Hierna
volgen de eponiemgegevens met betrekking op Tiglath Pileser III. De jaartallen
tussen rechte haken zijn van de orthodoxie, de jaartallen tussen kromme haken
zijn de gereviseerde jaartallen:
Jaar 1
[745/744] (761/760) Tijdens het
eponiem van Nabû-bela-usur, de gouverneur van Arrapha, in Ajaru,
de dertiende,. In Ta¹rîtu,
hij naar Mesopotamia.
Commentaar:
Tijdens zijn eerste regeringsjaar leidde Tiglath Pileser III een veldtocht
tegen Babylon en voerde campagne in het noorden en zuiden van Babylonië.
Jaar 2
[744/743] (760/759) Tijdens het
eponiem van Bêl-dan, de gouverneur van Kalhu, veldtocht naar Namri.
Jaar 3
[743/742] (759/758) Tijdens het
eponiem van Tiglath-pileser, de koning van Assyrië, daar gebeurde een bloedbad
onder de Urarturieten in Arpad.
Commentaar: Tijdens zijn derde regeringsjaar leidde Tiglath
Pileser III een veldtocht tegen Urartu. Van deze veldtocht zijn de annalen van
zijn paleismuren te Kalhu/Kalah (gedeeltelijk-fragmentarisch) bewaard gebleven.
In het verloop van zijn veldtocht tegen Urartu beweerd Tiglath Pileser III
schatting of tribuut ontvangen te hebben van een aantal koningen van de kust
(Middellandse Zee), waaronder hij koning Azaria van Juda als de leider van een
Assyrisch-vijandelijke Klein-Aziatische coalitie van koningen vermeld. Verder
vermeldde hij o.a. Rezin van Damascus, Menahem van Samaria, Sibitti-bi’li van
Goebla en vele meer. Zo is er ook bijvoorbeeld de vermelding van een Arabische
koningin Zabibe, wat toch verwondering opwekt: een vrouw op de troon in het
Arabië van de achtste eeuw v. Chr.! Onvoorstelbaar vandaag.
Jaar 4
[742/741] (758/757) Tijdens het
eponiem van Nabû-da'inannil, de opperbevelhebber, veldtocht tegen Arpad.
Jaar 5
[741/740] (757 /756) Tijdens het
eponiem van Bêl-Harran-bêla-usur, de paleis maarschalk, veldtocht naar
hetzelfde; de stad werd genomen na drie jaar.
Jaar 6
[740/739] (756/755) Tijdens het
eponiem van Nabû-etiranni, de opperdienaar, veldtocht tegen Arpad.
Jaar 7
[739/738] (755/754) Tijdens het
eponiem van Sin-taklak, de maarschalk, veldtocht tegen Ulluba; Birtu werd
ingenomen
Jaar 8
[738/737] (754/753) Tijdens het
eponiem van Adad-bêla-ka'in, de gouverneur van A¹¹ur, Kullania werd ingenomen.
Commentaar:
De stad Kullania was dezelfde plaats als het Bijbelse Kalno waarnaar de profeet
Jesaja ten tijde van koning Achaz van Juda, verwijst.
Jesaja
10:5 Wee den Assyriër, die de roede
Mijns toorns is, en Mijn grimmigheid is een stok in hun hand! 6 Ik zal hem
zenden tegen een huichelachtig volk, en Ik zal hem bevel geven tegen het volk
Mijner verbolgenheid; opdat hij den roof rove, en plundere de plundering, en
stelle het ter vertreding, gelijk het slijk der straten. 7 Hoewel hij het zo
niet meent, en zijn hart alzo niet denkt, maar
hij zal in zijn hart hebben te verdelgen, en uit te roeien niet weinige volken.
8 Want hij zegt: Zijn niet mijn vorsten al te zamen koningen? 9 Is niet Kalno gelijk Karchemis? Is Hamath niet
gelijk Arfad? Is niet Samaria gelijk Damaskus?
