen) in een christelijk gezin. Mijn vader was
afkomstig van een organistenfamilie. Hij was timmerman maar ook werkzaam als
organist in een kerk in Terneuzen. Hij was bestuurslid van een landelijke
organistenvereniging, koordirigent, organisator van internationale
orgelconcerten en doceerde muziek in de avonduren. Hij was een muzikale
duizendpoot.
Mijn vader die enkele maanden geleden overleden is, heeft ruim zestig
jaar onbezoldigd zijn diensten verleend als kerkorganist.
Vroeger was het praktisch onmogelijk om van muziek te leven, laat staan
een gezin te onderhouden. Vader voorzag in de levensbehoeften van zijn
kroostrijk gezin als timmerman en was semiprofessioneel bezig als musicus. Al
heel jong kregen de kinderen van de Wege orgel- (later piano) les. Allen
speelden orgel, piano en fluit. Zingen was de gewoonste zaak van de wereld.
Mijn ouders vonden dat klassieke muziek bij de opvoeding hoorde. Zangers- en
zangeressen kwamen bij ons thuis oefenen en verscheidene orgel studenten
vertrokken s avonds laat. Huize van de
Wege was voor veel musici, organisten en leerlingen een muzikaal oord. Thuis
beluisterden we grammofoonplaten van Bachs Brandenburgse concerten, Vivaldi,
Händel e.a. Ik hoorde s avonds de leerlingen hun (soms moeizame) lessen
oefenen op het harmonium in de studeerkamer, want elektronische orgels waren er
toen nog niet. Alle kinderen van de Wege waren van nature muzikaal begaafd wat
niet betekende dat ze de scholing op een presenteerblaadje kregen.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat ik als klein kind heel vroeg in
contact kwam met klassieke muziek.
Toen ik een jaar of drie was kroop ik al op de orgelkruk. Mijn vader
bediende de trappers van het orgel en op die manier kreeg ik heel vroeg mijn
eerste orgellessen. Ik kan me nog goed herinneren dat ik als peuter mee naar de
kerk ging waar ik boven bij mijn vader bij het orgel zat. Soms volgden drie
kerkdiensten elkaar op en telkens huppelde ik vrolijk met mijn vader mee naar
de kerk. Tijdens de homilie ging hij naast het orgel in een gemakkelijke stoel
zitten, terwijl ik op de orgelbank kroop en op de toetsen van het
uitgeschakelde kerkorgel mocht rommelen. Eens duurde de homilie wel erg lang en
mijn ongeduldige vader zette alvast de windmotor van het orgel aan. Ongemerkt
drukte ik wat toetsen in die meteen door de kerk dreunden, waarop de dominee
zich een hoedje schrok en resoluut Amenmompelde.
Je zou verwachten dat wanneer je muziek met de paplepel hebt ingekregen,
dat je ouders het wel zouden waarderen dat je later muziek zou studeren. Toen
mijn vader vroeg wat wil ik later wilde worden, was mijn antwoord steevast
organist. Mijn ouders schudden resoluut het hoofd met de legendarische
woorden: Organisten, musici en kunstenaars zijn armoezaaiers, daar is geen
droog brood mee te verdienen. Je moet een vak leren! Musicus worden is niet
voor ons soort mensen. Op die manier werd de discussie altijd gesloten en de
muziekstudie bleef onbespreekbaar. De negatieve stimulans voor mijn aspiraties
voor muziekstudie was een extra aanmoediging om door te zetten. Het gevoel iets
niet te mogen worden wat ik absoluut wou, zette een knopje om in mijn hoofd. Al
mijn vrije tijd besteedde ik aan orgelspel. Toen ik al wat kon lezen snuffelde
ik stiekem in biografieën van componisten, waarvan ik de woorden soms nog niet
kon ontcijferen. Toen weer eens een bekend Nederlands organist na een concert
bij ons kwam tafelen, gingen alle gesprekken over muziek. Zo manneke, vroeg
de organist, wat wil jij later gaan worden? Ik antwoordde prompt: Organist!
Mooi, mooi, zei de man, orgelspelen is geweldig. Prachtig om onder je
vingers een orgel te temmen.
Hij mag alles worden,zei mijn vader,
maar geen organist, want je weet dat dit geen normaal bestaan is. De gast
bulderde van het lachen, knipoogde en fluisterde: Laat hem maar praten hoor en
doe later gewoon je zin. Die onvergetelijke woorden klonken als muziek in mijn
oren.
Maar het was makkelijker
gezegd dan gedaan.
Toen ik ouder werd, volgde ik de technische richting op de middelbare
school. Discussies over organist worden, mondden thuis uit in ellenlange
ruzieachtige gesprekken. Na mijn opleiding, moest ik aan het werk. Toch was ik
vastbesloten om musicus te worden, dat stond gewoon in mijn hersens geprent!
Mijn levensvreugde was muziek. Al mijn vrije uren speelde ik orgel in de kerk.
Als mensen vroegen waar ik was, dan was het stereotype antwoord: Oh, die zit
weer in de kerk, orgel te spelen!
Mijn ambitie om organist te worden werd jammer genoeg een splijtzwam in
mijn relatie met mijn vader.
Tijdens mijn tweejarige militaire dienst besteedde elk vrij uurtje aan
muziekstudie. Ik las alles over kunst en muziek. Als ik de kans kreeg om
tijdens een militaire oefening in een stadje of dorp een paar uurtjes op een
kerkorgel te spelen, dan liet ik die niet voorbij gaan.
Na mijn militaire dienst ben ik zelfstandig gaan wonen. De muziekstudie
werd een onoverkomelijke hinderpaal tussen mij en mijn vader. Ik werd
aangenomen bij een keten muziekwinkels in Zeeuws-Vlaanderen als orgeldocent. Op
die manier kon ik een armoedig bestaan opbouwen. Ik liet me inschrijven aan de
muziekacademie in Sint-Niklaas
(Waasland) waar ik op drie jaar Orgel, Piano, Notenleer, Muziekgeschiedenis en
Harmonieleer studeerde.
Er was wel een heel groot probleem!
De afstand Sint-Niklaas-Terneuzen is ruim 53 kilometer en aangezien ik
me geen auto kon veroorloven reed ik door weer en wind, regen, ijs en sneeuw,
wekelijks zon vijf maal, op mijn brommertje naar Sint-Niklaas. Ik heb
letterlijk en figuurlijk veel sneeuw gezien, zij het wel Zwarte Sneeuw. Nee, ik heb mijn beroep niet echt cadeau gekregen.
Ik heb heel vaak wenend op mijn brommertje door de polder gereden. In
die periode dacht ik heel vaak aan de uitspraak van mijn vader, maar afhaken
bestond voor mij niet. Op zaterdag en zondag begeleidde ik erediensten en
langzamerhand kwam het doel in zicht. Na mijn succesvolle muziekstudie in
Sint-Niklaas werd iktoegelaten aan het Koninklijk Conservatorium te Gent. Ik
studeerde orgel bij Dirk Verschraegen
en Edward De Geest(1950) en
kamermuziek bij Marcel Ketels. In
die periode werd ik docent Schoolmuziekin
Nederlands Middelburg. In Nederland is dit een gespecialiseerde opleiding. De
conservatorium opleidingen in Nederland worden gesplitst in Uitvoerend of concerterend
musicus of Docerend musicus (lesgeven als orgel en pianodocent). Ik volgde twee
jaar Schoolmuziek, muziekdidaktiek en -pedagogie in s-Hertogenbosch. Ik werkte en studeerde op weekdagen, op zaterdag
volgde ik de opleiding Schoolmuziek, s avonds speelde ik de mis en op zondag
begeleidde ik ook nog een aantal diensten.
