Sinds
het begin van 2017 hebben we op dit blog al vier afleveringen aan de Assyrische
koningslijst en haar chronologie gewijd. Met het artikel van 09.01.2017 behandelde ik de koningen
Pul en Tiglath Pileser III, gevolgd door hun opvolgers: Salmaneser V, Sargon II
en Sanherib. Met het artikel van 16.01.2017
behandelde ik de Bijbels-Assyrische koning Jareb, die niet in de Assyrische
koningslijst voorkomt en vragen oproept in verband met de veronderstelde volledigheid
van de Assyrische koningslijst. Met het artikel van 23.01.2017 kreeg Salmaneser III en de foutieve datering van de slag
bij Karkar aandacht. Met onze aflevering van 06.02.2017 ging bijzondere aandacht naar de vandaag algemeen
gehanteerde jaartallen zoals 930 v. Chr.
voor de dood van Salomo, en 1446 v. Chr.
als jaartal voor de Exodus. Deze jaartallen zijn echter het resultaat van het
linken van de Bijbelse chronologie aan die van Assyrië, en geven een afwijking
van acht tot zevenendertig jaar met de Bijbels-historische werkelijkheid, op de
tijdsbalk. Ik bestempelde het hanteren van het verkregen jaartal 930 v. Chr.
voor de splitsing van het Verenigd Koninkrijk van Israël als noodlottig, en gaf
enkele spijtige voorbeelden op wanneer men 930 v. Chr. als foutief ankerjaar op
de tijdsbalk hanteert.
Eén aangehaald
voorbeeld was het gebruik van het hanteren van de gefabriceerde jaartalen van
Thiele door de wetenschappers Patten,
Hatch, Steinhauer in hun studie: The Long Day of Joshua and Six Other
Catastrophes, 1973. Deze wetenschappers tonen nochtans duidelijk aan dat
planeet aarde meerdere malen in de oudheid in haar baan om de zon verstoord
werd en er tegen de achtste eeuw v. Chr. zelfs een kalenderhervorming nodig was. Zie TIJD en TIJDEN, 2016, hoofdstuk: de noodzakelijke
kalenderhervorming van de achtste eeuw voor Christus, blz. 331-338). Er was
volgens deze onderzoekers een cyclus van meganatuurcatastrofes aan de hand met
intervallen van 54 jaar en zes maanden met iedere keer een planetaire
interactie tussen de maand maart, het Romeinse Tubilustrium en de
daaropvolgende catastrofe 54 jaar en zes maanden later in oktober, het Romeinse
Armilustrium.
Hun
ankerjaar op de tijdsbalk is echter 701
v. Chr., het jaartal dat Thiele uitdokterde voor het veertiende
regeringsjaar van Hizkia gecorrigeerd naar de bevindingen van de Assyriologie
in verband met de belegering van Jeruzalem door Sanherib, en heeft een
afwijking van acht jaar met het
historisch-verifieerbare jaartal 709 v.
Chr. voor het veertiende regeringsjaar van Hizkia met een genoteerde
meganatuurcatastrofe, die resulteerde in de vernietiging van het Assyrische
leger nabij Jeruzalem.