Van het
achtste regeringsjaar van Tiglath Pileser III bleven ook de oorspronkelijke
annalen van zijn paleismuren te Kalah/Kalhu bewaard. Hieruit leren we dat hij
tijdens de campagne naar Kullania/Kalno opnieuw tribuut ontving van Menahem van
Samaria. Een historisch puzzelstukje dat past in het gereviseerde plaatje.
Jaar 9
[737/736] (753/752) Tijdens het
eponiem van Bêl-emuranni, de gouverneur van Rasappa, veldtocht tegen Medië
Commentaar:
Het negende regeringsjaar van Tiglath Pileser bracht hem opnieuw naar Medië,
waar grote gebieden van geannexeerd werden.
Van
deze veldtocht is de bekende ‘Iran-stele’ bewaard gebleven. De stele (waarvan
de tekst zwaar beschadigd is) verwijst nogmaals naar Menahem van Samaria als
schatplichtig aan Tiglath Pileser III. Ook is er een verwijzing naar
Sibitti-bi’li van Goebla.
Jaar 10
[736/735] (752/751) Tijdens het
eponiem van Inurta-ilaya, de gouverneur van Nisibis, veldtocht tegen de voet
van de berg Nal.
Jaar 11
[735/734] (751/750) Tijdens het
eponiem van A¹¹ur-¹allimanni, de gouverneur van Arrapha, veldtocht tegen Urartu
Jaar 12
[734/733] (750/749) Tijdens het
eponiem van Bêl-dan, de gouverneur van Kalhu (Kalah-Nimrud), veldtocht tegen Filistea
Commentaar:
Voor het twaalfde regeringsjaar van Tiglath Pileser hebben we alleen de
summiere vermelding van de eponiemlijst: veldtocht tegen Filistea. Dit als een
gevolg dat de betreffende annalen van zijn paleismuren te Kalhu verloren
gingen. Essarhaddon een latere Assyrische heerser, recycleerde de tegels voor gebruik
in zijn eigen paleis. Voor een historicus is dit vandaag een spijtige zaak. We
kunnen ons voorstellen dat de muren van Tiglath Pileser III ’s paleis te
Kalhu/Calah een chronologisch verhaal van al zijn veroveringen brachten. Wat
gereconstrueerd kon worden uit de rotzooi die Essarhaddon ervan maakte is
vandaag als een fragmentarische puzzel waarvan het plaatje ontbreekt. De
orthodoxe Assyriologie heeft alle puzzelstukjes binnen het kader van de
eponiemlijsten trachten in te vullen.
De Assyrische veldtocht
naar Filistea van 750 v. Chr. past in de Bijbelse gegevens betreffende de
beschreven invasie van Israël in de dagen van Pekach:
2
koningen 15:29 In de dagen Pekah,
den koning van Israël, kwam Tiglath-pilezer,
de koning van Assyrië, en nam Ijon in, en Abel-beth-maacha, en Janoah, en
Kedes, en Hazor, en Gilead, en Galilea, het ganse land van Nafthali; en hij
voerde hen weg naar Assyrië.
Een
jaar later in 749 v. Chr. tijdens het eponiem van A¹¹ur-da'inanni, trok Tiglath
Pileser III tegen Damascus op.
Jaar 13 [733/732] 749/748
Tijdens het eponiem van A¹¹ur-da'inanni, de gouverneur van Mazamua, veldtocht tegen Damascus.
Het
jaar 748 v. Chr. was een meganatuurcatastrofe-jaar en verantwoordelijk voor een
nieuwe breuk in de Eponiemlijsten. Het volgende eponiem van Nabû-bêla-usur met
de beschreven veldtocht tegen Damascus zit in de revisie van de geschiedenis
van het oudheid-Assyrië verankerd met koning Achaz van Juda in het jaar 737 v.
Chr.
Heel
opmerkelijk: een jaar na de meganatuurcatastrofe van 748 v. Chr. begon in
Babylon de Nabonassar-era met een noodzakelijke kalenderhervorming. Het jaar
748 v. Chr. was ook het moment dat het leger van Uzzia/Azaria in het jaar van
de zevende olympiade, uit Egypte werd teruggetrokken (De zonaanbidder, 2016, blz. 33-44
De
derde Assyrische invasie dateer ik in het jaar 736 v. Chr. in het tweede
regeringsjaar van koning Achaz van Juda.