Nee, van verveling in mijn jeugdjaren was er geen sprake. Een muziek
opleiding is een ontzettend complexe opgave. Door als tiener tegen mijn zin
technische opleidingen te volgen, had ik vier jaar orgelstudie gemist. Het hiaat in mijn voorstudie heeft me wel de
drive gegeven om er mij voor 1000 % in te zetten. Ik had en heb nog steeds dat
enthousiasme voor muziek. De uitspraak Follow your heart blijft mijn
lijfspreuk. De laatste studiejaren vond ik dat ik niet hard genoeg vorderde.
Tijdens mijn studie aan het conservatorium in Gent, volgde ik orgel,
liturgie en kerkmuziek aan het Instituut voor Kerkmuziek aan de Hogeschool voor
Kunsten in Utrecht, waar ik me
specialiseerde in Liturgie, kerkmuziek en koorleiding. Ondertussen had ik nog
een deeltijdse baan als muziekdocent in andere scholen, dus financieel werd de
toekomst rooskleuriger. Na het conservatorium in Gent en tijdens mijn
muziekstudie in Utrecht startte ik met Klavecimbel in Den Haag bij de barokspecialist Ton Koopman, Romantische orgelmuziek bij Herman Van Vliet, Utrecht en hedendaagse muziek bij Kristiaan Van Ingelgem in Aalst(België). Ondertussen was ik
organist op een aantal hoogstaande orgels, was ik koordirigent en kerkmusicus,
speelde ik klavecimbel en was ik op veel muziekterreinen actief.
Voorzichtig begon ik mijn vleugels uit te slaan en startte ik met
orgelconcerten . (wordt vervolgd).
Ad van de Wege is een klassiek
voorbeeld van de doorzetters, die onze dorpsgenoot Mick Matthys, Professor
aan de universiteit in Utrecht heeft beschreven in zijn boek Doorzetters
(aksant). Ads leven is verweven met muziek omdat hij muzikaal begaafd was èn
ook zijn talenten ten volle heeft ontplooid. (Tekst
verwoord aan de hand van de notities van de musicus.)
Fotos: Ad Van de Wege in 2013,
in 1958.
www.camob.be
Organist Ad van de Wege Hooghuysorgel Pinksteren 27-5-2012. Organist Ad Van de
Wege speelt op het Hooghuysorgel in de Sint-Barbarakerk te Maldegem.
05-10-2013 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
04-10-2013
Ad van de Wege, kerk- en concertorganist. Deel II.
AD VAN DE WEGE, KERK- EN
CONCERTORGANIST in Maldegem.
Deel II.
Ad van de Wegeis kerk- en
concertorganist in de Sint-Barbarakerk
in Maldegem. Zijn
orgelspel is een significante meerwaarde voor de sfeervolle diensten. Je
wordt geboren met talenten maar de ontwikkeling van je begaafdheden komt je
niet aanwaaien. Een jarenlange muziekstudie gaat aan de professionele
uitvoeringen vooraf. Een musicus moet intens muziekstukken instuderen om een
feilloos traject af te leggen tijdens vieringen en concerten voor het grote
publiek. Het gaat niet vanzelf.
Ad van de Wegevertelt:
Wil je musicus worden dan vraagt dat gigantische offers, weinig of geen
sociale contacten en een volledige inzet voor je studie en beroep. Als ik kijk
naar wie van al mijn medestudenten nog werkzaam is in de muziek, dan is dat nog
een heel klein percentage. Veel collegas hebben helaas de harp in de wilgen
gehangen en zijn een andere lucratievere baan gaan zoeken. Musiceren is niet
eenvoudig. Als je ziet welke opleidingen je moet volgen, hoelang een dergelijke
studie duurt, wat je er allemaal voor moet laten, dan had mijn vader toch
gelijk. Zweet, hard werk, weinig
inkomen. Het is gewoon een keuze die je maakt in het leven. Met de paplepel in gegeven, betekent niet
dat alles vanzelf soepel en gemakkelijk loopt. Nee, ik heb het helaas, of moet
ik zeggen gelukkig, niet op een presenteerblaadje aangereikt gekregen.
Organist.
Organisten werken meestal hoog boven de mensen, het kerk- of het
concertpubliek. Je bespeelt helemaal in je eentje het grootste
muziekinstrument. De beroemde componist Cesar Franck zei ooit: Mijn orgel is
mijn orkest. Behalve een pianist misschien, neemt elk musicus zijn eigen
instrument mee, bij een organist ligt dat anders.
Na mijn muziekstudies startte ik als kerk- en concertorganist,
klavecinist, dirigent van koren en orkesten. Kerkorganist houdt in dat je alle
erediensten muzikaal opluistert, soms alleen als organist maar vaak tegelijk
als koordirigent. Een bijzonder beroep want als andere mensen in het weekend en
op feestdagen vrij zijn ben ik zoals een priester of dominee aan het werk.
Een klavecinist bespeelt een toetsinstrument uit de tijd van Bach. In
deze hoedanigheid werk ik dan vooral met muziek
uit de 16e, 17e en 18e eeuw. Soms alleen maar ook met een orkest of
solisten, viool, fluit of zang. Jarenlang ben ik dirigent geweest van enkele barok orkesten waarmee ik cantates en
operas zoals Dido and Aeneas van Henry Purcell uitvoerde. Werken met
verschillende musici is ongelooflijk verrijkend. Als concertorganist breng ik orgelconcerten in binnen- en
buitenland. Ik speelde op grote kathedraal orgels in o.a. Rome, Napels, Turijn,
Regensburg, Passau, Aken, Freiburg, Bern, Bayeux, maar natuurlijk ook in België
en Nederland.
Je komt in fraaie kerken en op plaatsen waar je als toerist nooit mag
komen. Een orgelconcert geven betekent intense studie van de orgelwerken
vooraf. Je speelt in je eentje een uur lang een concert. Je mag geen fouten
maken. Het is fascinerend om te gaan met de honderden of duizenden pijpen van
een orgel. Je ontmoet internationaal veel mensen met wie je nauw muzikaal
samenwerkt of interessante collegiale contacten krijgt. Een organist kent de
werking van het orgel volledig. Het eist vaardigheid om het orgel zelfstandig
te stemmen en te onderhouden. Een goede organist stemt toch maandelijks een
aantal registers van de orgels. Een klusje waaraan je al snel 2 ½ uur bezig
bent. Musiceren kan je vergelijken met het beoefenen van een topsport. Een
topsporter die niet traint zal nooit foutloos presteren.
Als privé muziekdocent geef ik les aan getalenteerde jonge, maar soms
ook aan oudere mensen die besmet zijn met het orgelvirus.Heel wat oud-leerlingen zijn nu actief als organist.
Ik coach mensen die extra lessen nodig hebben voor een toelatingsexamen voor
een conservatorium.
In Maldegem bespeel ik al weer
zeven jaar de kerkorgels en leid ik enkele kerkkoren. Ik ben actief in het
orgelcomité van de St. Barbarakerk waarmee we jaarlijks een
tiental concerten organiseren. Het is interessant om educatief bezig te zijn om
jonge en oudere mensen kennis te laten maken met de schoonheid en
veelzijdigheid van het orgel.
Organisten leiden een veelzijdig en intensief bestaan. Het is jammer dat
er weinig of geen nieuwe organisten van de conservatoriums afstuderen.