De
kosmische catastrofetheorie heeft al langer mijn aandacht. Hoewel ik de theorie
vanuit mijn opleiding niet naar waarheid kan toetsen, past de theorie wel in
een resem van meganatuurcatastrofes die in de Bijbel beschreven worden, en ook
gedateerd kunnen worden. Wat dan ook het mechanisme was, dat deze
meganatuurcatastrofes veroorzaakte? Dat nochtans de verantwoordelijkheid vanuit
de kosmos gezocht moet worden, leert de Bijbel. Bij de inname van Kanaän door
de Israëlieten onder leiding van Jozua bijvoorbeeld vermeldt de Bijbel een
kosmisch fenomeen met catastrofale gevolgen over het slagveld nabij Gibeon
(Jozua 10:12-13). Op het bevel van Jozua stond de zon stil te Gibeon. De zon
stond stil en de maan bleef staan, totdat het volk zich op zijn vijand gewroken
had. En dit werd als geschiedschrijving dusdanig in het oude Israël genoteerd:
Is dit niet geschreven in het Boek des Oprechten? De zon nu bleef
staan midden aan de hemel en haastte zich niet onder te gaan omstreeks een
volle dag. Een dag als deze is er noch vroeger, noch later ooit geweest, waarop
de HERE zó iemands stem verhoorde, want de HERE streed voor Israël. Dat de
zon op het woord van Jozua stil stond verhaalt de Bijbel volgens het kijkbeeld
van Jozua en niet volgens het natuurwetenschappelijk wereldbeeld. Het kijkbeeld
van Jozua was overigens hetzelfde als ons hedendaags taalgebruik in het derde
millennium na Christus, gewoon de taal van de alledaagse waarneming wanneer ook
wij vandaag zeggen: dat de zon opkomt en ondergaat en iedereen begrijpt wat
bedoelt wordt.
De
Bijbel is evenzo duidelijk op de wijze zoals het Assyrische leger van Sanherib
voor de poorten van Jeruzalem in 709 v. Chr. door de Engel des HEEREN geslagen
werd. Ook deze geschiedenis had Velikovsky s aandacht en voor Patten en zijn
medewerkers was dit het vertrekpunt voor hun reis in de tijd ter plaatsing van
de cyclus van meganatuurcatastrofes op de tijdsbalk. Na het afdruipen van het
Assyrische leger in 709 v. Chr. verhaalt de Bijbel (Jesaja 38:1-8) dat de schaduw van de zon tien treden op de
zonnewijzer van koning Achaz terugging.
Jesaja
38:7 En dit zal u het teken zijn van des HEREN
kant, dat de HERE ook doen zal wat Hij gesproken heeft: 8 zie, Ik doe de schaduw
op de treden waarlangs zij door de zon op de
trap van Achaz is afgedaald, weer tien treden teruggaan. En de zon ging tien treden terug op de
treden die zij gedaald was. (NBG 1951)
De
historische Bijbelboeken 2 Koningen 20:1-11 en 2 Kronieken 32: 24-26 vermelden
eveneens, deze door de profeet Jesaja opgeschreven geschiedenis. De Trap van
Achaz was een zonnewijzer zoals zij ook in Egypte gebruikt werden. We weten
alleen niet hoe hoog de zonnewijzer was maar de onderzoekers Donald W. Patten,
Ronald R. Hatch en Loren C. Steinhauer maken hun berekeningen op basis van een
hoogte van zestig voet of ongeveer achttien meter met een breedte van acht tot tien
voet aan de basis.
Dat de
zon inderdaad in 1443 v. Chr. ten tijde van Jozua een volle dag stilstond, en
dat de aarde nogmaals in haar rotatie om de zon verstoord werd tijdens de
regeerperiode van Hizkia van Juda, heeft de autodidact Dr. I. Velikovsky met
zijn bestsellerboek Werelden in botsing, 1950, hfst.1, het eerst onder de
aandacht gebracht. Velikovsky toont op basis van de mythologieën van de oude
volken in zijn boek aan dat het fenomeen van het stilstaan van de zon ook bij
andere volken werd waargenomen en genoteerd. Eén voorbeeld is Herodotos (Boek
2:142b). De oudheidhistoricus Herodotos schrijft o.a. over waargenomen
zonfenomenen in het oude Egypte: In this
time they said that the sun had moved four times from his accustomed place of
rising, and where he now sets he had thence twice had his rising, and in the
place from whence he now rises he had twice had his setting; and in the
meantime nothing in Egypt had been changed from its usual state, neither that
which comes from the earth nor that which comes to them from the river nor that
which concerns diseases or deaths.
De
wereld van de oudheid werd blijkbaar vanaf het jaar 2341/2340 v. Chr. met de
zondvloed tot en met het jaar 709 v. Chr. door een cyclus van
meganatuurcatastrofes van kosmische oorsprong, geplaagd. Aan de
meganatuurcatastrofe van kosmische oorsprong van 1443 v. Chr. ging de meganatuurcatastrofe
ten tijde van Job vooraf. Zie het artikel op dit blog van 07.04.2016, zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1459720800&stopdatum=1460325600

Na het ter
kennis nemen van het werk van Velikovsky kwam later in de jaren negentig de al
eerder vermelde studie van Donald W. Patten, Ronald R. Hatch and Loren C.
Steinhauer, The Long Day of Joshua and Six Other Catastrophes, onder mijn
aandacht. Deze geleerden gaan nog gedetailleerder te werk en leveren een schema
met een cyclus van catastrofes van 2484 v. Chr. tot 701 v. Chr. Door de cyclus vanaf het
foutieve ankerjaar 701 v. Chr. in te vullen, gaan historisch-chronologische
verbanden verloren. Een voorbeeld is het bekende jaartal 776 v. Chr. met de
instelling van de Olympische Spelen door de Grieken als dank naar hun goden
toe, toen een verwachte ramp werd afgewend. Het is een ankerjaar waar we met
zekerheid de cyclus van rampen mee kunnen linken. Heel de wereld hield tegen
het jaar 776 v. Chr. de adem in voor
de aangekondigde ramp die planeet aarde dan opnieuw zou treffen. Het is het
jaar van de aardbeving ten tijde van koning Uzzia/Azaria. Het is ook het jaar
van de geprofeteerde ramp die de Hebreeuwse profeet Jona naar Nineveh bracht.