De
aanleiding voor het opnieuw oprukken van Tiglath Pileser III tegen Damascus,
was een schrijven aan de koningen van Assur door een in het nauw
gedreven koning Achaz van Juda, die
door de geallieerde legers van Samaria en Damascus aangevallen werd.
Jesaja
7:1 Het geschiedde nu in de dagen van Achaz, de zoon van Jotham, de zoon van
Uzzia, de koning van Juda, dat Rezin,
de koning van Aram, met Pekah, de
zoon van Remalia, de koning van Israël, tegen Jeruzalem ten strijde trok; maar
hij kon in de strijd daartegen de overhand niet behalen.
2
Kronieken 28:16 In die tijd zond koning Achaz het
verzoek tot de koningen van Assur hem te helpen.
De
beschreven invasie van Pekah geallieerd met Rezin, in Juda kan chronologisch
nauwkeurig gedateerd worden in het jaar
736 v. Chr. Zie De Zonaanbidder, 2016, blz. 102.
Op
basis van dit aangereikt Bijbels tijd-navigatiepunt verankeren we het eponiem
van Nabû-bêla-usur met de veldtocht van Tiglath Pileser III tegen Damascus, met
het jaar 736 v. Chr.
Jaar 25 [732/731] 736/735 Tijdens het eponiem van
Nabû-bêla-usur, de gouverneur van Si'imme, veldtocht
tegen Damascus.
Jaar 26 [731/730] 735/734 Tijdens het eponiem van
Nergal-uballit, de gouverneur van Ahizu-hina, veldtocht tegen ©apiya.
Commentaar: De veldtocht tegen Sapiya voerde Tiglath Pileser III
naar het zuidelijke gebied van Babylon, en deze veldtocht is ook fragmentarisch
bewaard gebleven via de gereconstrueerde annalen van zijn paleismuren te
Kalhu/Kalah.
Jaar 27 [730/729] 734/733 Tijdens het eponiem van
Bêl-lu-dari, de gouverneur van Tille, de
koning bleef in het land.
Commentaar:
de uitdrukking: ‘de koning bleef in het land’ is een eufemisme dat op niets
doen slaat. We zijn alleen in het bezit van de eponiem-vermelding. Van de
annalen op de paleismuren te Kalah bleef als informatie over dit jaar, niets
bewaard.
Jaar 28 [729/728] 733/732 Tijdens het eponiem van
Liphur-ilu, de gouverneur van Habruri, de koning nam de hand van Bêl [].
Commentaar:
de uitdrukking ‘de koning nam de hand van Bel’, wijst op het koningschap over
de stad Babylon. Volgens de orthodoxe Assyriologie was Tiglath Pileser III
onder zijn Babylonische naam Pul, koning over Babylon. Een identificatie die we
eerder afwezen. De Bijbelse Pul zit op de tijdsbalk ten tijde van koning
Menahem van Israël en is chronologisch gezien te onderscheiden van de
Babylonische Pul van de Ptolemeüs-canon.
De Babylonische koningen
die contemporain met Tiglath Pileser III waren, zijn Nabu-shuma-ishkun (761-748 v. Chr.) en Nubu-nasir of
Nabonassar (748/734 v. Chr.).
Tiglath
Pileser III heeft verschillende veldtochten naar het gebied van Babylon
ondernomen en grote delen ervan geannexeerd. Of hij daadwerkelijk ook de
hoofdstad Babylon ooit binnengemarcheerd is blijft een vraagteken. De
Babylonische koningslijsten vermelden hem niet.
Jaar 29 [728/727] 732/731Tijdens het eponiem van
Dur-A¹¹ur, de gouverneur van Tu¹han, de koning nam de hand van Bêl; de stad van
Hi[...] werd ingenomen.
(Hiaat tot aan de
troonsbestijging van TPIII ’s opvolger: Salmaneser V)
[727/726] 730/729 Tijdens het eponiem van
Bêl-Harran-bêla-usur, de gouverneur van Guzana, veldtocht tegen [...].©almaneser [V] beklom de troon.