Gediplomeerde organisten vinden moeilijk een baan. Toch zie ik de toekomst van
het orgel niet somber in en blijf ik me steeds als een soort
orgel-ambassadeur inzetten om het instrument te promoten.
In Vlaanderen is de belangstelling voor de orgelcultuur aanzienlijk
minder dan in Nederland, maar ik doe alles om
het fraaie Vlaamse orgelpatrimonium in de schijnwerpers te krijgen. Een orgel is een grandioos instrument dat
je kunt laten juichen, donderen, maar ook verstild kunt laten mediteren.
Het was juist zoals mijn vader het formuleerde: Het leven van een
musicus is een vreemd bestaan!
Oh ja, en mijn vader? Gelukkig is alles op zijn pootjes terecht gekomen.
Hij heeft ingezien dat zijn halsstarrigheid tijdens mijn jeugd verkeerd was en
dat het goed was dat ik mijn eigen hart heb gevolgd. Mijn jongere broer heeft
later ook een muziekopleiding gevolgd en is naast musicus actief als beeldend
kunstenaar. Mijn vader werd mijn belangrijkste supporter die altijd informeerde
naar mijn muzikale ervaringen na een concert.
In 2013 speelde mijn vader, Jan
van de Wege een marktconcertje aan het orgel in Maldegem. Hij was toen 83
jaar. Een dag voor zijn overlijden, hebben we mijn nieuwe orgel-cd beluisterd. Toen de cd klaar was zei hij: Man, ik heb
nooit geweten dat je zo mooi kon spelen.Dat was het allerbeste compliment.
Het geeft een goed gevoel als
je mensen met je muziek kunt bereiken, ontroeren en blij kunt maken. Musiceren
is een heerlijk vak! Het is precies wat een oude filosoof ooit zei: Waar
woorden ophouden spreekt de muziek! Het
belangrijkste voor mij is goede muziek maken. Bekendheid is mooi meegenomen,
maar is ook erg betrekkelijk. Zo lopen de mensen met je weg en zo laten ze je
vallen. Nee, het beste is goed om te gaan met mensen. Zoals mijn vader ooit
zei: Zorg dat je nooit naast je schoenen loopt. Gelukkig heb ik mijn schoenen
stevig aan en ben ik veel te nuchter voor succes allures.
Orgel Cd Ad van de
Wege,Cantica Gregoriana Cuyperskerk, Sas van Gent (Ndl.).
Begin 2013 werd de monumentale Cuyperskerk van Sas van Gent (Nederland)
onttrokken aan de rooms-katholieke erediensten en werd de toekomst van dit
gebouw onzeker. Dit jaar besloot het bisdom Breda, dat gezien het teruglopende kerkbezoek en de hoge onderhoudskosten het
kerkgebouw voor de erediensten te sluiten. Binnenkort valt de beslissing
wat er met de kerk gaat gebeuren. Jammer
genoeg dreigt ook met het sluiten van kerkgebouwen een deel van het
kerkpatrimonium verloren te gaan waaronder deGregoriaanse koorzang, orgelcultuur met bijhorende orgelmuziek. Mede met het oog op het onduidelijke
voortbestaan van kerkgebouw en orgel leek het de Zeeuws-Vlaamse organist en
musicus Ad van de Wege uit Aardenburg zinvol om het Bernard Pels-orgel voorgoed
vast te leggen op Cd.
Hierbij maakte hij gebruik van orgelwerken die gebaseerd zijn op Gregoriaanse melodieën en werd er
rekening gehouden met de periode waarin deze werken werden gecomponeerd. Op die
manier is hij er in geslaagd een synthese te maken van orgel en orgelwerken.
De orgel Cd Cantica
Gregoriana(opgenomen in realrecording) werd op de markt gebracht door Brabantse
orgelklanken uit Tilburg en geeft een beeld van het Pels-orgel in de
Rooms-katholieke H. Maria Hemelvaartkerk in het Sas van Gent en van de orgelkunst
ten tijde van het rijke Roomse leven. Een heel bijzondere Cd met fraaie muziek
voor de echte liefhebber van het Gregoriaans en van orgelmuziek, nog te
verkrijgen aan 10.
Ad van de Wege is de
overtuigende versie van de doorzetters, die onze dorpsgenoot Mick Matthys,
Professor aan de universiteit in Utrecht heeft beschreven in zijn boek
Doorzetters (aksant). Ads leven speelt zich af in de muziekwereld omdat hij
muzikaal begaafd was èn zijn talenten tot het uiterste heeft ontwikkeld.
Op de foto:
Ads vader, Jan van de Wege (1930) die een
orgelconcertje speelde in Maldegem in 2013. Ode aan een vader.
De foto van Ad zelf krijg ik wonder boven wonder niet in de blog. Maandag
afspraak bij de computerdokter. Of hij raad weet??
(Tekst
verwoord aan de hand van de notities van de musicus).
Met dank aan
ons regionaal blad Vrij Maldegem voor het publiceren van de reportages
(Drukkerij-Uitgeverij Van Hoestenberghe N.V. Boudewijn Lippensstraat 11,
Maldegem).
03-10-2013 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
Paul De Wispelaere uit Moerhuize, Maldegem.
Paul DE WISPELAERE uit Maldegem, Moerhuize.
Op zaterdag 4 mei 2013 werd DE WAK Maldegem afgesloten met LITERATUURGRAFFITI IN DE BIBLIOTHEEK, een eerbetoon aan Maldegems schrijver PAUL DE WISPELAERE. De slotmanifestatie, kunst en natuur verenigd, Moerhuize, Maldegem en Paul De Wispelaere gehuldigd in de hoofdbibliotheek van Maldegem.
Alle kunstvormen kwamen uitgebreid aan bod tijdens de WAK 2013 op diverse locaties en tot slot kwam LITERATUUR in beeld. Een natuurtalent zoals Paul De Wispelaere wordt vereeuwigd in een literair gedenkteken, natuur en literatuur worden verweven.
Op de laatste zonnige dag van de tiendaagse WAK 2013 verdrongen zich talrijke journalisten van diverse dagbladen tussen de menigte om plaatjes te schieten van Maarten Leenknecht die de laatste hand legde aan zijn graffitikunstwerk. Ondertussen zorgde Maldegems gekende DJ-KOEN CAUWELS voor de muzikale omlijsting met de tekst van Sylvie Marie bewerkt in rapvorm.
Het kunstwerk is gebaseerd op een modern gedicht Tussen muur en muur van Sylvie Marie die in haar eigen dichterlijke woordkeuze verwijst naar de maatschappijvisie die doorschijnt in de slotparagraaf van het boek TUSSEN TUIN EN WERELD van Maldegems schrijver PAUL DE WISPELAERE. De creatie van het kunstwerk past ook bij de specifieke kenmerken van het Maldegems hoofdbibliotheekgebouw.
Aanschouw dit schiereiland tussen twee vaarten. Wie dit betreedt komt over een brug., schrijft Paul De Wispelaere. De brug op de tweede verdieping van de gemeentelijke bibliotheek, symboliseert de brug over de kanalen met zicht op het uitgestrekt weids landschap in Moerhuize, afgebakend door water. De ruimte tussen de twee zacht grijsgroene muren nu beschilderd met woorden van de schrijver, tonen een boekenlandschap in de bibliotheek, een eiland vol boeken, de droom van elke lezer, elke schrijver en boekenliefhebber, het resultaat van jarenlang denk- en schrijfwerk ter inzage van iedereen die graag leest.