Wanneer
men vanaf oktober in het jaar 776 v.
Chr. 54 jaar en zes maanden op de tijdsbalk naar voor en naar achter rekent
arriveert men in 830 en 722 v. Chr. Het verkregen jaartal 722 v. Chr. is hier opmerkelijk omdat
dit jaar volgens de Bijbelse chronologie in het voorjaar de dood zag van koning
Achaz, de vader van Hizkia, met een historische vermelding van een kosmisch
fenomeen. Een Joodse legende verhaalt namelijk dat op de dag dat koning Achaz
stierf er slechts gedurende twee uur daglicht was (Louis Ginzberg, Legends of
the Jews, Volume IV, Bible Times and Characters. From Joshua to Esther).
In mijn
boek TIJD en TIJDEN, 2015, hoofdstukken:
Jozua en de inbezitneming van Kanaän, blz. 121-142, Richteren 5:20 van de hemel
streden de sterren, blz. 157-168, De opgerichte steen van Samuël te
Eben-Haëzer, blz. 169-178, de profeet Amos en het dateren van de
meganatuurcatastrofe waar hij het begin van zijn bediening aan koppelt, blz.
271-278, de noodzakelijke kalenderhervorming van de achtste eeuw v. Chr.
blz.331-338, - heb ik de cyclus van genoteerde meganatuurcatastrofes van de
geleerden Patten, Hatch, Steinhauer: The Long Day of Joshua and Six Other
Catastrophes, 1973, gedateerd en op de tijdsbalk verankerd.
De
cyclus van verstoringen van de loop van de aarde omheen de zon was de oorzaak dat
in de achtste eeuw v. Chr. een
kalenderhervorming nodig werd. Een aantoonbare Bijbelshistorische
kalenderwijziging in de achtste eeuw voor Christus blijft uiteraard onaanvaardbaar
voor de wetenschap der orthodoxe kosmologie die volgens de evolutietheorie de
uniformiteittheorie volgt. 'The present is the key to the past': vanuit deze
theorie neemt men aan dat wat men tegenwoordig in de kosmos vaststelt altijd zo
geweest is. Alle vermeldingen naar kalenderwijzigingen in de achtste eeuw voor
Christus worden door hen, als een slecht lezen van de hemellichamen door de
oudheidastronomen verklaard. En de mythologieën die aangehaald worden ter
staving van meganatuurcatastrofes van kosmische oorsprong worden sowieso niet
serieus genomen.
De
boodschap van de moderne evolutionistische geïnspireerde kosmologie voor de
mens is dat het heelal en in het bijzonder ons zonnestelsel veilig is. De
theorie dat de planeet aarde in een recent verleden, de laatste slechts 2700
jaar geleden, door een serie kosmische catastrofes getroffen werd, wordt
afgewezen. Het laatste boek dat de controversiële onderzoeker Dr. Immanuël
Velikovsky (1895/1979) schreef was gewijd aan dit fenomeen dat hij noemde een
collectief geheugenverlies van de moderne mensheid. Velikovsky omschreef het
als het volgt: De herinnering aan
catastrofes werd uitgewist, niet door gebrek aan geschreven overleveringen,
maar door een kenmerkend proces, dat later gehele naties, tezamen met hun
geletterden, in deze overleveringen allegorieën of vergelijkingen deed zien, terwijl
in werkelijkheid kosmische natuur-verstoringen daarin heel duidelijk stonden
beschreven.
Het
vergt moed om tegen de algemene stroming in te gaan. Het is dan ook
lovenswaardig dat de vak-wetenschappers Donald W. Patten, Ronald R. Hatch and
Loren C. Steinhauer dit werk ter hand hebben genomen.
In
verband met de titel van ons artikel moet de conclusie zijn dat indien er in
werkelijkheid een cyclus van meganatuurcatastrofes van kosmische oorsprong
heeft plaatsgevonden waarbij de aarde in haar rotatie om de zon meerdere malen
verstoord werd, men ook geen exacte zonsverduisteringen voorbij het jaar 709 v.
Chr. in de tijd terug kan berekenen. Het
ankerjaar van de Assyriologie met de genoteerde veronderstelde
zonsverduistering over Nineveh in 763 v. Chr. komt hiermee op losse schroeven te zitten, en kunnen we een alternatief jaartal
bepalen op basis van de catastrofecyclus.

Naar
mijn weten is er maar één onderzoeker geweest die op het feit van de kosmische
catastrofe in het veertiende regeringsjaar van Hizkia wees en het gevolg voor
exacte zonsverduisteringberekeningen voorbij dit jaar de tijd in, en dat is de
heer Christoph Marx. Zijn opmerking werd gepubliceerd in het Amerikaanse
magazine Ancient History and Catastrophism in juni 1980 maar kreeg geen
bijval en niemand maakte naar mijn weten, daarna gebruik van zijn bevinding. De
Assyriologie blijkt nog een heiliger koe dan de Egyptologie te zijn.