Conclusie: In de
reconstructie van de regeerperiode van Tiglath Pileser III zijn er meerdere
breuken in de Eponiemlijst vastgesteld. Vooreerst was er een periode van
co-regentschap met Pul vanaf 768 v. Chr., het jaar van hun gezamenlijke
veldtocht naar Israël volgens 1 Kronieken 5:25-26. Vanaf het jaar 761 v. Chr.
hebben we dertien eponiemen tot 748 v. Chr. ingevuld. Daarna stelden we een
breuk in de Eponiemlijst vast tot 736 v. Chr., waarna de vijf laatste eponiemen
historisch geplaatst konden worden.
Men kan
bij deze revisie van de geschiedenis van de oudheid de schouders ophalen en
stellen dat de vak-wetenschappers het bij het rechte eind hebben. Voor hen kan
er over de rangschikking van de Assyrische koningen op de tijdsbalk niet
gediscuteerd worden. De Bijbel is voor hen een louter godsdienstig boek en
historisch niet betrouwbaar. Wanneer de Bijbels-chronologische gegevens niet
passen in de Assyrische constructie, dan zijn het de Bijbelse gegevens die dienen
aangepast en niet andersom.

Intussen
blijven vele vraagtekens aangaande de regeerperiode van TPIII bestaan. De
afkomst van Tiglath Pileser III is in de Assyriologie zelfs omstreden. Er
bestaat namelijk twijfel over zijn afstamming. De Assyriologie had hem
aanvankelijk als de zoon van Assur Nirari neergezet, maar een latere
archeologische vondst weerlegde dit. Op een steen-inscriptie stond Tiglath
Pileser III vermeldt als de zoon van Adad
Nirari? (KAH,I, Nos. 21-23.
Ancient records of Assyria and Babylonia by Daniel David Luckenbill, Chicago,
1926). De tegenstrijdigheid betreffende het zoon-schap van
Tiglath Pileser III is binnen de Assyriologie tot op heden niet opgelost. Het
is boeiend om het commentaar van de Assyrioloog Luckenbill aangaande de annalen
van Tiglath Pileser III te lezen:
“The
annals of Tiglath Pileser were engraved upon the slabs of the rebuilt central
palace at Calah. These slabs were later removed by Essarhaddon to be used in
his southwest palace of the same city. As a result of the removal and
retrimming of the stone, the annals have
come down to us in a fragmentary state. Without the aid of the Eponym
lists with notes it would have been impossible to arrange the fragments in
their chronological order, and, even so, future
discoveries are likely to show that the arrangement now generally accepted is
wrong.”
Ik
noteer dat Luckenbill trouw bleef aan de veronderstelde onverbreekbaarheid van
de eponiemlijsten en deze als een hulpmiddel zag voor de gefragmenteerde
annalen van TPIII op de tijdsbalk te rangschikken. Ik meen echter aangetoond te
hebben dat er wel degelijk meerdere hiaten in de eponiemlijst ten tijde van
TPIII voorkomen en deze niet langer als dusdanig bruikbaar zijn. Het commentaar
van Luckenbill is veelzeggend en verraad de verlegenheid van een Assyrioloog
aangaande de regeerperiode van TPIII. Het zijn naar mijn mening alleen de
historische Bijbelboeken en Flavius Josephus die ons in staat stellen alle
informatie die we vandaag aangaande Tiglath Pileser III hebben, opnieuw
chronologisch op de tijdsbalk te herschikken.
Wordt
vervolgd…
Met vriendelijke groet,
Robert De Telder
Recente
publicaties:

Kronieken van de koningen van Israël, 2017, zie link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory
EXODUS, 2016,
zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331
De Zonaanbidder, 2016,
zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999
TIJD en TIJDEN, 2015,
Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579
De Assyriologie herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234
De Tweede Wereldoorlog door de ogen van een neutrale
Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343
Genesis versus Egyptologie, 2009, dit boek is
uitverkocht maar kan online gelezen
worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html
Apocalyps, 2009, (dit boek
is uitverkocht maar op een PDF-document gratis op eenvoudig verzoek per email
bij de auteur verkrijgbaar).