De muren met panelen in reliëf en in hun oorspronkelijke structuur werden bedekt met drie lagen kleur van aarde, grijsgroen en bomen als spiegel van het landschap waar Paul De Wispelaere bijna een halve eeuw van zijn leven heeft geleefd en intens heeft geschreven in eenzame afzondering. Het gedicht werd aangebracht aan beide zijden van het bibliotheekgebouw en symboliseert de twee kanalen, het Schipdonkkanaal en het Leopolds kanaal. Het veranderde landschap waaraan gebeukt, gesleurd en getrokken wordt zijn de boeken, is de literatuur. Gaan we ermee vooruit of achteruit? De bibliotheek bewijst dat literatuur nog leeft.
Wie denkt aan graffiti denkt aan felle kleuren, gespreide, beweeglijke vormen en woorden maar het kunstwerk als hommage aan de schrijver is sober en ingetogen.
Maarten Leenknecht spoot de verf voorzichtig, eerbiedig bijna en welbewust de beeldrijke taal neer refererend naar Paul De Wispelaere.
Het symbooltje van google maps tussen de letters is een verwijzing naar het vergankelijke, het is een tijdsanker dat binnen enkele jaren verwijst naar de jaren 2013 zodat de mensen weten dat het kunstwerk in die tijd werd gerealiseerd.
De boeken van Paul De Wispelaere worden opnieuw opgenomen in de schoolliteratuurlijst omdat ze universele themas aansnijden die onveranderlijk en eigen zijn aan de mens en de natuur. Moerhuize en Paul De Wispelaere, groen natuurlijk oord van gelukzaligheid, van rust en vrede zijn samen vereeuwigd in een blijvend aandenken en huldeteken.De nieuwe mens (tot elke verwoesting bereid) voert slaafs uit wat hem wordt opgelegd en afgejakkerd en uitgebuit is hij nog steeds niet in staat om na te denken.
Paul De Wispelaere drukt het zo mooi uit met beeldrijke taal en wij kennen de evolutie van het landschap in Moerhuize en begrijpen zijn verbolgenheid. Hij bekijkt de evolutie van de maatschappij aan de hand van de achtergrond van zijn leefwereld en vraagt zich af of de mens een stap voorwaarts zet of achterwaarts. Wie zich nog eens wil verdiepen in zijn taal en de betekenis van zijn woorden en zijn boodschap kan zijn boeken kopen of lenen in de bibliotheek.
Het project is een creatie van de verantwoordelijken van de bibliotheek die de betekenis van het kunstwerk toelichten. Met dank aan De Heer Paul De Wispelaere die in zijn boek de moderne evolutie van een groen landschap van ons dorp vereeuwigde: Aanschouw dit schiereiland tussen de twee vaarten. Wie dit betreedt komt over een brug. Er wordt met machines in gegraven en gewroet, er wordt aan getrokken en gerukt, er wordt gebeukt en gescheurd, het wordt volgespoten met gif, de boomgaarden worden ontworteld, het wordt ontmanteld, geslecht en gevalkt tot een harde vloer waar wind over raast, de vogels verdwijnen met de hagen en de beschutte houtwallen, de waterdieren sterven in de stank van de sloten. Met de Amerikaanse helmen van de vooruitgang op de verdoofde schedel slaat hij toe met gillende tuigen in de hand, klimt hij in de daverende cabines van de gevaarten, spant hij fluitend de netten van hoogspanningskabels over zijn eigen hoofd. De nieuwe mens met zijn mechanische grijpers en schoppen, zijn pneumatische hamers. Zoals van oudsher voert hij slaafs als een soldaat uit wat hem wordt opgelegd, hij doodt en verminkt op bevel, hij grabbelt de zilverlingen zonder de hand te zien waarin ze hem worden gestoken, wat mooi is grijpt hij aan om te vernietigen, wat rustig is verpest hij met zijn oorverdovend lawaai. Tot elke verwoesting bereid zit hij op zondagochtend nog steeds onder de preekstoel, dommelt hij nu s avonds in voor de tv. Hij is er veel op vooruitgegaan er is geen vergelijking bij vroeger zegt men. Afgejakkerd en uitgebuit is hij nog steeds niet in staat om na te denken, zegt men. Een treurig portret van de onstuitbare modernisering tijdens het leven van Paul De Wispelaere in Moerhuize, het landschap waar ik geboren ben en opgroeide.
Veertig jaar geleden kocht Paul De Wispelaere (°1928) het hoevetje waar mijn vader dacht zich terug te trekken na zijn pensioen. Vader haalde die leeftijd niet en moeder verkocht het hoevetje aan een hoogleraar die hield van het landschap tussen de twee kanalen in Moerhuize. Ik herinner mij de ontreddering en de gegronde verontwaardiging van de schrijver toen enkele jaren later al die mooie scheef gewaaide bomen geveld werden langs de Moerhuizestraat en de natuurlijke omkadering van zijn weg naar huis onbarmhartig werd neergehaald. Later moest zijn omheining, een meidoornhaag er aan geloven, zoals overal in de streek. Er volgden nog talrijke inbreuken op het landschap, noodzakelijk gevolg van modernisering maar zeer waarschijnlijk een gruwel voor de gevoelige, belezen, criticus, romanschrijver, taalkundige en filosoof.
De Wispelaere schrijft en leeft al veertig jaar in de idyllische wijk Moerhuize, Maldegem. In zijn boeken sluimert het landelijke karakter van zijn thuishaven. Zijn leefruimte is het vermelde oude boerderijtje met brede ramen en een laag dak, verscholen achter het groen van honderden soorten bomen en struiken, paradijs voor diertjes en insecten, doezelend tussen de grijze, vlakke velden, de ruige wind, de zware geur van mest en omgespitte, vruchtbare aarde.
In 1954 publiceerde De Wispelaere zijn eerste werk, het kortverhaal Fantasia. In 2010 had hij twaalf boeken, dertien essaybundels en tal van literaire prijzen op zijn naam. In een van zijn werken laat hij zich vooral inspireren door de natuur, de dieren en zijn tuin. In zijn ontelbare, sierlijke beschrijvingen van bloemen, planten, dieren en vogels wordt Moerhuize een oord van stilte waar je de vogels nog kan horen fluiten. Hij beschrijft de desastreuse invloed van de mens op de ongerepte natuur want de ontluistering van de natuur is de schuld van de mens. Ook Maldegem werd in een razendsnel tempo gemoderniseerd ten koste van het fragiele natuurleven. In wezen gaat zijn oeuvre om het vernietigende effect van verval en de onzekerheid van een gunstige toekomst van mens en natuur. Mens en natuur worden bedreigd door de onstuitbare modernisering van de omgeving.
De hoeveelheid vernieling die de mens de laatste decennia heeft teweeg gebracht, heeft niets meer met een positieve toekomst te maken. De Wispelaere beschrijft de vooruitstrevende mens die het mythische van de paradijselijke natuur meedogenloos heeft behandeld. De Wispelaere heeft de ontluisterende wanverhouding tussen mens en natuur uitgedrukt in een prachtig literair beeldhouwwerk. Hij verdient een blijvend monument. Zijn werken raken de mensen, de combinatie van thematiek en stijl, zijn geraffineerde, verfijnde, gevoelige taal, maken hem tot een gelezen en gevierd schrijver. Zijn werken brachten zijn leefwereld, Moerhuize, Maldegem wereldwijd in beeld. De WAK MALDEGEM 2013 brengt een eerste en zeker niet het laatste eerbetoon.