De genoteerde
zonsverduistering over Nineveh ten tijde van de koning Assur Dan III in het
eponiem van Bur-Saggile heb ik in mijn boek De Assyriologie herzien, 2012, verankerd met het jaar van de
meganatuurcatastrofe ten tijde van de profeet Amos in 800 v. Chr.
In mijn
boek TIJD en TIJDEN, 2016, blz.
271-278 heb ik een hoofdstuk geschreven over de profeet Amos en het dateren van
de meganatuurcatastrofe van kosmische oorsprong waar hij het begin van zijn
bediening aan koppelt.
Amos
8:9 Te dien dage zal het geschieden, luidt het
woord van de Here HERE, dat Ik op de middag de zon zal doen schuilgaan en bij klaarlichte dag het land in het
donker zal zetten. 10 Dan zal Ik uw feesten in rouw verkeren, en al uw
liederen in klaagzang. Dan zal Ik rouwgewaad brengen op alle heupen en kaalheid
op elk hoofd. En Ik zal het maken als de rouw over een eniggeborene en het
einde ervan als een bittere dag.
De
profeet Amos (4: 11) vergelijkt de ongewone zonsverduistering met de ramp die
Sodom en Gomorra een millennium eerder getroffen had: Ik
heb onder u een omkering aangericht,
gelijk God Sodom en Gomorra omgekeerd heeft, zodat gij gelijk zijt geworden
aan een brandhout uit het vuur gerukt.
Wanneer
ik dus de aardbeving ten tijde van de profeet Amos een meganatuurcatastrofe
noemde heb ik niet overdreven. De ramp die het Midden-Oosten en heel de wereld
in 800 v. Chr. trof was gelijk aan
het geweld toen Sodom en Gomorra in 1889 v. Chr. vernietigd werden.
Genesis
19:24 Toen liet de HERE zwavel en vuur op Sodom en
Gomorra regenen, van de HERE, uit de
hemel; 25 en Hij keerde die steden om, benevens de gehele Streek, met al de
inwoners der steden en het gewas van de aardbodem. (NBG Vertaling 1951)
Dat de
kosmos in de dagen van de profeet Amos in beroering was, was voor Velikovsky
vanuit de Bijbel duidelijk. Hierna een citaat met tussen haken de namen der
planeten toegevoegd:
Amos
5:8 Die het Zevengesternte (KHIMA=Saturnus) en den
Orion (KHESIL=Mars) maakt (ordonneert), en de doodsschaduw in den morgenstond
verandert, en den dag als den nacht verduistert; Die de wateren der zee roept,
en giet ze uit op den aardbodem, HEERE is Zijn Naam. 9 Die Zich verkwikt door
verwoesting over een sterke; zodat de verwoesting komt over een vesting.
(Statenvertaling)
Het
jaartal 800 v. Chr. is het jaar waar we arriveren wanneer we de regeerperiodes
van de Assyrische koningen vanaf Salmaneser III op de tijdsbalk invullen. In
het artikel van 23.01.2017 heb ik de
regeerperiode van Salmaneser III met het
rampjaar 860 v. Chr. verbonden. Al de koningen van Assyrië en hun vermelde
regeerperioden van Salmaneser III af tot Assur Dan III hebben aldus in mijn
studie op de tijdsbalk hun plaats gevonden. Het is opmerkelijk hoe Salmaneser
III en Assur Dan III via twee genoteerde meganatuurcatastrofes met elkaar
verbonden zijn, en aldus op de tijdsbalk meer dan een ankerpunt opleveren, in
tegenstelling tot de conventionele zonsverduistering van 763 v. Chr. met
slechts een ankerpunt.

Na de
regeerperiode van Assur Dan III in 790 v. Chr. merken we op het bijgevoegde
schema de regeerperiode van Assur Nerari V die tot 782 v. Chr. loopt, waarna in
Assyrië revolutie uitbreekt en de eerder beschreven damnatio memoriae een
aanvang neemt. Het hierboven getoonde schema sluit aan bij het getoonde schema
in het artikel van 16.01.2017, de
Assyrische koning Jareb uit de achtste eeuw v. Chr. Zie link:
http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?ID=2958853
Het was
een periode van anarchie in Assyrië waar we de Griekse legende van
Sardanapallos kunnen onderbrengen, samen met de Bijbels-Assyrische koning Jareb
en het optreden van de profeet Jona te Nineveh in 776 v. Chr. met de afgewende
ramp.
Wordt vervolgd
Met vriendelijke groet,
Robert De Telder
Recente publicaties van Robert De Telder
EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331
De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999

TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579
De Assyriologie herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234
De Tweede Wereldoorlog door de ogen van een neutrale
Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343