Tal van enthousiaste amateurkunstenaars presenteerden hun werk met succes, blijdschap en hartelijkheid onder begeleiding van de cultuurdienst, waarvoor dank. (www.bloggen.be/wakinmaldegem). Met dank aan ons regionaal blad Vrij Maldegem voor het publiceren van de reportages (Drukkerij-Uitgeverij Van Hoestenberghe N.V. Boudewijn Lippensstraat 11, Maldegem). Met dank aan De Heer Noël Ryheul voor de beelden op www.camob.be. Dank aan allen die eind april en begin mei 2013 zon en glans brachten in het leven van de ander.
03-10-2013 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
30-09-2013
Laten we bijzondere mensen zeer vol lof toezwaaien.
SUMMIS
LAUDIBUS EFFERAMUS EXIMIOS HOMINES =
LATEN WE BIJZONDERE MENSEN
ZEER VEEL LOF TOEZWAAIEN.
In memoriam mulieris
insignis. Als aandenken aan een bijzondere vrouw.
Laten we bijzondere mensen zeer veel lof toezwaaien, niet
aan alleen Zuster Gemma, maar aan allen die zich inzetten om ons dorp levendig
te houden. Maldegem kan met trots terugblikken op heel wat talent de afgelopen
eeuwen. Talent in de brede zin van het woord. Geestelijken en leken die het
leven verrijkten en vergulden voor de mensen. Schrijvers, dichters, historici,
toneelspelers, schilders, beeldhouwers, filmregisseurs, musici, sportlui en talrijke
talentrijke dorpsgenoten brachten woord, klank en beeld en maakten het leven
boeiend. Sommige mensen blonken uit in dienstbaarheid voor de bevolking van
Maldegem.
Lijkt dit een lofzang op Zuster Gemma, het is meteen een lofzang voor de vele mensen die zich
dagelijks inzetten, vrijwillig en onbezoldigd in alle domeinen van de
samenleving.
Vrijwilligers bij evenementen i.v.m. cultuur, geloof, sport,
onderwijs, armoedebestrijding, ontwikkelingshulp, kortom alle aspecten van de
samenleving. Zuster Gemma was religieuze en uit hoofde van die functie was het
logisch dat ze dynamische levensvreugde bracht. Zij kreeg de toestemming van de
kloostergemeenschap om haar gaven te delen in haar geboortedorp. Ze kon zich
belangeloos inzetten voor de gemeenschap om die gezelliger te maken en ze kreeg
veel genegenheid terug.
Ze was het
levende bewijs van solidariteit. Veel mensen maken het leven waardevoller
voor hun medemens.
Neem nu
de talrijke jeugdbewegingen in
Maldegem. Talloze jonge mensen zetten zich nog altijd in om alle kinderen
belangeloos, vrolijke speeldagen te bezorgen. Zij organiseren onvergetelijke
kampen aan democratische prijzen tijdens de vakanties, zodat de kinderen
sociale vaardigheden aanleren op een speelse manier. Deze leiders en leidsters
zijn later ook vaak betrokken bij andere evenementen en activiteiten waar zij
zich weer inzetten voor de samenleving.
Mariëtte Cochuyt, Zuster Gemma stond aan de wieg van het verenigingsleven in Maldegem.
Onder haar leiding kenden de kajotsters (K.A.J.) een ongekende bloei. Elke
zondagnamiddag vergaderden ze op de speelplaats en in de concertzaal van
deschool op de markt of in de Gilde in
de Stationsstraat. Ze voerden toneelstukjes op om familie en vrienden op te
vrolijken. Ze kregen zelfs voorlichting van Dokter Albert Coelis om op de veiligste manier te leren omgaan met
het andere geslacht. De K.A.J. benadrukte de waardigheid van elk mens, rijk of
arm. Zuster Gemma was lid van de beweging in 1935 en bouwde als leidster een levenslange
vriendenkring op (o.a. Agnes Lanckriet,
Delphine De Bruyckere, Thelma Rotsaert
enz.). De jonge meisjes trokken naar voordrachten van Kardinaal Cardijn in
de Heizel in Brussel. Kajotster Edwige
Van den Abeele (°1930) (foto) stapte bij de terugkeer op de verkeerde bus
maar kwam uiteindelijk toch veilig thuis. Onderpastoor en proost De
Vleesschouwer organiseerde Lourdes reizen voor hen.
Christianna De Baere-Roets (°1933), kajotster in 1947 en oud-kajotster
in hart en nieren blijft sociaal en vriendelijk en wil alles doen om een ander
gelukkig te maken. Ze was medewerkster bij Egidius. Zij hielp E.H. De Jaeger,
toen onderpastoor in Maldegem, Ziekenzorg oprichten en ontwikkelen. Vorig jaar
was zij de motor van de brei club in Oud Sint-Jozef. Breien van pullovers, spreien,
jasjes, modieuze rokken is weer in. Iedereen helpt en stimuleert en leert de
ander. Na de opvoeding van haar vier intelligente zonen, verzorgde zij
jarenlang haar zieke echtgenoot maar had ondertussen toch tijd om een ander
gelukkig te maken.
Bewonderenswaardig wat mensen presteren in hun leven. Sommige
mensen blijven zich onvermoeibaar inzetten voor hun medemens.
In 1949 nam Mariëtte Cochuyt
afscheid van de vereniging voor zij in het klooster trad. Agnes Van
Kerschaever, Cecile De Bruyckere, Yvette Roets (zus van Christianna) werden ook
geroepen door de Heer, geïnspireerd door de leer van Cardijn. Andere jonge
vrouwen stichtten een gezin maar bleven zich vrijwillig inzetten voor een
ander.
60 jaar later organiseerde Zuster Gemma nog een grote onvergetelijke bijeenkomst van
alle oud-kajotsters in Groot-Maldegem. Tot het eind van hun leven bleven de vriendschapsbanden
tussen talrijke kajotsters bestaan. Allen hebben van het kajotstersfeest
genoten, ze zongen kajotstersliederen en andere.
Zuster Gemma pikte de draad van haar vorig leven weer op toen ze terugkwam als
kloosterlinge in Maldegem. Ze was een van de vele vrijwilligers die zich jarenlang inzette om het leven van vele
mensen met een beperking aantrekkelijker te maken. Haar handvaardigheid en creativiteit
kenden geen grenzen. Jarenlang liep, fietste en reed zij met een sputterend
Dafke van de ene wijk naar de andere in Maldegem om knutselmateriaal te
bezorgen aan mensen die zich niet meer konden verplaatsen of die thuis werden verzorgd.
Met ongekende moed en ijver maakten haar beschermelingen eersteklas handwerk dat
te koop werd gesteld. De opbrengst was bestemd voor de aankoop van nieuw
materiaal, want wol, garen, gepaste borduurstoffen, patronen en ander hobbymateriaal
zijn onbetaalbaar. Ze was zo blij als familieleden, vrienden en kennissen, de creaties
bewonderden van haar kunstenaars die leefden in de schaduw van de maatschappij.
Op die manier bouwde zij een stevige band van vriendschap en trouw om haar
heen.
Andere idealistische mensen zetten haar taak verder en brachten glans in het
leven van hun medemens. Enkele jaren geleden nog organiseerde de K.V.G. een ontroerend
afscheidsfeest voor Soeur Gemma. Haar creatieve inzet in de hobbyclub van de
K.V.G., werd beloond met immense dankbaarheid.
Haar werk werd verder gezet door anderen die met evenveel enthousiasme het
leven van de ander kleurden.
Bijna veertig jaar lang was zij lerares huishoudkunde in het
Sint-Jozefs Instituut Zusters Maricolen Maldegem.
Duizenden meisjes heeft ze
geleerd hoe een gezin te beredderen. Samen met haar directrice Zuster Amelberga
motiveerde zij vele jonge meisjes om zich verder te vervolmaken of te studeren.
Niet alle mensen zijn bollebozen in wiskunde en wetenschappen, talen, economie, informatica,
enz. Sommige mensen zijn wel handvaardig en creatief om een wereld te scheppen
van schoonheid waar anderen van meegenieten.
Het is meteen een lofzang voor alle directies, personeel en leerkrachten
die zich dagelijks inspannen om jongeren te onderwijzen en te begeleiden binnen
en buiten de schoolmuren en -uren.
Met een groot afscheidsfeest met familie en
vrienden nam zij afscheid van het onderwijs een kwarteeuw geleden.
De
leerlingen van Sint-Jozef brachten onder leiding van hun dynamische leerkrachten
grandioze spektakels en modeshows waar je stil van werd.
Zuster
Gemma, die als artieste onder de naam Raghel
door het leven ging, vierde haar 90ste verjaardag op 23 augustus 2013 met neven,
nichten en hun kleinkinderen, verpleegkundig personeel, kaartjes, bloemetjes
van haar familie en vrienden.
Voor
haar laatste 90ste verjaardag componeerde
haar neef Lucien Posman zijn eerste religieus werkje op een tekstfragment uit het boek Job.
Een artiest bracht
muziek in haar leven.
Het is een heel mooi en droevig werkje, opgedragen
aan tante nonneke, Zuster Gemma:
IOB XXIX 2 4
Quis
Quis mihi tribuat,
ut sim iuxta menses pristinos
secundum dies,
quibus Deus custodiebat me?
Quando spendebat lucerna
eius super caput meum,
Et ad lumen eius ambulabam in
tenebris?
Sicut fui in diebus
adolescentiae meae,
Quando secreto Deus
erat in tabernaculo meo?
Och,
of ik ware,
gelijk
in de vorige maanden,
gelijk
in de dagen,
toen
God mij bewaarde!
Toen
Hij Zijn lamp deed schijnen
over
mijn hoofd,
en
ik bij Zijn licht de duisternis doorwandelde;
Gelijk
als ik was in de dagen
mijner
jonkheid,
toen
Gods verborgenheid
over
mijn tent was?
(Statenvertaling)
De Heer Geert
Ballegeer, de verantwoordelijke en de pastorale medewerker van het W.Z.C. Sint-Jozef
in Petegem-Deinze heeft de laatste CD Van Lucien Posman laten afspelen op haar
verjaardag.
Ze zal opnieuw heel trots geweest zijn, want ze had een groot hart
voor allen die hun talenten koesterden.
Voor
de oude mensen wordt goed gezorgd in onze maatschappij, elk brengt op zijn
manier een steentje bij om het leven van deze generatie fijn te maken.
Na bijna
87 jaar inwoner van Maldegem, trok zij in 2010 terug naar het moederklooster
waar ze omringd werd door liefde en vriendschap van haar medezusters Zuster
Marie a Cruz, Zusters Bernadette, Edith, Monique, Irène en Juffrouw Christine en
het personeel van het W.Z.C.
Zij is zachtjes
ingeslapen op 16 september 2013, de sfeervolle begrafenisdienst ging door op 24
september 2013 en ze werd begraven op de familiebegraafplaats van de Zusters
Maricolen.
Haar laatste boodschap De wereld is warm en
vol zonovergoten belofte drukt haar positieve en hoopvolle visie uit voor de hartverwarmende
toekomst van onze maatschappij die steunt op talent en vrijwillige inzet van
heel veel genereuze mensen.
Link naar een poging van fotoalbum, leven en
werk Raghel:
Zuster Maria a Cruz en Zuster Gemma.(foto in bijlage)
foto in bijlage 1970:
Gerda Van Kerckhove, Kitty Van den Abeele, vooraan X De Cuyper, Lisette Van den Broucke, Addy Schelstraete, Zuster Gemma als lesgeefster en Christine Roels, echtgenote Eric Cuelenaere.
Op de foto in bijlage: 1949 Afscheid van de kajotsters. v.l.n.r. Marie-Louise Timmerman, Edwige Van den Abeele, Eline Cauwels, Agnes Van Kerschaver, Agnes Lanckriet, Simonne, E.H. De Vleesschouwer, Mariëtte Cochuyt, Erna Van Poelvoorde, Georgette Van Hoornweder, Clarysse Van Maldegem, Lydia De Lange, Clarysse Coene. Tweede rij: Anna De Vogelaere, Jozefa, x x, Aline Raeman, Erna De Vogelaere, Espérance Ronse, Rozanne Braet, Laura Ardeel, Germaine De Loof, I. De Vogelaere. Derde rij: x x, Roza De Baere, Margriet Debbaut, Emma Sikaet, Nelly, Julia Caboor, Ivonne Colpaert, Marcella Matthys, Martha Expeels. Het lukt me maar om één foto in te lassen en één bijlage. Sorry. Ik probeer nog eens op een andere keer.
30-09-2013 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
Raghel, M. Cochuyt, Maldegem (V.M.)
Kunstenares RAGHEL, ZUSTER GEMMA,
MARIËTTE COCHUYT of tante nonneke geboren in de Broekhuizestraat 8, Maldegem,
wordt 90 jaar op 23 08 2013.
LEVENSSCHETS
Zuster
Gemma, Mariëtte Cochuyt, die als artieste onder de naam Raghel door het leven
ging, was de jongste dochter van August Cochuyt (14 04 1883 - 09 10 1962) en
Livina Colman (01 10 1885 - 20 10 1953) uit Broekhuize, Maldegem.
Op 23 augustus 1923 is zij geboren op de laatste
boerderij Hof Broekhuyze van de wijk Broekhuize, een idyllische plaats,
helemaal omgord door prachtige, groene meersgronden. Haar vader was molenaar van één
van de laatste Maldegemse molens en vlasboer tot na de Tweede Wereldoorlog.
Daar geboren worden, daar opgroeien, is zowat het mooiste geschenk dat een kind
kan krijgen, midden in de natuur, tussen koeien, paarden, schapen, geiten,
katten, honden, kippen, konijnen, merels, mussen, duiven, uilen, vinken,
paardenwachters, allerlei soorten kevers en insecten, beemden en boomgaarden,
heggen en hagen, struikgewas, moestuinen, bloementuinen en in de verte de
meersen. Dit landschap is nu veranderd in beton, gazon en garage en de meersen
zijn van bosschage en bomen gepluimd.
Mariëtte
Cochuyt was de jongste thuis en door haar zonnig karakter werd zij omgeven door
alle vrolijkheid en liefde van haar ouders, haar twee zussen Bertha en Martha
en twee broers Omer en Prosper. Zij was een wervelend wezentje, bruisend van
energie en optimisme.
Vanaf 1926 volgde Mariëtte kleuterschool,
lagere school en vier jaar voortgezet onderwijs bij de Zusters Maricolen, op de
markt in Maldegem. Zij leerde perfect naaien, stikken, borduren, haken,
kantklossen, weven en knutselen. De kladschriftjes uit die tijd tonen al dat
zij plastisch heel begaafd was Doch niemand in haar directe omgeving
onderkende haar talent, laat staan dat zij werd gestimuleerd om academie te
volgen. Dat was ondenkbaar. Zij heeft lange tijd moeten wachten voor zij haar
innerlijke artistieke roeping kon ontplooien.
Zij had een drukke jeugd als lid, later als
leidster van de beweging de Kajotsters, K.A.J. waar zij zich met bezieling en
geloof een levenslange vriendenkring opbouwde. Zij dronk de geest van Kardinaal
Jozef Cardijn (1882-1967) wiens thema een christelijk geïnspireerde nieuwe
menselijke waardigheid was.
Ondertussen tekende zij niet, maar
musiceerde. Zij volgde notenleer en muziek in Eeklo en sindsdien kon zij haar
muzikale talenten ten toon spreiden met het romantische instrument, de banjo.
Ze schreef ook intens en heel veel gedichten. In haar vrije tijd fietste zij in
het gezelschap van haar vriendinnen (Delphine De Bruycker, Thelma Rootsaert,
Jeannette De Loof, Agnes Van Kerschaever enz.) heel Vlaanderen door, Knokke,
Brugge, Gent, Antwerpen, Oostende, Veurne enz.
In 1949, na W.O.II, geschiedde wat vaak
gebeurde in die tijd, met katholieke jonge vrouwen die geen veelheid aan
richtingen kenden om hun sterke artistiek-spirituele aandrang te sturen, ze
werd religieuze: God riep me naar het kloosterleven bij de Zusters
Maricolen.Op 25 maart 1949 is zij in het klooster getreden, ze werd gekleed op
drie oktober 1949 en geprofest op 9 oktober 1950. Mariëtte Cochuyt werd Zuster
Maria Gemma of tante nonneke vanaf eind 1950. Niemand begreep waarom deze
levenslustige, actieve, jonge vrouw zich wou onderwerpen aan de toen nog
strenge leefregels van het kloosterleven. Naarmate de regels soepeler werden,
de middeleeuwse kleren verwisseld werden voor sobere maar moderne kledij en de
bezoekregels toegeeflijker werden, kon de familie haar offer aanvaarden.
De blijde boodschap brengen doorheen talloze
activiteiten was haar levensdoel. Na haar studie voor huishoudregentes in de
Gentse Tweebruggenstraat, ging ze naar het moederklooster in Deinze maar werd
overgeplaatst naar het klooster in haar geboortedorp Maldegem. Vanaf 1955 gaf
ze meer dan 30 jaar les in de middelbare school van de Zusters Maricolen. Zij
werd een dynamische volwassene als kloosterzuster en lerares met een flinke
betrokkenheid in de opvoeding van de jeugd. Samen met de directrice Zuster
Amelberga motiveerde zij de jonge meisjes om verder te studeren om te
ontsnappen aan fabriekswerk en hard labeur bij particulieren. Zuster Gemma gaf
les in koken, wassen, strijken, onderhoud, voedingsleer, interieur, verzorging,
woninginrichting, handvaardigheid, verzorging van bloemen en planten, E.H.B.O.,
knutselen, budgetteren, gezinsadministratie, lichaamsverzorging, ziekteleer,
omgangskunde, communicatie en kinderverzorging.
Van zodra ze gesetteld was in het Maldegemse
schoolklooster werd ze aangesproken om zich in haar vrije tijd het lot van de
Maldegemse mensen met een beperking aan te trekken. Zij richtte samen met
enkele andere vrijwilligers de plaatselijke Katholieke Vereniging van Gehandicapten
(K.V.G.) op en was dertig jaar lang de bezielster van de hobbyclub. 25 jaar
lang nam ze deel aan de jaarbeurs tijdens het Pinksterweekend in de tenten
van Georges De Vreeze in het park, in de Nieuwstraat of op de markt van
Maldegem om de fijne handwerkjes en kunst- en gebruiksvoorwerpen te koop aan te
bieden ten voordele van de vereniging. Haar creatieve inzet in de hobbyclub van
de K.V.G., werd beloond met een immense dankbaarheid.
Vanaf 1963 nam zij de draad uit haar
kinderjaren weer op, ze schilderde en tekende.Schilderen is mijn eerste of
mijn tweede roeping, zegde ze daarover. Mariëtte Cochuyt had talloze talenten
waarvan zij één ontwikkelde met een gedrevenheid en liefde, die haar in staat
stelde talrijke kunstwerken voort te brengen.
Aanvankelijk werkte zij autodidactisch maar
weldra volgde zij hoger secundair kunstonderwijs aan de academie in Brugge en
vijf jaar finaliteit hoger kunstonderwijs, schilderkunst en zeefdruk in de
academie in Eeklo. Met een onvermoeid zoeken en streven naar een hoger niveau
beëindigde Raghel met succes beide academies.
Zij kon haar explosieve creativiteit kwijt in
haar prachtige ontwerpen die vooral zonnebloemen, papavers en heftige,
kleurrijke bloementuilen voorstelden. In het begin deed haar werk
romantisch-fauvistisch aan en barstten de kleuren er uit. Ze had een oranjeperiode,
getuigend van onstuitbare scheppingsdrang en een blauwe periode, die meer
bedoeld was om zachtere emoties op te roepen. Ze experimenteerde vol
zelfkritiek en werkte een tijd expressionistisch. Ze bleef in elk schilderij
zoeken naar schoonheid en in elk van haar werken school een krachtige,
positieve geest. Zij schilderde heel veel in de wijde natuur. In tedere, zachte
of gloeiende kleuren werd een zeldzame harmonie bereikt. Haar evangelische en
blijde boodschap bracht zij tot leven met een veelheid van technieken, stijlen,
onderwerpen.
Haar
portretten, verstilde landschappen en aquarellen getuigden van een
uitzonderlijke begaafdheid en een rijk geschakeerd gevoelsleven waarbij onder
de zichtbare navolging van de natuur het zoeken naar een zuivere uitdrukking.
Haar kunst verspreidde de boodschap van blijdschap, vreugde en positief leven.
Ze was verliefd op de bomen, de bloemen, het water en de ongeëvenaarde pracht
van de natuur.
In haar gestileerde stillevens vatte ze de
vergankelijke schoonheid van de natuur en het leven samen en bracht ze de
beelden enigszins vertekend tot een broze tijdloosheid.
In haar
bloemstukken vergrootte ze soms een verloren detail uit in het rood, blauw of
in felle kleuren die de tijdelijke pracht van de natuur vasthielden. Door de
jaren heen zag men de evolutie van spontaneïteit naar het gevarieerd selectie
werk om uiteindelijk tot klassenwerk te komen.
De
hunkering naar het verleden, naar de gelukkigste momenten die onherroepelijk
voorbij zijn, het heimwee en het verlangen naar het onbestemde, de zorg om het
schone en het zuivere te bewaren, deed haar naar het penseel grijpen. Iets dat
ook bleek uit de titels die zij haar werken of thema meegaf. Daar ligt de
blijdschap om jou. Mijn hart zingt van vreugde en dankbaarheid. De wereld
is warm en vol zonovergoten belofte, enz.
Raghel
wilde positieve en delicate kunst brengen met de uitdrukkelijke bedoeling
mensen te troosten, een brok geluk en herinnering te brengen. Als een zwervende
vogel bracht ze een brede waaier van levendige themas. Als
ze gevat werd door een onderwerp dan begon ze koortsachtig te schilderen. Dit
verlangen ging gepaard met pijn om de onmacht om haar schilderij mee te geven
wat haar werkelijk bezielde: de mens in zijn vreugde, verdriet, onrust en
zorgen het kind in zijn eenvoud en argeloosheid de natuur in zijn wisselende
schoonheid van licht en kleur.
Haar talrijke tentoonstellingen in binnen- en
buitenland getuigden van goede smaak, commerciële gaven en artistieke
vaardigheid. Zij stelde ten toon in Ede, Aardenburg, Sluis, Damme, Deinze,
Eeklo, Sijsele, Adegem, Gent, Brugge en in Maldegem. Alle werken bevatten een
stuk van het rijk geschakeerde gevoelsleven van Raghel die dikwijls met finesse
soms met heftigheid steeds haar diepste ik legde in haar werken. Zij bond zich
niet aan één richting, kunst zonder grenzen boeide haar. Zij ontwikkelde haar
schilderkundige aanpak.
Raghels werk was
klasse. Omdat zij een geliefde persoon was in Maldegem en omstreken, hingen
honderden Raghels aan de muren, vaak op plaatsen waar anders helemaal géén
schilderijen zouden hangen.
Haar levensvreugde zat in de genen want de
familie Cochuyt was een blij en vrolijk volk. De Cochuyts, deKoekoeks
konden genieten van alles wat de Heer geschapen had, de natuur, de mensen, de
dieren. Het Bourgondische trekje was niet ver te zoeken. Bijeenkomsten,
feesten, koffiekransjes en etentjes maakten deel uit van hun bestaan.
Een
hommage aan een grote vrouw die op de geëigende wijze van haar tijd, het
allerbeste van haar leven heeft proberen geven. Ze bracht een inspirerende
boodschap in een harde maatschappij en probeerde de brutale kring te doorbreken
met schoonheid, vreugde, geloof en dankbaarheid. Dank u, Mariëtte Cochuyt,
Zuster Gemma, tante nonneke, dank u Raghel voor het Raghelisme, het grootste
geschenk van innerlijke stilte, voor de zalvende troost en voor de warme
blijheid en liefde. Uw levendige
geest kende niets anders dan geluk en dankbaarheid tegenover God met wie u de
Grote Ontmoetinghad beleefd. "Ik ben een bloem in Gods hand",
schreef ze zelf.
Zij wordt 90 jaar op 23 augustus 2013. Na
jarenlange steun en zorg van Moeder Juliana en medezusters in het klooster, de
familie, haar vriendenkring in Maldegem, trok zij in 2010 terug naar het
moederklooster waar ze omringd wordt door liefde en vriendschap van haar
medezusters en het personeel van R.V.T. Sint-Jozef in Petegem-Deinze.
(Verwoord
aan de hand van notities en recensies door Zuster Gemma, Mariëtte Cochuyt,
Raghel). (Rgl)
Link naar
een poging van fotoalbum, leven en werk Raghel:
Met dank aan ons regionaal blad Vrij Maldegem
voor het publiceren van de reportages (Drukkerij-Uitgeverij Van Hoestenberghe
N.V. Boudewijn Lippensstraat 11, Maldegem).
30-09-2013 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
Zuster Gemma, Mariëtte Cochuyt, tante nonneke of tante Jetje, die als artieste
onder de naam Raghel door het leven ging werd geboren op 23 augustus 1923 en
is overleden op 16 september 2013 R.V.T. Sint-Jozef in Petegem-Deinze. De begrafenisdienst
ging door op 24 september 2013 in de
kapel van R.V.T. Sint Jozef om 10.00 u en ze werd begraven op het kerkhof van
Astene (5 km van Deinze).
Zij was de jongste dochter van August Cochuyt (14
04 1883 - 09 10 1962) en Livina Colman (01 10 1885 - 20 10 1953) en werd geboren
op de laatste boerderij Hof Broekhuyze, Maldegem, een idyllische plaats, helemaal
omgord door prachtige, groene meersgronden. Daar geboren worden, daar opgroeien, is zowat
het mooiste geschenk dat een kind kan krijgen, midden in de natuur.
Mariëtte Cochuyt was de jongste thuis en door
haar zonnig karakter werd zij omgeven door alle vrolijkheid en liefde van haar
ouders, haar twee zussen Bertha en Martha en twee broers Omer en Prosper.
Zij
was een wervelend wezentje, bruisend van energie en optimisme.
Vanaf 1926 volgde Mariëtte kleuterschool, lagere
school en vier jaar voortgezet onderwijs bij de Zusters Maricolen, op de markt
in Maldegem.
Zij had een drukke jeugd als lid, later als
leidster van de beweging de Kajotsters, K.A.J. waar zij zich met bezieling en
geloof een levenslange vriendenkring opbouwde.
Zij volgde notenleer en muziek in Eeklo en kon haar
muzikale talenten ten toon spreiden met de banjo. Ze schreef ook intens heel veel
gedichten.
Op 25 maart 1949 is zij in het klooster
getreden, ze werd gekleed op drie oktober 1949 en geprofest op 9 oktober 1950.
De blijde boodschap brengen doorheen talloze
activiteiten was haar levensdoel. Na haar studie voor huishoudregentes in de
Gentse Tweebruggenstraat, ging ze naar het moederklooster in Deinze maar werd
overgeplaatst naar het klooster in haar geboortedorp Maldegem. Vanaf 1955 gaf ze
meer dan 30 jaar les in de middelbare school van de Zusters Maricolen. Zij werd
een dynamische volwassene als kloosterzuster en lerares met een flinke
betrokkenheid in de opvoeding van de jeugd.
Van zodra ze gesetteld was in het Maldegemse
schoolklooster richtte zij samen met enkele andere vrijwilligers de
plaatselijke Katholieke Vereniging van Gehandicapten (K.V.G.) op en was dertig
jaar lang de bezielster van de hobbyclub waarvoor zij werd beloond met een
immense dankbaarheid.
Vanaf 1963kon zij haar explosieve creativiteit kwijt in haar prachtige ontwerpen
die vooral bloemen en de natuur voorstelden.
Haar kunst verspreidde de boodschap van
blijdschap, vreugde en positief leven.
Zij bracht delicate kunst met de uitdrukkelijke
bedoeling mensen te troosten, een brok geluk en herinnering te brengen.
Haar levensvreugde zat in de genen want de
familie Cochuyt was een blij en vrolijk volk.
Een hommage aan een grote vrouw die op de geëigende
wijze van haar tijd, het allerbeste van haar leven heeft gegeven. Ze bracht een
inspirerende boodschap in een harde maatschappij en probeerde de brutale kring
te doorbreken met schoonheid, vreugde, geloof en dankbaarheid. Dank u, Mariëtte
Cochuyt, Zuster Gemma, tante nonneke, dank u Raghel voor het grootste geschenk
van innerlijke stilte, voor de zalvende troost en voor de warme blijheid en liefde
die u uitstraalde. Tante nonneke, Zuster Gemma, tante Jetje, Mariëtte Cochuyt of Raghel was inderdaad enig in haar soort. Een baken voor heel veel mensen.
Vijf jaar geleden kwam ik in 't centrum van Maldegem wonen, na 60 jaar platteland, na 40 jaar hard labeur op mijn werk, in het huishouden, in de tuin. Ik kon zelfs (kleine) bomen zagen.
Ik zag hier veel heel oude mensen lopen in het centrum, vergetend dat ik zelf oud geworden was.
Intussen zijn al veel van die oude lieverds heengegaan. Een heel pak warmte is met hen verdwenen. Misschien vergis ik mij, maar die generatie was anders, warmer, vriendelijker, gemoedelijker, maar ik kan verkeerd zijn.
29-09-2013 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1